Vous êtes sur la page 1sur 108

KUNST TOT 1900

I.

Renaissance in Itali

Het woord renaissance betekent wedergeboorte, of herleving, en is tot stand gebracht door de Italiaanse
classici, de humanisten, aan het eind van de veertiende en in de vijftiende eeuw. Het was een herleving van
de heldere pracht wat ooit Rome was. De periode tussen de klassieke tijd, waar ze met trots naar terug keken,
en de tijd die ze de wedergeboorte noemden, was niets meer dan een tijd er tussen in. Wij gebruiken deze
terminologie nog steeds, we noemen deze tijd de middeleeuwen.
De Italianen gaven de duistere middeleeuwen de schuld voor de val van het Romeinse rijk. De kunst in deze
middeleeuwen noemde ze ook Gotiek, wat barbaar betekent, net als wanneer wij spreken over vandalisme
als we verwijzen naar de nutteloze vernietiging van prachtige dingen.
Italianen hadden het idee dat de wedergeboorte begon bij Giotto. Als iemand in deze periode een compliment
wou geven aan een kunstenaar, zeiden ze dat hij zo goed was als de klassieke oudheden in Griekenland of
Rome.
Maar Gotische kunstenaars waren zich er niet van bewust Gotisch, of zelfs maar middeleeuws te zijn. De
Italiaanse classici hebben een grof beeld gecreerd van de werkelijkheid. In zo veel jaar zat er allerlei soorten
groei in de kunst van de middeleeuwen. Maar omdat Itali tijdens de middeleeuwen was achtergebleven, leken
de prestaties van Giotto ineens innovatief.
De Italianen geloofden dat kunst, wetenschap en geleerdheid in bloei was tijdens de klassieke periode en dat
deze dingen bijna vernietigd waren door de noordelijke barbaren, en dat het aan hun was om deze elementen
weer te doen herleven.
Na het wegtrekken van de duisternis zullen de komende generaties er misschien in slagen de weg terug te
vinden naar de heldere pracht van het antieke verleden, schreef de dichter Petrarca (1394-1374).

Economische-Politieke Context
De renaissance is tot stand gekomen door de de competitie tussen stadsstaten in Itali: de macht lag bij de
rijke families, en de competitie werd o.a. uitgevochten met kunst door het humanistisch idee dat je geld moet
uitgeven voor de maatschappij. Een voorbeeld hiervan is de (bankiers)familie de Medici uit Florence.

Het was belangrijk om bezig te zijn met beeldende kunst, om te laten zien dat je bezig was met de klassieke
oudheid. De rol van de humanistische opdrachtgevers was cruciaal
Giorgio Vasari (1511-1574) was een leerling van Michelangelo, en uitvinder van het gebruik van termen. Hij
word ook wel de eerste kunsthistoricus genoemd. Hij verzamelde informatie over kunstenaars en schreef
biografien. Zijn publicatie Le Vite is een verzameling van de biografien die hij heeft geschreven. Hij heeft
verschillende kunstenaars in drie fasen verdeeld:

Gombrich

I. proto-renaissance

1300-1350

Giotto

h. 10

II. vroegrenaissance

1420-1500

Brunelleschi, Donatello, Masaccio

h. 12, 13

III. hoogrenaissance

1500-1520/1600

da Vinci, Michelangelo, Titiaan, Rafael,

h. 15, 16

! of 27
1
!

Het Proces
Het proces begon met de studie van de oudheid. Natekenen, opmeten en het bestuderen van klassieke
geschriften waren cruciale bezigheden. Kunst krijgt hiermee een academische basis en het wordt
wetenschappelijk. Lezen, bestuderen en er over schrijven wordt essentieel.

! of 27
2
!

T Optocht van de Drie Koningen, Palazzo Medici-Riccardi, Benezzo Gozzoli (1459)

Wanddecoratie in fresco. Het is geschilderd in de priv kapel van de familie di Medici.


Wie is de maker?
Benezzo Gozzoli (circa. 1421-1497) was een Italiaanse renaissance schilder uit Florence. Hij staat het meest
bekend om de muurschildering voor de familie di Medici hierboven.
Wat is het onderwerp?
De Optocht van de Drie Koningen wordt in dit schilderij nagespeeld. De mensen staan opgestapeld tegen
elkaar aan, en tussen die mensen zitten tijdgenoten van Gozzoli zelf, zoals Cosimo de Medici. Hij zelf staat er
ook tussen. Het idee was dat hij en zijn tijdgenoten mee gingen naar de zoektocht naar Christus. Hiermee
zouden ze erkennen dat de grotere macht, altijd bij Christus zal blijven.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
I. Vroegrenaissance (1420-1350) met invloed van de Internationale Stijl. Deze feestelijke, levendige optocht met
fijne aandacht voor detail heeft een uitgesproken invloed van de Internationale Stijl.

! of 27
3
!

DE ARCHITECTUUR
Kunstenaars gingen naar Rome om de klassieke architectuur te bestuderen, hoewel de basis van de
Romeinen bij de Grieken ligt. De vormen van Griekse tempels waren functioneel, in Rome werden ze
decoratief gebruikt.
Marcus Pollio Vitruvius, circa 27 v.Chr. schreef De Architectura Libri Decem, de bijbel van de klassieke
architectuur tijdens de renaissance in overmatig gebruikt werd als inspiratiemateriaal, maar de echte tien
geschriften van Vitruvius waren niet bewaard. De geschriften die ze toen vonden in kloosters waren kopies,
interpretaties uit de middeleeuwen.
15e eeuw - heruitgave in Latijn
16e eeuw - heruitgave in Italiaans
Er waren meerdere heruitgaven, de eerste in Latijn en de tweede in Italiaans. De tweede heruitgave had ook
illustraties omdat de teksten van Vitruvius ingewikkeld waren.
Vormen uit de Klassieke Architectuur
(Boek: Bouwkundige Termen, E.J. Haslinghuis)

Klassieke Orden/Stijlen
Kapitelen

Dorisch

Ionisch: Volutenkapiteel

Corinthisch: Met Acanthusbladeren

Hoofdgestel Of Entablement (E: Entablature)


Architraaf

Fries

Triglyfen En Metopen

Kroonlijst (E: Cornice)

Fronton Of Timpaan (E: Pediment)


Zuil (E: Column)

Schacht

Cannelures (E: Flutes, Flutings) / Niet Gecanneleerd (E: Unfluted)

Pilaster

! of 27
4
!

T Pazzi-Kapel, Florence, Brunelleschi (1430)


Het Pazzi-Kapel wordt beschouwd als n van de grootste meesterwerken van de renaissance. Een gevel van
een kleine kerk die Brunelleschi voor de machtige handelaars- en bankiers familie Pazzi bouwde in Florence.
De kapel was bij de dood van Brunelleschi nog verre van voltooid.
Wie is de maker?
Filippo Brunelleschi (1377-1446), was een o.a. een architect en beeldhouwer uit de Italiaanse Renaissance. Hij
was de eerste vertegenwoordiger van een nieuw type architect, een bouwmeester die geen leertijd had
doorgemaakt in een bouwloods. Hij staat vooral bekend door zijn herontdekking van het lineair perspectief
waarmee hij de bouwstenen zette voor de kunst van de renaissance.

Hij behoorde tot een groep jonge Florentine kunstenaars (Quattrocento) die in het eerste deel van de vijftiende
eeuw als doel hadden een nieuwe kunst te creren en de ideen van de klassieke oudheid te doorbreken.
Wat is het onderwerp?
Brunelleschi bestudeerde en gebruikte elementen uit de klassieke oudheid om tot een nieuwe architectuur te
komen. Het heeft weinig gemeen met klassieke tempels, maar zelfs minder met de vormen die Gotische
architecten gebruikten. Brunelleschi heeft kolommen, pilasters en bogen op zijn eigen manier gecombineerd
om een effect van lichtheid en sierlijkheid te bereiken - wat heel anders is dan alles wat ervoor gemaakt is.

De lege witte muren worden onderverdeeld in grijze pilasters, waarin het idee van klassieke orden naar voren
wordt gebracht, hoewel deze pilasters geen functie hebben in de constructie van het gebouw. Hij heeft de
vormen alleen toegevoegd om de verhouding van het interieur te benadrukken en het gevoel van klassiek te
geven.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
I. Vroegrenaissance (1420-1500). - nieuwe Renaissance-architectuur

! of 27
5
!

De Gotische St. Lorenzo, Neurenberg is vrijwel tegelijkertijd als


het Pazzi-kapel gebouwd, maar het lijkt wel alsof ze tot
verschillende werelden en tot verschillende eeuwen behoren.
In de Gotische architectuur gaan onderdelen in elkaar over, zijn
verticale lijnen prominent, zijn er minder ornamenten en is het in
haar geheel minder orderlijk. De renaissance drong pas later
door in het Noorden van Europa.

De Pazzi-kapel is rustig, geordend, mathematisch, en horizontaal-verticaal in balans. Het beantwoordt ook aan
de definitie van schoonheid die Alberti aan Vitruvius ontleende: harmonie en overeenstemming van alle delen,
op dusdanige wijze bereikt dat men niets kan toevoegen of wegnemen of wijzigen zonder dat dit een
verandering ten slechte betekent.

! of 27
6
!

T Palazzo Rucellai, Florence, Leon Batista Alberti (1446-1451)

Een vijftiende eeuws paleis in het Piazza de Rucellai in Florence, ontworpen door Leon Battista Alberti tussen
1446 en 1451, en gedeeltelijk uitgevoerd door Bernardo Rossellino.
Wie is de maker?
Leon Battista Alberti (1404-1472) was moralist, rechtskundige, dichter, toneelschrijver, musicus, wiskundige,
natuurkundige, schilder, beeldhouwer, architect en kunsthistoricus. Men zou kunnen zeggen dat Alberti het
ideaal van de uomo universale van de renaissance heeft geschapen in zichzelf (de Renaissance Man). Hij
ontwikkelde een rationele schoonheidstheorie, gebaseerd op het werk van de klassieken en op wat hij de
wetten der natuur noemde. Hij was de eerste die Vitruvius probeerde te begrijpen.
Wat is het onderwerp?
Alberti liet zich inspireren door de oudheid en ontwikkelde een stijl die zwaarder en plastische was dan die van
Brunelleschi, en archeologisch meer verantwoord. Hoewel bijvoorbeeld zijn zuilen vaak meer decoratief dan
constructief zijn toegepast, komen zij alleen voor in combinatie met architraven en niet met bogen. Deze
voorgevel was een van de eerste voorbeelden van de nieuwe renaissance-architectuur die pilasters en
entablementen in evenredige verhouding tot elkaar creerde. Dit ontwerp is veel verontschuldigd aan Albertis
studies van de Romeinse architectuur, met name van het Colosseum.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
I. Vroegrenaissance (1420-1500) - nieuwe Renaissance-architectuur.

! of 27
7
!

DE SCHILDERKUNST
Schilderkunst wordt een verovering van de werkelijkheid.
Kenmerken Internationale Stijl (Gotiek):
I.

Feestelijk

II.

Kleurrijk

III. Scherp
IV. Veel aandacht voor details
V.

Figuren zijn plastisch en niet platgeslagen

VI. Er is weinig/geen perspectief aanwezig


VII. Alles is even scherp, en even groot

De kenmerken van de Renaissance:


I.

Lineair perspectief (genspireerd door architect Brunelleschi)

II.

Studie van de klassieke beeldhouwkunst

III. Bestuderen van de werkelijkheid

! of 27
8
!

T De Maand Mei, Gebroeders Van Limburg, (1413-1416)


Deel van een kalender, of getijdenboek, genaamd belles heures.
Wie is de maker?
Paul, Herman en Johan van Limburg kwamen uit een kunstenaarsfamilie uit Nijmegen, en waren alle drie
belangrijke illuminatoren of miniaturisten uit de middeleeuwen. Hun werk voor de hertog van Berry wordt door
kunsthistorici tot de absolute hoogtepunten van de middeleeuwse schilderkunst gerekend.
Wat is het onderwerp?
Een voorstelling van de maand mei.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
Internationale Stijl (Gotiek) - In 1420 was de bloeiperiode voor de Internationale Stijl. Het was een hofstijl: een
stijl ontwikkeld door reizende kunstenaars die van hof naar hof rezen. De kenmerken van de Internationale Stijl/
Gotiek zijn duidelijk te zien in dit schilderij.

! of 27
9
!

I.

Lineair Perspectief (Genspireerd Door Architect Brunelleschi)

De architect Brunelleschi was grondlegger van het fenomeen dat domineerde in de schilderkunst van de
Renaissance: het lineair perspectief. De Hellenistische schilders wisten wel een illusie van diepte te creren,
maar kende de wiskundige regels niet waar objecten kleiner lijken te zijn wanneer ze verder van ons af staan.

Geen enkele klassieke kunstenaar kon het beroemde fenomeen schilderen: de bomen die steeds meer in de
diepte bekeren totdat ze in de horizon verdwijnen. Brunelleschi gaf kunstenaars de wiskundige middelen om
dit probleem op te lossen. Dit zorgde voor veel opwinding bij de schilders en de techniek werd in overmate
toegepast.

! of 27
10
!

Drie-Eenheid (De Genadestoel), Florence, Masaccio (Circa.

1425-8)
Fresco geschilderd in opdracht van een vooraanstaande
Florentijnse familie. n van de eerste schilderijen waar de
wiskundige regels van het lineair perspectief van architect
Brunelleschi zijn toegepast.
Wie is de maker?
De (gebruikte) bijnaam van de kunstenaar was Masaccio
(1401-1428), wat sloddervos betekent. Hij overleed op
slechts 28 jarige leeftijd - maar heeft in deze korte tijd een
complete revolutie in de schilderkunst gecreerd: het gebruik
van lineair perspectief en het idee van een verdwijnpunt (denk
aan de bomen). Ook streef hij weg van de Internationale
(Gotische) Stijl die destijds populair was.
Wat is het onderwerp?
De genadestoel is een voorstelling van de heilige
drievuldigheid. Op de voorgrond ligt een geraamte op een graf
onder de tekst: Ik was wat gij zijt, en gij zult zijn wat ik ben.
Daarboven knielt de schenker in het scharlaken kostuum van
een gonfaloriene (het hoogste burgerlijke ambt in de
republiek) met zijn vrouw aan de ingang van een kapel, waarin
de Maagd en Johannes de Doper aan weerszijden van een
kruis staan dat de achterkant ondersteund wordt door God de Vader.
De Florentines waren gewend aan de Internationale Stijl, die toen erg populair was. Toen ze dit werk zagen
dachten ze dat er een gat in de muur zat. Het werk kwam over het algemeen als een verassing. In plaats van
elegante sierlijkheid die ze van de Internationale Stijl gewend waren kregen ze massieve, zware figuren; in de
plaats van vloeiende lijnen, stevige, hoekige vormen; en, in de plaats van sierlijke details zoals bloemen en
edelstenen; een schril graf met een skelet er op geplaatst. Maar toch bleef Masaccio zijn kunstwerk fijn om
naar te kijken.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
I. Vroegrenaissance (1420-1500). Het staat bekend als een van de
eerste schilderijen die lineair perspectief gebruikt.
Alles wat dichtbij was, was groter. Dat staat tegenover de
reusachtige heiligen van de Gotische kunst - hoewel dat wel een
manier van communicatie was: De opvatting dat een schilderij een
soort raamwerk is ontstaat. Margriet illustreert dit in La Condition
Humaine I (1934):

! of 27
11
!

T de Cijnspenning, Florence, Masaccio (1425)


Een fresco in de Brancacci Kapel, Florence van Masaccio, en afgemaakt door Masolino.
Wie is de maker?
(Zie Drie-Eenheid (De Genadestoel))
Wat is het onderwerp?
Een verbeelding van een bijbels verhaal, waar de tollenaar de hele groep van Christus en de disciplines
confronteert.
Dit fresco wordt gezien als een hoogtepunt uit het werk van Masaccio. Masaccio past diverse technieken toe
die destijds revolutionair waren. Je krijgt bij dit schilderij het gevoel dat je de diepte in kan wandelen; het is
driedimensionaal.

Er worden twee manieren gebruikt om diepte te suggereren: Het lineaire perspectief wordt bereikt met de
lijnen van het gebouw. Diverse lijnen hebben het hoofd van Jezus als verdwijnpunt. Gebruik van lichtere tinten
plaatst Petrus en de bergen in de denkbeeldige achtergrond (het atmosferische perspectief).

Masaccio gebruikt verder n lichtbron, terwijl op werken van zijn voorgangers en tijdgenoten het licht van alle
kanten leek te komen. Zo ontstaan echte schaduwen en worden de figuren driedimensionaal.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
I.

Vroegrenaissance (1420-1500). Het staat bekend om het revolutionaire gebruik van lineair perspectief en
licht.

! of 27
12
!

II. Studie Van De Klassieke Beeldhouwkunst En Geschriften


Door klassieke beeldhouwkunst te bestuderen, werd er gezocht naar een balans tussen naturalisme en
idealisme. Zodat het echt lijkt; maar ook mooi. Als je schilder/beeldhouwer wou worden, was je jarig bezig met
het bestuderen van de klassieke oudheid met behulp van geschriften of afgietsels van beelden. Dit bepaald het
academisch ontstaan. Het wordt bijna imiteren. Kenmerken:
I.

Anatomische details

II.

Houding/verhouding

III. Zoeken naar een formule voor schoonheidsideaal, door bijvoorbeeld te meten
Mannelijk naakt was bijvoorbeeld erg getraind, zoals bij de Klassieke Griekse standbeelden

Academisch ontstaan, het wordt bijna imiteren (De Drie Gratin, Rafal)
Boven: Drie Gratin, 1e eeuw n.Chr. en Rafal, tekening. Onder: Rafal, De Drie Gratin, circa 1500.

! of 27
13
!

III. Bestuderen Van De Werkelijkheid


Je hebt kennis nodig van anatomie om een goede beeldhouwer of schilder te zijn. Deze kennis was te winnen
door te tekenen vanaf een model, en opmeten. Da Vinci en Michelangelo waren daar natuurlijk de top in.

! of 27
14
!

DE FASES VAN DE RENAISSANCE


Gombrich

I. proto-renaissance

1300-1350

Giotto

h. 10

II. vroegrenaissance

1420-1500

Brunelleschi, Donatello, Masaccio

h. 12, 13

III. hoogrenaissance

1500-1520/1600

da Vinci, Michelangelo, Titiaan, Rafael,

h. 15, 16

! of 27
15
!

I.

proto-renaissance

T Bewening Van Christus, Arenakapel/Schrovegnikapel, Padua, Giotto, (1306)


Wie is de maker?
Giotto di Bondone (Circa. 1267-1337). De Italianen waren overtuigd dat het nieuwe tijdperk van kunst begon
met de Florentijnse Giotto. En hoewel dat (gedeeltelijk) waar is, klopt het ook dat in geschiedenis er geen
nieuwe hoofdstukken zijn - en dat Giotto zijn grootheid gedeeltelijk te danken heeft aan methodes van de
Byzantijnse kunstenaars. Zijn beroemdste werken zijn wanddecoraties of frescos [zo genoemd omdat ze
geschilderd waren toen het gips van de muur nog vers, oftewel nat was]. Zijn werk was als de werkelijkheid
zelf.
Wat is het onderwerp?
De op de grond liggende Christus wordt beweend
door Maria, Nicodemus en anderen.
Dit schilderij geeft een suggestie van ruimte, maar
gebruikt geen lineair perspectief. Hij worstelt daar
ook mee, dat is te zien in een ander schilderij van
Giotto, namelijk de Laatste Avondmaal:
In welke kunsthistorische periode/stijl is het
werk gemaakt?
I. proto-renaissance

! of 27
16
!

T Fides, Arenakapel, Giotto

Wat is het onderwerp?


Een matrone met een kruis in n hand, en een perkamentrol in de andere. Het is makkelijk om de
overeenkomst met Gotische beelden te zien in dit werk. Maar dit is geen beeld. Het is een schilderij wat de
illusie geeft dat het een beeld is. We zien de verkortingen van de armen, het modelleren van het gezicht en de
nek, en de diepe schaduwen in de plooien van het gewaad.
Voor Giotto was deze ontdekking niet alleen een truck om trots te weergeven; hij heeft hiermee de hele
opvatting van het schilderen veranderd. In plaats van beeldschrift, creerde hij de illusie dat de heilige verhalen
zich ontrafelde voor onze ogen. Hij heeft hiermee schilderkunst verheven naar beeldhouwkunst. Hij keek meer
naar achterliggende concepten als, Hoe zou een bepaalde man staan, hoe zou die zich gedragen, hoe zou hij
bewegen, als deelneemt aan zon evenement?, en beeldde dit realistisch uit op doek.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?

! of 27
17
!

I. proto-renaissance

Wat is het onderwerp?


Een getroonde Maria met het Christuskind of schoot, omgeven met engelen en heiligen.
De versie van Giotto, heeft driedimensionale figuren - maar wel een plat achtervlak. Het schilderij is precies
hetzelfde als Duccio, alleen zijn versie is een plat vlak met sierlijke lijnen, en heeft wat van Russische
iconografie.

In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?


I. proto-renaissance (Giotto)

! of 27
18
!

T Maesta, Giotto, (Circa. 1305)


Maesta, Duccio, (Circa. 1285)

II. vroegrenaissance

T David, Donatello, (1425-30)


Een bronzen standbeeld uit ca. 1440. Het was het
eerste vrijstaande mannelijke naakt sinds de
Oudheid en veroorzaakte daarom sensatie toen het
onthuld werd.
Wie is de maker?
De belangrijkste beeldhouwer uit Brunelleschi zijn
cirkel is de Florentijnse Donatello (1386?-1466). Hij
doorbrak het verleden met de Gotische beelden.
Gotische beelden zweefden in rijen aan de kanten
van portieken, alsof het wezen van een andere
planeet zijn.

Donatello gaf impressie van leven en beweging.


Maar net als Masaccio zijn schilderijen, wou
Donatello de Gotische verfijning van zijn voorgangers
vervangen door een nieuwe en krachtige observatie
van de natuur. Hij was, net als de meeste
Florentines, niet genteresseerd in de oude formules
van de Gotische tijd.

Net als de Grieken en Romeinen, bestudeerde


Donatello het menselijke lichaam in zijn studio aan
de hand van modellen. Het is deze nieuwe methode
die toestaan dat Donatello zijn beelden zo realistisch lijken. De illusie van realisme.

Wat is het onderwerp?


Het standbeeld toont de Bijbelse koning David met zijn voet op het hoofd van de juist onthoofde reus Goliath.
De androgyne, bijna vrouwelijke jonge man met een geheimzinnige glimlach is geheel naakt, met uitzondering
van zijn laarzen en een hoed getooid met lauwerkrans, symbool van de overwinning. In zijn hand houdt hij heft
zwaard van Goliath.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
II. vroegrenaissance

! of 27
19
!

Traditie En Innovatie; De Latere Vijftiende


Eeuw In Itali

De Droom Van Constantijn, Piero Della Francesca,

(Circa 1460)
Wie is de maker?
Piero Della Francesca (1416?-92), een schilder uit het
zuiden van Florence, kwam uit de generatie van
Masaccio.

Wat is het onderwerp?


De beroemde legende van de droom die de keizer
Constantijn aanzette om het Christelijke geloof te
accepteren. Vr een cruciaal veldslag met zijn
tegenstander, droomde hij dat een Engel naar hem toe
kwam, het Kruis liet zien en zei: Onder dit symbool
zult u zegevierend zijn. Piero zijn fresco laat de scene
zien van de nacht vr de veldslag- de keizer in zijn
kamp. Zijn bewakers zitten bij hem en zijn soldaten
beschermen staan wacht. De stille nacht scene wordt
plotseling verlicht door een flits van licht, wanneer een
Engel naar beneden komt uit de hemel en het symbool
van het Kruis vasthoudt.
Piero vermeed de kleurrijke en opgewekte details die
Gozzoli in zijn schilderijen benadrukte. Ook hij heeft de
kunst van het perspectief onder de knie gekregen.
Maar hij voegde iets speciaals toe: namelijk licht.
Middeleeuwse kunstenaars gaven weinig aandacht voor licht, de platte figuren toonden geen schaduwen.
Piero creert de illusie van diepte met licht.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
II. vroegrenaissance

! of 27
20
!

Maar al deze nieuwe innovaties brachten ook problemen met zich mee. Eerst dachten ze dat de uitvinding van
het lineair perspectief en de studie van de natuur alle problemen kon oplossen. Maar we moeten niet vergeten
dat kunst iets anders is dan wetenschap.

In de middeleeuwen wist men misschien niet de correcte regels voor de tekenkunst, maar dat gaf hun wel de
gelegenheid om hun figuren te plaatsen waar ze zelf wilden op het schilderij, om het perfect patroon te
creren. Maar voor de renaissance moeten we onthouden dat de realiteit vaak anders is dan
wetenschappelijke observatie. Mensen groeperen zich niet op een symmetrische en perfecte wijze in de
werkelijkheid, en staan niet duidelijk tegen een neutrale achtergrond.

Pollaiuolo probeerde correcte tekenkunst te combineren met harmonieuze compositie- de Florentines wouden
graag de juiste combinatie onder de knie krijgen. Maar uiteindelijk werd het geen plezierig schilderij om naar te
kijken. Het vinden van de oplossing voor dit probleem was de aanzet dat de kunstenaars van een generatie
later zo groot maakte, in de hoogrenaissance.

! of 27
21
!

T Geboorte Van Venus, Botticelli, (Circa. 1485)


De mecenaat die Botticelli in opdracht stelde dit werk te schilderen, voor zijn landhuis, was een lid van de rijke
en machtige familie de Medici. Hijzelf, of n van zijn geleerde vrienden, heeft Botticelli waarschijnlijk uitgelegd
wat bekend was over de Venus die opstaat uit de zee uit de klassieke oudheid.
Wie is de maker?
Een van de kunstenaars van de late vijftiende eeuwse Florentijnse groep, die zocht naar een oplossing voor het
bovengenoemde probleem, was schilder Sandro Botticelli (1446-1510). Zijn allerbekendste schilderij was geen
Christelijke legende maar een klassieke mythe: de Geboorte van Venus.

Wat is het onderwerp?


Venus staat op uit de zee, op een schelp, die door vliegende windgoden naar de kust wordt gebracht.
Wanneer ze op het punt staat een stap te nemen op de kust, ontvangt een nimf haar met een paarse mantel.
Botticelli is geslaagd waar Pollaiuolo in heeft gefaald. Botticellis schilderij vormt een harmonieus geheel. Maar
Botticellis figuren zijn steviger, en minder correct getekend dan die van Pollaiuolo of Masaccio. Werken van de
Gotische traditie zoals schilderijen van Fra Angelico of Ghiberti worden teruggeroepen en vergeleken met dit
schilderij. Maar Botticelli zijn Venus is zo prachtig, dat we de onnatuurlijke lengte van haar nek niet opmerken,
haar steile schouders, en de vreemde manier waarop haar linker arm over het lichaam hangt. Of kunnen we
beter zeggen dat, de vrijheden die Botticelli speels met de natuur nam om een perfecte harmonie te creren
goed gelukt is.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
II.

vroegrenaissance

! of 27
22
!

Harmonie Bereikt
III. Hoogrenaissance

T Galatea, Rafael, (Circa. 1514)


Wie is de maker?
Rafael was een Italiaanse schilder en architect
van de hoogrenaissance. Zijn werk wordt
bewonderd om de helderheid van vormen, de
visuele verwezenlijking van het neoplatonismisch
ideaal van de menselijke grootheid. Samen met
Michelangelo en Leonardo da Vinci vormt hij de
traditionele drievuldigheid van grote meesters
van de hoogrenaissance.

Wat is het onderwerp?


Dit schilderij verbeeld hoe de reus Polyphemus
een liefdeslied zingt aan de zeenimf Galatea,
terwijl zij in een rijtuig lachend door de zee vaart.
Ieder figuur correspondeert met een ander figuur,
elke beweging is een antwoord op een andere
beweging, en alle figuren lijken te reageren op de
beweging van Galatea zelf. Rafael heeft
overwonnen waar oudere generaties moeite mee
hadden: de perfecte en harmonieus compositie van vrij bewegende figuren.

Hij heeft bij het maken van dit schilderij geen model gebruikt voor Galatea. Hij heeft, net als zijn leraar
Perugino, het idee van de trouwe weergave van de natuur verlaten, en gebruikte een ingebeeld en
gedealiseerd type schoonheid uit zijn eigen gedachten. Meestal komt idealisering niet zonder gevaren, maar
Rafael wist het op een harmonieuze wijze tot stand te brengen.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
III. hoogrenaissance

! of 27
23
!

T Laatste Avondmaal, Leonardo Da Vinci, Milaan, (Circa. 1495)


Wie is de maker?
Leonardo da Vinci was een Florentijnse kunstenaar. Hij geloofde dat de rol van de kunstenaar was om de
zichtbare wereld te bestuderen, zoals zijn voorgangers hebben gedaan, alleen grondiger en nauwkeuriger. Hij
was niet genteresseerd in de boekachtige kennis van de geschoolden. Leonardo accepteerde nooit wat hij
gelezen had zonder dat hij het met zijn eigen ogen kon controleren.

Hij onderzocht de geheimen van het menselijke lichaam door meer dan dertig lijken te ontleden. Hij was n
van de eersten die de mysteries van de groei van een kind onderzocht, en ook de groei van bomen; hij heeft
jarenlang de vlucht van vogels en insecten bestudeerd, wat hij uiteindelijk veranderde in een ontwerp voor een
vliegende machine waarvan hij zeker wist dat het werkelijkheid zou worden. Maar Leonardo zelf had
waarschijnlijk geen ambitie om gezien te worden als een wetenschapper. Al zijn studies deed hij zodat hij deze
kon toepassen in zijn kunst.

Wat is het onderwerp?


Voor het eerst werd dit heilige evenement op zo een realistische en dichtstbijzijnde wijze gepresenteerd. In de
traditionele versies, zaten de apostelen stil aan de tafel in een rij, en alleen Judas was gescheiden van de rest,
terwijl Christus het Sacrement afgeeft.

Dit nieuwe beeld was anders dan alle andere voorgaande schilderijen. Er zat drama en opwinding in.
Leonardo, net als Giotto, ging terug naar de teksten van de geschriften om erachter te komen hoe het
geweest zou zijn wanneer Christus zei, Voorwaar, ik zeg u, dat n van u Mij zal verraden.

Daarbij is de compositie in prachtige harmonie. Er zijn vier groepjes van drie mensen, er is structuur.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
III. hoogrenaissance

! of 27
24
!

T Mona Lisa, Leonardo Da Vinci, Louvre, (Circa. 1502)

Wat is het onderwerp?


Een portret van een Florentijnse dame genaamd Lisa, Mona Lisa. Wat het meest opvalt is de manier waarop
Lisa levend lijkt. Het schilderij bekijkt ons alsof het eigen gedachten heeft. Net als een levend wezen, lijkt het
alsof ze voor onze ogen veranderd zodat ze steeds een klein beetje anders lijkt wanneer we haar opnieuw
bekijken. Soms lijkt ze ons te pesten, en soms zien we wat verdriet in haar glimlach.
Da Vinci wist dit effect te creren. Hij wist meer over hoe wij onze ogen gebruiken dan iemand anders die voor
hem leefde. n van de redenen zou kunnen zijn dat zijn voorgangers detail voor detail, lijn voor lijn alles
natekende. Da Vinci gebruikte de uitvinding genaamd sfumato: waar de vage omtrek en mildere kleuren er
voor zorgde dat vormen met elkaar samensmelten, en nog wat overlaten voor onze eigen verbeelding.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
III. hoogrenaissance

! of 27
25
!

T Sixtijnse Kapel, Michelangelo, (Circa. 1508-12)


Wie is de maker?
Michelangelo Buonarroti (1475-1564), Florence, werd in zijn jonge jaren als iedere ambachtsman getraind. Hij
werd getraind door n van de voorstaande meesters van de Quattrocento Florence, de schilder Domenico
Ghirlandaio (1449-94). Hij kon hier zeker alle tricks-of-the-trade leren, maar hij voelde zich daar niet thuis. Zijn
ideen over kunst waren anders. Hij bestudeerde werken van Giotto, Masaccio, Donatello en de Griekse en
Romeinse beeldhouwers die hij kon bekijken in de collecties van de familie de Medici.
Hij was, net als Leonardo, niet genteresseerde in het leren van de menselijke vorm vanaf klassieke beelden. Hij
had veel liever levende modellen. Hij bestudeerde anatomie als geen ander.

Wat is het onderwerp?


Wanneer de Paus Michelangelo vroeg of hij de muren van dit kapel wou beschilderen, antwoordde hij dat hij
geen schilder was maar een beeldhouwer. Hij sloot zichzelf op in de kapel, liet niemand binnen, en begon
alleen aan een plan voor dit werk, wat uiteindelijk de hele wereld heeft verwonderd op het moment dat het
onthuld werd.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
III. hoogrenaissance

! of 27
26
!

T Madonna Met Heiligen En Leden Van De Familie Pesaro, Titiaan, Veneti (1519-26)
Wie is de maker?
De Venetiaanse kunstenaar Titiaan (1485?-1576) was een van de belangrijkste schilders van de
hoogrenaissance.

Wat is het onderwerp?


De Heilige Maagd staat in dit schilderij centraal, wat zeer ongewoon was. De manier waarop Titiaan licht, lucht
en kleur combineerde maakte de scene harmonieus. Hij bewijst hiermee dat licht en kleur belangrijke
elementen zijn voor een goede compositie. Hij stond bekend om zijn opvallende kleurgebruik.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
III. hoogrenaissance

! of 27
27
!

KUNST TOT 1900


II. Vlaamse Primitieven en de Renaissance in het Noorden
1420-1500

1500-1520/30-1600

Vlaamse Primitieven
Renaissance in het Noorden

! of 16
1
!

DE SCHILDERKUNST
Het fundamentele verschil tussen de schilderkunst in de renaissance van de Italianen en de schilderkunst van
het Noorden zat in wat ze wouden, waar ze naar streefden, en de manier waarop dat gebeurde verschilde.

Vlaamse Primitieven 1420-1500


Vlaamse primitieven waren niet pers Vlaams, maar ze werkte wel in Vlaanderen. De verzamelterm ontstond in
het begin van de 20e eeuw, niet tijdens de renaissance zoals de term renaissance zelf tot leven is gebracht.
Het woord primitieven wordt niet als negatief bedoelt, meer als een aanduiding voor dit is het begin, dit is iets
nieuws, zoals Giotto een Italiaanse primitief was.

! of 16
2
!

Man Met Rode Tulband, Jan Van Eyck,

1433
Wie is de maker?
Jan van Eyck was een kunstschilder uit de
Zuidelijke Nederlanden en de voornaamste
vertegenwoordiger van de Vlaamse
Primitieven. Hij wou hetzelfde als Masaccio,
kijken naar de werkelijkheid en dit verbeelden.
Hij was tijdens zijn leven misschien wel de
beroemdste schilder van Europa, en stond al
vroeg bekend als uitvinder, de eerste
gebruiker van olieverfschilderkunst. Dit is
overigens niet waar, er waren recepten voor
olieverf uit de 11e eeuw gevonden. Het is een
titel wat door Vasari op zijn naam is gedrukt,
wellicht omdat hij de uitvinder is van het
optimale gebruik van deze olieverf. Hij
gebruikte verf op een manier dat je de illusie
krijgt van een ander materiaal (stof, bont, haar etc). Hij gebruikte veel lagen van olieverf en creerde een spel
van het licht met semi-transparante lagen. Dit heet modelleren, en maakt iets plastisch.
Wat is het onderwerp?
Een mogelijk zelfportret van Jan van Eyck. Voor Van Eyck was het een gewoonte om een verbeelding van
zichzelf ergens in het schilderij te verwerken. De kunstenaar treedt uit de anonimiteit. Het noordelijke oog voor
detail is in dit schilderij goed te zien, en zijn techniek om materiaal echt te laten lijken (de rode tulband), en als
je heel dichtbij kijkt zijn de porin zelfs te zien.

In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?


Tijdens de Vlaamse Primitieven.

T Margareta Van Eyck, Jan Van Eyck, 1439


Wat is het onderwerp?
Net als bij De Man met de Rode Tulband van Jan van Eyck is hier
de aandacht voor detail ook aanwezig. In dit portret van zijn vrouw
is het schoonheidsideaal tijdens de Vlaamse Primitieven te zien.
Het hoge voorhoofd bij vrouwen was gewenst, en het was een
teken van status om veel stof op je hoofd te hebben.

! of 16
3
!

Het oog voor detail stond duidelijk centraal in de Vlaamse Primitieven. Dit was overigens ook terug te zien in
de Internationale Stijl, maar het doel en het resultaat was anders. Er zijn duidelijke verschillen op te merken:

T Panelen In Gents Altaar, Jan Van Eyck

T De Maand Mei, Gebroeders Van Limburg

In de Gotiek was het doel een feest van details. Jan van Eyck en de Vlaamse Primitieven in het algemeen
wouden met details de werkelijkheid reconstrueren. De paarden van het Gotische (rechts) schilderij zijn net
speelgoedpaarden. De paarden van Jan van Eyck zijn wel plastisch, ze lijken net echt, alsof het levende
wezens zijn.
Maar Jan van Eyck gebruikt geen lineair perspectief. Hierdoor lijkt het alsof de figuren niet voldoende ruimte
hebben. Maar hij gebruikt wel atmosferisch perspectief en kleurperspectief. Blauwtinten suggereren diepte en
hoe verder het object, de figuur of de landschap, hoe waziger het is geschilderd.

! of 16
4
!

T Adam En Eva, Jan Van Eyck, 1432

Adam En Eva, Masaccio, Circa 1427

Hoewel Jan van Eyck wel hetzelfde wou als Masaccio, namelijk kijken naar de werkelijkheid en dit verbeelden,
waren de resultaten zeer verschillend. Masaccio gebruikte een horizon, een verdwijnpunt en de ruimte. Hij
zette alles netjes op het schilderij en creerde daarmee het eindresultaat. Jan van Eyck deed het net
omgekeerd. Hij schilderde detail voor detail om de werkelijkheid te creren. Daarbij gebruikte Jan van Eyck
geen anatomische kennis, en keek hij niet naar de Klassieke Oudheid zoals Masaccio deed.
Dit is te zien in de bovenste twee verbeeldingen van Adam en Eva. Masaccio zijn figuren vinden hun inspiratie
in de Klassieke Oudheid. Jan van Eyck schilderde zijn figuren conform het middeleeuwse schoonheidsideaal.
De bolle buik, de hoge taille, en het hoge voorhoofd zijn daar voorbeelden van.

! of 16
5
!

Huwelijksportret G. Arnolfini, Jan

Van Eyck, 1434

Wat is het onderwerp?


Dit schilderij is geschilderd in opdracht
van G. Arnolfini, een Italiaan, die zichzelf
liet portretteren met zijn vrouw. Er zijn
ontelbaar veel theorien over de
iconografie in dit mysterieuze schilderij,
waar overigens vrij weinig over bekend
is. Er is o.a. een theorie dat de vrouw,
die hier geportretteerd staat, al lang
overleden was voordat dit portret
gemaakt was, en dat de uitgeblazen
kaars aan haar kant staan voor het feit
dat ze al lang overleden was, en dat
Arnolfini zichzelf liet portretteren met
haar om toch in een schilderij bij haar te
kunnen zijn.
Gombrich zelf zegt, we zijn op zoek bij
de Arnolfinis.
Wat in ieder geval duidelijk is dat Jan van Eyck werd gewaardeerd door de Italianen. Ze gingen zelfs zo ver om
te zeggen dat Jan van Eyck de grootste schilder van deze tijd was.
Een opmerkelijke techniek die Jan van Eyck vaak gebruikte was de verbeelding van plooival van meters van
stof. Terwijl o.a. Masaccio stof losser, egaler en realistischer verbeeldde, was het in de Vlaamse Primitieven
gebruikelijk om geknakte plooien te schilderen.

In dit schilderij is geen lineair perspectief gebruikt. Als de figuren beginnen te bewegen door de geschilderde
kamer dan zouden ze overal tegen aan botsen en zouden meubels ontzettend kleiner zijn dan hun zelf.
Robert Campin (Meester Van Flmalle), De Annunciatie,
Middenpaneel Van Het Mrode- Altaarstuk, Circa 1425
De Vlaamse Primitieven stonden daarbij ook bekend om
de huiselijke, eigentijdse voorstelling in de interieur van
de tijd. Dit maakte het makkelijk voor de toeschouwer
om zich in te leven in het schilderij.

! of 16
6
!

De latere 15e eeuw


In de latere 15e eeuw draaide het om een mix van Jan van Eyck en traditie.

T Kruisafname, Rogier van der Weyden, circa 1435


Wie is de maker?
Rogier van der Weyden was een kunstschilder die behoorde tot de Vlaamse Primitieven. Naast Jan van Eyck
wordt Van der Weyden als de belangrijkste Vlaamse schilder van de 15e eeuw beschouwd. In zijn eigen tijd
was Van der Weyden in heel Europa bekend, en hij kan wellicht als de invloedrijkste schilder van zijn eeuw
worden beschouwd. Hij versmolt de stijl van zijn tijdgenoot Jan van Eyck en zijn leermeester Robert Campin en
voegde het nieuwe element emotie toe aan de Vlaamse schilderkunst.
Wat is het onderwerp?
Een olieverfschilderij op houten paneel meet 220 bij 262 cm. Het beeldt het levenloze, witte lichaam van Jezus
uit, de verdrietige en flauwvallende Maria heeft bijna dezelfde houding als Jezus. Maria valt naar links, terwijl de
gekruide naar rechts wordt gedragen, door Jozef en Arimathea. De armbewegingen van de drie op de
voorgrond geplaatste figuren vormen een beeldend rijm.
De plooien in de stof zijn geknakt verbeeld, wat gebruikelijk was tijdens de Vlaamse Primitieven. Maar de
figuren zijn niet in een werkelijke ruimte geplaatst. Ze staan tegen een gouden achtergrond.

In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?


De latere 15e eeuw tijdens de Vlaamse Primitieven.

! of 16
7
!

"

T De Aanbidding Der Herders, Hugo Van Der Goes, circa 1476


Wie is de maker?
Hugo van der Goes was een Vlaamse kunstschilder. Hij behoorde tot de Vlaamse Primitieven.
Wat is het onderwerp?
Een gigantisch paneelschilderij voor een kerk in Florence, in opdracht van een particulier. De particulier staat er
zelf ook op. Het is een bewijs van waardering van de Vlaamse kunstenaars vanuit Itali. Er wordt geen lineair
perspectief gebruikt, de figuren hebben ook onrealistische proporties.

In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?


In de late 15e eeuw tijdens de Vlaamse Primitieven.

! of 16
8
!

1500-1520/30-1600

Renaissance in het Noorden

! of 16
9
!

DE ARCHITECTUUR
Alessandro Pasqualini. De IJsselstein is de eerste
toren in de Noordelijke Renaissance stijl. Het is een
staalkaart van verschillende periodes. Het heeft een
Gotische onderkant (verticaal is prominent, het is
heel open en transparant), de toren zelf vindt origine
in de renaissance (de evenwicht tussen horizontaal
en verticaal, de maatverdeling, en het lijnenspel zijn
duidelijk op te merken) en de top is gemaakt in de
Amsterdamse stijl.

De opdrachtgevers hadden een fundamentele rol


tijdens de noordelijke renaissance. De opdrachtgevers van deze toren waren de Heren van
IJsselstein. Deze heren maakte deel uit van het hof
van keizer Karel de 5e. Hij was een renaissancefiguur die inspiratie vond in de Romeinse Keizers. De
opdrachten die hij gaf waren opdrachten in de
Klassieke Stijl.

De architect van dit gebouw was Alessandro Pasqualini, een Italiaan. Architecten uit Itali werden (o.a.) naar
Nederland gebracht in opdracht om iets in de gewilde Italiaanse Renaissance stijl te ontwerpen. De kennis
wordt daarmee ook verspreid in het noorden vanuit Itali d.m.v. reizende kunstenaars en boeken. Om een
architect te zijn, moest je geleerd zijn. Je was geen middeleeuwse bouwheer meer; maar een geleerde
architect.

! of 16
10
!

Een hulpmiddel van deze verspreiding van kennis was de uitvinding van de boekdrukkunst en het gebruik van
losse prenten. Vanaf het begin van de 15e eeuw ontstaan grafische technieken waarmee plaatjes makkelijk te
vermenigvuldigen zijn.
Dankzij Hans Vredemans de Vries is de renaissance ons land binnengekomen. Hij was afkomstig uit
Friesland, heeft een tijdje in Antwerpen gewerkt. Hij is o.a. Architect - maar hij is vooral belangrijk geweest als
uitgever van boeken en ornamentprenten. Boeken, prenten, waarin hij het gedachtengoed van de renaissance
onder de mand probeerde te brengen. Hij liet zien wat je er mee kon doen. Hij is zelf niet in Itali geweest, hij
won zijn kennis uit boeken. Hij was op bezoek geweest bij een bevriend kunstenaar. In zijn atelier vond hij een
boek over proportiesystemen. Hij is daar mee gaan spelen en volgde de regels van Vitruvius niet religieus., hij
wou vrij omgaan met Klassieke vormen. Volgens Vasari was hij een grootmeester van het perspectief.

Kostuums zijn n van de voorbeelden waar de stijl van de Renaissance goed in te zien was. In de
Renaissance hadden schoenen bijvoorbeeld een brede neus, was de hals van het bovenstuk, laag over laag,
vierkant en breed.

! of 16
11
!

T Adam En Eva, Albrecht Drer, 1504


Wie is de maker?
Albrecht Drer (1471-1528) was een Duitse kunstschilder
en o.a. ook maker van kopergravures. Hij was een van de
eerste echt renaissance kunstenaars in het noorden. Hij
is zelf in Itali (Veneti) geweest, maar heeft daar door
middel van prenten en reproducties kennis gemaakt met
het klassieke schoonheidsideaal.

Hij heeft boeken bestudeerd en boeken geschreven over


o.a. menselijke proporties. Hij heeft eindeloze metingen
gedaan op zoek naar proportiesystemen. Door de
werkelijkheid te bestuderen keek hij of hij daar een
formule van schoonheid uit kon halen. Hij houdt zich ook
bezig met lineair perspectief.
Wat is het onderwerp?
Adam en Eva verbeeld in het schoonheidsideaal van de Klassieke Oudheid.

In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?


1500-1520/30-1600 Renaissance in het Noorden.

T Haas, Albrecht Drer, 1502


Wat is het onderwerp?
Het blijft een noordelijke kunstenaar met oog
voor detail.

In welke kunsthistorische periode/stijl is


het werk gemaakt?
1500-1520/30-1600 Renaissance in het
Noorden.

! of 16
12
!

T St. Lukas Schildert Maria, Jan Gossaert, circa. 1475-1532


Wie is de maker?
Jan Gossaert (circa. 1478- circa.1531) was een Zuid-Nederlandse kunstschilder, pretmaker en ontwerpen. Hij
was waarschijnlijk de eerste van het noorden die naar Rome is geweest. Hij kreeg de gelegenheid om mee te
reizen met een edelman en humanist - Filips van Bourgondi. Filips moest naar Rome voor een diplomatieke
missie, om iets te regelen met de paus. Als humanist haalde hij inspiratie uit de Klassieke Oudheid en wou
daar ook studies van maken. Hij vroeg Gossaert mee als tekenaar, om vast te leggen wat daar allemaal te zien
was. Er zijn vier tekeningen van hem bekend, waaronder een van het Colosseum. Uiteindelijk keek hij wel naar
de Klassieke Oudheid met het noordelijke aandacht voor details.
Wat is het onderwerp?
St. Lukas schildert Maria. Hoewel er duidelijk inspiratie is genomen uit de Italiaanse Renaissance, is het
schilderij wel met het noordelijke aandacht voor details gemaakt.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
1500-1520/30-1600 Renaissance in het Noorden.

! of 16
13
!

T Paus Adrianus VI, Jan van Scorel, 1522/23


Wie is de maker?
Toen de paus naar Rome reisde nam hij Scorel als
kunstenaar mee. Scorel heeft een jaar in het Vaticaan
gewoond en bewonderde daar o.a. de frescos van
Rafal. Op deze manier maakte hij kennis met de
Klassieke Oudheid en de Renaissance. Overigens was
hij ook de beheerder van de collectie van Klassieke
Beelden, als opvolger van Rafal, want Rafal was net
voor hun komst overleden.

Wanneer hij weer terug komt in Nederland is hij een


Renaissance kunstenaar geworden, en de Klassieke
invloeden zijn duidelijk terug te zien in zijn werk. Zijn
werk Sebastiaan is dan ook duidelijk een kopie van
n van de figuren van Michelangelo. Alleen heeft hij
dit werk door middel van prenten leren kennen.

Wat is het onderwerp?


Een portret van Adrianus VI, de enige Nederlandse paus.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
1500-1520/30-1600 Renaissance in het Noorden.

Grafische technieken en drukkunst waren van groot belang totdat de fotografie was uitgevonden. Alleen hoe
meer prenten je maakt, hoe minder het misschien op het originele werk gaat lijken.

! of 16
14
!

De Emancipatie van de Kunstenaar


Noord + Zuid
Emancipatie is een proces of stijd, waarbij de kunstenaar probeert een andere (betere) status te krijgen in de
samenleving. Kunstenaars worden minder anoniem, krijgen gelijke rechten en de sociale geschiedenis van de
kunstenaar veranderd.
De bestaande sociale contexten waren (1) de schilder in het klooster en (2) wereldlijke context, de architect
met zijn opdrachtgever.
Aan de hand van het schilderij Kinderen van Mercurius is de Middeleeuwse traditie te zien dat de kunstenaar
gelijk is o,a, aan de boekbinder, orgelbouwer en ambachtsman.
Maar kunstenaars in Itali wouden een andere status. Ik maak wel iets met mijn handen, maar ik gebruik wel
mijn hoofd- ik heb kennis nodig, ik ben als een dichter. Je verteld een dichter ook niet dat hij een
ambachtsman is omdat hij schrijft. De schilders deden hun best om tijdgenoten te overtuigen dat ze niet
alleen de technische kennis moeten hebben, maar dat ze intellectueel werken zijn, net als de dichter en
filosoof.
Ze willen niet meer berekent worden tot de Artes Mechanica (gebonden kunsten), maar de Artes Liberalis (vrije
kunsten).
Dit was een indeling uit de Klassieke Oudheid. Je hebt mensen die voor een praktisch doel iets maken
(landbouwbedrijven, handelsbedrijven). Maar je hebt ook mensen die zich met Klassieke vakken bezig houden.
De vakken van het humanisme (o.a. wiskunde en retorica). Kunsten betekent kunnen, maken of bedenken.
Artes Liberalis zijn vakken waar je, je als beschaafd wezen mee bezig moet houden om een beschaafd wezen
te worden.
De belangrijkste argumenten voor Kunstenaars om tot de Artes Liberalis te willen behoren:
I.

Ik moet ook los van de technische vaardigheden, over sociale vaardigheden beschikken. Want ik verkeer
aan het pauselijk hof of hertog (humanistische kringen, theologen), ik moet de etiketten kennen. Ik ben niet
slechts iemand die zit te beitelen in mijn atelier.

II.

Ik moet belezen zijn. Een architect moet zich verdiepen in de architectuurboeken. Als een schilder
opdracht krijgt om een bijbels tafereel te schilderen, moet hij daarvoor boeken bestuderen. Dat verhaal
moet hij vertalen in n beeld.

III. Ik moet over beeldingskracht beschikken. Een verhaal kennen is n ding, maar je moet dat kunnen
omzetten in n beeld.
IV. Ik moet als kunstenaar kennis nemen van wetenschappelijke zaken zoals menselijke anatomie en de
methoden van perspectief, wat hoort bij de meetkunde (= Artes Liberalis).
V.

Ik ben een academisch gevormde kunstenaar.

De emancipatie is begonnen in Itali. Drer vertelde toen hij terug kwam in Duitsland dat hij in Itali ontvangen
werd als een heer. Hier ben ik een heer, thuis ben ik een parasiet - Drer. De status van de kunstenaars was
nu anders in Itali dan in het noorden.

! of 16
15
!

Leonardo da Vinci was belangrijk geweest voor de emancipatie van de kunstenaar. Hij was een Homo
Universalis. Hij dacht na over allerlei soort dingen, o.a. of het mogelijk zou zijn dat de mens ooit zal kunnen
vliegen.
Maar het proces was erg traag. Om schilder of beeldhouwer te worden, ging je eerst in de leer bij een meester.
Langzaam leerde je de kneepjes van het vak kennen. Deze methode van het vak leren in de praktijk blijft tot in
de 19e eeuw. Maar de emanciperende kunstenaar zei dat deze methode niet genoeg is. Ze hadden behoefte
aan een academische kring. Zo ontstaat de academische methode. Dit zijn net alleen kunstacademies zoals
wij die nu kennen. Eerste academici waren genootschappen waar je als kunstenaar lid van kon worden. Je
kon hier discussies houden en vanuit model tekenen. Ook verschoof de relatie tussen kunstenaar en
opdrachtgever. De kunstenaar wil zijn eigen gang gaan, en niet meer volgens Middeleeuwse contracten
werken. Ze kunnen zeggen Laat maar zitten, ik doe het niet of doe maar een ander onderwerp. Maar de
vrijheid is beperkt. Het is niet zoals een moderne kunstenaar die zelf mag bepalen wat hij doet. Kunstenaars
blijven werken voor o.a. keizers en de opdrachtgever blijft tot aan de 19e eeuw belangrijk.

! of 16
16
!

KUNST TOT 1900


III. Manirisme en 17de eeuwse Hollandse Schilderkunst
Latere 16de eeuw

Manirisme, verschillende visies

17de eeuw

Hollandse schilderkunst, iconografie, veranderde visies

Hoe kijken verschillende mensen in verschillende tijden naar o.a. het manirisme? En hoe ontstaat de
verschuiving van gedachten?

! of 23
1
!

Europa, latere 16e eeuw


A Crisis Of Art
Itali: De perfectie, het hoogste van het hoogste, is bereikt. Maar wat moet je dan als nieuwe generatie
kunstenaars?
Het idee is dat vanaf Giotto (begin 14e eeuw) kunstenaars keer op keer konden werken aan een bepaalde
vooruitgang (ontwikkeling). Ze hebben kunnen werken aan het veroveren van de werkelijkheid, de wet van de
klassieke kunst, en in de hoogrenaissance zijn de problemen opgelost en is de harmonie bereikt.
Maar volgens Gombrich was het daarna niet meer zo goed als voorgaand bereikt, en er zou op een bepaalde
manier verval komen.
Maar in de tijd zelf ontstaan twee verschillende reacties.
I.

Kunstenaars die zeggen dat het beste wat ze kunnen doen is Michelangelo zo goed mogelijk navolgen

II.

Of, kunstenaars die zeggen, prachtig, die hoogrenaissance. Maar we gaan verder op een andere kant,
en kiezen een hele andere richting.

! of 23
2
!

I.

De navolgelingen van Michelangelo

De manier waarop Michelangelo het menselijk lichaam in beeld kon brengen in de meest complexe houdingen
werd heel erg bewonderd. De term voor deze houdingen is Figura Serpentinata, oftewel slangfiguur. Het zijn
lenige figuren, in tegengestelde bewegingen en complexe, extreme houdingen. De houdingen zijn altijd
gespannen, en nooit relaxed.

T Detail Sixtijnse Kapel, Michelangelo, (Circa. 1508-12)


Wie is de maker?
Zie I. Renaissance in Itali

Wat is het onderwerp?


Een typisch voorbeeld van de Figura Serpentinata van Michelangelo.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
III. hoogrenaissance
Kunstenaars gaan dit overnemen en dat resulteert in
voorstellingen genspireerd op de bijbel, verhalen die
worden verteld, aan de hand van (het liefst naakte)
figuren waarmee de kunstenaar laat zien dat hij
hetzelfde als Michelangelo kan uitbeelden.
Voorbeeld:
Martelaarschap van de Hl. Laurentius, Bronzin.
Gombrich vindt het fenomeen oppervlakkig. Dit
gaat niet meer om kunst, maar het laten zien van
een kunstje. Maar in Itali hadden tijdgenoten
helemaal geen gevoel van een crisis. Dat
onnatuurlijke had men juist bewondering voor.

! of 23
3
!

De term Manirisme betekent mensen die werken op de manier van Michelangelo. Afgeleid van het Italiaanse
woord Maniera (manier). Het is een etiket wat je kunt gebruiken voor een bepaalde stijl, wat je in vorm kan
herkennen, zoals bijvoorbeeld de moeilijke, onnatuurlijke houdingen.
Er werd gezegd dat het richten op het elegante, de verfijning, tot iets onnatuurlijks kan leiden. Maar de
eenvoud die men mooi vindt in de Renaissance, valt weg.
Manirisme zag je ook in Nederland. Als voorbeeld het Haarlems Manirisme. Cornelis van Haarlem, De
Hollandse Michelangelo, zoals hij genoemd werd, maakte studies van het werk van Michelangelo en de
Klassieke Beeldhouwkunst. Hij werd gezien als iemand die voortbouwt op Michelangelo. Hoewel hij zelf niet in
Rome was geweest, heeft hij wel schetsboeken gezien van andere kunstenaars die wel in Rome waren
geweest. Hij legde wel zijn eigen collectie gips afgietsels.
Manirisme, was de laatste fase van de hoogrenaissance, niet iets totaal anders.

! of 23
4
!

II.

De kunstenaars van de andere richting

Er waren tijdgenoten die expres iets anders gingen doen en niet meegingen met het Manirisme. Zij waren
tegen de idealen van de hoogrenaissance en de Klassieke Oudheid.

Madonna Met De Lange Hals, Parmigianino,

(Circa. 1532-40)
Wie is de maker?
Parmigianino was een Italiaanse schilder en etser. Hij
is een aantal keer naar Rome geweest om te kijken
naar de werk van Michelangelo en Rafal. Maar wat
hij met zijn studies deed was anders, hij ging er mee
verder. Uitgerekte, overdreven elegante figuren
maakten raadselachtige werken.
Alles, zoals ruimtewerking en proporties, wordt
onnatuurlijker.

Wat is het onderwerp?


Wat meteen opvalt bij dit schilderij zijn de gekke
proporties, extreem lange ledematen en de relatief
kleine hoofdjes. Daarbij werd in de Renaissance
architectuur geschilderd voor helderheid en de
ruimte te definiren, maar bij dit schilderij roepen
zuilen en het extreme verschil tussen diepte alleen
vragen op, aan de andere kant van Maria is het
propvol en heeft men niet genoeg ruimte om op te
staan.
Gombrich vindt dat hier iets heel anders gebeurt, door dat gemis en gemak. Maar een andere visie is dat het
een voortzetting is wat al gebeurde in de hoogrenaissance.
Het schilderij was niet voltooid en iconografisch is het een raadselachtig schilderij.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
Latere 16e eeuw

In de latere 16e eeuw zitten belangrijke ontwikkelingen waar ze later in de barok veel profijt aan zullen hebben.

! of 23
5
!

T Het Terugvinden Van De Overblijfselen Van De Hl Marcus, Tintoretto, Circa. 1562


Wie is de maker?
Tintoretto was een Venetiaans kunstschilder. Hij stond bekend om zijn schilderijen die vol van tegenstellingen
zaten. Alles was dichtbij en ver weg en hij gebruikte extreem perspectief. Hij deed iets anders.
Wat is het onderwerp?
In de enorm lange tunnel zitten heel veel diagonale lijnen. Dit brengt de boel in beweging, het is dynamisch en
er is meer drama. Er zijn duidelijke contrasten van het licht en donker gepaard met extreme expressies op de
gezichten, extreme gebaren, en schuin botsende lijnen. Al deze middelen (tegenstellingen, botsingen) maken
het verhaal voelbaarder. Het speelt in op de emoties. Dat je heel erg betrokken wordt bij het schilderij en het
inspeelt op je gevoel wordt in de barok heel belangrijk.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
Latere 16e eeuw

! of 23
6
!

Laatste Avondmaal, Tintoretto, 1592-94

Laatste Avondmaal, Da Vinci, 1495/98

Tintoretto schilderde een andere uitwerking van hetzelfde thema als Da Vinci. Als voorloper op de barok, speel
hij met illusies. De tafel is als verlenging van de aanwezige altaartafel van waar het schilderij staat. Het lijkt alsof
de tafel achter de muur als maar door gaat.
Het is een dynamischere voorstelling van De Laatste Avondmaal. De tafel staat diagonaal, dramatisch in het
vlak; er is veel licht-donker contrast. Je hebt het gevoel alsof in zijn schilderij er iets heel ander speelt. Er
gebeuren meer bovennatuurlijke zaken, zoals de figuren in de lucht, die zul je niet in de werkelijkheid zien.

T Mercurius, Giovanni Da Bologna, 1567


Wie is de maker?
Giambologna was een Vlaams beeldhouwer, en n van de belangrijkste
en meest invloedrijke beeldhouwers van de Maniristische stijl.
Wat is het onderwerp?
Een heel dynamisch beeld, ene elegant figuur met een draaiend lichaam.
Da Bologna geeft weer alsof de zwaartekracht niet belangrijk is.
Het is een voorbeeld van de ontwikkelingen van de beeldhouwkunst tijdens
het Manirisme. Beelden worden vrijstaand, ze komen lost van de muur, en
driedimensionaliteit wordt steeds belangrijker. Het was belangrijk dat het
beeld van alle kanten bekeken werd. De Figura Serpentinata is ook in de
beeldhouwkunst duidelijk terug te zien tijdens het Manirisme.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
Latere 16e eeuw, Manirisme

! of 23
7
!

Duitsland, Engeland, Nederland


Er is een tweede crisis, bij de landen die de Rooms-Katholieke kerk de rug toekeren. De reformatie, geleid
door Martin Luther en Calvijn. n van de aanleidingen was dat Martin Luther begin 16e eeuw in Rome was
geweest. De toenmalige Paus wou de grote kerk herbouwen met het geld van kerkelijk bezit. Hij zag dat de
Paus zich omringde met pracht en praal, om op die manier macht uit te stralen.
Calvijn vond dat driedimensionale beelden van heiligen zonde zijn. Binnen de Christelijke kunst is dit een
belangrijk discussiepunt geweest. Wat kan beeldende kunst betekenen voor dit geloof? Wat kan je wel laten
zien, en wat niet? Kan je God de Vader laten zien in menselijk gedaante? Mag dat wel driedimensionaal of
moet het plat?
Op dit moment zeggen bepaalde mensen, zoals Calvijn zelf, dat geschilderde voorstellingen en beelden van de
heiligen zonde zijn.
Kunstenaars raken hierbij de kerk als opdrachtgever kwijt.
Wat moet je dan als iemand als Holbein?
(links)
Zelfportret, Holbein,
1542/43
(rechts)
Darmstadt Madonna,
Holbein, circa 1528

Wie is de maker?
Holbein was een kunstschilder uit Duitsland. Hij werkte in de stijl
van de Noordelijke Renaissance. (rechts) De burgermeester van
Basel geeft Holbein de opdracht om dit altaarstuk te maken. Op
een gegeven moment worden opdrachten voor dit soort werken
niet meer gegeven in Basel. Omdat de opdrachtgevers
verdwenen, zochten sommige kunstenaars een ander
beroep,andere emigreren naar waar meer vraag is. De oplossing
van Holbein was dat hij zich ging richten op een genre van de
schilderkunst waar niemand problemen mee heeft: het
schilderen van portretten (o.a. Erasmus, rechts).

! of 23
8
!

Erasmus heeft in n jaar drie keer gevraagd of Holbein het wilde portretteren. Zo mooi ben ik in werkelijkheid
niet, was een reactie van Erasmus. Hij stuurde portretten op reis (naar o.a. Engeland) als een soort
visitekaartje. Erasmus beveelt Holbein op een gegeven moment aan om naar Engeland te gaan om meer geld
te verdienen. In Engeland gaat hij verder met portretkunst.

T Hendrik Viii, Holbein, Circa 1537


Wat is het onderwerp?
Holbein wordt op een gegeven moment hofschilder van
Hendrik VIII. Hij kreeg meerdere keren de opdracht om een
vrouw voor de koning te zoeken. De koning had geen tijd
om te daten. Holbein werd als een soort fotograaf op reis
gestuurd om Anna van Kleef te portretteren. Toen Holbein
terug in Engeland kwam en het portret aan Hendrik liet
zien, wou hij meteen met Anna trouwen. Maar toen hij haar
voor het eerst in werkelijkheid zag, zei hij dat ze leek op een
Vlaamse Merrie. Ze trouwde wel, maar waren na een half
jaar gescheiden. Holbein was daarna (mogelijk) ontslagen.

In hoeverre is het dan echt een portret? Maakte Holbein de


werkelijkheid mooier dan het was?

In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?


Noordelijke Renaissance

Anna van Kleef, Holbein, circa 1539

! of 23
9
!

Schilders gaan dus op zoek naar alternatieven en gaan zich toeleggen op onderwerpen die voor een deel al
bestaan, maar niet als zelfstandig genre. Zo ontstaan het genre schilderkunst: schilderen van portretten. Het
bestaat al langer en de kerk heeft er geen problemen mee. Op deze manier ontstaan nieuwe genres, en
nieuwe mogelijkheden in de schilderkunst. Eventueel een positief gevolg van de reformatie.

! of 23
10
!

Een tweede genre die ontstaat is landschapschilderkunst.


Landschappen werden daarvoor altijd als achtergrond geschilderd. Het schilderen van een stukje natuur is pas
opstaan in de 16e eeuw. Daarvoor vond men het niet interessant genoeg.

T De Oogst, Pieter Brueghel De Oudere, 1565


Wie is de maker?
Brueghel was een Brabantse kunstschilder. Hij schilderde vaak scenes uit het boerenleven. Hij zou vaak
incognito het platteland hebben bezocht om het boerenleven gade te slaan; vandaar ook zijn bijnaam
boerenbreugel. Hij wordt gezien als de meest volledige landschapsschilder van zijn tijd; niemand anders
schilderde de natuur, in de loop van de seizoenen, zo natuurlijk, krachtig, precies en veelzijdig. Hij maakte geen
foto, geen realistische nabootsing, maar componeerde een landschap en vreemde elementen (rotsen,
water) tot een universeel of kosmisch tafereel.
Wat is het onderwerp?
Dit werk van Breughel kan je beschouwen als een landschap. Maar er speelt zich hier ook iets af. Er zijn
mensen aan het werk op het land, er wordt geslapen, gedronken, geluncht. De titel is De Oogst, dat komt
omdat Breughel hier ook iets van plan was. Hij wou een serie maken met de twaalf maanden van het jaar. Dat
was al een traditie uit het Middeleeuwen, zoals de Getijdenboeken van de Broeders van Limburg. Het was een
middeleeuwse traditie waar mensen vertrouwd mee waren, die je ook ziet in portalen van Gotische kerken.
(Rondom zon portaal worden de twaalf maanden van het jaar verbeeld, het voortgaande cyclus van de tijd).

Hij verdient hier niet iets nieuws, hij sluit aan bij een bestaande traditie. Uiteindelijk zijn niet alle twaalf maanden
uitgevoerd. Wat wel nieuw was, was dat hij het op een groot formaat schilderde, als zelfstandig schilderij. Het
landschap wordt een zelfstandig genre door de natuur ruimte te geven.

! of 23
11
!

Het werd geschilderd voor grote kunstliefhebbers (niet voor de kerk). Hij werd ook wel boeren Breughel
genoemd. Hij introduceert de burenpummel (geen elegant figuur).

Maar wie vinden dit dan interessant om naar te kijken? De elite en de kunstverzamelaars vonden het
interessant om te kijken naar de mensen die echte mensen zijn, de menselijke natuur. Hij werd ook wel Pieter
de Drol genoemd, omdat hij grappig was. Hij bracht de humor er een beetje in.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
Noordelijke Renaissance

! of 23
12
!

T Christus In Het Huis Van Maria En Martha, Pieter Aertsen, 1553


Wie is de maker?
Pieter Aertsen (1508-1509 - aldaar, 1575) was een Nederlands kunstschilder.
Wat is het onderwerp?
Een verbeelding van een immense verzameling van stil leven (dode spullen). Ondertussen is het ook een bijbels
tafereel. Er speelt zich nog iets af op de achtergrond, het lijkt alsof het belang is omgedraaid (stil leven voor
scene achter). Als je de personen uit het schilderij haalt, heb je een echt stil leven over. Emancipatie van
compositie met dode spullen, oftewel het genre stil leven, ontstaat ook in de 16e eeuw.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
Noordelijke Renaissance

! of 23
13
!

T Boerenbruiloft, Pieter Brueghel De Oudere, 1565


Wat is het onderwerp?
Een tafereel uit het dagelijkse leven (althans, zo lijkt het). Het is niet gebaseerd op een verhaal. Anonieme,
gewone mensen spelen de hoofdrol.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
Noordelijke Renaissance

De nieuwe genres die ontstaan in de 16e eeuw als gevolg van de reformatie zijn belangrijk voor de stap naar
de 17e eeuw Hollandse schilderkunst.

! of 23
14
!

T Stilleven, Willem Kalf, Circa. 1653


Wie is de maker?
Willem Kalf (1619-1693) was een Nederlands
kunstschilder. Hij schilderde keukeninterieurs en
taferelen in en rond het boerenbedrijf, maar hij is
vooral bekend geworden door zijn stillevens.
Voorwerpen in zijn stillevens zijn van een
verbluffende detaillering. Algemeen wordt hij
beschouwd als de belangrijkste schilder van
stillevens in de 17e eeuw.
Wat is het onderwerp?
Een stilleven. Tegenwoordig moeten we iconografisch nadenken of de voorwerpen op dit schilderij een
betekenis hebben, of dat ze simpelweg geplaatst waren voor een interessante compositie.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
17e eeuw, barok

T Het Korenveld, Jacob Van Ruisdael


Wie is de maker?
Jacob van Ruisdael (1628 of 1628 - ca. 1682) was een NoordNederlands schilder, tekenaar en etser, bekend van zijn
landschappen en zeezichten.
Wat is het onderwerp?
Een landschapschildering.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk
gemaakt?
17e eeuw

! of 23
15
!

T De Nachtwacht, Rembrandt Van Rijn, 1642


Wie is de maker?
Rembrandt van Rijn (1606 of 1607-1669) was een Nederlands kunstschilder. Hij wordt beschouwd als een van
de belangrijkste Hollandse meesters van de 17e eeuw. Zijn bekendste werk is De Nachtwacht. Zijn werk
behoort tot de barok, en hij is zichtbaar benvloed door het Caravaggisme, alhoewel hij nooit in Itali is
geweest. Zijn opmerkelijke beheersing van het spel met licht en donker, waarbij hij vaak scherpe contrasten
(clair-obscur) neerzette om zo de toeschouwer de voorstelling binnen te voeren, leidde tot levendige scenes
vol dramatiek.

Rembrandt beschouwde zichzelf vooral als een historie- en portretschilder. Hij was een zelfverzekerde man die
in alle levensfasen door iedereen bewonderde zelfportretten maakte.
Wat is het onderwerp?
Een groepsportret. Het bekendste schilderij en meestwerk van Rembrandt van Rijn. Dit werk, een
schuttersstuk, werd door een compagnie uit het schuttersgilde als groepsportret besteld.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
17e eeuw, Barok

! of 23
16
!

Met het ontstaan van de drie nieuwe genres,


I.

(Groeps-) portretten

II.

Stilleven

III. Landschapsschilderijen

Ontstaan theorien over waar de kunstenaar zich het beste mee bezig kan houden. Dit was bepalend over
hoe het werk gewaardeerd werd. Als je portretten schilderde, verdiende je meer waardering dan als je
bijvoorbeeld stil leven schildert, er was hirarchie. De absolute nummer n was de historieschilderkunst.
Een historiestuk is een tafereel wat altijd gebaseerd is op een schriftelijke bron.
I.

Alle altaarstukken, bijbelse stukken

II.

Klassieke mythologie

III. De (Klassieke) geschiedenis


Er zijn verschillende redenen dat historiestukken bovenaan de hirarchie stonden:
De schilder van een historiestuk moest een alleskunner zijn.
Een historiestuk verenigd alles in zich, het is een tafereel waar mensen een hoofdrol in spelen. Je moest dus
goede koppen kunnen schilderen (portret), gecombineerd met een goed landschap en voorwerpen
(stilleven).
Hij moest belezen zijn. En dat wat hij las, moest hij kunnen omzetten in n beeld. Hij beschikte over
verbeeldingskracht.
Hij moest hartstochten weten te treffen. Niet zo zeer als toeschouwer, maar door middel van
gelaatsuitdrukkingen houdingen en gebaren moest hij een verhaal kunnen vertellen. Hij moest laten zien wat
de personages op dat moment meemaken, wat hun gevoel was en wat er speelde.
En in historiestukken zit vaak een diepere betekenis. Er wordt een moraal uitgedragen. Ze werden vaak ook op
grote doeken geschilderd.
Als je bijvoorbeeld een landscha schildert, wordt er minder van je gevraagd dan bij historiestukken. De
hirarchie is als volgt:
I.

historiestuk

II.

portret

III. landschap
IV. stilleven
V.

genre

De kunst krijgt hiermee een meer academische status. Er wordt over nagedacht en gediscussieerd.

! of 23
17
!

Rembrandt, bijvoorbeeld, wou alleen historieschilder zijn, maar hij had de gelegenheid niet. De historiestuk is
heel erg afhankelijk van opdrachtgevers (kerk of staat). Ze werden op monumentale doeken geschilderd en het
was in de praktijk niet de bedoeling dat de schilder zelf historiestukken zonder opdracht ging schilderen.
Als je inzoomt op Nederland in de 17e eeuw, is er geen kerk als opdrachtgever, door de reformatie. Maar er
was ook geen vorstenhuis in Nederland. Het was lastig om een opdrachtgever te vinden voor een schilder met
ambitie. Daardoor werd het schilderen van lagere genres gebruikelijker.
Handelaren kochten kunst in grote hoeveelheden. Hun huizen zaten vol met kunst. Ze gaven soms ook
opdrachten, maar ze hadden geen humanistische achtergrond, omdat ze daar zelf niet in waren opgegroeid.
Ze wisten niets over zon Danae en Zeus fenomeen. Ze wouden juist voorstellingen die dichtbij hunzelf
stonden. De praktijk werd anders doordat de opdrachtgevers andere behoeften hadden.

! of 23
18
!

Holland, 17e eeuw. The Mirror of Nature (De Visie van Gombrich).
Gombrich noemt schilderijen uit 17e eeuws Nederland spiegels van de zichtbare werkelijkheid. Hij kijkt naar
de voorstellingen uit de 17e eeuw en zegt, dit zijn kunstenaars, zoals Jan Steen, die schilderen wat ze zagen.
Details, stofuitdrukking en het spel van licht waren allemaal belangrijke elementen. De schilderijen worden
beschouwd als een fotografisch beeld. Als je meer wilt weten over wat mensen droegen- of hoe hun huis er
uit zag, moet je kijken naar dit soort schilderijen.
Maar wij weten inmiddels dat het niet een exact fotografisch beeld is. Het zijn schilderijen die in het atelier
gecomponeerd waren, samengesteld door de kunstenaar. De spiegel van de werkelijkheid is een goede titel
wat betreft de details.

! of 23
19
!

T Gezicht Op Delft, Johannes Vermeer, 1660


Wie is de maker?
Johannes Vermeer (1632-1675) is een van de beroemdste Nederlandse kunstschilders uit de Gouden Eeuw.
Hij werd in de 19e eeuw de Sfinx van Delft genoemd omdat er zo weinig details over zijn leven bekend waren.
Vermeer had bovendien een voorkeur voor tijdloze, ingetogen momenten. Hij blijft raadselachtig vanwege
onnavolgbare kleurstellingen en het verbijsterende lichtgehalte. Vermeer schilderijen, meestal genrestukken en
een paar historiestukken, allegorien en stadsgezichten, onderscheiden zich door een subtiel kleurgebruik en
een ideale compositie.
Wat is het onderwerp?
Het lijkt alsof het een fotografisch beeld is van de werkelijkheid. Maar de manier waarop Vermeer het bij elkaar
heeft gezet klopte niet. Het was geen weerspiegeling. Maar v oor de tijdgenoot was het anders. Wij hebben
andere criteria. Wij kennen de fotografie en de film, maar toen was het overtuigend.

Ook dit schilderij is in Vermeer zijn atelier gecomponeerd. Vermeer heeft wel rondgelopen in Delft en studies
gemaakt, maar dat is hij later in zijn atelier gaan breien tot een goed schilderij. Het is een atelierstuk, dit geeft
aan dat de kunstenaar het zelf in elkaar heeft gezet.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
17e eeuw, Nederlandse barok

! of 23
20
!

T Het Toneel Van De Wereld, Jan Steen, 1674


Soms ook een diepere betekenis in het schilderij. Soms zijn dit soort voorstellingen niet alleen dat wat we zien,
maar zit er soms ook een laag onder.
Wie is de maker?
Jan Steen (1625 of 1626-1679) was een kunstschilder uit Nederland in de 17e eeuw, de tijd van de
Nederlandse barokke schilderkunst. Zijn werk is van ongelijke kwaliteit, maar mensenkennis, humor en
uitbundig kleurgebruik zijn belangrijke kenmerken van zijn werk.
Wat is het onderwerp?
Jan Steen had zijn eigen herberg. Dit is een voorstelling van een huishouden van Jan Steen. Oesters
(aphrodisiac) worden volop gegeten, iedereen vermaakt zich op een bepaalde manier- totdat je iets opvalt in
de gordijnen bovenin het schilderij. Er ligt een bellenblazend jongetje op zijn buik, met een bakje zeep en een
schedel naast hem. Waarom ligt die schedel daar? Is dat symbolisch bedoelt? Het is onmiskenbaar een
verwijzing naar de dood. Bellenblazen is een verwijzing naar de Latijnse spreuk: Homo Bulla. De mens is als
een (zeep)bel. Het is er even, pats, het spat uit een. Het zal nooit eeuwen duren.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
17e eeuw, Nederlandse barok

! of 23
21
!

Dit soort iconografische betekenissen konden we ontdekken dankzij


emblemen. Emblematische literatuur was ontzettend populair in de
17e eeuw. Je kon boekjes kopen met op iedere pagina een embleem.
Het embleem had altijd drie elementen: een plaatje, motto, en
verklarend onderschrift, het liefst in rijmvorm als een versje. Het doel
was lering en vermaak, en het had vaak iets dubbelzinnigs. Het
gedachtegoed wat hiermee werd overgedragen waren mensen mee
vertrouwt. Praatje + plaatje = educatieve waarde.
In de loop van de jaren 60 gaat men onderzoek doen naar deze
bundeltjes van emblemen. Men komt erachter dat heel veel
onderwerpen in die emblemen naar voren komen in beeldende kunst.
De emblemen helpen je om in de gedachtenwereld van de 16e en 17e
eeuw te kruipen.
Het bestuderen van iets anders, in dit geval literatuur; heeft de sleutel
gevormd tot een andere visie van de 17e eeuwse genrestukken, en
later ook andere genres. In de jaren 70 is het onderzoek begonnen. Er
ontstonden dikke catalogussen om schilderijen te helpen interpreteren.
Men was daar heel enthousiast over, maar sloeg ook wel door. Op een gegeven moment konden ze niet meer
normaal kijken naar het werk; ze zochten altijd diepere betekenissen, ook waneer die er misschien niet
waren.

De tijdgenoot van Jan Steen zag bijvoorbeeld in het schilderij


een duidelijke boodschap dankzij het bellenblazende jongetje.
Ze zagen direct dat dit niet de spiegel van de werkelijkheid
was; maar een toneelstukje. Je bent er even, je doet je ding, je
speelt je rol, en op een gegeven moment is het afgelopen. Het
zijn personages, geen personen. Vaak met een soort
komedianten kleding. Kleding om duidelijk te maken wat voor
typetjes het zijn. Daarom moeten we deze schilderijen niet
meteen beschouwen als een fotografisch beeld van wat men
droeg, of hoe zo een herberg er uit zag.

! of 23
22
!

T Huwelijksportret Isaac Massa En Beatrix Van Der Laan, Frans Hals, Circa 1622
Wie is de maker?
Frans Hals (1583-1666) geldt als n van de belangrijkste Oude Hollandse Meesters. Hij werkte zijn hele leven
in Haarlem en hij werd vooral bekend door zijn levendige en kleurrijke schuttersstukken en afbeeldingen van
tijdgenoten.
Wat is het onderwerp?
Een vrolijk lachend stel, dat vertrouwd dicht bij elkaar zit. Het was in die tijd ongewoon om zo samen te
poseren. De vriendschap met de schilder en de feestelijke aanleiding voor het portret het stel trouwde in april
1622 maakten dit mogelijk. Het schilderij vertelt dan ook over liefde en trouw, met een liefdestuin rechts en
een distel met de bijnaam mannentrouw links.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
17e eeuw, Nederlandse barok

! of 23
23
!

KUNST TOT 1900


IV. Barok in Itali (en een intro op Frankrijk)
1600-1750 Barok in Itali en Frankrijk
De term Barok roept een beeld op van een bepaalde stijl. Maar de term is niet een aanduiding voor n
uniforme stijl.
De term Barok is ontstaan om kunst en architectuur aan te duiden. In de 18e eeuw is men de term gaan
gebruiken als kritiek. Men vond dat de stijl van de Barok irrationeel was, en tegen de regels in ging.
Gombrich benadrukt dat hij het belangrijk vindt dat we komen in een periode dat je verschillende visies ziet.

! of 25
1
!

DE ARCHITECTUUR
T Sta. Agnese, Rome, 1653
Een voorbeeld van architectuur dat past
bij het beeld dat we hebben van Barok.
Wat opvalt bij deze kerk is dat de
faade niet n rustig vlak is, maar
speels is met licht-donker contrast. Er
zijn heel veel ronde lijnen, en er is een
enorme overdaad aanwezig.

T Versailles, Circa. 1680


De Franse Barok is veel strakker en
letterlijk rechtlijnig met de nadruk op
horizontale en verticale lijnen.
In Frankrijk vonden ze de golvende
vormen van de Italiaanse Barok niks.

Stadhuis, Jacob Van Campen,

Amsterdam, 1648
Een voorbeeld van Classicistische
Barok.
Classicistische Barok is genspireerd op
klassieke Griekse tempels. Het is heel
rechtlijnig en heeft een bepaalde
helderheid.

! of 25
2
!

DE SCHILDERKUNST
In de schilderkunst is ook veel diversiteit te zien tijdens de Barok.

T Leeuwenjacht, Rubens, Circa. 1612


Wie is de maker?
Peter Rubens (1577-1640) was een Vlaamse barokschilder. Zijn stijl benadrukte beweging, kleur en
sensualiteit. Hij staat bekend om zijn contra-reformatie altaarstukken, portretten, landschappen en
historiestukken van mythologische en allegorische onderwerpen.
Wat is het onderwerp?
Dit schilderij beantwoord het beeld wat veel mensen hebben bij de Barok. Er is een groot contrast tussen de
licht-donker partijen. De lichte partijen zijn enorm uitgelicht en de donkere partijen zitten enorm in de schaduw.
Hij maakt gebruik van een diagonale compositie en diagonale lijnen. Het is een asymmetrische compositie.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
17e eeuw, Vlaamse Barok

! of 25
3
!

T Triomf Van Amfitrite, Poussin


Wie is de maker?
Nicolas Poussin (1594-1665) was een van de belangrijkste schilder van de Franse Klassieke Barok stijl. Zijn
werk wordt gekarakteriseerd door duidelijkheid, logica en orde, en zijn voorkeur voor lijnen over kleur. Meeste
schilderijen van Poussin zijn historiestukken met religieuze of mythologische onderwerpen waarin het
landschap een belangrijk element is. Hij heeft in Rome gewerkt voor belangrijke verzamelaars maar toen
Kardinaal Richelieu hem bevel gaf terug te komen naar Frankrijk diende hij als Eerste Schilder van de Koning.
Wat is het onderwerp?
In tegenstelling tot de Leeuwenjacht van Rubens is dit schilderij symmetrisch. De prominente lijnen zijn
horizontaal. Het schilderij is duidelijker dan dat van Rubens. Zijn schilderij oogt vager. Dit heeft te maken
met de penseelstreek die Rubens koos voor zijn schilderij.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
17e eeuw, Franse Barok

! of 25
4
!

Maar het is niet zo dat alleen op internationaal grond verschillen te zien zijn. Als je inzoomt op Itali, zien we
daar ook enorme contrasten binnen het land.

Bewening Van Christus, Carracci, Circa 1600


Bij de schilderijen van Carracci komt het woord idealisering heel sterk naar voren. Deze verbeelding van Maria
met haar zoon die net van het kruis is gehaald, zou er in de werkelijkheid anders uit zien. Het kijken naar de
Klassieke Oudheid als schoonheidsideaal is nog steeds prominent in de Barok.

! of 25
5
!

T Ongelovige Thomas, Caravaggio, Circa. 1600


Wie is de maker?
Caravaggio (1572-1610) was een Italiaanse schilder, voornamelijk actief in Rome. Zijn schilderijen combineren
*naturalisme, een realistische observatie van menselijkheid, fysiek en emotioneel, met een dramatisch gebruik
van licht. Ook Caravaggio maakte studies van de Klassieke Oudheid, maar maakt uiteindelijk andere keuzes
dan bijvoorbeeld Carracci.

*naturalisme: aandacht voor hoe het in de werkelijkheid kon zijn.


Wat is het onderwerp?
Verbeelding van het verhaal van ongelovige Thomas. Christus die opgestaan is uit de dood, verschijnt in 40
dagen voordat de hemelvaart er is een aantal keer voor verschillende mensen. Thomas gelooft niet dat Jezus
is opgestaan uit de dood. Christus gaat voor hem staan, en zegt: steek je vinger in mijn wond en geloof.
Dit onderwerp is vaker uitgebeeld. Maar in dit bijbels tafereel beeld Caravaggio een scene uit zoals die in
werkelijkheid er uit zou kunnen zien. Het zijn gewone, vrij eenvoudige, volksmensen, met kapotte kleding.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
17e eeuw, Italiaanse Barok

! of 25
6
!

Maar er zijn niet alleen grote contrasten tijdens de Barok. Er zijn ook overeenkomsten. Niet qua vorm, maar
overeenkomsten van ideen over de functie van kunst.
Er zijn twee prominente opdrachtgevers tijdens de Barok. De Katholieke Kerk, die met de contra-reformatie
het ware geloof wil overbrengen, en vorsten als Lodewijk XIV van Frankrijk.
Beide opdrachtgevers zetten kunst in als propagandamiddel om macht uit te stralen, om mensen ergens van
te overtuigen. Maar de manier waarop Lodewijk XIV dit doet, is anders, nieuw, typisch voor de Barok.

! of 25
7
!

Itali
De paus als grote opdrachtgever.
n van de opdrachten die op een gegeven moment gegeven werd in de tweede helft van de 17e eeuw, was
door paus Aleksander de Zevende; hij wou een plein bij de Vaticaan hebben. Hij gaf de opdracht om dit plein
te ontwerpen aan Bernini.
Bernini (1598-1689) was een Italiaanse architect, beeldhouwer, schilder, toneelschrijver (en decors), schrijver,
musicus, oftewel een homo universalis uit de Italiaanse Barok. Hij verenigde architectuur en beeldhouwkunst
op een expressieve manier met elkaar.

Zelfportret, Bernini

! of 25
8
!

T Ontwerp St. Pietersplein, Bernini, Circa. 1660


Aansluitend op de brede faade van de St. Pieter heeft
Bernini een trapeziumvorm afgebakend wat vervolgens
overgaat in een cirkel die hij uit elkaar heeft getrokken.
In het middel van het ovaal staat een obelisk (die daar al
stond, maar nu mooi en centraal in het ovaal). Het hele
ontwerp lijkt net een sleutelgat.
Bernini kiest voor een trapezium, en niet een gewone
rechthoek, omdat als je iets schuiner zet, het rechter
lijkt. Een optische illusie.
Het is allemaal ongelofelijk groot, als hij een rechthoek
had gekozen zou het lijken alsof de lijnen naar elkaar
toegaan. Als je nu op het plein komt, lijkt het alsof het
recht is.

Spelen met *optische illusies is een belangrijk algemeen kenmerk van de Barok.
*optische illusies: Het anders laten lijken dan het is.

! of 25
9
!

Een tweede belangrijke kenmerk van de Barok is aandacht voor de eenheid tussen het gebouw en de
omgeving. Je ziet in de Barok, meer dan daarvoor, dat de kerk en de omgeving mooi op elkaar moeten
aansluiten. Het aanleggen van pleinen hoort dus heel erg bij deze periode.
Daarbij het idee om de stad te verbouwen zodat het leidt naar de kerk. Het is een effect van de contrareformatie (gebeurt al in de 16e eeuw). De Kerk is gezuiverd, herboren, en probeert mensen weer naar zich toe
te trekken. Kunst werd ingezet om dit te doen (propaganda). Je bent daar, en je wordt vanzelf geleid naar de
kerk, en dan kom je op het St. Pietersplein, en wordt je omarmd door de armen van de Paus. Of zoals Bernini
het zelf heeft gezegd, De Omhelzende Moeder-Armen.

! of 25
10
!

Sta Agnese, Borromini, Rome,

1653-55

T Interieur Sta Agnese, Rome

T Plattegrond Sta Agnese, Rome

! of 25
11
!

Wie is de maker?
Borromini (1599-1667) was een prominent en invloedrijk architect tijdens de Barok.
Sta Agnese
De Barok gaat ook over inspiratie uit de Klassieke Oudheid. We vinden dezelfde Klassieke ornamenten terug,
maar op een andere manier toegepast. Het wordt overdadiger.

Italiaanse Barok: Theatraal, overweldigend, veel.

Er zijn niet alleen maar rechte lijnen, maar ook diepteniveaus, het vooruit en achteruit springen. Dramatiek,
spel van licht en zware schaduwpartijen zijn prominent. Het gaat niet om verschillende ornamenten, maar om
het overweldigende effect van het geheel. Je wordt vanzelf geleidt naar het dramatisch geheel.
Sta Agnese, Interieur
Binnen het gebouw gaat het spel van het geheel door. We moeten overweldigd en overtuigd worden. Binnen is
het een en al decoratie en overdaad om het effect van het geheel te creren. Plafondschilderijen en
beeldhouwwerk zijn op zichzelf niet iets nieuws, maar in de Barok is het een belangrijk idee dat het gaat om
een samenspel van architectuur-beeldhouwkunst-schilderkunst. Het gaat er om dat alles moet passen in de
architectuur voor het effect van het geheel.
Sta Agnese, Plattegrond
Dit plattegrond, centraalbouw, is cirkelvormig en ovaalvormig, met een middelpunt. Vanuit het middelpunt zijn
4 kapellen (3 + de ingang). Er is voor gekozen om die kapellen breed te houden. Waar je ook staat en hoe je,
je ook omdraait; je ziet alles in het gebouw van ieder punt.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
17e eeuw, Italiaanse Barok

Plattegrond Il Gesu, Rome, circa 1570

Er zijn ook kerken gebouwd waarvan je denkt dat is meer traditioneel,


o.a. de kruisvormige ontwerpen. Maar in daar kun je ook in variren. In dit
plattegrond is het dwarsschip kort gehouden. Er was voorkeur om het
middenschip breed te houden.

! of 25
12
!

Plafond Il Gesu, Rome, circa 1670 23

In de decoratie van de kerk lijkt het net alsof, waar je


naartoe kijkt, oneindig is. *optische illusies,
*samenspel. Je bent niet slechts een toeschouwer,
maar je moet betrokken worden naar wat er te zien
is. De contra-reformatie willen laten zien dat het
geloof iets is wat zich heel direct kan openbaren.
Dit effect is mogelijk dankzij lineair perspectief.

! of 25
13
!

San Ignazio, Rome

(links) Plafond, San Ignazio, Rome


(rechts) Koepel, San Ignazio, Rome

! of 25
14
!

San Ignazio, Rome


De San Ignazio lijkt qua plattegrond op de plattegrond van Il Gesu. Het is kruisvormig, de dwarsschip is
kroeghouder en het heeft een breed middenschip. Het gaat ook over *optische illusies. Het plafond is enorm
beschilderd. Als je in de ruimte staat, weet je niet meer zo goed wat cht, en wat illusie is. Dat is de
voorwaarde van het lineair perspectief.
De architectuur is zo geschilderd dat het een voortzetting is van de echte architectuur. Maar de *optische illusie
werkt alleen wanneer het gezien wordt vanaf n bepaald punt. Er staat ergens in de kerk een kopere cirkel,
en vanuit daaruit heeft de kunstenaar de perspectieflijnen en het verdwijnpunt uitgezet. Iets oneindig laten zien,
terwijl dat dus absoluut niet zo is in de werkelijkheid.
De koepel lijkt echt, maar is nep.

! of 25
15
!

Cornarokapel, Bernini, St. Maria Della Vittoria, Rome,

Circa. 1640
Een privkapel van de familie Cornaro. Zij hebben opdracht
gegeven aan Bernini om de kapel te decoreren conform het
idee van de Barok. Het is een brede en ondiepe kapel. Er zit
een *optisch spel in de plafondschildering. Links en rechts
zijn theaterloges te zien, Bernini was overigens ook bezig
met theater, met de leden van de familie Cornaro, die kijken
en discuteren over wat er bij de altaar gebeurt (T rechts).
Bernini gebruikt voor de theaterloges verschillende kleuren
marmer en een ondiep relif waarmee hij speelt met
*optische illusies. Je krijgt het idee dat er een enorme ruimte
achter zit.

! of 25
16
!

T Cornarokapel, Bernini, Extase Van De Hl Theresia, Circa 1650-29


In het middel van de altaar zit het topstuk. De visioen van de heilige Theresia. Het is een verbeelding van n
van de vele, mystieke ervaringen van Theresa; toen zij leefde, heeft zij allerlei mystieke visoenen gekregen en
opgeschreven. n van de visioenen is hier letterlijk uitgebeeld. Een engel (soort Cupido) komt naar haar toe
met een gouden pijl in zijn hand, pakt haar op, en steekt de gouden pijl in haar. Ze is in extase van wat er
gebeurt. Ik stond geheel in vlammen door de vurige liefde, zei ze letterlijk in haar geschrift. Die vurigheid heeft
Bernini uitgebeeld door de textuur van de stof van haar gewaad.
Theresa is helemaal in trans; hellingen in trans was een populair onderwerp tijdens de contra-reformatie,
omdat het laat zien dat het ware geloof iets is wat je heel direct zelf kunt ervaren.
Dit beeld is heel emotioneel dankzij de houding en gelaatsuitdrukking. Interesse in het gevoelsleven van de
mens wordt gewild, en de kunstenaars gaan nadenken hoe ze dit kunnen uitbeelden.

! of 25
17
!

De Dood Van De Hl. Ludovica Albertoni, Bernini, 1674 Altieri Kapel, San Francesco A Ripa, Rome
Dit beeld, wat staat in een kruisvormige kerk, in het middelschip richting het altaar; is een visioen van Ludovica
Albertoni over hoe ze sterft. Ze heeft koorts, en ervaart een bovenaardse ervaring.
Hier is goed te zien wat Bernini zo goed doet met marmer. Je ziet helemaal niet meer dat het keihard steen is;
het lijkt op een zacht kussen. Het licht-donker spel is essentieel, en eenheid met de ruimte waar je in staat.
Om het beeld zijn echte ramen, waar het licht door schijnt en op het beeld land.

! of 25
18
!

Anima Dannata, Bernini, 1619


Een zelfportret van Bernini. Hij maakte studies van
zichzelf voor gelaatsexpressies. In de Barok is er een
voorkeur voor het extreme. Dat is ook te zien in het
werk van Poussin, of het beeld van Bernini, David:

T David, Bernini, 1623/24 H=170 Cm

Bernini probeert zijn beeldhouwkunst ruimtelijker te


maken in relatie met de ruimte waarin het staat. We
moeten er omheen kunnen lopen.
Het verbeeld het verhaal van David, de zoon van een
herder. Hij moest een kudde schapen veilig houden
en verjaagde grote dieren. David hoort bij de koning
van Isral en speelt op zijn lire, wat de koning rustig
maakt. Het leger van de koning is in stijd met de
filistijnen. Uiteindelijk is David zo moedig, dat hij de
reus Goliath met een slinger verslaat.
Bernini heeft gekozen om het meest spannende moment te verbeelden. David staat vlak voor Goliath en je
weet niet hoe het gaat aflopen. De verbeelding van de meest extreme emoties was typisch voor de Barok.

David, Michelangelo

Een ander voorbeeld van een verbeelding van hetzelfde onderwerp is de


David van Michelangelo. Michelangelo koos hier niet voor het meest
spannende moment, maar David staat stevig op zijn voeten. Kalm, krachtig
en vol vertrouwen dat hij de vijand zou kunnen weerstaan.

! of 25
19
!

Pluto En Persephone, Bernini, 1621/22


Pluto, de god van de onderwereld wordt verliefd op
Persephone, die bloemen stond te plukken. Hij weet
niet wat hij moet doen, en ontvoert haar. Ook in dit
beeld zijn de prachtige details van Bernini en de
extreme emoties zichtbaar.

! of 25
20
!

Caravaggio had ook voorkeur voor het meest dramatische of spannendste moment.

T De Maaltijd te Emmas, Carravagio, begin 17de eeuw


Caravaggio verbeeld hier het moment waarop de Emmasgangers zich realiseren met wie zij aan tafel zitten.
Schrikbewegingen en fronsende wenkbrauwen op de voorhoofden van gewone mensen. Door de kapotte
kleding lijkt het schilderij nog plastischer.

! of 25
21
!

De stap naar Frankrijk


In 1665 kreeg Bernini een bericht van Colbert, die in het hof zat van Lodewijk XIV. Per brief kreeg hij de
opdracht om een ontwerp in te sturen voor de oostgevel van het Louvre. Bernini op zn Italiaans, denkt oh
leuk! golvend! en stuurt een ontwerp terug naar het hof.

Eerste Ontwerp Oostgevel Louvre, Bernini, 1665


Lodewijk XIV vind het maar niks. De Fransen zijn een veel strakker type architectuur gewend. Hij krijgt een
tweede bericht met kan je nog iets anders bedenken?. Uiteindelijk is hij uitgenodigd om naar Frankrijk te
komen.

Oostgevel Louvre, Claude Perrault, 1667


Uiteindelijk heeft Bernini geen bijdrage geleverd aan de oostgevel. Het enigste werk van Bernini wat succesvol
was voor de Fransen, was de portret buste van Lodewijk XIV. Hij heeft hier geprobeerd de vorst met een
goddelijke autoriteit uit te beelden. Het oorspronkelijke idee was om Lodewijk XIV op een beeld van de planeet
te zetten. Zelfs de wereld is te klein, om deze vorst te dragen.

! of 25
22
!

Bernini, voorstudie ruiterstandbeeld Lodewijk XIV, 1670


Terracotta, h=76 cm
Na een half jaar is Bernini terug gegaan naar Rome. Daar
heeft hij gewerkt aan het maken van een ruiterstandbeeld
van Lodewijk XIV. Hij heeft alleen een schets van klei
kunnen maken, maar de Fransen vonden het te wild en
dynamisch. Toen hij overleed is de schets in Frankrijk
beland en gebruikt door andere beeldhouwers om het
(aangepaste) ruiterstandbeeld te realiseren.

Bernini/Girardot, Kopie Ruiterstandbeeld Marcus Curtius, Versailles


Frankrijk wou ruiterstandbeelden (van Lodewijk XIV), maar rustigere
exemplaren.

! of 25
23
!

Chteau de Versailles, Pierre Patel, 1668


Maar er zijn ook overeenkomsten tussen de Italiaanse en Franse Barok. Versailles heeft dezelfde kenmerken
als architectuur in Itali. Alles moest een mooie eenheid vormen. Er is een samenspel van architectuur,
omgeving, beeldhouwkunst en schilderkunst. Vanaf het middelpunt is er een patroon van drie lanen.


Paleis van

Versailles, circa
1662-1702

! of 25
24
!

La Chambre du Roi, paleis van Versailles


Het bed was het meest kostbare meubel. Belangrijke ontvangsten werden hier ontvangen om gelijk alle
pronkstukken te laten zien. Lodewijk XIV werd de zonnekoning genoemd. Deze kamer is een goed voorbeeld
van de titel die hij uit straalt, en zou als *propaganda gezien kunnen worden. *overtuiging.

! of 25
25
!

KUNST TOT 1900


V. Barok in Frankrijk II, Rococo en Neoclassicisme

1600-1750

Barok in Frankrijk (en het ontstaan van de Franse kunstacademie)

1730-1770

Rococo (en de strijd tussen Poussinisten en Rubenisten)

1760-1800/20 Neoclassicisme: Invloed van de Verlichting

1600-1750

Barok in Frankrijk (en het ontstaan van de Franse kunstacademie)

Charles le Brun en de Academie Royale de Peinture et de Sculpture


Charles le Brun, begonnen als hofschilder van Lodewijk XIV, werd op een gegeven moment hoofd van de
Manufacture. Hij was de kunstenaar van de meeste gebruiks- en sierontwerpen van Lodewijk XIV. Onder zijn
strenge leiding kwam er een eenheid in alles wat er gemaakt werd.
le Brun en zijn minster Colbert waren ervan overtuigd dat kunst een bepaald effect of functie kan hebben; en
de systematische manier waarop dat gebeurde. Als je kunst wilt inzetten voor een bepaald doel, heb je
schrijvers, dichters, architecten, wetenschappers, etc. nodig. Ter verheerlijking van de grootste daden van de
vorst, (=als hij een veldtocht ging doen, nam hij ook schrijvers en schilders mee).
En wat je ziet gebeuren in Frankrijk, is dat er allemaal staatsinstellingen (=academies) worden geroepen waarin
de verschillende mensen in worden genvesteerd.
*Staatsinstelling (=academie), verschillende instellingen met een band tussen de staat (politiek) en kunst. Om
toegelaten te worden, kreeg je een opdracht waarin je moest laten zien dat je de vorst kon verheerlijken.
Academie Royale de Peinture et de Sculpture
Ontstaan in de tweede helft van de 17e eeuw, onder Lodewijk XIV.
De academie bestond al een kleine 20 jaar daarvoor, maar toen Charles le Brun directeur werd; was het voor
het eerst dat er een opleiding ontstond om schilder of beeldhouwer te worden. Daarvoor ging je in leer bij een
meesterschilder in de praktijk.
Maar het fenomeen in de praktijk verdwijnt niet binnen de academie. Maar als vrije kunstenaar heb ik meer
nodig dan wat de vakkunstenaar nodig heeft. Ik moet over kunst kunnen discussiren.
Er ontstaat een programma dat je een aantal jaar theorievakken volgt; en op een gegeven moment de
academie afsluit met een diploma.
Charles le Brun bedacht het programma met de overtuiging dat er goede en slechte kunst is. Aankomende
kunstenaars worden gevormd; jonge kunstenaars werden opgevoed met de bekende hirarchie van
onderwerpen. (zoals historieschilderkunst).

T Spiegelzaal, Paleis van Versailles


Wat is het onderwerp?
Kunst in dienst van de staat (het Absolutisme) in Frankrijk. Niet een nieuw idee, de Romeinse keizers deden
het ook. Maar de mate waarop het gebeurt (de systematische manier), en de wijze waarop het gebeurt
(streven naar samenspel, gebouw + omgeving, dat alles n geheel is); en dat alles moet inspelen op de
overtuiging van de toeschouwer, behoort uniek tot de Barok, net als het spelen met *optische illusies (de
spiegels). Het gaat over het effect van het geheel, en de samenspelling van disciplines.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
1600-1750 Franse Barok

Nicolas Poussin, Roof van de Sabijnse maagden, 1636-37 155 x 210 cm

T Rubens, Roof van de Sabijnse maagden, 1636 170 x 236 cm.

Nicolas Poussin, Roof van de

*Beschrijving van kunstenaars: zie IV. Barok in Itali (en een intro op Frankrijk).
De manier waarop hetzelfde onderwerp wordt verbeeld door Rubens of Poussin verschilt. Deze twee
kunstenaars worden voorbeelden van zo moet het wel, en zo moet het niet. Charles le Brun introduceert zijn
studenten met het idee, Kijk naar het werk van Poussin, niet naar Rubens of iemand als Titiaan.
Kunstgeschiedenis werd in de academies niet neutraal gegeven.
Poussin verbeeld het moment waarop het feest, de ontvoering van de maagden, gaande is. Het is allemaal
wat rustiger, ordelijker, helderder. Hij gebruikt meer horizontale-diagonale lijnen. In het schilderij van
Rubens zit meer beweging, het is cirkelvormig, en vager. Rubens gebruikt eigentijdse figuren (17e eeuwse
vrouwen). Bij Poussin zijn het nog altijd meer idealen uit de Griekse Oudheid.
Het verschil zit ook in de middelen die de schilder gebruikt. De keuze tussen kleur en lijn.
Bij de lijn word er eerst getekend, waardoor de vorm op slot blijft. Bij kleur is het net als boetseren; de vorm
opbouwen door middel van verschillende kleuren en licht-donker contrast.
Hierdoor ontstaat er een discussiepunt in de academie. De academie is voorstander van de lijn, en de
academie is een machtig instituut. Op het moment dat je niet voldoet aan de academische idealen, is de kans
klein dat je opdrachten krijgt als kunstenaar. Het is niet zomaar een opleidingsinstituut, maar een ongelofelijk
machtig instituut.
De discussie is zo sterk, dat er op een gegeven moment rond 1700 verzet komt binnen de academie zelf. De
strijd tussen de Poussinisten en Rubenisten, of Querelle des Anciens et des Modernes.
Poussinisten (anciens) zijn voorstander van de lijn.
Rubenisten (modern) zijn voorstander van de kleur.
Het gevolg van de stijd is dat de academie even meer vrijheid geeft. De strijd had op die manier effect, dat de
heilige academische regels even los worden gelaten (in de eerste helft van de 18e eeuw). Er ontstaat een
liberale sfeer. Dit gevolg is de Rococo.

1730-1770

Rococo (en de strijd tussen Poussinisten en Rubenisten)

Kunstenaars die niet willen volgen wat de academie voorschrijft (maar o.a. wel binnen de academie aanwezig
waren).
Rococo is een etiket wat mooi te herkennen is als je kijkt naar de architectuur en toegepaste kunst. Maar het
wordt ook gebruikt voor schilderkunst. Men is de term pas later in de 18e eeuw gaan gebruiken, gebruikelijk
uit kritiek. Maar in de tijd zelf sprak men wel over *Rocailles, vormen die genspireerd zijn uit de natuur.
(*Roc = Rots, Coquille = Schelp). De Rococo stijl verspreidde zich snel door o.a. prenten. Voorbeelden van
Rocailles:
- rots

- koraal

- schelp

- spons

- golf

- blad

- schuim
Rococo heeft niets te maken met de Klassieke Oudheid; het haalt haar inspiratie uit de natuur. De kunstenaars
proberen de vorm zo te laten lijken, dat het lijkt alsof de vorm vanzelf zo uit de natuur gegroeid is. Tijdens de
Renaissance is er een onderscheid tussen verschillende onderdelen, maar bij de Rococo ontstaat er n totale
groeibeweging.
Men was vooral genteresseerd in vormen uit de natuur die iets grilligs hebben; het asymmetrische. Soms zijn
de vormen gestileerd, en soms zijn het naturalistische bloemmotieven.
Maar het is ook een term die gebruikt wordt voor de schilderkunst, omdat men daarin dezelfde grilligheid en
beweging tegenkomt.

T Watteau, Vertrek van het eiland Cythera, 1712-17


Wie is de maker?
Watteau (1648-1721) was een Franse kunstschilder. Zijn werk markeerde het begin van een nieuwe stijl in
Frankrijk, de Rococo, die diepgaand verschilde van de zware barokke stil die onder Lodewijk XIV tot
ontwikkeling was gekomen. Het werd lichtzinnig in plaats van pompeus; asymmetrisch in plaats van
symmetrisch; vrouwelijk in plaats van mannelijk, en gericht op Parijs in plaats van Versailles. Hij werd in zijn tijd
gewaardeerd als sociaal kunstenaar; hij schilderde echte mensen.
Wat is het onderwerp?
Watteau wilde lid worden van de academie. Niet als student, hij wou deel zijn van de jury die bepaalde wie in
de prijzen kwam te zitten. Maar lid worden kon alleen maar met een toelatingsstuk, je moest als schilder een
schilderij laten zien.
Met dit schilderij werd Watteau lid van de academie. Het is een bewijsstuk dat de academie losser om ging
met de regels (in feite negeerde). Dit schilderij is namelijk veel meer Rubentiaans. Het is losser geschilderd, het
n gaat over in het ander, schuine, cirkelende lijnen, en als je inzoomt zie je kloddertjes verf in plaats van het
hele egale van Poussin.
Daarbij past het stuk ook niet in de hirarchie van de genres. Hij is vooral beroemd geworden in de *Fte
Galante. (=een genre gecreerd door de academie om Watteau zijn variaties in het thema figuren in kostuum in
een parkachtige omgeving). Dit schilderij speelt zich dus duidelijk af in een parkachtige omgeving, wat
geografisch niet aan te duiden is, de horizon is ook vaag. Mensen zijn prachtig aangekleed in eigentijdse
kleding. Je ziet telkens in Watteau zijn schilderijen hoe mensen zich vermaken in de open lucht.
De titel verwijst nog wel naar de Klassieke Oudheid. Het is het eiland waar Venus uitspoelde, het eiland van de
liefde en schoonheid.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
1730-1770

Rococo

Er ontstaat dus een nieuw etiket. Het hoort niet thuis bij een genrestuk, maar het vindt haar origine in een
traditie wat haar wortels vindt in de liefdestuin van Rubens.

T Rubens, De liefdestuin, circa 1633


Op zn Rubentiaans is het feest en vermaken de mensen in het schilderij zich. Watteau bouwt voort op deze
traditie, en bouwt het uit op zijn eigentijdse figuren.
Maar volgens Gombrich zit er ook iets treurigs in dit deze schilderijen. Bijvoorbeeld bij het Vertrek van het
eiland Cythera; Rechtsonder zit een Cupido op zijn bundel met pijlen. Hij trekt aan de jurk van de dame, alsof
hij zegt opstaan, we moeten vertrekken. Het beeld het moment van het vertrekken uit; alsof Watteau wilt
verwijzen naar de vergankelijkheid van het aardse, dit soort genoegens.

T Boucher, De roof van Europa, circa 1732-34


Wie is de maker?
Francois Boucher (1703-1770) was een rococo-schilder uit de Franse academie. Hij staat bekend door zijn
lieflijke, zoete schilderijen met sensuele ondertonen. Hij behoorde tot de belangrijkste vertegenwoordigers van
de Franse rococo.
Wat is het onderwerp?
Dit historiestuk is genspireerd uit een verhaal van de Klassieke Mythologie. Zeus wordt verliefd op Europa, en
bedenkt hoe hij er voor zorgt dat ze van hem wordt. Hij veranderd in een stier en zoekt haar op. Boucher
verbeeld hier de verleidingsscene uit. In de Barok is dit verhaal ook inspiratie geweest voor kunstenaars, maar
toen werd het meest spannende moment uitgebeeld, niet het meest sensuele.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
1730-1770

Rococo

T Fragonard, De schommel, 1766


Wie is de maker?
Fragonard (1732-1806) was een Frans schilder,
tekenaar en etser. Zijn zin voor het thema erotiek
heeft veel gemeen met die van Boucher; maar zijn
stijl en kleurgebruik staan sterk onder de invloed van
Rubens.
Wat is het onderwerp?
Het speelt zich af in een parkachtige omgeving;
waarbij de bomen ook een soort levende wezens
worden. Het is ondeugend, ze wordt geschommeld,
schopt haar muiltje uit, dat dankzij de cirkelende
lijnen leidt naar het beeld aan de linker kant die
fluistert, als een gebaar van samenzwering; omdat
er een zeker iemand gepositioneerd zit om onder
haar rok te kijken.

In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?


1730-1770

Rococo

1760-1800/20 Neoclassicisme: Invloed van de Verlichting


Maar dan zijn er steeds meer mensen die zeggen dat de rococo onnatuurlijk, absurd is. Het moet afgelopen
zijn met de aanstellingen van de rococo. Dit is het ontstaan van het neoclassicisme.
Vanaf de tweede helft van de 18e eeuw, rond 1700, komen er andere ideen over wat goede kunst is. Men
begon te verlangen naar dat wat de academie eerder had bedacht; die regels moeten zo snel mogelijk
hersteld worden. Er ontstaat belangrijke kritiek op de Rococo (en Barok); dat het kunst is wat alleen bedoeld is
om in te spelen op het gevoel. Want daar tegenover stond inspelen op het verstand, het ratio.
Waar we in de Rococo veel ronde lijnen zien, zien we in het neoclassicisme rechte lijnen. Tegenover de vrije
taferelen van de Rococo; staat een serieus schilderij van het neoclassicisme.
De Verlichting had gevolgen voor de kunst. Er ontstond een optimistisch vooruitgangsgeloof. Iedereen is in
principe gelijk; durf te weten, en heb de moed je verstand te gebruiken. Met de moed van kennis kan je zelf
oordelen hebben, en kan je jezelf beter mens maken.
Beeldende kunst krijgt een belangrijke rol in deze Verlichte denkers. Je kan van schilderijen iets leren; en jezelf
beter maken. Kunst krijgt een educatieve functie. Er ontstaat afstand, waardoor je, je verstand kunt
gebruiken.
De Deugden Prikkelen en de Ondeugden Bestrijden.
Er ontstaan collecties, die net zo goed bedoeld zijn voor niet-kunstenaars om te leren van kunstwerken.
In het neoclassicisme is er een voorkeur om iets te pakken uit de (Klassieke) geschiedenis, niet zo zeer
mythologie.

T Greuze, De dorpsbruid, circa 1761


Wie is de maker?
Greuze (1725-1805) was een Frans kunstschilder van voornamelijk genrestukken.
Wat is het onderwerp?
Dit schilderij is niet genspireerd op een schriftelijke bron. Het zijn gewone mensen, want dit zijn ook de
mensen die je als schilder wilt aanspreken. De oudste dochter van het gezin gaat trouwen. Het moraal is
reclame voor het huwelijk. Er zit ook beeldrijm in; wat gebruikelijk was voor de periode. Met de kippen speelt
hetzelfde verhaal zich af; er is een moeder kip met kuikentjes, en n kuikentje gaat het nest verlaten.
Maar er is ook een zakelijke kant. Dit werk is tentoongesteld in de jaren 60 van de 18e eeuw, in Parijs. Het is
het moment waarop de vader de bruid van de bruidsschat geeft aan de bruidegom. Het loont om te trouwen.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
1760-1800/20 Neoclassicisme

Maar er is ook een andere tendens. Het heeft te maken met het land waar je naar kijkt.
Het moraal kan ook verpakt zijn in een Klassiek jasje. Door middel van taferelen die de toeschouwer brengen
naar een ander land en tijd. Het idee is dat je er voor moet zorgen dat er *afstand is; Aan de ene kant wordt er
gezegd dat je, je moet identificeren, maar aan de andere kant zeggen ze afstand doet wonderen.

T David, Eed der Horatii, 1784, 330 x 425 cm, Louvre


Wie is de maker?
David (1748-1825) was een Frans kunstschilder van nuchtere historiestukken en portretten. Hij was de
leidende figuur van het neoclassicisme en benvloedde veel 19e-eeuwse Franse schilders.
David haalde zijn onderwerpen uit Klassieke bronnen. Hij weigerde echter om de Klassieke kunst te kopiren
en koos er voor om zijn talent en de vormen van de Klassieke kunst te gebruiken voor revolutionaire ideen,
propagandistische doeleinden en om de waarden van patriottisme en de democratie te prijzen.
Wat is het onderwerp?
Geschilderd op de vooravond van de Franse Revolutie, in opdracht van Lodewijk XVI. Hij grijpt terug naar de
historieschilderkunst en de hirarchie van onderwerpen begint weer bestaan.

Een verbeelding van de oneindige strijd tussen Rome en Alba. Om uiteindelijk te besluiten wie er gewonnen
heeft; laten beide partijen drie vertegenwoordigers vechten tegen drie vertegenwoordigers van de ander. Het
moment wat David laat zien, is het moment waarop zij zweren dat ze zullen vechten en desnoods zullen
sterven voor hun vaderland.
Het zijn krachtige mannen, die alleen maar krachtiger worden door de verbeelding van slappe vrouwen naast
hun. Een van de zussen van Horatii is verloofd met n van de mannen die meevecht.
Het moraal (deugd die wordt geprikkeld) is vaderlandsliefde (is belangrijker dan trouw aan je familie). Moed en
vastberadenheid etc. zijn belangrijke deugden in die tijd in Frankrijk.
Het schilderij is in alle opzichten a la Poussin. David gaat uit van de lijn, helderheid, en alles wat op het
schilderij staat heeft een functie in het vertellen van het verhaal (geen sierlijke rococo-achtige bloembakken).
De lijn wordt geassocieerd met het verstand (=beheerst met het verstand de vorm op het papier zet), terwijl als
je werkt a la Rubens; ben je meer gevoelsmatig aan het schilderen.
In welke kunsthistorische periode/stijl is het werk gemaakt?
1760-1800/20 Neoclassicisme

Er ontstaat weer dat terugkijken naar de Klassieke Oudheid, het wordt weer de bron van inspiratie. Het gaat
over de nobele eenvoud en kalme grootsheid. Er werd gekeken naar de Klassieke Oudheid en de eenvouw
sprak men meer aan dan de extravagante vormen van de Rococo en Barok.
Maar het is niet alleen de smaak van de mensen die veranderd. Het verlangen om weer terug te kijken naar de
Klassieke Oudheid heeft te maken met de Franse Revolutie. Men gaat kijken naar de Rococo en Barok als n
pakket; het zijn decadente stijlen; stijlen die horen bij de aristocratie en absolutisme, het Ancien Regime.
De vormen van de Klassieke Oudheid zouden verwijzen naar democratie, vormen die bedacht zijn door vrije
burgers. Het is daarbij erg mensenlijk om op het moment dat je ergens voor staat, dat je dit wilt laten zien.
Vrouwen liepen werkelijk in kleding genspireerd op de Klassieke Oudheid rond, en vroegen bij de kapper voor
een kapsel a la Grecque.

links: (spotprent) Rococo, circa 1740


rechts: J.L. David, M. de Verninac, 1799

Rococo werd gezien als absurd en onnatuurlijk. Terwijl de Klassieke Oudheid met haar draperien natuurlijker
was,.

Men kon deze bronnen makkelijker raadplegen


dankzij bijvoorbeeld de ontdekking van
Pompeii. Er ontstond opeens een honger naar
hoe het er vroeger uit zag, en hoe Romeinen
vroeger leefden. Dit wilde ze namaken.
1e helft 18de eeuw: zijn er ontdekkingsreizen
die de horizon ook verbreden.
2e helft 18de eeuw: verschijnen er publicaties,
voorbeelden en wordt deze bron van inspiratie
toegankelijker.

David duikt ook in de bibliotheek om studies te maken van wat ze vroeger droegen en hoe ze leefden. Hij
probeerde dit zo archeologisch correct mogelijk te maken. Dit kon door de aanvullende kennis van de
archeologische opgravingen.

David, Paris en Helena, 1788, 150 x 180 cm.

Maar het ging tijdens het neoclassicisme niet altijd over de Klassieke Oudheid. Het kon ook gaan over
gebeurtenissen uit de tijd zelf; de eigentijdse geschiedenis. Bij het fenomeen historiestuk komt nog een optie
bij; het kan ook eigentijdse geschiedenis zijn.

T David, De dood van Marat, 1793, 165 x 126 cm


David was bevriend met Marat. Hij legt de eigentijdse gebeurtenis vast net als hij een Klassieke held zou
vastleggen; gedealiseerd, maar tijdloos; doordat hij de achtergrond leeg houdt.

Vous aimerez peut-être aussi