Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
I.
Renaissance in Itali
Het woord renaissance betekent wedergeboorte, of herleving, en is tot stand gebracht door de Italiaanse
classici, de humanisten, aan het eind van de veertiende en in de vijftiende eeuw. Het was een herleving van
de heldere pracht wat ooit Rome was. De periode tussen de klassieke tijd, waar ze met trots naar terug keken,
en de tijd die ze de wedergeboorte noemden, was niets meer dan een tijd er tussen in. Wij gebruiken deze
terminologie nog steeds, we noemen deze tijd de middeleeuwen.
De Italianen gaven de duistere middeleeuwen de schuld voor de val van het Romeinse rijk. De kunst in deze
middeleeuwen noemde ze ook Gotiek, wat barbaar betekent, net als wanneer wij spreken over vandalisme
als we verwijzen naar de nutteloze vernietiging van prachtige dingen.
Italianen hadden het idee dat de wedergeboorte begon bij Giotto. Als iemand in deze periode een compliment
wou geven aan een kunstenaar, zeiden ze dat hij zo goed was als de klassieke oudheden in Griekenland of
Rome.
Maar Gotische kunstenaars waren zich er niet van bewust Gotisch, of zelfs maar middeleeuws te zijn. De
Italiaanse classici hebben een grof beeld gecreerd van de werkelijkheid. In zo veel jaar zat er allerlei soorten
groei in de kunst van de middeleeuwen. Maar omdat Itali tijdens de middeleeuwen was achtergebleven, leken
de prestaties van Giotto ineens innovatief.
De Italianen geloofden dat kunst, wetenschap en geleerdheid in bloei was tijdens de klassieke periode en dat
deze dingen bijna vernietigd waren door de noordelijke barbaren, en dat het aan hun was om deze elementen
weer te doen herleven.
Na het wegtrekken van de duisternis zullen de komende generaties er misschien in slagen de weg terug te
vinden naar de heldere pracht van het antieke verleden, schreef de dichter Petrarca (1394-1374).
Economische-Politieke Context
De renaissance is tot stand gekomen door de de competitie tussen stadsstaten in Itali: de macht lag bij de
rijke families, en de competitie werd o.a. uitgevochten met kunst door het humanistisch idee dat je geld moet
uitgeven voor de maatschappij. Een voorbeeld hiervan is de (bankiers)familie de Medici uit Florence.
Het was belangrijk om bezig te zijn met beeldende kunst, om te laten zien dat je bezig was met de klassieke
oudheid. De rol van de humanistische opdrachtgevers was cruciaal
Giorgio Vasari (1511-1574) was een leerling van Michelangelo, en uitvinder van het gebruik van termen. Hij
word ook wel de eerste kunsthistoricus genoemd. Hij verzamelde informatie over kunstenaars en schreef
biografien. Zijn publicatie Le Vite is een verzameling van de biografien die hij heeft geschreven. Hij heeft
verschillende kunstenaars in drie fasen verdeeld:
Gombrich
I. proto-renaissance
1300-1350
Giotto
h. 10
II. vroegrenaissance
1420-1500
h. 12, 13
III. hoogrenaissance
1500-1520/1600
h. 15, 16
! of 27
1
!
Het Proces
Het proces begon met de studie van de oudheid. Natekenen, opmeten en het bestuderen van klassieke
geschriften waren cruciale bezigheden. Kunst krijgt hiermee een academische basis en het wordt
wetenschappelijk. Lezen, bestuderen en er over schrijven wordt essentieel.
! of 27
2
!
! of 27
3
!
DE ARCHITECTUUR
Kunstenaars gingen naar Rome om de klassieke architectuur te bestuderen, hoewel de basis van de
Romeinen bij de Grieken ligt. De vormen van Griekse tempels waren functioneel, in Rome werden ze
decoratief gebruikt.
Marcus Pollio Vitruvius, circa 27 v.Chr. schreef De Architectura Libri Decem, de bijbel van de klassieke
architectuur tijdens de renaissance in overmatig gebruikt werd als inspiratiemateriaal, maar de echte tien
geschriften van Vitruvius waren niet bewaard. De geschriften die ze toen vonden in kloosters waren kopies,
interpretaties uit de middeleeuwen.
15e eeuw - heruitgave in Latijn
16e eeuw - heruitgave in Italiaans
Er waren meerdere heruitgaven, de eerste in Latijn en de tweede in Italiaans. De tweede heruitgave had ook
illustraties omdat de teksten van Vitruvius ingewikkeld waren.
Vormen uit de Klassieke Architectuur
(Boek: Bouwkundige Termen, E.J. Haslinghuis)
Klassieke Orden/Stijlen
Kapitelen
Dorisch
Ionisch: Volutenkapiteel
Architraaf
Fries
Triglyfen En Metopen
Schacht
Pilaster
! of 27
4
!
Hij behoorde tot een groep jonge Florentine kunstenaars (Quattrocento) die in het eerste deel van de vijftiende
eeuw als doel hadden een nieuwe kunst te creren en de ideen van de klassieke oudheid te doorbreken.
Wat is het onderwerp?
Brunelleschi bestudeerde en gebruikte elementen uit de klassieke oudheid om tot een nieuwe architectuur te
komen. Het heeft weinig gemeen met klassieke tempels, maar zelfs minder met de vormen die Gotische
architecten gebruikten. Brunelleschi heeft kolommen, pilasters en bogen op zijn eigen manier gecombineerd
om een effect van lichtheid en sierlijkheid te bereiken - wat heel anders is dan alles wat ervoor gemaakt is.
De lege witte muren worden onderverdeeld in grijze pilasters, waarin het idee van klassieke orden naar voren
wordt gebracht, hoewel deze pilasters geen functie hebben in de constructie van het gebouw. Hij heeft de
vormen alleen toegevoegd om de verhouding van het interieur te benadrukken en het gevoel van klassiek te
geven.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
I. Vroegrenaissance (1420-1500). - nieuwe Renaissance-architectuur
! of 27
5
!
De Pazzi-kapel is rustig, geordend, mathematisch, en horizontaal-verticaal in balans. Het beantwoordt ook aan
de definitie van schoonheid die Alberti aan Vitruvius ontleende: harmonie en overeenstemming van alle delen,
op dusdanige wijze bereikt dat men niets kan toevoegen of wegnemen of wijzigen zonder dat dit een
verandering ten slechte betekent.
! of 27
6
!
Een vijftiende eeuws paleis in het Piazza de Rucellai in Florence, ontworpen door Leon Battista Alberti tussen
1446 en 1451, en gedeeltelijk uitgevoerd door Bernardo Rossellino.
Wie is de maker?
Leon Battista Alberti (1404-1472) was moralist, rechtskundige, dichter, toneelschrijver, musicus, wiskundige,
natuurkundige, schilder, beeldhouwer, architect en kunsthistoricus. Men zou kunnen zeggen dat Alberti het
ideaal van de uomo universale van de renaissance heeft geschapen in zichzelf (de Renaissance Man). Hij
ontwikkelde een rationele schoonheidstheorie, gebaseerd op het werk van de klassieken en op wat hij de
wetten der natuur noemde. Hij was de eerste die Vitruvius probeerde te begrijpen.
Wat is het onderwerp?
Alberti liet zich inspireren door de oudheid en ontwikkelde een stijl die zwaarder en plastische was dan die van
Brunelleschi, en archeologisch meer verantwoord. Hoewel bijvoorbeeld zijn zuilen vaak meer decoratief dan
constructief zijn toegepast, komen zij alleen voor in combinatie met architraven en niet met bogen. Deze
voorgevel was een van de eerste voorbeelden van de nieuwe renaissance-architectuur die pilasters en
entablementen in evenredige verhouding tot elkaar creerde. Dit ontwerp is veel verontschuldigd aan Albertis
studies van de Romeinse architectuur, met name van het Colosseum.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
I. Vroegrenaissance (1420-1500) - nieuwe Renaissance-architectuur.
! of 27
7
!
DE SCHILDERKUNST
Schilderkunst wordt een verovering van de werkelijkheid.
Kenmerken Internationale Stijl (Gotiek):
I.
Feestelijk
II.
Kleurrijk
III. Scherp
IV. Veel aandacht voor details
V.
II.
! of 27
8
!
! of 27
9
!
I.
De architect Brunelleschi was grondlegger van het fenomeen dat domineerde in de schilderkunst van de
Renaissance: het lineair perspectief. De Hellenistische schilders wisten wel een illusie van diepte te creren,
maar kende de wiskundige regels niet waar objecten kleiner lijken te zijn wanneer ze verder van ons af staan.
Geen enkele klassieke kunstenaar kon het beroemde fenomeen schilderen: de bomen die steeds meer in de
diepte bekeren totdat ze in de horizon verdwijnen. Brunelleschi gaf kunstenaars de wiskundige middelen om
dit probleem op te lossen. Dit zorgde voor veel opwinding bij de schilders en de techniek werd in overmate
toegepast.
! of 27
10
!
1425-8)
Fresco geschilderd in opdracht van een vooraanstaande
Florentijnse familie. n van de eerste schilderijen waar de
wiskundige regels van het lineair perspectief van architect
Brunelleschi zijn toegepast.
Wie is de maker?
De (gebruikte) bijnaam van de kunstenaar was Masaccio
(1401-1428), wat sloddervos betekent. Hij overleed op
slechts 28 jarige leeftijd - maar heeft in deze korte tijd een
complete revolutie in de schilderkunst gecreerd: het gebruik
van lineair perspectief en het idee van een verdwijnpunt (denk
aan de bomen). Ook streef hij weg van de Internationale
(Gotische) Stijl die destijds populair was.
Wat is het onderwerp?
De genadestoel is een voorstelling van de heilige
drievuldigheid. Op de voorgrond ligt een geraamte op een graf
onder de tekst: Ik was wat gij zijt, en gij zult zijn wat ik ben.
Daarboven knielt de schenker in het scharlaken kostuum van
een gonfaloriene (het hoogste burgerlijke ambt in de
republiek) met zijn vrouw aan de ingang van een kapel, waarin
de Maagd en Johannes de Doper aan weerszijden van een
kruis staan dat de achterkant ondersteund wordt door God de Vader.
De Florentines waren gewend aan de Internationale Stijl, die toen erg populair was. Toen ze dit werk zagen
dachten ze dat er een gat in de muur zat. Het werk kwam over het algemeen als een verassing. In plaats van
elegante sierlijkheid die ze van de Internationale Stijl gewend waren kregen ze massieve, zware figuren; in de
plaats van vloeiende lijnen, stevige, hoekige vormen; en, in de plaats van sierlijke details zoals bloemen en
edelstenen; een schril graf met een skelet er op geplaatst. Maar toch bleef Masaccio zijn kunstwerk fijn om
naar te kijken.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
I. Vroegrenaissance (1420-1500). Het staat bekend als een van de
eerste schilderijen die lineair perspectief gebruikt.
Alles wat dichtbij was, was groter. Dat staat tegenover de
reusachtige heiligen van de Gotische kunst - hoewel dat wel een
manier van communicatie was: De opvatting dat een schilderij een
soort raamwerk is ontstaat. Margriet illustreert dit in La Condition
Humaine I (1934):
! of 27
11
!
Er worden twee manieren gebruikt om diepte te suggereren: Het lineaire perspectief wordt bereikt met de
lijnen van het gebouw. Diverse lijnen hebben het hoofd van Jezus als verdwijnpunt. Gebruik van lichtere tinten
plaatst Petrus en de bergen in de denkbeeldige achtergrond (het atmosferische perspectief).
Masaccio gebruikt verder n lichtbron, terwijl op werken van zijn voorgangers en tijdgenoten het licht van alle
kanten leek te komen. Zo ontstaan echte schaduwen en worden de figuren driedimensionaal.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
I.
Vroegrenaissance (1420-1500). Het staat bekend om het revolutionaire gebruik van lineair perspectief en
licht.
! of 27
12
!
Anatomische details
II.
Houding/verhouding
III. Zoeken naar een formule voor schoonheidsideaal, door bijvoorbeeld te meten
Mannelijk naakt was bijvoorbeeld erg getraind, zoals bij de Klassieke Griekse standbeelden
Academisch ontstaan, het wordt bijna imiteren (De Drie Gratin, Rafal)
Boven: Drie Gratin, 1e eeuw n.Chr. en Rafal, tekening. Onder: Rafal, De Drie Gratin, circa 1500.
! of 27
13
!
! of 27
14
!
Gombrich
I. proto-renaissance
1300-1350
Giotto
h. 10
II. vroegrenaissance
1420-1500
h. 12, 13
III. hoogrenaissance
1500-1520/1600
h. 15, 16
! of 27
15
!
I.
proto-renaissance
! of 27
16
!
! of 27
17
!
I. proto-renaissance
! of 27
18
!
II. vroegrenaissance
! of 27
19
!
(Circa 1460)
Wie is de maker?
Piero Della Francesca (1416?-92), een schilder uit het
zuiden van Florence, kwam uit de generatie van
Masaccio.
! of 27
20
!
Maar al deze nieuwe innovaties brachten ook problemen met zich mee. Eerst dachten ze dat de uitvinding van
het lineair perspectief en de studie van de natuur alle problemen kon oplossen. Maar we moeten niet vergeten
dat kunst iets anders is dan wetenschap.
In de middeleeuwen wist men misschien niet de correcte regels voor de tekenkunst, maar dat gaf hun wel de
gelegenheid om hun figuren te plaatsen waar ze zelf wilden op het schilderij, om het perfect patroon te
creren. Maar voor de renaissance moeten we onthouden dat de realiteit vaak anders is dan
wetenschappelijke observatie. Mensen groeperen zich niet op een symmetrische en perfecte wijze in de
werkelijkheid, en staan niet duidelijk tegen een neutrale achtergrond.
Pollaiuolo probeerde correcte tekenkunst te combineren met harmonieuze compositie- de Florentines wouden
graag de juiste combinatie onder de knie krijgen. Maar uiteindelijk werd het geen plezierig schilderij om naar te
kijken. Het vinden van de oplossing voor dit probleem was de aanzet dat de kunstenaars van een generatie
later zo groot maakte, in de hoogrenaissance.
! of 27
21
!
vroegrenaissance
! of 27
22
!
Harmonie Bereikt
III. Hoogrenaissance
Hij heeft bij het maken van dit schilderij geen model gebruikt voor Galatea. Hij heeft, net als zijn leraar
Perugino, het idee van de trouwe weergave van de natuur verlaten, en gebruikte een ingebeeld en
gedealiseerd type schoonheid uit zijn eigen gedachten. Meestal komt idealisering niet zonder gevaren, maar
Rafael wist het op een harmonieuze wijze tot stand te brengen.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
III. hoogrenaissance
! of 27
23
!
Hij onderzocht de geheimen van het menselijke lichaam door meer dan dertig lijken te ontleden. Hij was n
van de eersten die de mysteries van de groei van een kind onderzocht, en ook de groei van bomen; hij heeft
jarenlang de vlucht van vogels en insecten bestudeerd, wat hij uiteindelijk veranderde in een ontwerp voor een
vliegende machine waarvan hij zeker wist dat het werkelijkheid zou worden. Maar Leonardo zelf had
waarschijnlijk geen ambitie om gezien te worden als een wetenschapper. Al zijn studies deed hij zodat hij deze
kon toepassen in zijn kunst.
Dit nieuwe beeld was anders dan alle andere voorgaande schilderijen. Er zat drama en opwinding in.
Leonardo, net als Giotto, ging terug naar de teksten van de geschriften om erachter te komen hoe het
geweest zou zijn wanneer Christus zei, Voorwaar, ik zeg u, dat n van u Mij zal verraden.
Daarbij is de compositie in prachtige harmonie. Er zijn vier groepjes van drie mensen, er is structuur.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
III. hoogrenaissance
! of 27
24
!
! of 27
25
!
! of 27
26
!
T Madonna Met Heiligen En Leden Van De Familie Pesaro, Titiaan, Veneti (1519-26)
Wie is de maker?
De Venetiaanse kunstenaar Titiaan (1485?-1576) was een van de belangrijkste schilders van de
hoogrenaissance.
! of 27
27
!
1500-1520/30-1600
Vlaamse Primitieven
Renaissance in het Noorden
! of 16
1
!
DE SCHILDERKUNST
Het fundamentele verschil tussen de schilderkunst in de renaissance van de Italianen en de schilderkunst van
het Noorden zat in wat ze wouden, waar ze naar streefden, en de manier waarop dat gebeurde verschilde.
! of 16
2
!
1433
Wie is de maker?
Jan van Eyck was een kunstschilder uit de
Zuidelijke Nederlanden en de voornaamste
vertegenwoordiger van de Vlaamse
Primitieven. Hij wou hetzelfde als Masaccio,
kijken naar de werkelijkheid en dit verbeelden.
Hij was tijdens zijn leven misschien wel de
beroemdste schilder van Europa, en stond al
vroeg bekend als uitvinder, de eerste
gebruiker van olieverfschilderkunst. Dit is
overigens niet waar, er waren recepten voor
olieverf uit de 11e eeuw gevonden. Het is een
titel wat door Vasari op zijn naam is gedrukt,
wellicht omdat hij de uitvinder is van het
optimale gebruik van deze olieverf. Hij
gebruikte verf op een manier dat je de illusie
krijgt van een ander materiaal (stof, bont, haar etc). Hij gebruikte veel lagen van olieverf en creerde een spel
van het licht met semi-transparante lagen. Dit heet modelleren, en maakt iets plastisch.
Wat is het onderwerp?
Een mogelijk zelfportret van Jan van Eyck. Voor Van Eyck was het een gewoonte om een verbeelding van
zichzelf ergens in het schilderij te verwerken. De kunstenaar treedt uit de anonimiteit. Het noordelijke oog voor
detail is in dit schilderij goed te zien, en zijn techniek om materiaal echt te laten lijken (de rode tulband), en als
je heel dichtbij kijkt zijn de porin zelfs te zien.
! of 16
3
!
Het oog voor detail stond duidelijk centraal in de Vlaamse Primitieven. Dit was overigens ook terug te zien in
de Internationale Stijl, maar het doel en het resultaat was anders. Er zijn duidelijke verschillen op te merken:
In de Gotiek was het doel een feest van details. Jan van Eyck en de Vlaamse Primitieven in het algemeen
wouden met details de werkelijkheid reconstrueren. De paarden van het Gotische (rechts) schilderij zijn net
speelgoedpaarden. De paarden van Jan van Eyck zijn wel plastisch, ze lijken net echt, alsof het levende
wezens zijn.
Maar Jan van Eyck gebruikt geen lineair perspectief. Hierdoor lijkt het alsof de figuren niet voldoende ruimte
hebben. Maar hij gebruikt wel atmosferisch perspectief en kleurperspectief. Blauwtinten suggereren diepte en
hoe verder het object, de figuur of de landschap, hoe waziger het is geschilderd.
! of 16
4
!
Hoewel Jan van Eyck wel hetzelfde wou als Masaccio, namelijk kijken naar de werkelijkheid en dit verbeelden,
waren de resultaten zeer verschillend. Masaccio gebruikte een horizon, een verdwijnpunt en de ruimte. Hij
zette alles netjes op het schilderij en creerde daarmee het eindresultaat. Jan van Eyck deed het net
omgekeerd. Hij schilderde detail voor detail om de werkelijkheid te creren. Daarbij gebruikte Jan van Eyck
geen anatomische kennis, en keek hij niet naar de Klassieke Oudheid zoals Masaccio deed.
Dit is te zien in de bovenste twee verbeeldingen van Adam en Eva. Masaccio zijn figuren vinden hun inspiratie
in de Klassieke Oudheid. Jan van Eyck schilderde zijn figuren conform het middeleeuwse schoonheidsideaal.
De bolle buik, de hoge taille, en het hoge voorhoofd zijn daar voorbeelden van.
! of 16
5
!
In dit schilderij is geen lineair perspectief gebruikt. Als de figuren beginnen te bewegen door de geschilderde
kamer dan zouden ze overal tegen aan botsen en zouden meubels ontzettend kleiner zijn dan hun zelf.
Robert Campin (Meester Van Flmalle), De Annunciatie,
Middenpaneel Van Het Mrode- Altaarstuk, Circa 1425
De Vlaamse Primitieven stonden daarbij ook bekend om
de huiselijke, eigentijdse voorstelling in de interieur van
de tijd. Dit maakte het makkelijk voor de toeschouwer
om zich in te leven in het schilderij.
! of 16
6
!
! of 16
7
!
"
! of 16
8
!
1500-1520/30-1600
! of 16
9
!
DE ARCHITECTUUR
Alessandro Pasqualini. De IJsselstein is de eerste
toren in de Noordelijke Renaissance stijl. Het is een
staalkaart van verschillende periodes. Het heeft een
Gotische onderkant (verticaal is prominent, het is
heel open en transparant), de toren zelf vindt origine
in de renaissance (de evenwicht tussen horizontaal
en verticaal, de maatverdeling, en het lijnenspel zijn
duidelijk op te merken) en de top is gemaakt in de
Amsterdamse stijl.
De architect van dit gebouw was Alessandro Pasqualini, een Italiaan. Architecten uit Itali werden (o.a.) naar
Nederland gebracht in opdracht om iets in de gewilde Italiaanse Renaissance stijl te ontwerpen. De kennis
wordt daarmee ook verspreid in het noorden vanuit Itali d.m.v. reizende kunstenaars en boeken. Om een
architect te zijn, moest je geleerd zijn. Je was geen middeleeuwse bouwheer meer; maar een geleerde
architect.
! of 16
10
!
Een hulpmiddel van deze verspreiding van kennis was de uitvinding van de boekdrukkunst en het gebruik van
losse prenten. Vanaf het begin van de 15e eeuw ontstaan grafische technieken waarmee plaatjes makkelijk te
vermenigvuldigen zijn.
Dankzij Hans Vredemans de Vries is de renaissance ons land binnengekomen. Hij was afkomstig uit
Friesland, heeft een tijdje in Antwerpen gewerkt. Hij is o.a. Architect - maar hij is vooral belangrijk geweest als
uitgever van boeken en ornamentprenten. Boeken, prenten, waarin hij het gedachtengoed van de renaissance
onder de mand probeerde te brengen. Hij liet zien wat je er mee kon doen. Hij is zelf niet in Itali geweest, hij
won zijn kennis uit boeken. Hij was op bezoek geweest bij een bevriend kunstenaar. In zijn atelier vond hij een
boek over proportiesystemen. Hij is daar mee gaan spelen en volgde de regels van Vitruvius niet religieus., hij
wou vrij omgaan met Klassieke vormen. Volgens Vasari was hij een grootmeester van het perspectief.
Kostuums zijn n van de voorbeelden waar de stijl van de Renaissance goed in te zien was. In de
Renaissance hadden schoenen bijvoorbeeld een brede neus, was de hals van het bovenstuk, laag over laag,
vierkant en breed.
! of 16
11
!
! of 16
12
!
! of 16
13
!
Grafische technieken en drukkunst waren van groot belang totdat de fotografie was uitgevonden. Alleen hoe
meer prenten je maakt, hoe minder het misschien op het originele werk gaat lijken.
! of 16
14
!
Ik moet ook los van de technische vaardigheden, over sociale vaardigheden beschikken. Want ik verkeer
aan het pauselijk hof of hertog (humanistische kringen, theologen), ik moet de etiketten kennen. Ik ben niet
slechts iemand die zit te beitelen in mijn atelier.
II.
Ik moet belezen zijn. Een architect moet zich verdiepen in de architectuurboeken. Als een schilder
opdracht krijgt om een bijbels tafereel te schilderen, moet hij daarvoor boeken bestuderen. Dat verhaal
moet hij vertalen in n beeld.
III. Ik moet over beeldingskracht beschikken. Een verhaal kennen is n ding, maar je moet dat kunnen
omzetten in n beeld.
IV. Ik moet als kunstenaar kennis nemen van wetenschappelijke zaken zoals menselijke anatomie en de
methoden van perspectief, wat hoort bij de meetkunde (= Artes Liberalis).
V.
De emancipatie is begonnen in Itali. Drer vertelde toen hij terug kwam in Duitsland dat hij in Itali ontvangen
werd als een heer. Hier ben ik een heer, thuis ben ik een parasiet - Drer. De status van de kunstenaars was
nu anders in Itali dan in het noorden.
! of 16
15
!
Leonardo da Vinci was belangrijk geweest voor de emancipatie van de kunstenaar. Hij was een Homo
Universalis. Hij dacht na over allerlei soort dingen, o.a. of het mogelijk zou zijn dat de mens ooit zal kunnen
vliegen.
Maar het proces was erg traag. Om schilder of beeldhouwer te worden, ging je eerst in de leer bij een meester.
Langzaam leerde je de kneepjes van het vak kennen. Deze methode van het vak leren in de praktijk blijft tot in
de 19e eeuw. Maar de emanciperende kunstenaar zei dat deze methode niet genoeg is. Ze hadden behoefte
aan een academische kring. Zo ontstaat de academische methode. Dit zijn net alleen kunstacademies zoals
wij die nu kennen. Eerste academici waren genootschappen waar je als kunstenaar lid van kon worden. Je
kon hier discussies houden en vanuit model tekenen. Ook verschoof de relatie tussen kunstenaar en
opdrachtgever. De kunstenaar wil zijn eigen gang gaan, en niet meer volgens Middeleeuwse contracten
werken. Ze kunnen zeggen Laat maar zitten, ik doe het niet of doe maar een ander onderwerp. Maar de
vrijheid is beperkt. Het is niet zoals een moderne kunstenaar die zelf mag bepalen wat hij doet. Kunstenaars
blijven werken voor o.a. keizers en de opdrachtgever blijft tot aan de 19e eeuw belangrijk.
! of 16
16
!
17de eeuw
Hoe kijken verschillende mensen in verschillende tijden naar o.a. het manirisme? En hoe ontstaat de
verschuiving van gedachten?
! of 23
1
!
Kunstenaars die zeggen dat het beste wat ze kunnen doen is Michelangelo zo goed mogelijk navolgen
II.
Of, kunstenaars die zeggen, prachtig, die hoogrenaissance. Maar we gaan verder op een andere kant,
en kiezen een hele andere richting.
! of 23
2
!
I.
De manier waarop Michelangelo het menselijk lichaam in beeld kon brengen in de meest complexe houdingen
werd heel erg bewonderd. De term voor deze houdingen is Figura Serpentinata, oftewel slangfiguur. Het zijn
lenige figuren, in tegengestelde bewegingen en complexe, extreme houdingen. De houdingen zijn altijd
gespannen, en nooit relaxed.
! of 23
3
!
De term Manirisme betekent mensen die werken op de manier van Michelangelo. Afgeleid van het Italiaanse
woord Maniera (manier). Het is een etiket wat je kunt gebruiken voor een bepaalde stijl, wat je in vorm kan
herkennen, zoals bijvoorbeeld de moeilijke, onnatuurlijke houdingen.
Er werd gezegd dat het richten op het elegante, de verfijning, tot iets onnatuurlijks kan leiden. Maar de
eenvoud die men mooi vindt in de Renaissance, valt weg.
Manirisme zag je ook in Nederland. Als voorbeeld het Haarlems Manirisme. Cornelis van Haarlem, De
Hollandse Michelangelo, zoals hij genoemd werd, maakte studies van het werk van Michelangelo en de
Klassieke Beeldhouwkunst. Hij werd gezien als iemand die voortbouwt op Michelangelo. Hoewel hij zelf niet in
Rome was geweest, heeft hij wel schetsboeken gezien van andere kunstenaars die wel in Rome waren
geweest. Hij legde wel zijn eigen collectie gips afgietsels.
Manirisme, was de laatste fase van de hoogrenaissance, niet iets totaal anders.
! of 23
4
!
II.
Er waren tijdgenoten die expres iets anders gingen doen en niet meegingen met het Manirisme. Zij waren
tegen de idealen van de hoogrenaissance en de Klassieke Oudheid.
(Circa. 1532-40)
Wie is de maker?
Parmigianino was een Italiaanse schilder en etser. Hij
is een aantal keer naar Rome geweest om te kijken
naar de werk van Michelangelo en Rafal. Maar wat
hij met zijn studies deed was anders, hij ging er mee
verder. Uitgerekte, overdreven elegante figuren
maakten raadselachtige werken.
Alles, zoals ruimtewerking en proporties, wordt
onnatuurlijker.
In de latere 16e eeuw zitten belangrijke ontwikkelingen waar ze later in de barok veel profijt aan zullen hebben.
! of 23
5
!
! of 23
6
!
Tintoretto schilderde een andere uitwerking van hetzelfde thema als Da Vinci. Als voorloper op de barok, speel
hij met illusies. De tafel is als verlenging van de aanwezige altaartafel van waar het schilderij staat. Het lijkt alsof
de tafel achter de muur als maar door gaat.
Het is een dynamischere voorstelling van De Laatste Avondmaal. De tafel staat diagonaal, dramatisch in het
vlak; er is veel licht-donker contrast. Je hebt het gevoel alsof in zijn schilderij er iets heel ander speelt. Er
gebeuren meer bovennatuurlijke zaken, zoals de figuren in de lucht, die zul je niet in de werkelijkheid zien.
! of 23
7
!
Wie is de maker?
Holbein was een kunstschilder uit Duitsland. Hij werkte in de stijl
van de Noordelijke Renaissance. (rechts) De burgermeester van
Basel geeft Holbein de opdracht om dit altaarstuk te maken. Op
een gegeven moment worden opdrachten voor dit soort werken
niet meer gegeven in Basel. Omdat de opdrachtgevers
verdwenen, zochten sommige kunstenaars een ander
beroep,andere emigreren naar waar meer vraag is. De oplossing
van Holbein was dat hij zich ging richten op een genre van de
schilderkunst waar niemand problemen mee heeft: het
schilderen van portretten (o.a. Erasmus, rechts).
! of 23
8
!
Erasmus heeft in n jaar drie keer gevraagd of Holbein het wilde portretteren. Zo mooi ben ik in werkelijkheid
niet, was een reactie van Erasmus. Hij stuurde portretten op reis (naar o.a. Engeland) als een soort
visitekaartje. Erasmus beveelt Holbein op een gegeven moment aan om naar Engeland te gaan om meer geld
te verdienen. In Engeland gaat hij verder met portretkunst.
! of 23
9
!
Schilders gaan dus op zoek naar alternatieven en gaan zich toeleggen op onderwerpen die voor een deel al
bestaan, maar niet als zelfstandig genre. Zo ontstaan het genre schilderkunst: schilderen van portretten. Het
bestaat al langer en de kerk heeft er geen problemen mee. Op deze manier ontstaan nieuwe genres, en
nieuwe mogelijkheden in de schilderkunst. Eventueel een positief gevolg van de reformatie.
! of 23
10
!
Hij verdient hier niet iets nieuws, hij sluit aan bij een bestaande traditie. Uiteindelijk zijn niet alle twaalf maanden
uitgevoerd. Wat wel nieuw was, was dat hij het op een groot formaat schilderde, als zelfstandig schilderij. Het
landschap wordt een zelfstandig genre door de natuur ruimte te geven.
! of 23
11
!
Het werd geschilderd voor grote kunstliefhebbers (niet voor de kerk). Hij werd ook wel boeren Breughel
genoemd. Hij introduceert de burenpummel (geen elegant figuur).
Maar wie vinden dit dan interessant om naar te kijken? De elite en de kunstverzamelaars vonden het
interessant om te kijken naar de mensen die echte mensen zijn, de menselijke natuur. Hij werd ook wel Pieter
de Drol genoemd, omdat hij grappig was. Hij bracht de humor er een beetje in.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
Noordelijke Renaissance
! of 23
12
!
! of 23
13
!
De nieuwe genres die ontstaan in de 16e eeuw als gevolg van de reformatie zijn belangrijk voor de stap naar
de 17e eeuw Hollandse schilderkunst.
! of 23
14
!
! of 23
15
!
Rembrandt beschouwde zichzelf vooral als een historie- en portretschilder. Hij was een zelfverzekerde man die
in alle levensfasen door iedereen bewonderde zelfportretten maakte.
Wat is het onderwerp?
Een groepsportret. Het bekendste schilderij en meestwerk van Rembrandt van Rijn. Dit werk, een
schuttersstuk, werd door een compagnie uit het schuttersgilde als groepsportret besteld.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
17e eeuw, Barok
! of 23
16
!
(Groeps-) portretten
II.
Stilleven
III. Landschapsschilderijen
Ontstaan theorien over waar de kunstenaar zich het beste mee bezig kan houden. Dit was bepalend over
hoe het werk gewaardeerd werd. Als je portretten schilderde, verdiende je meer waardering dan als je
bijvoorbeeld stil leven schildert, er was hirarchie. De absolute nummer n was de historieschilderkunst.
Een historiestuk is een tafereel wat altijd gebaseerd is op een schriftelijke bron.
I.
II.
Klassieke mythologie
historiestuk
II.
portret
III. landschap
IV. stilleven
V.
genre
De kunst krijgt hiermee een meer academische status. Er wordt over nagedacht en gediscussieerd.
! of 23
17
!
Rembrandt, bijvoorbeeld, wou alleen historieschilder zijn, maar hij had de gelegenheid niet. De historiestuk is
heel erg afhankelijk van opdrachtgevers (kerk of staat). Ze werden op monumentale doeken geschilderd en het
was in de praktijk niet de bedoeling dat de schilder zelf historiestukken zonder opdracht ging schilderen.
Als je inzoomt op Nederland in de 17e eeuw, is er geen kerk als opdrachtgever, door de reformatie. Maar er
was ook geen vorstenhuis in Nederland. Het was lastig om een opdrachtgever te vinden voor een schilder met
ambitie. Daardoor werd het schilderen van lagere genres gebruikelijker.
Handelaren kochten kunst in grote hoeveelheden. Hun huizen zaten vol met kunst. Ze gaven soms ook
opdrachten, maar ze hadden geen humanistische achtergrond, omdat ze daar zelf niet in waren opgegroeid.
Ze wisten niets over zon Danae en Zeus fenomeen. Ze wouden juist voorstellingen die dichtbij hunzelf
stonden. De praktijk werd anders doordat de opdrachtgevers andere behoeften hadden.
! of 23
18
!
Holland, 17e eeuw. The Mirror of Nature (De Visie van Gombrich).
Gombrich noemt schilderijen uit 17e eeuws Nederland spiegels van de zichtbare werkelijkheid. Hij kijkt naar
de voorstellingen uit de 17e eeuw en zegt, dit zijn kunstenaars, zoals Jan Steen, die schilderen wat ze zagen.
Details, stofuitdrukking en het spel van licht waren allemaal belangrijke elementen. De schilderijen worden
beschouwd als een fotografisch beeld. Als je meer wilt weten over wat mensen droegen- of hoe hun huis er
uit zag, moet je kijken naar dit soort schilderijen.
Maar wij weten inmiddels dat het niet een exact fotografisch beeld is. Het zijn schilderijen die in het atelier
gecomponeerd waren, samengesteld door de kunstenaar. De spiegel van de werkelijkheid is een goede titel
wat betreft de details.
! of 23
19
!
Ook dit schilderij is in Vermeer zijn atelier gecomponeerd. Vermeer heeft wel rondgelopen in Delft en studies
gemaakt, maar dat is hij later in zijn atelier gaan breien tot een goed schilderij. Het is een atelierstuk, dit geeft
aan dat de kunstenaar het zelf in elkaar heeft gezet.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
17e eeuw, Nederlandse barok
! of 23
20
!
! of 23
21
!
! of 23
22
!
T Huwelijksportret Isaac Massa En Beatrix Van Der Laan, Frans Hals, Circa 1622
Wie is de maker?
Frans Hals (1583-1666) geldt als n van de belangrijkste Oude Hollandse Meesters. Hij werkte zijn hele leven
in Haarlem en hij werd vooral bekend door zijn levendige en kleurrijke schuttersstukken en afbeeldingen van
tijdgenoten.
Wat is het onderwerp?
Een vrolijk lachend stel, dat vertrouwd dicht bij elkaar zit. Het was in die tijd ongewoon om zo samen te
poseren. De vriendschap met de schilder en de feestelijke aanleiding voor het portret het stel trouwde in april
1622 maakten dit mogelijk. Het schilderij vertelt dan ook over liefde en trouw, met een liefdestuin rechts en
een distel met de bijnaam mannentrouw links.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
17e eeuw, Nederlandse barok
! of 23
23
!
! of 25
1
!
DE ARCHITECTUUR
T Sta. Agnese, Rome, 1653
Een voorbeeld van architectuur dat past
bij het beeld dat we hebben van Barok.
Wat opvalt bij deze kerk is dat de
faade niet n rustig vlak is, maar
speels is met licht-donker contrast. Er
zijn heel veel ronde lijnen, en er is een
enorme overdaad aanwezig.
Amsterdam, 1648
Een voorbeeld van Classicistische
Barok.
Classicistische Barok is genspireerd op
klassieke Griekse tempels. Het is heel
rechtlijnig en heeft een bepaalde
helderheid.
! of 25
2
!
DE SCHILDERKUNST
In de schilderkunst is ook veel diversiteit te zien tijdens de Barok.
! of 25
3
!
! of 25
4
!
Maar het is niet zo dat alleen op internationaal grond verschillen te zien zijn. Als je inzoomt op Itali, zien we
daar ook enorme contrasten binnen het land.
! of 25
5
!
! of 25
6
!
Maar er zijn niet alleen grote contrasten tijdens de Barok. Er zijn ook overeenkomsten. Niet qua vorm, maar
overeenkomsten van ideen over de functie van kunst.
Er zijn twee prominente opdrachtgevers tijdens de Barok. De Katholieke Kerk, die met de contra-reformatie
het ware geloof wil overbrengen, en vorsten als Lodewijk XIV van Frankrijk.
Beide opdrachtgevers zetten kunst in als propagandamiddel om macht uit te stralen, om mensen ergens van
te overtuigen. Maar de manier waarop Lodewijk XIV dit doet, is anders, nieuw, typisch voor de Barok.
! of 25
7
!
Itali
De paus als grote opdrachtgever.
n van de opdrachten die op een gegeven moment gegeven werd in de tweede helft van de 17e eeuw, was
door paus Aleksander de Zevende; hij wou een plein bij de Vaticaan hebben. Hij gaf de opdracht om dit plein
te ontwerpen aan Bernini.
Bernini (1598-1689) was een Italiaanse architect, beeldhouwer, schilder, toneelschrijver (en decors), schrijver,
musicus, oftewel een homo universalis uit de Italiaanse Barok. Hij verenigde architectuur en beeldhouwkunst
op een expressieve manier met elkaar.
Zelfportret, Bernini
! of 25
8
!
Spelen met *optische illusies is een belangrijk algemeen kenmerk van de Barok.
*optische illusies: Het anders laten lijken dan het is.
! of 25
9
!
Een tweede belangrijke kenmerk van de Barok is aandacht voor de eenheid tussen het gebouw en de
omgeving. Je ziet in de Barok, meer dan daarvoor, dat de kerk en de omgeving mooi op elkaar moeten
aansluiten. Het aanleggen van pleinen hoort dus heel erg bij deze periode.
Daarbij het idee om de stad te verbouwen zodat het leidt naar de kerk. Het is een effect van de contrareformatie (gebeurt al in de 16e eeuw). De Kerk is gezuiverd, herboren, en probeert mensen weer naar zich toe
te trekken. Kunst werd ingezet om dit te doen (propaganda). Je bent daar, en je wordt vanzelf geleid naar de
kerk, en dan kom je op het St. Pietersplein, en wordt je omarmd door de armen van de Paus. Of zoals Bernini
het zelf heeft gezegd, De Omhelzende Moeder-Armen.
! of 25
10
!
1653-55
! of 25
11
!
Wie is de maker?
Borromini (1599-1667) was een prominent en invloedrijk architect tijdens de Barok.
Sta Agnese
De Barok gaat ook over inspiratie uit de Klassieke Oudheid. We vinden dezelfde Klassieke ornamenten terug,
maar op een andere manier toegepast. Het wordt overdadiger.
Er zijn niet alleen maar rechte lijnen, maar ook diepteniveaus, het vooruit en achteruit springen. Dramatiek,
spel van licht en zware schaduwpartijen zijn prominent. Het gaat niet om verschillende ornamenten, maar om
het overweldigende effect van het geheel. Je wordt vanzelf geleidt naar het dramatisch geheel.
Sta Agnese, Interieur
Binnen het gebouw gaat het spel van het geheel door. We moeten overweldigd en overtuigd worden. Binnen is
het een en al decoratie en overdaad om het effect van het geheel te creren. Plafondschilderijen en
beeldhouwwerk zijn op zichzelf niet iets nieuws, maar in de Barok is het een belangrijk idee dat het gaat om
een samenspel van architectuur-beeldhouwkunst-schilderkunst. Het gaat er om dat alles moet passen in de
architectuur voor het effect van het geheel.
Sta Agnese, Plattegrond
Dit plattegrond, centraalbouw, is cirkelvormig en ovaalvormig, met een middelpunt. Vanuit het middelpunt zijn
4 kapellen (3 + de ingang). Er is voor gekozen om die kapellen breed te houden. Waar je ook staat en hoe je,
je ook omdraait; je ziet alles in het gebouw van ieder punt.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
17e eeuw, Italiaanse Barok
! of 25
12
!
! of 25
13
!
! of 25
14
!
! of 25
15
!
Circa. 1640
Een privkapel van de familie Cornaro. Zij hebben opdracht
gegeven aan Bernini om de kapel te decoreren conform het
idee van de Barok. Het is een brede en ondiepe kapel. Er zit
een *optisch spel in de plafondschildering. Links en rechts
zijn theaterloges te zien, Bernini was overigens ook bezig
met theater, met de leden van de familie Cornaro, die kijken
en discuteren over wat er bij de altaar gebeurt (T rechts).
Bernini gebruikt voor de theaterloges verschillende kleuren
marmer en een ondiep relif waarmee hij speelt met
*optische illusies. Je krijgt het idee dat er een enorme ruimte
achter zit.
! of 25
16
!
! of 25
17
!
De Dood Van De Hl. Ludovica Albertoni, Bernini, 1674 Altieri Kapel, San Francesco A Ripa, Rome
Dit beeld, wat staat in een kruisvormige kerk, in het middelschip richting het altaar; is een visioen van Ludovica
Albertoni over hoe ze sterft. Ze heeft koorts, en ervaart een bovenaardse ervaring.
Hier is goed te zien wat Bernini zo goed doet met marmer. Je ziet helemaal niet meer dat het keihard steen is;
het lijkt op een zacht kussen. Het licht-donker spel is essentieel, en eenheid met de ruimte waar je in staat.
Om het beeld zijn echte ramen, waar het licht door schijnt en op het beeld land.
! of 25
18
!
David, Michelangelo
! of 25
19
!
! of 25
20
!
Caravaggio had ook voorkeur voor het meest dramatische of spannendste moment.
! of 25
21
!
! of 25
22
!
! of 25
23
!
Paleis van
Versailles, circa
1662-1702
! of 25
24
!
! of 25
25
!
1600-1750
1730-1770
1600-1750
*Beschrijving van kunstenaars: zie IV. Barok in Itali (en een intro op Frankrijk).
De manier waarop hetzelfde onderwerp wordt verbeeld door Rubens of Poussin verschilt. Deze twee
kunstenaars worden voorbeelden van zo moet het wel, en zo moet het niet. Charles le Brun introduceert zijn
studenten met het idee, Kijk naar het werk van Poussin, niet naar Rubens of iemand als Titiaan.
Kunstgeschiedenis werd in de academies niet neutraal gegeven.
Poussin verbeeld het moment waarop het feest, de ontvoering van de maagden, gaande is. Het is allemaal
wat rustiger, ordelijker, helderder. Hij gebruikt meer horizontale-diagonale lijnen. In het schilderij van
Rubens zit meer beweging, het is cirkelvormig, en vager. Rubens gebruikt eigentijdse figuren (17e eeuwse
vrouwen). Bij Poussin zijn het nog altijd meer idealen uit de Griekse Oudheid.
Het verschil zit ook in de middelen die de schilder gebruikt. De keuze tussen kleur en lijn.
Bij de lijn word er eerst getekend, waardoor de vorm op slot blijft. Bij kleur is het net als boetseren; de vorm
opbouwen door middel van verschillende kleuren en licht-donker contrast.
Hierdoor ontstaat er een discussiepunt in de academie. De academie is voorstander van de lijn, en de
academie is een machtig instituut. Op het moment dat je niet voldoet aan de academische idealen, is de kans
klein dat je opdrachten krijgt als kunstenaar. Het is niet zomaar een opleidingsinstituut, maar een ongelofelijk
machtig instituut.
De discussie is zo sterk, dat er op een gegeven moment rond 1700 verzet komt binnen de academie zelf. De
strijd tussen de Poussinisten en Rubenisten, of Querelle des Anciens et des Modernes.
Poussinisten (anciens) zijn voorstander van de lijn.
Rubenisten (modern) zijn voorstander van de kleur.
Het gevolg van de stijd is dat de academie even meer vrijheid geeft. De strijd had op die manier effect, dat de
heilige academische regels even los worden gelaten (in de eerste helft van de 18e eeuw). Er ontstaat een
liberale sfeer. Dit gevolg is de Rococo.
1730-1770
Kunstenaars die niet willen volgen wat de academie voorschrijft (maar o.a. wel binnen de academie aanwezig
waren).
Rococo is een etiket wat mooi te herkennen is als je kijkt naar de architectuur en toegepaste kunst. Maar het
wordt ook gebruikt voor schilderkunst. Men is de term pas later in de 18e eeuw gaan gebruiken, gebruikelijk
uit kritiek. Maar in de tijd zelf sprak men wel over *Rocailles, vormen die genspireerd zijn uit de natuur.
(*Roc = Rots, Coquille = Schelp). De Rococo stijl verspreidde zich snel door o.a. prenten. Voorbeelden van
Rocailles:
- rots
- koraal
- schelp
- spons
- golf
- blad
- schuim
Rococo heeft niets te maken met de Klassieke Oudheid; het haalt haar inspiratie uit de natuur. De kunstenaars
proberen de vorm zo te laten lijken, dat het lijkt alsof de vorm vanzelf zo uit de natuur gegroeid is. Tijdens de
Renaissance is er een onderscheid tussen verschillende onderdelen, maar bij de Rococo ontstaat er n totale
groeibeweging.
Men was vooral genteresseerd in vormen uit de natuur die iets grilligs hebben; het asymmetrische. Soms zijn
de vormen gestileerd, en soms zijn het naturalistische bloemmotieven.
Maar het is ook een term die gebruikt wordt voor de schilderkunst, omdat men daarin dezelfde grilligheid en
beweging tegenkomt.
Rococo
Er ontstaat dus een nieuw etiket. Het hoort niet thuis bij een genrestuk, maar het vindt haar origine in een
traditie wat haar wortels vindt in de liefdestuin van Rubens.
Rococo
Rococo
Maar er is ook een andere tendens. Het heeft te maken met het land waar je naar kijkt.
Het moraal kan ook verpakt zijn in een Klassiek jasje. Door middel van taferelen die de toeschouwer brengen
naar een ander land en tijd. Het idee is dat je er voor moet zorgen dat er *afstand is; Aan de ene kant wordt er
gezegd dat je, je moet identificeren, maar aan de andere kant zeggen ze afstand doet wonderen.
Een verbeelding van de oneindige strijd tussen Rome en Alba. Om uiteindelijk te besluiten wie er gewonnen
heeft; laten beide partijen drie vertegenwoordigers vechten tegen drie vertegenwoordigers van de ander. Het
moment wat David laat zien, is het moment waarop zij zweren dat ze zullen vechten en desnoods zullen
sterven voor hun vaderland.
Het zijn krachtige mannen, die alleen maar krachtiger worden door de verbeelding van slappe vrouwen naast
hun. Een van de zussen van Horatii is verloofd met n van de mannen die meevecht.
Het moraal (deugd die wordt geprikkeld) is vaderlandsliefde (is belangrijker dan trouw aan je familie). Moed en
vastberadenheid etc. zijn belangrijke deugden in die tijd in Frankrijk.
Het schilderij is in alle opzichten a la Poussin. David gaat uit van de lijn, helderheid, en alles wat op het
schilderij staat heeft een functie in het vertellen van het verhaal (geen sierlijke rococo-achtige bloembakken).
De lijn wordt geassocieerd met het verstand (=beheerst met het verstand de vorm op het papier zet), terwijl als
je werkt a la Rubens; ben je meer gevoelsmatig aan het schilderen.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
1760-1800/20 Neoclassicisme
Er ontstaat weer dat terugkijken naar de Klassieke Oudheid, het wordt weer de bron van inspiratie. Het gaat
over de nobele eenvoud en kalme grootsheid. Er werd gekeken naar de Klassieke Oudheid en de eenvouw
sprak men meer aan dan de extravagante vormen van de Rococo en Barok.
Maar het is niet alleen de smaak van de mensen die veranderd. Het verlangen om weer terug te kijken naar de
Klassieke Oudheid heeft te maken met de Franse Revolutie. Men gaat kijken naar de Rococo en Barok als n
pakket; het zijn decadente stijlen; stijlen die horen bij de aristocratie en absolutisme, het Ancien Regime.
De vormen van de Klassieke Oudheid zouden verwijzen naar democratie, vormen die bedacht zijn door vrije
burgers. Het is daarbij erg mensenlijk om op het moment dat je ergens voor staat, dat je dit wilt laten zien.
Vrouwen liepen werkelijk in kleding genspireerd op de Klassieke Oudheid rond, en vroegen bij de kapper voor
een kapsel a la Grecque.
Rococo werd gezien als absurd en onnatuurlijk. Terwijl de Klassieke Oudheid met haar draperien natuurlijker
was,.
David duikt ook in de bibliotheek om studies te maken van wat ze vroeger droegen en hoe ze leefden. Hij
probeerde dit zo archeologisch correct mogelijk te maken. Dit kon door de aanvullende kennis van de
archeologische opgravingen.
Maar het ging tijdens het neoclassicisme niet altijd over de Klassieke Oudheid. Het kon ook gaan over
gebeurtenissen uit de tijd zelf; de eigentijdse geschiedenis. Bij het fenomeen historiestuk komt nog een optie
bij; het kan ook eigentijdse geschiedenis zijn.