Vous êtes sur la page 1sur 12

Examen biologie

Producenten , consumenten en reducenten


De kringloop van de stoffen :
- Planten en dieren worden opgegeten of gaan dood
dode resten komen op de grond terecht of ook resten van
bladeren en uitwerpselen
-

Deze resten gebruiken bacterin en schimmels voedingstoffen


komen vrij in de bodem . Planten nemen via de wortels
voedingsstoffen op deze zijn nodig om te groeien

Stoffen in de natuur worden steeds opnieuw gebruikt de stoffen


maken een kringetje = kringloop

Producenten, consumenten en reducenten:


- Planten = producenten in planten vind je fotosynthese. Hier word
glucose gemaakt. Daar maken ze andere stoffen van zoals waaruit
de plant bestaat. Het voedsel voor alles andere organismen
produceren planten.
-

Dieren = consumenten dieren eten (consumeren) andere


organismen. Bv. Een planten eter eet planten , een vleeseter eet
vlees , alles eters eten ze allebei. De stoffen die zij binnekrijgen
komen van de producenten.

Bacterin en schimmels = reducenten dieren en planten sterven.


De resten eten de reducenten. Hierbij komen voedingstoffen vrij
waardoor de producenten die deze weer kunnen gebruiken.

Tekening
Producen

reduce

Producent
(plant)

consum
Reducent

Consument
orde 1
(planteneter)

Consument
orde 3 (alles

Consument orde 2
(vleeseter)

Schema :
Organisme

Producenten
(groene) planten

Voedsel

Bladgroen

Fotosynthese

Maken voedsel
zelf

Enkel afhankelijk
van redusanten

Opmerking

Basis van de
voedselketen

Consumenten
Dieren en
parasieten
Eten planten en
dieren

Afhankelijk van
producenten ,
consumenten ,
reducenten

Reducenten
Schimmels en
bacterin
Eten dood , niet
geconsumeerd
materiaal

Wordt omgezet
naar basis
bouwstoffen
voor hergebruik

Afhankelijk van
producenten en
consumenten
Herbivoor = planteneter
Carnivoor = vleeseter
Omnivoor = alleseter
Detritivoor = aaseters
Ovivoor = eieren eter

Indeling van diersoorten voedingspatroon


Planteneter of
herbivoor
Vleeseter of carnivoor

Alleseter of omnivoor
Aaseter of detritivoor

Ovivoor

Definitie
Dieren die vooral delen
van planten eten.
Dieren die vooral vlees
eten. Vleeseters eten
planteneters.
Dieren die zowel
planten als dieren eten
Leeft van dierlijk
materiaal en jaagt
daarvoor zelf niet op
voedsel , maar eet de
resten van andere
dieren.
Dier zich vrijwel
uitsluitend met eieren
van andere dieren
voedt

Vb.
Konijn , eland , koe ,
hert , bladluis
Wezel , vos , snoek ,
spin , kat , reiger
Huismuis, everzwijn ,
mens
Insecten , gier , hyena ,
garnaal

Varaan , enkele
slangen , wasbeer ,
otter , hermelijn

Micro organismen in relatie tot de mens


Micro- organismen zijn zeer kleine levende organismen die een positieve
of negatieve invloed hebben op de mens.
Definitie : een micro organisme is een organisme dat te klein is om met
het blote oog te zien. Eencelligen zoals bacterin en protisten , eencellige
algen en schimmels (vb gisten). Virussen zijn dit niet zij zijn microbiologie
omdat ze niet levend zijn.
Voorkomen : micro organismen kunnen echt overal gevonden worden. Ze
gebruiken restanten van andere organismen als voedsel. Ze spelen een rol
bij de biotechnologie maar kunnen ook ziekten veroorzaken.
Bacterin :
Komen overal voor. Zolang er nergens teveel van is kunnen ze geen bederf
of ziekte veroorzaken. Om zich te vermeerderen :
- Een aangename temperatuur ( 10 40 graden)
- Genoeg voedsel
- Vocht
Vermeerdert zich door zich in twee te delen. De nieuwe bacterie deelt zich
dan ook weer in 2 en zo ontstaan er 4. Een bacterie kan zich elke 20
minuten delen. Dus na bv. 8u kunnen er al miljoenen bacterin zijn
ontstaan. In de kou vermeerderen ze minder snel daarom zet je spullen in
de koelkast of in de vriezer.
Sector
Landbouw

Micro organisme
Rottings bacterin in
de natuur (reducenten)
Knolletjesbacterie

Melkzuurbacterie bij
inpakken van
veevoeder

Voedsel en drank

Actiefslib
Bakkersgist

Gunstig effect
Dood materiaal
recycleren voor groene
planten
Stikstofverbindingen
maken voor groene
planten
( groen besmetting)
Groei van
rottingsbacterie
verhinderen ( geen
bederf)
Waterzuivering
Rijzen van deeg

Spijsvertering

Bier en wijngist
Darmflora
Cellulose splitsende
bacterie

Alcohol en co2 maken


Voedsel verteren ,
vitamines produceren
Voedingsstoffen
opneemvaar maken
voor bloed

Schadelijke micro organismen


Micro organisme
Pathogene bacterin

Schadelijk effect
Productie van gifstoffen of toxine (def.)

Rottingsbacterie in
voedsel

Oplossingen :
1. Antistoffen = toxine of neutraliseren
2. Antibiotica = bacterin doden
3. Serum = extra antistoffen toedienen
4. Vaccinatie = preventief toxinen
toedienen , immuniteit
Voedsel afbreken voor gebruik en ongeschikt
maken (def.)
Oplossingen
1. Steriliseren : - Def. verhitten tot 120 C + lucht dicht
sluiten
+ : Alle bacterin dood
- : Afname voedingswaarde
2. Pasteuriseren
- Def. Verhitten tot 60 a 70 C
+
: behouden voedingswaarde
- : Melkzuurbac. overleven en maken de
melk zuur
3. UHT Techniek :
- Def. 4 sec. verhitten tot 140 - 150 en
snel afkoelen tot 18
+
: blijft langer houdbaar
- : verliest smaakstoffen en vitaminen
4. Diepvriezen

- Def. Afkoelen tot 18


+
: rottingsbacterie is dood
- : ontdooid voedsel niet terug invriezen
Virus

Coccidia

Vb. Mazelen , rode hond , herpes , griep , aids


Oplossing : inenting of vaccinatie = immuun
worden
Ziekte : toxoplasmose
-

Oorzaak : contact met besmette kat


Gevolg : slijmklierzwelling , koorts ,
vermoeid , aantasting ogen en hart ,
afwijking van de baby aan ogen , lever n
hersenen of zelfs de dood van de baby

Baxter : een patint krijgt zo het nodige vocht en voedingstoffen en


medicatie binnen om de ziekteverwekkende bacterie te bestrijden.
Deel 4 : Relaties tussen organismen en hun milieu
Wisselwerken tussen planten en hun milieu
Planten kunnen het milieu waarin ze leven benvloeden en ondergaan zelf
ook invloeden vanuit hun milieu.
Milieufactoren benvloeden planten. Examen !
Milieufactor Voorbeelden
Abiotisch
- Neerslag : groei , fotosynthese
- Wind : besturing , zaadverspreiding
- Temperatuur : groei
- Licht : fotosynthese
- Water : fotosynthese , groei
- Bodem : groei
Biotisch
- Micro organismen : afbraak processen
- Planten : concurrentie voor lichtplaats
- Dieren : besturing , verspreiding, begrazing ,
betreding
- Mensen : betreding , beschadiging
Planten benvloeden milieufactoren
a. Waterplanten doen vijver verlanden: dit is het proces waarbij open
water stil aan wordt opgevuld met resten van waterplanten
b. Als plantengroei en verlanding doorgaan ontstaat :
- Laagveen : veen waarbij wateroppervlakte gelijk ligt met omliggend
water
- Hoogveen : veen gevormd boven grondwater spiegel
Wisselwerking tussen dieren en hun milieu

Dieren kunnen hun leefmilieu benvloeden en ondergaan zelf ook


invloeden van hun milieu.
Milieufactoren benvloeden dieren
Milieufactor
Voorbeelden
Abiotisch
- Klimaat
- Natuurfenomenen
(overstroming , bosbrand ,
droogte)
- Beschikbaarheid van broed
en nestplaatsen
Biotisch
- Afbraak processen van micro
organismen
- Concurrentie binnen of tussen
de soorten
- Aanwezigheid van vijanden
- Beschikbaarheid van voedsel
- Beschikbaarheid van bloed
en nestplaatsen
- Aard van de vegetatie
Het ecologisch tolerantiegebied
Dit is het gebied waarin een organisme zich kan handhaven en
voortplanten (1)
- Optimum : aantal dieren bereikt max. (4)
- Invloed van de milieufactor nog gunstig : minder voortplanting (2)
- Invloed van milieufactor ongunstig : geen handhaving en
voortplanting tenzij het organisme is aangepast aan extremen (3)

Uitgewerkt voorbeeld : effect van biotische factor op een


hertenbestand in een bos
Natuurlijke vijand verdwijnt

Meer herten
Voedsel en ruimtegebruik
Concurrentie voor voedsel en ruimte binnen de soort
Twijgen en knoppen opeten / bomen ontschorsen
Voedsel te kort , aantal herten daalt
Meer voedsel en ruimte voor de overblijvers
Herstel herten bestand
Evenwichtstoestand
Ecologische draagkracht : evenwicht tussen beschikbaarheid / hoeveelheid
voedsel , en het gebruik ervan of evenwicht tussen voedselconsumptie en
productie

Ecosystemen
Begrip
Ecosysteem

Ecosfeer of biosfeer
Populatie dynamiek

Dynamisch evenwicht
Biologisch evenwicht
Voedselketen

Definitie
Geheel van biotopen en de daarin voorkomende
leefgemeenschap met alle bijhorende
wisselwerking en relaties
Elementen
- Levend (biotisch) vb.: plant , dier , micro
organismen
- Niet levend (abiotisch) vb. bodem , klimaat
Soorten
- Micro ecosysteem (vb. onder een steen)
- Macro ecosysteem (vb. regenwoud )
Alle ecosystemen op aarde
Schommelingen in grootte en dichtheid van de
populatie
- Vb. veel muizen veel uilen
Weinig muizen weinig uilen veel
muizen
Verhouding tussen prooien en jagers blijft gelijk
Het evenwicht tussen de verschillende soorten
van een levensgemeenschap
Een aaneenschakeling van eten en gegeten

Voedsel web

Vb. (schematisch) : appel muis kat


Een samenstelling van verschillende
voedselketen ( die kunnen overlappen
Watertor
Stekelbaars

Voedselkringloop

baars

Water vlo
waterlarve
Een kringloop van stoffen tussen producten ,
consumenten en reducenten

p. 61-62 doorlezen
Energiedoorstroming en materiekringloop
- Energie
Organismen zijn samengepakt in energie. Deze energie wordt binnen de
voedselketen van de ene schakel op de andere schakel (= trofisch niveau
bevat een bepaalde hoeveelheid organische stof)doorgegeven.
Het eerste niveau is steeds een producent omdat deze alle zonne-energie
vastlegt , die wordt omgezet in onbruikbare warmte. Vb. gras konijn
vos
De energiestroom is een kringloop maar deze is niet gesloten. Bij elke
schakel gaat er energie verloren. De energie word weer aangevuld door de
grote energieleverancier : de zon. De zon laat de energie kring steeds
lopen.
- Biomassa
De hoeveelheid organische stof wordt uitgedrukt in gewicht. Als we
uitgaan van aantallen dan krijg je een onzuivere voorstelling van
hoeveelheden. Zowel een boom als een bladluis telt voor 1 individu. Dit
druk je uit in biomassa = het gezamenlijke gewicht van de levende
organismen.
In de voedselketen is de totale biomassa van de eerste schakel (1e
trofische niveau ) groter dan de tweede schakel. De derde is weer kleiner
als de tweede.
Bij elke schakel is er energieverlies waarbij telkens 90% van de energie
verloren gaat. Dat komt omdat het organisme zelf ook energie nodig heeft
om te kunnen leven. Hoe langer de keten hoe groter het energieverlies. De
trofische niveaus binnen de voedselketen gaan maar tot 5.
Voedselpiramide

Voedselketens kunnen voorgesteld worden in een voedselpiramide. Dit kan


op basis van aantallen , biomassa of energie. Biomassa word meestal
gebruikt.

1 kg
snoe
10 kg
100 kg
watervlooien
100 kg

- Vb. van trofisch niveau


Een konijn heeft een biomassa aan planten nodig om te leven. Dit druk je
in kilos uit dan krijg je 1 kilo konijn is opgebouwd uit 10 kilo plantaardig
materiaal. Van deze 10 kilo wordt 9 kilo uitgescheiden als zweet , warmte
en feces.
1 kilo vos is opgebouwd uit 10 kilo vlees , bv. Konijn. Ook de vos scheidt 9
kilo uit in vorm van zweet , warmte en uitwerpselen. Je kunt dus stellen
dat 1 kilo is opgebouwd uit 100 kilo plantaardig materiaal.

Materiekringloop
Elementen die nodig zijn voor organische opbouw/stofwisseling worden
hergebruikt, in tegenstelling tot energie. Zo doorlopen zuurstof , stikstof
en koolstof de voedselketen als basiselement van verbindingen.
Elementen komen via opbouw en afbraak weer in de oorspronkelijke
omgeving terecht. Dit is een gesloten kringloop.
Vb.

Elk ecosysteem draait op dezelfde kringloop


Het tropisch regenwoud in Zuid- Amerika ziet er heel anders uit dan de
Savannen van Oost Afrika. Op hun beurt lijken die weer niets gemeen te
hebben met het leven in de Noordzee.
Ecosystemen kunnen er heel anders uitzien, de manier waarop ze zijn
georganiseerd , vertoont grote overeenkomsten. Het functioneren van elk
ecosysteem is gebaseerd op een kringloop. Hierin word energie en materie
van het ene organisme op het andere doorgegeven. De 1 levert de
brandstop op voor de ander. Dit gebeurt vooral door eten en gegeten
worden.
Maar niet alle planten en dieren worden opgegeten ! Ze kunne ook
gewoon doodgaan. De dode resten belanden op de grond. Zij worden door
bacterin afgebroken en dienen uiteindelijk weer als voedingstoffen voor
de planten.
Er gaat dus weinig van de stoffen verloren. Dit proces gaat al miljoenen
jaren zo , dus waarom raken ze nooit op : recycling de anorganische
stoffen in de natuur worden steeds opnieuw gebruikt. De kring van energie
en materie blijft lopen gesloten kringloop. Alleen energie open
kringloop waar energie verloren gaat en niet hergebruikt word.

Invloed van de mens op het milieu


-

De mens is afhankelijk van 6 grote milieu elementen : zuurstof ,


grondstoffen , voedsel , energie , water en recreatie.

Er zijn 3 manieren waarop de mens het milieu benvloedt : milieu


veranderen , stoffen onttrekken en stoffen toevoegen

Milieuproblemen ontstaan als het milieu zodanig verandert dat er


spraken is van aantasting. Vervuiling, aantasting en uitputting zijn
de voornaamste milieuproblemen

De oorzaken van milieuproblemen: bevolkingstoename en de wijze


van leven van de huidige mens; Per jaar komen er ongeveer 80
miljoen mensen op de wereld. De mensen putten de wereld uit. De
mens gebruikt veel machines en elektriciteit word gebruikt. Er
komen teveel afvalstoffen vrijdag

De wijze waarop de mens omspringt met het milieu heeft talrijke


gevolgen. Kan er nog iets aan gedaan worden?

Milieu
factor
Water

Invloed van de mens

Gevolg

Stijgend grondwater
Vb. landbouw , drinkwater ,
maatschappijen

Verdroging ( dalend
grondwaterpeil +
verouderd klimaat
samenstelling van water)
- Wateroverlast ( lage
gebieden)
- Teveel afbraak met
O2 dus O2 tekort in
het water , alles
dood.

Lucht

Ondoordringbare
ondergrond (asfalt , beton)
Teveel meststoffen in de
landbouw
Giftige stoffen ( zware
metalen)
Verbranding van fossiele
brandstoffen
Ozon , cfks drijfgassen

Biodiversit
eit

Verdroging
Ruimteversnippering
Teveel menselijke
activiteiten (toerisme +
stedenbouw , lawaai , jacht
, DDT , lucht , )

Broeikasgassen ,
opwarmende aarde ,
zurige regen ,
verzuring
Verdwijning van de
ozonlaag ,
bescherming tegen
ultraviolet
Diversiteit en
vochtige gebieden
wordt benvloed
Isolatie van
biotopen
Verlies van
natuurlijke habitat

Vb. examen vraag:


- De mens heeft water en biodiversiteit geef de gevolgen van de mens
die de wereld verknalt?

Oplossingen
-

Op grote schaal
MAP ( mest actie plan ) mestbeperking
Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen ( ruimteversnippering
tegengaan)
Bodemattest bij bouwen of verkoop van huis of grond
MER milieu effecten rapport
Milieu vergunning voor bedrijven
Duurzame ontwikkeling ( nieuwe technieken niet ten goede van
de natuur)

Op kleine schaal
Zonnepanelen
Biologische voeding
Zuinig waterverbruik
Spuitbussen en koelkasten zonder CFKs
Toestellen met loog energieverbruik
Afval sorteren ( recycleren)

Lintbebouwing
Huren op een rij
70% in Belgi hebben een eigen huis
Ruilverkaveling
Ruilen totdat iedereen evenveel grond heeft voor het milieu

Vous aimerez peut-être aussi