Vous êtes sur la page 1sur 2

PARELS VOOR DE ZWIJNEN

Een ruwe beukenhouten tafel gedecoreerd met roodflakkerende kaarsen,


het gewei van wat ooit een imposant dartelend hert moet zijn geweest
vormen het houthakkersdecor waarin ik me op deze druilerige
decemberdag tracht klaar te stomen voor wat straks een onvergetelijk
bistronomisch genot zal moeten worden. Met een waaier aan geuren die
zich reeds in de keuken van deze bistro verspreiden, staak ik mijn
bezigheid en trakteer mezelf op het bier dat door Pieter Aspe reeds tot in
het oneindige is bejubeld. Het sissende geluid dat vrijkomt bij het
ontkurken van mijn flesje Duvel, geeft me al goede hoop. Zoals de
aangeraden schenk ik het flesje rustig maar gestaag uit in een droog
kraaknet Duvelglas. Ik laat bewust een duimbreedte gistrestanten achter
in het flesje, daar ik het bier op zijn helderste vorm wil degusteren. Het
speciaalbier van Brouwerij Duvel Moortgat gaat immers gebukt onder tal
van mythes over wat al dan niet de uitverkoren wijze van schenken is. Laat
ik mijn vertrouwen maar berusten op de ambassadeur van het gerstenat
zelf.
Een minuscule inkeping onderaan de binnenzijde van het degustatieglas,
helpt om een krachtige wervelwind van fijne pareling centraal te laten
opstijgen naar een spierwitte duchtige schuimkraag en aldus de heldere
bleekgele kleur van het bier te laten schitteren. Een schuimkraag die
overigens over de nodige stabiliteit beschikt om als een hoopje eeuwige
sneeuw het bier voor een hele poos te bedekken. Een winters beeld dat in
schril contrast staat met het frisse, haast zomerse geurenboeket dat
vrijkomt uit de tulpvormige kelk: fruitige toetsen van limoenzeste, het
aromatische karakter van de benutte hopsoorten en een scherpe
kruidigheid die ik met enige nostalgie meen te herkennen in mijn
grootmoeders graantjesmosterd.
De wervelwind aan parels baant zich een weg over mijn smaakpappillen
terwijl ik eerste flinke teug neem. Een frisse aanzet verandert in een droge
bitterheid terwijl de doordringende pareling mijn tong prikkelt. De
bitterheid afkomstig van de aromatische hoppen geeft het bier een
dorstlessend karakter. Een bitter hoparoma dat mijns inziens weliswaar
over de jaren heen minder astringent is geworden. De vroegere
krachtpatser heeft zijn scherpe kantjes verloren en omgezet in een
elegantere haast vrouwelijke finesse.
De geuren in de keuken dringen als maar meer tot mij door en mijn idee
dat deze Duvel zich eerder leent als aperitiefbier dan als gastronomisch
degustatiebier, ebt weg. De kruidige, fruitige en tegelijk droge
eigenschappen van Duvel verleiden me tot brainstorming over mogelijke
smaakcombinaties. Ik proef, ruik, noteer, schrap. Herhaaldelijk. Tot dat een
specifieke geursensatie mij terugbrengt tot de nostalgische herinnering
waarop
mijn
grootmoeder
haar
befaamde
varkenskop
met
graantjesmosterd op de zaterdagmiddag staat te bereiden in haar veel te
kleine keukentje. Dat was het: de scherpte van de mosterd die de tinteling
van de fijne parels in het bier tot een hoger niveau tillen, de hartelijke
vettigheid van een kommetje dampende varkenskop die indruist tegen de

droge bitterheid van een frisse Duvel. Dat zijn geen parels voor de zwijnen.
Of, beter gezegd, dat zijn wel parels voor de zwijnen.

Vous aimerez peut-être aussi