Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Levenscyclusanalyse Windturbine 1
Inhoudsopgave
1
LevensCyclusAnalyse (LCA).............................................................................................................. 3
1.1
1.1.1
LCA ................................................................................................................................... 3
1.1.2
LCA methodes.................................................................................................................. 3
1.2
LCA methodes.......................................................................................................................... 3
1.2.1
1.2.2
1.2.3
2.2
Conclusie ............................................................................................................................... 13
Levenscyclusanalyse Windturbine 2
1 LevensCyclusAnalyse (LCA)
In het eerste deel wordt behandeld wat een LCA precies inhoudt en welke methodes er worden
toegepast. In het tweede deel wordt het resultaat van de analyse weergegeven en besproken.
1.1
LCA methodes
Gewogen factor
Schade factor
Beschrijving
De impact van een stoom wordt vergeleken met een specifieke basis stoom.
Bijvoorbeeld: het warmte potentiaal van broeikasgassen in relatie tot CO2.
Een karakteristieke factor kan genormaliseerd worden na deling door het totaal
van een aantal karakteristieke stromen die een bepaalde impact willen
kwantificeren.
Aan de gevonden waarden (genormaliseerd of karakteristiek) kan een gewicht
worden gekoppeld.
De mogelijke schade die een emissie kan veroorzaken kan beschreven worden met
een factor. Dit kan aan de hand van het milieu, de karakteristieken van de deeltjes
of aan de hand van een finale weging
Cumulatieve energievraag
Cumulative Energy Requirements Analysis (CERA) helpt het energiegebruik van een goed of een
dienst gedurende de hele levenscyclus te onderzoeken. De cumulatieve energievraag is daar het
resultaat van. Het houdt zowel het directe als het indirecte gebruik van energie in.
CED kan gebruikt worden als indicator voor milieu-impact, de waarden kunnen gebruikt worden om
resultaten van verschillende LCA studies met elkaar te vergelijken of de CED resultaten kunnen als
controle gebruikt worden op fouten in een LCA.
Levenscyclusanalyse Windturbine 3
Ten gevolge van het bestaan van uiteenlopende concepten en de onduidelijke basis voor de
verschillende primaire energiedragers, wordt de CED-indicator in acht verschillende categorien
opgedeeld. Een overzicht van de acht energiebronnen wordt gegeven in Tabel 1.2
Soort energiebron
Niet hernieuwbare
Energiebronnen
Subcategorie
Fossiele energie
Hernieuwbare Energiebronnen
Bevat
Steenkool, bruinkool, ruwe olie,
gas, mijngassen, turf
Uranium
Hout en biomassa van primair bos
Hout, etensresten, biomassa van
landbouw
Windenergie
Zonne-energie
Geothermische energie
Rivier en resevoir waterkracht
Kernenergie
Primair bos
Biomassa
Wind
Zon
Geothermisch
Water
Bij de analyse van de CED wordt meestal een onderscheid gemaakt tussen de verschillende
subcategorien. Dit vermindert de foutenmarge aanzienlijk. Wanneer de CED als n indicator
gebruikt wordt, is het mogelijk dat er modelonzekerheden insluipen. Dit wordt vermeden door de
CED telkens in de acht subcategorien op te splitsen. Hierbij wordt verondersteld dat elke
energiedrager een intrinsieke waarde heeft. Deze waarde wordt bepaald door de hoeveelheid
energie die de drager uit de natuur onttrekt, in MJ-equivalenten (MJ-eq). In Tabel 1.3 wordt
samengevat hoe de verschillende energiebronnen omgezet worden naar MJ-eq.
Eenheid
kg
kg
MJ
Nm2
Nm2
kg
kg
kg
MJ
MJ
MJ
MJ
MJ
Energiebron
Kool(bruin), in bodem
Kool(hard), in bodem
Biomassa
Mijngassen, koolmijn
Aardgas, in bodem
Olie, ruw, in bodem
Turf, in grond
Uranium, in bodem
Potentile waterkracht
energie
Geothermische
energie
Kinetische(wind)
energie
Biomassa, primair bos
Zonne-energie
Aantal MJ-eq
9,9
19,1
1
39,8
38,3
45,8
9,9
560000
1
Categorie
Fossiele energie
Fossiele energie
Fossiele energie
Fossiele energie
Fossiele energie
Fossiele energie
Fossiele energie
Kernenergie
Water
Geothermisch
Wind
1
1
Primair bos
Zonne-energie
Levenscyclusanalyse Windturbine 4
Levenscyclusanalyse Windturbine 5
Figuur 1.1 Vergelijking CED voor vaste en bewegende delen van een 2 MW offshore windturbine
Figuur 1.2 Vergelijking CED voor vaste en bewegende delen van een 800 kW on-shore windturbine
In onderstaande figuur 1-3 en Figuur 1-4 wordt de cumulatieve energievraag van beide windturbines
opgedeeld in de verschillende levensfases. Het verschil tussen de bewegende en vaste onderdelen zit
vooral in de productie van de materialen en het transport. Bij de vaste onderdelen is er minder
energie nodig voor de productie van de materialen, maar meer voor het transport. Er is weinig
verschil merkbaar tussen een on-shore en een offshore windturbine.
Levenscyclusanalyse Windturbine 6
Figuur 1.3 CED voor een 2 MW offshore windturbine, onderverdeeld in verschillende fases.
Figuur 1.4 CED voor een 800 kW on-shore windturbine, onderverdeeld in verschillende fases
Levenscyclusanalyse Windturbine 7
Figuur 1.5 CED voor n kwh geproduceerde elektriciteit, 800 kW on-shore windturbine vs 2 MW
offshore windturbine
Daarom
worden in Figuur 1-6 slecht vier energiebronnen overgehouden. Windenergie wordt er uitgefilterd,
omdat deze energiebron een middel is om de windturbines te laten draaien, maar niet nodig is voor
de productie of installatie van de turbine. De drie andere energiebronnen worden weggelaten omdat
hun aandeel hierin nihil is.
Figuur 1-6 lijkt in alle opzichten op Figuur 1-1 en Figuur 1-2. De fossiele energiebronnen nemen
opnieuw het grootste deel in van de CED. De cumulatieve energievraag per geproduceerde kWh
elektriciteit is hoger bij een 2 MW offshore windturbine dan bij een 800 kW on-shore windturbine.
Het verschil zit vooral in de hogere nood aan fossiele energiebronnen: het gevolg van een stevigere
fundering, maar vooral de aanleg van verbindingskabels onder de zeebodem en de fabricage van
deze kabels.
Figuur 1-6 CED voor n kwh geproduceerde elektriciteit, 800 kW on-shore windturbine vs 2 MW
offshore windturbine.
Levenscyclusanalyse Windturbine 8
Figuur 1.7 GWP per unit voor de twee verschillende types windturbines.
Vervolgens wordt er berekend wat het aandeel is van transport, afvalverwijdering, productie van
materialen. In onderstaande figuren 1.8 en 1.9 is duidelijk dat bij beide types windturbines het
grootste deel van de GWP afkomstig is uit de productie van de materialen. De productie van staal,
aluminium, epoxyhars en alle andere benodigde materialen heeft de grootste invloed op de
opwarming van de aarde.
Ook de verwerking van de materialen neemt nog een redelijk deel in van de GWP, maar de andere
drie factoren zijn zo goed als onzichtbaar op de figuur. Transport en afvalverwijdering nemen
ongeveer een even groot deel in van de GWP van een windturbine. De invloed van installatie en
uitbating op de opwarming van de aarde is verwaarloosbaar klein in vergelijking met de andere
onderverdelingen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de transformation factoren niet
inbegrepen zijn in de GWP. Dit zijn de indicatoren die de invloed weergeven van een verandering van
landgebruik op de opwarming van de aarde. Voor een on-shore windturbine is dat bijvoorbeeld
landbouwgrond die omgevormd wordt tot verbindingsweg naar de site van de windturbine. Bij
offshore windenergie komt dit neer op bijvoorbeeld vervanging van zeebodem naar fundering.
Levenscyclusanalyse Windturbine 9
Figuur 1-10 geeft de GWP per geproduceerde kWh energie van beide windturbines weer, opnieuw
onderverdeeld in de verschillende categorien. In de figuur wordt duidelijk dat de GWP per kWh van
een 800 kW on-shore windturbine kleiner is dan de GWP per kWh van een 2 MW offshore
windturbine. De reden hiervoor is tweeledig: ten eerste ligt het betonverbruik bij de fundamenten
van een offshore windturbine hoger dan bij een on-shore windturbine en zijn langere en dikkere
verbindingskabels nodig. Anderzijds wordt de levensduur van een offshore fundament maar half zo
lang ingeschat als het fundament van een on-shore windturbine.
Figuur 1.10 GWP met geproduceerde kWh voor verschillende types windturbines
Om de GWP resultaten van een windturbine goed in te schatten, worden deze vergeleken met de
GWP waarden van andere energiebronnen in Nederland. Bij de vergelijking met andere
energiebronnen wordt de 2 MW offshore windturbine gebruikt, omdat deze qua grootte
overeenstemt met de windturbines die tegenwoordig geplaatst worden.
In figuur 1-11 is duidelijk te zien dat de GWP van een windturbine heel wat lager ligt dan de GWP van
de klassieke energiebronnen in Nederland. De GWP per kWh voor de elektriciteitsmix in Nederland
ligt een stuk lager dan de GWP per kWh van de klassieke energiebronnen, maar ligt nog steeds een
pak boven de GWP per kWh van een windturbine. De reden voor het lagere GWP cijfer van de
elektriciteitsmix is dat kernenergie een (groot) deel uitmaakt van die mix.
Levenscyclusanalyse Windturbine 11
Levenscyclusanalyse Windturbine 12
GWP (g CO2-eg/kWh)
Wind
PV
16
77
10
104
9
13
NA
NA
NA
NA
11.7
64.7
90
350
Bijstrook
864
NA
NA
899
830
864,3
80
Tabel 2.1 GWP 20a en minimumprijs GSC voor verschillende groene energievormen
Uit de tabel mag besloten worden dat windenergie een goede energiebron is om de opwarming van
de aarde tegen te gaan. De GWP/kWh van wind is een stuk lager dan deze van PV en bijstook scoort
al helemaal niet goed. De minimumprijs voor een GSC per MWh elektriciteit uit windenergie is
daarentegen vier keer lager dan de minimumprijs voor een GSC per MWh elektriciteit uit PV. De
subsidiestrategie van de Vlaamse overheid is dus in geen geval gebaseerd op de milieu-impact van de
verschillende groene energiebronnen.
2.2 Conclusie
Windenergie scoort in alle opzichten het best wat betreft milieu-impact. Geen enkele andere
energiebron haalt betere indicatoren per geproduceerde MWh elektriciteit. De Vlaamse overheid
geeft echter (veel) meer subsidies aan PV-installaties dan aan windturbines.
De subsidies voor offshore windturbines in Belgi liggen hoger dan die voor onshore windturbines,
terwijl de offshore windturbines een groter negatief effect hebben op het milieu.
Levenscyclusanalyse Windturbine 13
3 MET matrix
Materiaal
gebruik
Energie
verbruik
Emissie
Winning materialen
Neodymium,
aluminium, staal,
koper, composiet
Mijnbouw - diesel,
elektriciteit;
Boorplatvormen;
vervoer - diesel
Uranium, thorium,
aluminium, CO2 ,
fijnstof, roet = goed
Productie
Las benodigdheden,
smeringsmiddel,
ontvettigns en
reinigingsmiddel
Hoogovens elektriciteit
Distributie
Transport frames,
verpakking,
instructie materiaal
Vervoer - diesel,
elektriciteit
Gebruik
Reparatie, smering,
verf, reiniging
Hijskranen - diesel
Afdanking/recycling
Transport frames,
verpakking
Omsmelten,
verbranden
Levenscyclusanalyse Windturbine 14
Sustainability Report
Model Name:
Weight:
Built to last:
Duration of use:
windmolen
32015.31 g
25 year
20 year
Manufacturing Region
The choice of manufacturing region
determines the energy sources and
technologies used in the modeled material
creation and manufacturing steps of the
products life cycle.
Use Region
The use region is used to determine the
energy sources consumed during the products
use phase (if applicable) and the destination
for the product at its end-of-life. Together
with the manufacturing region, the use region
is also used to estimate the environmental
impacts associated with transporting the
product from its manufacturing location to its
use location.
Assembly Process
Region
Energy type
Energy amount
Built to last
Europe
Electricity
50.00 kWh
25 year
Transportation
Truck distance
Train distance
Ship distance
Airplane Distance
1900 km
0.00 km
0.00 km
0.00 km
Use
Region
Energy type
Energy amount
Duration of use
Europe
Electricity
8.00 kWh
20 year
End of Life
Recycled
Incinerated
Landfill
60 %
40 %
0.00 %
Levenscyclusanalyse Windturbine 16
Air Acidification
Water Eutrophication
Total
Material
3700 kg CO2e
3300 kg CO2e
Manufacturing
250 kg CO2e
Use
92 kg CO2e
Transportation
61 kg CO2e
End of Life
17 kg CO2e
Material
6.1E+4 MJ
5.4E+4 MJ
Manufacturing
4800 MJ
Use
1800 MJ
Transportation
910 MJ
End of Life
13 MJ
Material
10 kg SO2e
7.9 kg SO2e
Manufacturing
1.7 kg SO2e
Use
0.617 kg SO2e
Transportation
0.285 kg SO2e
End of Life
0.014 kg SO2e
Material
1.4 kg PO4e
1.2 kg PO4e
Manufacturing
0.061 kg PO4e
Use
0.022 kg PO4e
Transportation
0.065 kg PO4e
End of Life
2.9E-3 kg PO4e
Total
Total
Total
319.30 USD
Levenscyclusanalyse Windturbine 17
Carbon
Water
Air
Energy
Generator deel 40
0.029
0.153
500
Mast deel
26
9.7E-3
0.099
330
Wiek
27
7.7E-3
0.054
480
Hub deel
18
7.0E-3
0.057
330
Windvaan
17
4.9E-3
0.034
300
4.1E-3
0.022
70
4.0E-3
0.021
68
Rotor deel
4.8
1.9E-3
0.019
65
Mast deel
1.7
6.7E-4
6.8E-3
23
As
0.998
9.3E-4
3.9E-3
13
Levenscyclusanalyse Windturbine 18
Glossary
Air Acidification
Sulfur dioxide, nitrous oxides other acidic emissions to air cause an increase in the acidity of
rainwater, which in turn acidifies lakes and soil. These acids can make the land and water toxic for
plants and aquatic life. Acid rain can also slowly dissolve manmade building materials such as
concrete. This impact is typically measured in units of either kg sulfur dioxide equivalent (SO2), or
moles H+ equivalent.
Carbon Footprint
Carbon-dioxide and other gasses which result from the burning of fossil fuels accumulate in the
atmosphere which in turn increases the earths average temperature. Carbon footprint acts as a
proxy for the larger impact factor referred to as Global Warming Potential (GWP). Global warming is
blamed for problems like loss of glaciers, extinction of species, and more extreme weather, among
others.
Total Energy Consumed
A measure of the non-renewable energy sources associated with the parts lifecycle in units of
megajoules (MJ). This impact includes not only the electricity or fuels used during the products
lifecycle, but also the upstream energy required to obtain and process these fuels, and the embodied
energy of materials which would be released if burned. PED is expressed as the net calorific value of
energy demand from non-renewable resources (e.g. petroleum, natural gas, etc.). Efficiencies in
energy conversion (e.g. power, heat, steam, etc.) are taken into account.
Water Eutrophication
When an over abundance of nutrients are added to a water ecosystem, eutrophication
occurs. Nitrogen and phosphorous from waste water and agricultural fertilizers causes an
overabundance of algae to bloom, which then depletes the water of oxygen and results in the death
of both plant and animal life. This impact is typically measured in either kg phosphate equivalent
(PO4) or kg nitrogen (N) equivalent.
Life Cycle Assessment (LCA)
This is a method to quantitatively assess the environmental impact of a product throughout its entire
lifecycle, from the procurement of the raw materials, through the production, distribution, use,
disposal and recycling of that product.
Material Financial Impact
This is the financial impact associated with the material only. The mass of the model is multiplied by
the financial impact unit
(units of currency/units of mass) to calculate the financial impact (in
units of currency).
Levenscyclusanalyse Windturbine 19
URL:<http://ec.europa.eu/energy/res/biomass_action_plan/doc/2010_12_07_comm_bioma
ss_electricity_en.pdf>. (11/04/2010).
Danish Wind Industry Association. (2013, Juni 6). History
<http://www.windpower.org/en/pictures/index.htm>. (04/03/2009).
Danish Wind Industry Association. (2010, Juli 19). Size
<http://www.windpower.org/en/tour/wtrb/size.htm>. (11/04/2009).
of
of
wind
turbines.
URL:
windturbines.
URL:
Danish Wind Industry Association. (2008, Juni 1). Wind map of Western Europe. URL:
<http://www.windpower.org/en/tour/wres/euromap.htm>. (18/03/2009).
Di Marcantonio, M., Vigin, L., & Jacques, T. G. (2012, Maart). Windmolenparken in de
Noordzee:gentegreerde beoordeling van het voornaamste landschapseffect : percentage bezetting
van de horizon.
Levenscyclusanalyse Windturbine 20