KUNST
Abstraheren
van
een
(gebruiks)voorwerp,
inleverweek:
zie
werkwijzer
In
deze
opdracht
gaan
we
een
voorwerp
abstraheren
tot
een
concept
dat
alleen
bestaat
uit
kleuren
en
vormen/lijnen.
We
werken
op
5
velletjes
papier.
Elk
vel
papier
is
een
vierkant
van
12
cm
x
12
cm.
Vel
nummer
1
laat
een
figuratieve
afbeelding
zien
van
het
door
jou
uitgekozen
onderwerp.
Dit
onderwerp
is
het
uitgangspunt
voor
de
rest
van
je
serie.
Vellen
nummer
2
t/m
4
laten
een
geabstraheerde
versie
zien
van
het
onderwerp.
En
vel
nummer
5
laat
een
volledig
abstract
beeld
zien
van
het
onderwerp
dat
op
vel
nummer
1
te
zien
is,
zonder
enige
herkenning/voorstelling.
1. Vel
nummer
1:
Kies
een
(gebruiks)voorwerp
uit
wat
je
wil
gaan
inzetten
om
je
serie
tekeningen
mee
te
starten.
Dit
voorwerp
kan
van
alles
zijn.
Kies
iets
uit
dat
interessant
is
om
te
gaan
abstraheren.
2. Vel
nummer
5:
Kies
een
concept
uit
zoals
de
modernisten
dat
ook
deden
voor
hun
conceptuele
abstracte
schilderkunst
(bv.
beweging,
leven,
of
contrasten
van
het
leven;
geest/materie,
leven/dood,
mannelijk/vrouwelijk,
de
wereld
achter
de
materie,
maar
het
mag
ook
een
zelf
uitgekozen
concept
zijn)
en
gebruik
dit
idee
als
uitgangspunt
voor
vellen
nummer
2
t/m
4
.
Dit
is
het
concept
waar
je
naartoe
werkt
(denk
aan
de
boom
van
Mondriaan
en
het
paard
met
beweging
van
Kandinsky).
3. Nu
weet
je
met
welk
voorwerp
je
wil
gaan
starten
(vel
nr.
1
)
en
met
welk
concept
je
wil
eindigen
(vel
nr.
5).
Bepaal
welke
tussenstappen
er
gezet
moeten
worden
om
van
een
figuratieve
weergave
tot
een
abstracte
vorm
te
komen
waar
een
idee
achter
zit.
Probeer
dit
in
je
schetsen
uit
en
houd
daarbij
ook
rekening
met
kleurveranderingen,
vormveranderingen,
de
composities
en
de
verandering
van
de
achtergrondkleur.
Je
werkt
de
serie
uit
in
acrylverf/
markers
/
digitaal
/
of
met
papier.
Let
op,
als
je
verf
gebruikt
zal
je
de
kleuren
moeten
mengen
om
een
mooi
kleurverloop
in
je
serie
te
krijgen.
4. Schets
de
5
vellen
uit
en
kies
dan
drie
vellen
uit
die
je
verder
wil
gaan
uitwerken.
Vel
nummer
1
moet
sowieso
uitgekozen
worden,
omdat
dat
je
realistische
uitgangspunt
is
van
je
(gebruiks)voorwerp.
BEOORDELINGSCRITERIA
Belangrijkste
punten
abstraheringsopdracht:
1. Er
zijn
schetsen
gemaakt:
voor
zowel
het
voorwerp,
de
composities
als
voor
de
transformatie
van
het
voorwerp
(denk
ook
aan
het
maken
van
vormproefjes
en
kleurproefjes).
2. Transformeer
zowel
de
vormen
als
de
kleuren
(ook
de
achtergrondkleur
verandert
mee!).
Werk
in
acrylverf
en
meng
de
verf
om
tot
geleidelijke
overgangen
te
komen.
3. Het
uitgekozen
achterliggende
concept
(bv.
beweging,
contrasten
van
het
leven;
geest/materie,
leven/dood,
mannelijk/vrouwelijk,
de
wereld
achter
de
materie,
maar
het
mag
ook
een
zelf
uitgekozen
concept
zijn,
etc.)
komt
goed
tot
zijn
recht
in
de
abstrahering
van
het
object.
Het
zijn
sterkte
composities
en
de
ruimte
van
het
vlak
is
goed
benut.
Schrijf
jouw
uitgekozen
concept
op
de
achterzijde
van
je
kunststuk.
4. Netheid
van
de
presentatie.
Kies
uiteindelijk
3
van
de
5
vellen
uit
en
plak
deze
op
een
A3
formaat,
de
achtergrond
mag
een
zwarte
of
een
witte
achtergrond
zijn.
Schrijf
op
de
achterkant
van
het
A3
je
naam
en
het
concept
dat
bij
je
werk
hoort.
Let
op:
De
opdracht
abstraheren
van
een
voorwerp
telt
voor
twee
keer
mee,
dus
zorg
er
dus
voor
dat
het
een
mooie,
spannende
en
originele
reeks
wordt.
Vergeet
niet
je
naam
en
klas
naam
achterop
het
werk
te
schrijven,
alsook
het
concept
dat
je
uitgekozen
hebt!
Zie
ELO
voor
voorbeelden,
zodat
je
kan
zien
wat
de
bedoeling
van
de
opdracht
is
en
hoe
je
precies
beoordeeld
wordt.