Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Kuipers week 4 en 5
Science of common sense wetenschap van het gezond verstand.
Logica.
Consistent denken.
Positieve wetenschap beschrijft de werkelijkheid zoals hij is.
Beschrijving van modellen.
Definitie van een model. Een model is een gestileerde beschrijving van de
werkelijkheid, maar het is die werkelijkheid nooit. (als
je denkt dat alles in een model gevangen hebt is de
wereld of de persoon of omgeving reeds weer
verandert)
Grapje: Het enige model dat mooier is dan de werkelijkheid is het fotomodel.
2e model Verandering.
Concreet in taal
1 van de 9
Buitenklimaat en economie Docent D.Kuipers week 4 en 5
Er zijn toch mensen die komen bij hoge prijs. Luxe artikelen Rolex. Mercedes
enz.
2 van de 9
De wiskunde zorgt dat het abstract wordt Buitenklimaat en economie Docent D.Kuipers week 4 en 5
Beurs model als voorbeeld.
P V A Briefkaart vorm
prod
P kan prod
zijn Prijs of inkomen
Pb Q kan zijn Quantiteit of hoeveelheid
Pa Evenwicht V is vraag consumenten.
A is aanbod van producenten.
α β
Ha Q
Pa is de prijs van hier als voorbeeld een aandeel bij een aangeboden
hoeveelheid.
Als de positieve berichten zijn over het aandeel stijgt de vraag (nu) dan betekend
dat bij zelfde hoeveelheid de prijs Pb zal worden en de markt in het evenwicht
(tussen vraag en aanbod) dus op een andere plaats.
Standaard waarde Cetirus Paribus ( al het andere constant) na zoeken of
vragen.
Door de wiskunde is het om te zetten naar een formule
Formule qv = - 10p +
Gegeven 2000
qa = 25p -
Gevraagd p en q ( p of q in evenwicht)
Oplossing in evenwicht zijn p en q gelijk.
-10p + 2000 = 25p - 2200
-10p - 25p = - 2200 –2000
- 35p = -4200
p = -4200 / - 35 = 120.
q = -10 x 120 + 2000 = -1200 + 2000 = 800
Omzet = p x q = 120 x 800 = 96000.
3 van de 9
Buitenklimaat en economie Docent D.Kuipers week 4 en 5
Hoe we denken: Psychologie
Onze behoeftes zijn groter dan de middelen.
Spanning is een schaarste. Hoe goed de mensen ook hebben ze blijven toch
ontevreden.
of het nu De schaarste van de
consumenten, Spanning middelen die op
verschillende manieren
producten of de Behoefte > kunnen worden gebruikt,
regering gaat.
Middelen. dwingt tot het maken
Komt door 2 driften Preference drift Na-apen van keuzen. Meer van
het één betekent steeds
Referente drift kijken naar een
minder van het ander.
ander.
Voorkennis
De winst wordt uitgerekend uit de resultaten
rekening ( Opbrengst – Kosten = Winst)
Om te bepalen waar de winst maximaal is
moeten we de afgeleide bepalen en deze is
maximaal als de afgeleide nul is. Winstmarginaal
= dw / dq = 0 (marginaal is de kleinste
verandering.
w= winst o = opbrengst k =
kosten
do dk
dw do dk
= - dq= 0
dq = is
dq dq dq
max. winst.
4 van de 9
Buitenklimaat en economie Docent D.Kuipers week 4 en 5
5 van de 9
Buitenklimaat en economie Docent D.Kuipers week 4 en 5
dq.
Ε v % q q . dq p . dq p
p = %p = = qx dp = x
dp q
v dp.
Ε p < 1 in elastisch
p Prijs doet stijgen / dalen wordt de omzet
hoger /lager.
Εvp > 1 elastisch Prijs doet stijgen / dalen wordt de omzet
lager / hoger
Εvp = 1
GEEN VRAGEN OVER Kruiselingse prijselasticiteit en verder.BLZ 64 T/M 66
Jaarrekening .
Bezit Balans schulden bezit resultaten rekening schulden
Bij winst gaat het naar het eigen vermogen. Bij verlies komt het
van het eigen vermogen.
Debiteuren moet klein zijn. Bij verkoop betaald 30% niet meer de
rekening.
In gebouwen kunnen de geheime reserves zitten.
6 van de 9
Buitenklimaat en economie Docent D.Kuipers week 4 en 5
Som bij volledige concurrentie. Te zien omdat er een concrete prijs
wordt opgegeven.
Gegeven: Prijs P = 20, variabele kosten 1/8q2 + 5q, Vaste kosten =
50.
Gevraagd: Wmax, Afzet (hoeveelheid), kosten.
Oplossing: Winst = omzet - kosten = p x q – variabele kosten en
vaste kosten.
= 20 x q – (1/8q2 + 5q + 50)
= 20q - 1/8q2 - 5q –50
= -1/8q2 + 15q – 50
dw/dq = -2/8q + 15 (max winst is als afgeleide nul is)
0 = -1/4q + 15
1/4q = 15 q = 60.
Omzet = prijs . hoeveelheid.
= 20 x 60 = 1200
Winst = omzet – kosten
= 1200 – ((1/8.602 + 5.60) + 50) = 1200 – 800 = 400.
Snellere manier O= p x q = do/dq = p ==> Mo = Mp
Afgeleide van de var kosten = prijs
2/8q + 5 = 20
1/4q = 15
q = 60
Som bij monopolie te zien aan de prijs die een lijn aangeeft.
Gegeven: Prijs = -3/4q + 60( geeft de vraaglijn aan), Totale kosten
1/2q2 + 10q + 56 geeft de kosten lijn aan)
Gevraagd: P bij winstmax, P bij omzetmax
Oplossing: W = O – K = p.q – (var. + vaste kosten)
W = (-3/4q + 60)q – (1/2q2 + 10q + 56) = -3/4q2 + 60q
-1/2q2 -10q – 56
= -5/4q2 + 50q – 56
dw/dq = -10/4q + 50 ( max winst dw/dq is 0 )
10/4q = 50 q = 20
Prijs bij winstmax = -3/4.20 + 60 = 45. winst = O – K = p.q – k
= 45.20–
2
(1/2.20 +10.20+56)
= 900 – 456 = 444
O = p x q = (-3/4q + 60) x q = -3/4q2 + 60q
do/dq = -6/4q + 60 ( max omzet is als do/dq = 0)
6/4q = 60 q = 40
Prijs bij omzetmax = -3/4.40 + 60 = 30 winst = O – K = p.g – k
= 30.40 – (1/2.402 + 10.40
+ 56)
= 1200 – 1256
7 van de 9
Buitenklimaat en economie Docent D.Kuipers week 4 en 5
verlies van 56 bij groter
productie.
f Bijv. Gasvelden.
Investeringen (kun je Motor van de
Ligging (aan het
afschrijven). economie. Te krijgen
water,
Door scholing Breedte en diepte door dynamiek te
Opleiding investeringen geeft verhogen, regelgeving
koopmansgeest, =
transitoland).
Deskundigen. een opwaarts effect. te versoepelen.
productie factor.
8 van de 9
Buitenklimaat en economie Docent D.Kuipers week 4 en 5
Kapitaal ĸ = Kap (Kapitaal) / y (productie) ĸ=
kapitaal/productie verhouding.
Bijv.: Gegevens: Kap = 2.000 x10-9 k = 4
Gevraagd: hoeveelheidarbeiders
Opl. ĸ = Kap / y y = Kap /ĸ = 2.000 x 10-9 / 4 = 500 x
10-9
Hoeveel arbeiders av = y / a = 500 x 10-9 / 80.000
(zie vorige voorbeeld)
= 6.250.000
Kapitaalaanbod zorgt voor productie dit betekent werkgelegenheid
komt arbeidsvraag av.
Beroepsbevolking – arbeidsaanbod = werkloosheid. (aa(anbod) – av(raag)
= ww)
9 van de 9