Vous êtes sur la page 1sur 6

Samenvatting

Exportgroei en conjunctuurherstel
Na de jaren van uitbundige economische groei – de reële afzet van alle bedrijven en
instellingen in de regio Amsterdam groeide in 1998 en 1999 nog met bijna 5% per jaar –
is 2003 het derde achtereenvolgende jaar in mineur. De productie zal met ongeveer 1%
groeien en het aantal banen naar schatting dalen. Het conjuncturele herstel dat in de loop
van 2002 heel geleidelijk leek te ontstaan, heeft niet doorgezet om verschillende redenen,
waarvan een dreigende oorlog en oliecrisis wel de belangrijkste, maar niet de enige waren.
Overinvesteringen van bedrijven in de hoogconjunctuur, zwakke vermogensposities
nadien, dalende aandelenkoersen, boekhoudschandalen, overheidsbezuinigingen, een
mogelijke daling van huizenprijzen, het zijn alle factoren die het producenten- en
consumentenvertrouwen geen goed doen en leiden tot een afwachtende houding bij
zowel investeerders als consumenten.

Toch is het meest waarschijnlijke scenario dat in de tweede helft van dit jaar de
wereldhandel harder gaat groeien, waardoor de export toeneemt en waarna volgend jaar
ook de meeste binnenlandse bestedingen schoorvoetend zullen volgen. Na een magere
0,6% reële exportgroei in 2001 en 2002 is het voorspelde herstel van de regionale
economische groei gebaseerd op een stijging van het exportvolume in 2003 met 1,3% en
in 2004 met 3,9%. Het tempo van de wereldhandel houden Nederland en de regio
Amsterdam niet bij - de internationale concurrentiepositie is minder sterk geworden door
relatief snel stijgende kosten per eenheid product tijdens de hoogconjunctuur – maar dit
houdt toch een flinke impuls in, die voor het regionale bedrijfsleven ook doorwerkt naar
meer afzet in de rest van Nederland. Uiteindelijk resulteert dit in 2004 in een geschatte
groei van de reële afzet

Figuur 1 De groei van het (bruto) productievolume (%) in de regio Amsterdam


(1999-2004)
%
6

0
1999 2000 2001 2002 2003 2004

Bron: SEO, AEV-databank en voorspelling.


met bijna 3%, mede gebaseerd op wat meer groei in de consumptie van inwoners en
bezoekers (toeristen) en in de investeringen.

Verschillen binnen de regio


Het voorspelde herstel verloopt in de regio daarmee iets sneller dan gemiddeld in
Nederland door de economische kracht van Amstelland/Meerlanden en Almere, waar
het afzetvolume met circa 3,5%, respectievelijk 5,5%, zou kunnen gaan groeien in 2004.
In deze gebieden heeft traditioneel de hoogste groei plaats binnen de regio Amsterdam.

In Amstelland/Meerlanden komt dat door de snelle expansie van de luchtvaart in de


Meerlanden en de voorspoedige groei van de financiële en zakelijke dienstverlening in het
Amstelland. In Almere door de snelle bevolkingsgroei en de vestiging van veel nieuwe
bedrijven. Deze ontwikkelingen zijn echter niet eeuwigdurend en de afgelopen jaren is de
luchtvaart niet of nauwelijks gegroeid, terwijl het investeringstempo in Almere
langzamerhand wat gaat afnemen.

Bedreigingen van het herstel


Een minder optimistische scenario kan ontstaan door het wederom ontbreken van groei
bij de vliegmaatschappijen in 2004, in plaats van de veronderstelde +4%. Hoewel
incidenten als oorlog in Irak en SARS in Azië voorbijgaan, zijn er ook meer structurele
ontwikkelingen in de luchtvaart, die een bedreiging kunnen gaan vormen voor verdere
groei. Het marktaandeel van de ‘low-cost carriers’ zou kunnen blijven groeien ten koste
van de traditionele maatschappijen en alliantievorming van de KLM kan in de toekomst
leiden tot minder overstappen op Schiphol.

Figuur 2 De groei van het productievolume (%) binnen de regio Amsterdam (1999-
2004)

11 11

9 9

7 7

5 5

3 3

1 1

-1 -1
1999 2000 2001 2002 2003 2004 1999 2000 2001 2002 2003 2004
Amsterdam
Zaanstreek/Waterland Amstelland/Meerlanden
Haarlem/IJmond Almere

Bron: SEO, databank AEV en voorspellingen


Wat gebeurt er met de regionale economie als de luchtvaart helemaal niet groeit in 2004,
hetzij door bovengenoemde structurele ontwikkelingen, hetzij door nieuwe incidenten?
Modelsimulaties laten zien dat de (bruto-) productiegroei in Amstelland/Meerlanden dan
afneemt van 3,9% tot 2,7%, waarmee het gebied ongeveer het gemiddelde groeitempo
van de regio Amsterdam bereikt. Overigens zijn de effecten van nulgroei in de luchtvaart
niet tot dit gebied beperkt. Ook Amsterdam zou er last van hebben en de (bruto-)
productiegroei zien afnemen van 2,9% naar 2,2%. De hele regio Amsterdam verliest er
0,4 procentpunten groei door.

Een andere mogelijke bedreiging voor het groeiherstel vormt de oplopende koers van de
euro. Deze is verondersteld terug te keren naar een gemiddelde van $1,08, conform de
situatie in het voorjaar van 2003. Een gemiddelde van $1,20 tast de concurrentiepositie
ten opzichte van niet-euro landen verder aan, terwijl de vraag vanuit Europa naar
Amsterdamse producten er evenmin groter door wordt. Wat is hiervan het gevolg voor
de prognoses?

In de eerste plaats wordt de exportgroei er door beperkt, terwijl indirect ook de afzet
naar overig Nederland wordt gedrukt, en via inkomenseffecten de consumptiegroei
minder hoog uitvalt. Per saldo wordt – weliswaar heel globaal – berekend dat het
groeitempo van de regionale productie uiteindelijk zakt van 2,9% in 2004 tot 2,3%.
Vooral in de industrie is er een fors effect, van 1,5% productiegroei naar 0,7%.

Met een beetje tegenwind, een hoge eurokoers en geen groei in de luchtvaart, zakt de
groei van het afzetvolume dus tot onder de 2% in 2004, wat een corresponderende groei
van het regionaal product van circa 1,5% in houdt. We zouden dan voor het vierde
achtereenvolgende jaar een economische groei kennen die achterblijft bij de potentiële op
langere termijn. Overigens kunnen deze factoren ook het herstel in de tweede helft van
2003 verzwakken.

Hoewel het huidige gebrek aan producenten- en consumentenvertrouwen zorgelijk is


(deze indicatoren lopen meestal op de feitelijke gang van zaken vooruit) en de kans op
lagere groei groter is dan op hogere, lijkt het meest aannemelijke scenario toch dat van
een geleidelijk groeiherstel en daar wordt ook vanuit gegaan bij het inschatten van de
ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

Banengroei
Productie- en werkgelegenheidsgroei lopen niet synchroon. In 2001 liep de
productiegroei in de regio Amsterdam sterk terug, maar nam de banengroei veel minder
af. In 2003 zal de productie vermoedelijk weer meer gaan groeien, maar de
werkgelegenheid afnemen. Het personeelsbestand wordt niet onmiddellijk aangepast,
daar zijn wettelijke belemmeringen voor en het ontslaan en aannemen van mensen kost
geld. Aanhoudende stagnatie leidt op gegeven moment echter tot sanering en in sommige
takken van bedrijvigheid in de industrie, maar ook in de luchtvaart en de communicatie,
en in mindere mate in het bankwezen, zal in 2003 bespaard worden op arbeid. In
vergelijking met voorgaande recessiejaren als 1993, 1983 en 1973 is het banenverlies
echter beperkt.

Na een jaarlijkse banengroei van 25.000 tot 35.000 in de periode 1999-2001 zal, na een
daling in 2002 met een kleine 2.000, het banenverlies in de regio Amsterdam in 2003
vermoedelijk oplopen tot circa 3.500. In 2004, wanneer de reële afzet met een kleine 3%
gaat groeien, mag weer worden gerekend op banengroei.

Sectoren en gebieden
Relatief veel banen gaan in 2003 en 2004 verloren in de grafische industrie en
uitgeverijen, de metaalindustrie en de luchtvaart (1.000 tot 2.000 per jaar). In
verschillende takken van dienstverlening is er in 2004 echter al weer een forse
banengroei, met name in groothandel, uitzendwezen en in de zorg.

In aantallen bezien treden de grootste veranderingen op in Amsterdam, waar in 2002 en


2003 circa 3.000 banen zijn verdwenen of nog zullen verdwijnen, en er in 2004 naar
schatting ook weer 3.000 bijkomen. Relatief gezien daalt de werkgelegenheid in 2003
sterker in Zaanstreek/Waterland en Haarlem/IJmond. Almere kent in geen enkel jaar
banenverlies, daar komen er elk jaar toch minstens circa 2.000 bij.

Figuur 3 Banengroei (duizenden banen) in de regio Amsterdam

40

30

20

10

-10
1999 2000 2001 2002 2003 2004

Bron: SEO, databank AEV en voorspellingen.

Aanbod van arbeid en werkloosheid


Tegenover de in vergelijking met het verleden minder gunstige ontwikkeling van het
aantal banen staat ook een afnemende bevolkingsgroei. Met name in Amsterdam groeit
de bevolking, afhankelijk van de woningproductie, niet veel meer en dat betekent,
ondanks wat toenemende arbeidsparticipatie, ook een minder sterke groei van het
arbeidsaanbod – en dus van de werkloosheid.

In de hele regio Amsterdam zal niettemin het aanbod van arbeid naar schatting met
10.000 tot 20.000 personen toenemen – er worden ook weer wat meer uitkeringstrekkers
WAO en bijstand verwacht ondanks maatregelen om de toetreding te beperken – en
derhalve de werkloosheid gaan toenemen. Dat zal dan dit keer in Amsterdam in beperkte
mate het geval zijn, gegeven dat geen grote veranderingen in de pendelstromen optreden,
en in sterkere mate in gebieden waar het aanbod fors toeneemt, zoals
Amstelland/Meerlanden en Almere.

Figuur 4 Het verloop van het werkloosheidspercentage

20 20

16 16

12 12

8 8

4 4

0 0
1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004
regio Amsterdam Nederland Amsterdam (stad) ov. regio Amsterdam

Bron: SEO, AEV-databank en schattingen; CPB voor Nederland in toekomstige jaren.

Banen en opleidingsniveau
Hoewel het banenverlies in de regio Amsterdam beperkt van omvang blijft en de
werkloosheid niet meer oploopt tot historische hoogten, zien lager geschoolden de
werkgelegenheid wel fors teruglopen. In 2003 neemt het aantal banen voor hen overal af,
in totaal naar verwachting met 5.000, waarvan 2.000 in de nijverheid. In 2004 is dat niet
langer het geval in de financiële en zakelijke dienstverlening en de commerciële
dienstverlening aan consumenten (voornamelijk detailhandel en horeca), en blijft het
netto verlies beperkt tot 3.000. Het aanbod van lager geschoolden trekt zich echter ook
fors terug van de arbeidsmarkt, met name in Amsterdam, zodat niet alleen de
werkloosheid, maar ook de verschillende vormen van non-participatie onder hen zullen
toenemen.

Anders is de situatie voor middelbaar geschoolden met overwegend banenverlies in 2003


en banenwinst in 2004 en voor hoger geschoolden, voor wie het aantal banen ook in
2003 nog met circa 4.000 groeit in de regio Amsterdam.
Figuur 5 Banengroei (aantal) naar scholingsniveau in de regio Amsterdam in 2003 en
2004

-3000 -2000 -1000 0 1000 2000 3000 4000

Lager geschoold
landbouw en nijverheid (55)
groothandel en transport (49)
financiële en zakelijke dv. (55)
comm. consumentendv.(75)
non-profit sector (35)

Middelbaar geschoold
landbouw en nijverheid (83)
groothandel en transport (88)
financiële en zakelijke dv. (108)
comm. consumentendv. (135)
non-profit sector (35)

Hoger geschoold
landbouw en nijverheid (30)
groothandel en transport (50)
financiële en zakelijke dv. (154)
comm. consumentendv. (43)
non-profit sector (35)
2003 2004
Bron: SEO.

Vous aimerez peut-être aussi