Vous êtes sur la page 1sur 3

Interpersoonlijk competent

Als leraar ben je verantwoordelijk voor een grote groep met kinderen. Gedurende de hele week brengen kinderen erg veel tijd met elkaar en met
de leraar door. De kinderen gaan de leraar vaak zien als voorbeeld en nemen dit gedrag dan ook over. Als leraar is het van groot belang dat je
jezelf bewust bent van je gedrag en manier van communiceren, zowel verbaal als non-verbaal.

Doordat de klassen vaak erg vol zijn en er veel gewerkt wordt in groepjes is het makkelijk om de leerlingen dan ook binnen een groep te
plaatsen. Persoonlijk zie ik leerlingen nog steeds als individu en vind ik het belangrijk om ook de individuen aan te spreken op een voor hen
prettige manier.

Voor mij zijn 2 competenties erg belangrijk om een klas goed draaiende te kunnen houden. Dit zijn de interpersoonlijke en pedagogische
competentie. Wanneer deze 2 competenties duidelijk naar voren komen in de klas dan voelen de leerlingen zich gezien en gewaardeerd en is het
makkelijker om tot resultaten te komen. Ik probeer dan ook echt interesse te tonen in de leerlingen op verschillende gebieden en let hierbij goed
op mijn houding, vaak ga ik op gelijke hoogte zitten als het kind of pak ik even een krukje wanneer ik iets wil overleggen met een kind.
Praktijk:
Als bewijslast wil ik graag de nodige informatie toevoegen over het omgaan met een nieuwe leerling. Deze leerling heeft een chromosoom
afwijking en dit gaf mij een onzeker gevoel. Ik voelde me onbekwaam en heb daarom hulp gevraagd. Uiteindelijk heb ik door te praten met
ouders, de internbegeleider en door zelfstudie mijn zelfvertrouwen kunnen vergroten en kan ik op een goede manier met deze leerling omgaan
die ook voor haar prettig is. Deze situatie heb ik bewust opgenomen in mijn PAP en vanuit daar ben ik gestart met het leren en ontdekken
rondom deze leerling. Ik ben zelf erg trots op dit stuk bewijs omdat ik mijn eigen zwakte heb durven aangeven en mezelf uiteindelijk echt
ontwikkeld heb en heb leren omgaan met een speciale leerling met andere behoeften dan andere leerlingen. Persoonlijk vind ik dat ik hierdoor
bewijs dat ik interpersoonlijk competent ben. Ik constateer niet alleen dat een leerling anders is dan andere, ik ga er daadwerkelijk mee aan de
slag dat ook zij net als alle andere leerlingen een fijne en veilige plaats heeft om te leren en te ontwikkelen.








Interpersoonlijk competent

















Dit bewijs heeft betrekking tot de volgende competenties.
1. Competent in samenwerking met omgeving.
2. Organisatorisch competent.
3. Interpersoonlijk competent.
4. Competent in samenwerking met collegas

Geraadpleegde literatuur voor deze competentie.

Omgaan met een leerling met een
chromosoom afwijking.
Formuleren leerdoelen in PAP.
Wanneer ik zaken opmerk die niet lekker lopen
rondom de omgang met de leerling ga ik hier mee
aan de slag. Ik neem het probleem op in mijn PAP
zodat ik er mezelf bewust van blijf. Uiteindelijk
vertaalt dit zich in de praktijk naar een activiteit,
observatie of een andere activiteit.
Uitvoeren in praktijk (weekplanning).
Om daadwerkelijk iets aan het probleem te
kunnen doen houd ik rekening met het
probleem in mijn weekplanning. Het moet
namelijk organisatorisch ook mogelijk zijn om
aandacht te besteden aan het probleem
Mailcontact met ouders.
Doordat er met regelmaat bijzondere voorvallen
zijn met deze leerling is er met grote regelmaat
mailcontact, op deze manier kunnen we elkaar op
de hoogte houden van bijzondere zaken.
Weekreflectie
In mijn weekreflectie blik ik terug op mijn
eigen handelen en naar het probleem. Ik
kijk hier bewust naar mijn eigen rol in het
proces en op basis van deze reflectie
schrijf ik een nieuwe PAP
Aandacht voor individu, wanneer het
niet lekker loopt ook noteren en
overdragen aan collega,
kinderdagboek overdracht.
Tijdens de overdracht houdt ik rekening met de
omgang met kinderen. Opvallende zaken en
bijzonderheden noteer ik voor mijn mentor, op
die manier hebben wij beide een compleet
beeld van hetgeen er gebeurd in onze groep
Gesprek met de intern begeleider.
Ik heb mijn gevoelens en onzekerheid geuit in
een gesprek met de intern begeleider. In dit
gesprek heeft zij mij zinvolle en praktische
informatie gegeven die mij verder konden
helpen in het omgaan met deze leerling.
Intakegesprek
Tijdens het intakegesprek wat ik samen met
mijn mentor gevoerd heb met de ouders van
deze leerling hebben we de situatie besproken
en hebben de ouders ons uitgelegd en
geholpen om zo goed mogelijk om te gaan met
deze situatie.
Praktische invullingen in de
klas t.o.v. het probleem en
de communicatie met de
leerling.
Hier zijn een aantal zaken te
vinden die we in de klas
gebruiken, hebben geprobeerd
ter bevordering van de situatie
en het werkbaar maken voor
zowel de leerling als ons.
Map met achtergrondinformatie.
Een kort overzicht wat ik maakte aan de
hand van de map met gegevens die we
kregen van ouders, hier stond heel de
voorgeschiedenis in. Dit schetste een
globaal beeld van de problemen




Brochure/artikel erfelijkheid wat is dat? Juni 2004, UVMC Utrecht, Secretariaat
http://www.kinderneurologie.eu/ziektebeelden/ontwikkeling/ontwikkelingsachterstand.php
http://www.bol.com/nl/p/omgaan-met-verschillen/666781467/
http://www.bol.com/nl/p/pedagogische-adviezen-voor-speciale-kinderen/1001004006522049/

Vous aimerez peut-être aussi