Vous êtes sur la page 1sur 7

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER

NAAM STUDENT

Romy Brand

STUDENTNUMMER 1658408

KLAS

1G

STAGESCHOOL

De Krullevaar

STAGEBEGELEIDE
R

Tanja van den


Hoven

STAGEGROEP

Groep 5/6

DATUM

5-11-2014

VAK/ONDERWERP

Muziek

VOORBEREIDING
Omcirkelen:
Dit is een leerkracht/ gedeeltelijk leerkracht-gedeeltelijk leerling/
leerling gestuurde les.
Dit is een zelfontworpen/ methode/ combinatie les.
DOELEN VOOR DE LEERLINGEN
DOEL(EN)

+ Welk type doel; kennis


en inzicht, vaardigheid
of attitude gerelateerd?

+ Wat moet deze les


opleveren (product,
specifiek en meetbaar)?

+ Welk gedrag wil ik


oproepen/wat moeten
de leerlingen tijdens de
les oefenen of ervaren?
(procesdoel)?

Aan het eind van de les kunnen de leerlingen


zelfstandig het liedje 'de droomboom' zingen en de
bijbehorende beweging maken.
Aan het eind van de les zullen de kinderen
zelfstandig het liedje 'de droomboom' kunnen zingen
en kunnen ze hier ook de bijbehorende beweging bij
maken.
Het gedrag dat ik wil oproepen is dat de kinderen
enthousiast meedoen. Uit ervaring met de klas weet
ik dat de kinderen muziek leuk vinden en zich niet
schamen om te zingen.

LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE
KENNIS/VAARDIGHED
EN

+ Wat weten en/of


kunnen de leerlingen al?
+ Van welk
vakspecifieke theorie,
didactiek, leerlijnen
maak ik gebruik?
ONDERWIJSBEHOEFTE
N
+ Wat zijn de

De kinderen hebben in voorgaande jaren en ik dit


schooljaar regelmatig in de klas gezongen. Ze weten
dus hoe ze een liedje zelfstandig moeten zingen.
Over klankhoogte, klankduur en klanksterkte hebben
de kinderen vaker lessen gehad.
Ik maak gebruik van de meezing methode bij het
aanleren van het lied. De domeinen die ik hier bij
gebruik zijn zingen, luisteren en bewegen. Het
luisteren gebeurd op een analytische, motorische en
sociale manier.
De kinderen hebben behoefte aan duidelijkheid en
orde. Als hetgeen wat de kinderen moeten doen
worden zij erg onrustig en kan het zijn dat zij hierdoor
niet goed naar de muziek kunnen luisteren.

pedagogische en
didactische
onderwijsbehoeften van
de groep?

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014


+ Indien van
Niet van toepassing.
toepassing: Wat zijn
specifieke individuele
onderwijsbehoeften?
BELEVING

+ Op welke ervaringen
kan ik aansluiten?

+ Actualiteit
(leefwereld)

+ Betrokkenheid

De kinderen hebben al vaker moeten zingen bij


muziek, dus hier kan ik op aansluiten.
Het liedje gaan over een boom in iemand zijn/haar
achtertuin. De kinderen kunnen zich dus inbeelden
hoe het zou zijn om zelf zo'n boom in je achtertuin te
hebben staan.
Doordat de kinderen over de tekst na gaan denken
raken ze betrokken bij de les.

MATERIALEN
MATERIALEN

+ Wat moet ik
klaarleggen, welke
leermiddelen gebruik
ik?
+ Op welke manier laat
ik de materialen de
lesinhoud
ondersteunen?
+ Welke methoden,
bronnen gebruik ik.
(APA)?

Voor de les moet ik de CD met de muziek klaar


hebben liggen en moet ik al een aantal dingen op het
bord hebben staan, zoals de partituur die ik gebruik
voor de inleiding. De tekst van het lied print in niet
uit, omdat het een vrij eenvoudige tekst is. Ik ga er
van uit dat de kinderen deze snel uit hun hoofd
weten.
Op de CD laat ik het liedje meerdere keren horen en
deze wordt ook gebruikt met een karaoke versie als
de kinderen zelfstandig gaan zingen.
Omdat dit een zelfontworpen les is maak ik geen
gebruik van een methode. Het lied 'de droomboom'
heb ik in het boek eigen-wijs gevonden en de CD
hoort ook bij dit boek.

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

LESOPBOUW
TIJD
-MIN
INLEIDING

5
min.

ACTIVITEIT
Wat doe ik? Wat doen de leerlingen?

Klassikaal
Eerst vertel ik de kinderen dat we
vandaag met muziek een lied aan
gaan leren. Als muzikale opening
gebruik ik de grafische partituur die
in het boek eigen-wijs afgebeeld
staat.

Bij deze muzikale opening ga ik met


de kinderen die woorden uit de
partituur uitspreken. In de partituur
zijn de onderdelen klankhoogte,
klankduur, klanksterkte en
klankkleur verwerkt en ik wil dat de
kinderen deze goed toepassen in
het uitspreken van de partituur.

Ik verwacht van de kinderen dat ze


tijdens de muzikale opening mee
doen.

+
Verwachtingen/doelen
duidelijk maken

KERN
Houd rekening met:
LESSTOF
+ Welke informatie
komt aan bod, in welke
volgorde en aan wie?
+ Hoe maak ik de
lesstof toegankelijk en
overzichtelijk?
+ Welke vragen stel ik
en aan wie?
+ Heb ik goed voor
ogen wat ik met deze
les wil bereiken?
+ Pendelen tussen
leerstof, leerling en
leefwereld.
WERKVORMEN
+ Welke werkvormen
kies ik en voor wie?

30
min.

Vorm
ISK

Klassikaal
Ik begin met het lied een keer te
laten horen op de CD. Voordat ik
deze laat horen vraag ik de
kinderen te luisteren naar wat er
allemaal aan deze hoge boom groeit
en waar dit groeit. Na het
beluisteren van het lied vraag ik de
kinderen hiernaar en schrijf ik op
het bord:
1. Want aan het hoogste takje
daar groeit een klein gebakje.
2. Want aan het hoogste topje
daar groeit wel eens een dropje.
3. Want naast het hoogste blaadje
daar groeit een chocolaatje.
Dit is alvast een hulpmiddel voor de
kinderen om het liedje te kunnen
onthouden.
Hierna laat ik het lied nog drie keer
horen. De eerste keer is het de

+ Hoe zorg ik voor


voldoende variatie in
werkvormen?
BEGELEIDING
+ Welke positieve
kenmerken zijn er en
hoe speel ik daar op in?
+ Hoe speel ik in op
onderwijsbehoeften?
+ Hoe cluster ik de
kinderen in groepen.
+ Hoe stimuleer ik de
motivatie van
leerlingen?
+ Hoe geef ik feedback
aan leerlingen?
GROEPS
MANAGEMENT
+ Wat kan ik al voorzien
en hoe reageer ik
daarop
+ Beurtverdeling
+ Pakken en opruimen
materialen
+ Regels, afspraken

bedoeling dat de kinderen de maat


mee klappen van het refrein. De
tweede keer gaan de leerlingen al
klappend heel langzaam staan. Ik
vertel ze dat ze bij het woord pret
pas helemaal rechtop staan. De
derde keer doen de kinderen
hetzelfde als bij de tweede keer,
alleen gaan ze nu precies bij het
woordje 'boem' weer op hun stoel
zitten.
Nu ga ik het lied aanleren. Ik begin
bij het aanleren van het refrein,
omdat deze steeds herhaald wordt.
De leerlingen zingen het fragment
'krak, boem, naar mijn bed' het
eerst zelfstandig. Ik zing zelf het
begin van het refrein. Hierna zullen
de kinderen het refrein zelf
helemaal zelfstandig kunnen
zingen. Nu kunnen de coupletten
aangeleerd worden. Deze zing ik
nog een keer voor en hierna doen
de kinderen dit zelfstandig met hulp
van de zinnen die op het bord
geschreven staan. De kinderen
kennen nu de coupletten en het
refrein en kunnen het lied dus
zelfstandig zingen.
Ik kies voor een actieve werkvorm,
omdat ik vind dat je tijdens muziek
echt bezig moet zijn met de muziek.
De meeste kinderen vinden dit vaak
ook het leukst.
Ik zorg voor variatie, omdat ik de
kinderen steeds een andere
opdracht geef. Deze opdrachten
zorgen er voor dat de kinderen het
lied uiteindelijk zelfstandig kunnen
zingen.
Als de kinderen goed meedoen, kan
ik hier wat over zeggen.
Ik motiveer de kinderen door zelf
enthousiast en niet verlegen over te
komen, zodat ze zelf ook mee
durven te zingen.
Ik geef feedback aan de leerlingen
door ze aan te spreken.
Het kan zijn dat kinderen het niet
leuk vinden om te zingen. Ik
probeer ze toch mee te laten doen
en te benadrukken dat het niet raar
is om te zingen en je elkaar toch
niet goed hoort als iedereen
meedoet.

Beurtverdeling en pakken en
opruimen van materialen is niet van
toepassing.
Regels en afspraken zijn dat er
niemand uitgelachen wordt.

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014


KLAAR / NIET KLAAR
Niet van toepassing
+ Wat kan een leerling
doen als hij klaar / niet
klaar is?
AFSLUITING

+ Hoe bespreek ik de
les na?
+ Hoe controleer ik of
leerlingen de doelen
hebben bereikt?
+ Hoe evalueer ik de
les met de leerlingen?

OVERGANG
+ Hoe zorg ik voor een
overgang naar de
volgende les?

Als afsluiting laat ik de kinderen


nog een keer het lied helemaal
zelfstandig zingen met de
karaoke versie van het lied. Ze
mogen het opstaan en weer
gaan zitten hier ook bij
gebruiken.
Doordat de kinderen het lied
zelfstandig moeten gaan zingen,
is het lesdoel gelijk
gecontroleerd.
Als de kinderen goed mee
hebben gedaan zeg ik dat ik het
leuk vond dat ze zo goed hun
best hebben gedaan.
Niet van toepassing. De kinderen
gaan na muziek naar huis, de juf
neemt het weer over.

EVALUATIE STUDENT
Heb ik mijn
doelen bereikt?
+ Indien niet
allemaal, dan per
doel omschrijven
wat je niet bereikt
hebt wat daar
een mogelijke
oorzaak van is en
wat je de
volgende keer
gaat doen om dat
doel wel te
bereiken?

EVALUATIE PRAKTIJKOPLEIDER
KIJKVRAAG
PRAKTIJKOPLEI
DER
+ Ik wil mijn
praktijkopleider
vragen om te
kijken naar.

DOELEN
LEERLINGEN
+ Zijn de doelen
voor de leerlingen
behaald?
+ Is het de
student gelukt
om het gedrag op
te roepen dat de
bedoeling was?
HANDELEN
STUDENT
+ Werd de lesstof
op een passende
manier
aangeboden?
+ Hoe verliepen
de voorbereiding

Ik wil graag dat er gekeken wordt naar of ik me aan mijn


tijdschema kan houden en of ik de kinderen goed betrek bij de les.

en organisatie
van de activiteit?
+ Hoe was het
contact met de
leerlingen?
Waarmee kan de student het meest
tevreden zijn?

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

Belangrijkste aandachtspunt voor de


volgende keer

Vous aimerez peut-être aussi