Vous êtes sur la page 1sur 11

Kunst, cultuur en betekenis

Det de Beus

Nick Silooy
20011681
1B

1.

Een onpersoonlijk bezoek

In het kader van het project Kunstmenu ben ik naar de voorstelling van Stifters
Dinge geweest. Het is een muzikaal en beeldend schouwspel waar geen mensen
aan te pas komen, althans, niet tijdens de uitvoering van het stuk. Ik ga u in
deze tekst iets vertellen over het doel van de voorstelling, aan de hand hiervan
zal ik u ook vertellen wat de belangrijkste punten zijn met betrekking tot het
thema. Daarnaast zal ik kort nog iets vertellen over de reacties van het publiek
en of de maker van Stifters Dinge zijn doelen heeft bereikt.
Tijdens ons eerste consult hebben we een kleine voorsprong genomen op de
muzikale tentoonstelling van Heiner Goebbels. We hoorden dat het te maken zou
hebben met veel pianos, waterbassins, doeken en dat het een meditatieve
ervaring zou worden. Bij binnenkomst was ik direct gefascineerd door het grote
bouwwerk wat zich achteraan in de zaal bevond. Een groot plateau met daarop
verschillende pianos, takken en allerlei voorwerpen die, naar later bleek,
muzikale klanken voortbrachten. Ik weet niet of de show al begonnen was, maar
twee mannen begonnen met slangen drie lege compartimenten te vullen met
water. Maar voordat ze dit deden gooiden ze zout op een soort van brancard zeef
en vulden ze deze compartimenten met een laagje zout.
Het begint, af en toe maken de pianos klanken, af en toe wordt er met een
vliegenmepper een klap op een lege pvc buis gegeven en soms ontlaadt de
machine een wolkje stoom. Een verhaal wordt verteld, over de winter, en haar
glasachtige klanken van brekend ijs.
In de verhalen die verteld worden worden we geconfronteerd met de kleine
dingen dingen die we normaal niet zien of geen aandacht aan besteden. Kleine
dingen, zoals een regendruppel. En dan alsof je die voor het eerst ziet in je
leven. Niet de acteur staat centraal, maar de rekwisieten, zaken die normaal
gesproken geen of weinig aandacht krijgen spelen nu de hoofdrol. Het lijkt erop
dat het publiek geprikkeld wordt om de kleine dingen in de show te zien, die
eerst niet werden gezien, maar nu langzaam aan aandacht beginnen te winnen.
Zo wordt er ook een beeld geprojecteerd van bomen waarvan de kleurtinten
langzaamaan veranderen. Simpel een beeld van bomen en wolken, water wat als
regen in de met water gevulde compartimenten valt en je doet beseffen hoe
kunstzinnig een regenbui kan zijn. Hoe wonderschoon de zaken die ik voor
vanzelfsprekend aanneem kunnen zijn. Dan vallen er een drietal doeken neer
boven het water en wordt er een licht aangezet wat door de doeken heen schijnt.
Het resultaat is dat je de reflectie van het water op de doeken ziet, de doeken
gaan om de beurt op en neer wat resulteert in een schitterend ballet van
waterreflecties.
Dan mag een speaker even de hoofdrol spelen, deze wordt sterk belicht en hier
klinkt vreemd gebrabbel uit. Wat er precies gezegd wordt is niet goed te horen,
maar het zorgt bij een hoop mensen dat de lachspieren geprikkeld worden.
Dit is eigenlijk het enige moment dat er tijdens de show een reactie valt te

bespeuren bij het publiek, want over het algemeen heerst er een absolute stilte
in de zaal op een nies en een kuch na. Dit publiek bestaat uit mensen van boven
de 50 jaar, en er heerst een bepaalde sfeer in het de zaal. Een formele sfeer,
waar ongeschreven regels ervoor zorgen dat men beheerst blijft zitten. Nou laat
de muziektentoonstelling er ook geen twijfel over bestaan dat het niet de
bedoeling is dat men hevig gaat swingen op de stoel of uitbundig mee gaat
zingen. Dat kan ook niet want de muziek is a tonaal en er is geen band,
muzikant of artiest die het publiek uitnodigt om actief mee te gaan doen. Er is
dus sprake van een wisselwerking tussen kunstenaar en publiek, middels de
consructie van Heiner Goebbels en zijn team. De boodschap lijkt te zijn: Blijf
zitten, verroer je niet, maar laat je innerlijk beroeren door hetgeen je te zien
krijgt. Men is uiterst geconcentreerd op het bouwwerk en probeert van alles te
zien wat er gebeurt. Af en toe wordt er een kickdrum geactiveerd wat zorgt voor
een hard plofgeluid, iets wat je normaal gesproken nooit zal zien tijdens een
concert maar hier wel, want het licht schijnt erop en de kickdrum is zo gedraaid
dat het publiek het van de zijkant goed kan zien.
Na afloop van het spektakel mag het publiek langs het bouwwerk lopen en krijgt
men uitgebreid uitleg over hoe de meeste dingen functioneren. Nu is de
interactie met het publiek juist heel diepgaand en bevredigend, mede omdat we
ook iets te horen krijg over het doel van de voorstelling. Veel mensen lopen
geinteresseerd langs het bouwwerk en stellen heel wat vragen. Niet uit pure
speculatie, maar uit de woorden van de maker zelf kom ik erachter wat het doel
is van de voorstelling. Mensen aanzetten om na te denken over dingen, zoals
Stifter ze liefkozend noemt. Adalbart Stifter, op wiens werk dit stuk gebasseerd
is, was een schrijver, dichter en schilder die uitblonk in het beschrijven van
landschappen, waar menselijke communicatie niet meer was dan slechts een
klein detail. En zo probeert Goebbels ons te laten nadenken over de kleine
dingen. Het zou om een pc, dier of mens kunnen gaan, maar ook over de
krachten van de natuur of de verschillende opvattingen die mensen in
verschillende culturen over dezelfde dingen hebben. In deze tentoonstelling
hebben de krachten van de natuur een duidelijke rol, maar ook pianos en de
werking van deze wonderlijke instrumenten treden sterk op de voorgrond.
Na afloop van de voorstelling heb ik met verschillende klasgenoten nagepraat
over hoe zij de show van Stifters Dinge hadden ervaren. Ik heb gemerkt dat
mensen inderdaad zeer nieuwsgierig waren over hoe alles nou werkte, en dat er
wel degelijk werd nagedacht wat nou het doel zou kunnen zijn van dit alles. Je
leert dingen te waarderen die je normaal gesproken niet eens zou zien. maar ook
dat mensen de teksten en poezie allemaal verschillend hadden geintepreteerd.
Als je naar een tentoonstelling als deze gaat is het haast onmogelijk om niet in
jezelf te graven om de betekenis te vinden van wat je zojuist gezien hebt. Daar
is het simpelweg te spectaculair en te ongewoon voor.
Als ik kijk naar de reacties, de vragen en naar het aantal mensen wat nableef om
meer te leren over dit ongewone stuk kan ik concluderen dat de maker

hoogstens een hoop interesse gewekt heeft bij de doelgroep. Aan de fronsende
wenkbrauwen en vragende blikken van sommige bezoekers is te zien dat zij tot
nadenken zijn aangezet. Of dit te maken heeft met het muzikale spektakel wat
ze zojuist gezien hebben of dat ze simpelweg met hun gedachten bij de afwas
zijn die thuis staat te wachten, blijft speculeren. Maar de blikken in hun ogen, die
constant gericht zijn op het bouwwerk, verteld mij dat ze tot nadenken zijn
aangezet.

Bronnen:
Abbing, H. (2009), Van hoge naar nieuwe kunst, p. 22-29. Historische uitgeverij
Beus, D. De & Bihari-Elahi, J. (2011) Colleges kunst, cultuur en betekenis. Haagse
Hogeschool

2. Cultuurbeleid
Kunst en cultuur, twee woorden die voor heel veel verschillende dingen kunnen
staan. Helaas worden deze twee woorden te vaak genoemd in verband met
bezuinigingen. In deze tekst wil ik u kennis laten maken met de verschillende
soorten beleid die er gevoerd zijn, welk beleid er nu gevoerd wordt en waarom ik
pleit voor een socialistische benadering van het cultuurbeleid.
Om te kunnen begrijpen waar we naar toe gaan, is het goed om nog eens te kijken
waar we vandaan komen.
Nederland heeft in haar geschiedens drie soorten cultuurbeleid gekend:
1. Liberaal (Thorbecke)
2. Katholiek (Stuers)
3. Socialistisch (Boekman)
Beleid vanuit de liberale overtuiging:
Het maken van kunst wordt hier veelal gestimuleerd door de private sector. De
overheid bemoeit zich niet al teveel met de kunst en cultuur sector maar stimuleert
wel het mecenaat. Rijke mensen die kunstenaars, sporters en musici subsidieren.
Beleid vanuit de katholieke overtuiging
Dit beleid verschilde in haar visie van die van Thorbecke in de zin dat Stuers de
kunst zag als mogelijkheid om het volk op te voeden. Hij vond dat kunst juist wel
een overheidszaak was. Ook pleitte hij voor de bescherming van monumenten
(http://www.kerkrentmeester.nl/site/index.php/artikelen/gebouwen/gebouwen_kerke
n/Monumentaal/Victor_de_Stuers_oprichter_monumentenzorg_in_Nederland). Stuers
kaartte de erbamelijke situatie van monumenten en kunstwerken aan en
beschuldigde de overheid ervan een lakse houding te hebben ten opzichte van
kunsteducatie. Als gevolg hiervan heerstte er een grote onverschilligheid ten
opzichte van kunst in alle lagen van de bevolking.
Beleid vanuit de socialistische overtuiging.
Emmanuel Boekman pleitte voor het toegankelijk maken van muziek, theater en
beeldende kunst voor de arbeidersklasse. De vrijheid van kunst, en dan in het
bijzonder de toneelkunst, werd door hem sterk verdedigd. Ook is de rol van de
overheid erg belangrijk. Zo uit de overheidsbemoeienis zich in de vorm van
subsidies voor symfonie-orkesten en toneelgroepen. Dit was mogelijk door een
stijging in het nationaal inkomen en het kunstbeleid spitst zich toe op het
verspreiden hiervan in openbare ruimtes en beperkt zich niet tot een bepaalde
doelgroep.

Het huidige kabinet gaat 200 miljoen euro bezuinigen en zal ingaan in 2013. De
hardste klappen zullen vallen in de beeldende kunstensector en de toneelsector.
Hier zal respectievelijk nog 156 miljoen en 31 miljoen subsidie aan geschonken
worden. 'Topinstellingen in de cultuursector moeten op hoog niveau cultuur kunnen
blijven maken', schrijft Zijlstra in zijn brief over de bezuinigingen aan de Tweede
Kamer. 'Daarom worden deze instellingen - net als musea, het erfgoed en
bibliotheken - zoveel mogelijk ontzien bij de bezuinigingen. Volgens Zijlstra is het
ongezond dat culturele instellingen afhankelijk zijn van subsidie. Het is voor hem
van belang dat mensen kunnen zien waar de subsidie naar toe gaat. Bij musea en
symfonieorkesten is dat makkelijk na te trekken, maar bij ondersteunende functies
is dat een stuk lastiger te zien. Als je nu in aanmerking voor subsidie wilt komen,
moet je een aanvraag doen om je te kunnen aansluiten bij de BIS
(Basisinfrastructuur). Er wordt hier niet meer gesproken over instellingen, maar over
functies.
De kogel is dus door de kerk, vooral voor toneel- en theatergroepen en beeldende
kunstenaars. Als je je schilderij echter in een museum hebt hangen of bij een van de
gelukkige symphonie orksten hoort is er echter minder aan de hand. Feit blijft wel
dat gerenomeerde schilderijen, die wereldbekend zijn vaak toch wel bezocht gaan
worden. Het zijn vaak schilderijen van schilders die nu een grote aantrekkingskracht
uitoefenen op toeristen. Zoals de schilderijen van van Gogh en van Rembrandt. En
zo is het ook met de symphonie orkesten die zichzelf allang bewezen hebben. Daar
komt het publiek wel op af. Om dus te zeggen dat je de topsector ongemoeid moet
laten vind ik niet terecht.
Poppodia, trekkers van het grote publiek kunnen zich veelal nog wel bedruipen met
de inkomsten van de kaartverkoop maar er zijn ook veel festivals die het niet
redden, en al helemaal niet als de 20% btw-verhoging waar ik het straks over ga
hebben wordt ingevoerd. De geplande btw verhoging zal het ook moeilijk maken
voor beginnende muzikanten om te kunnen spelen in de grotere zalen, want waar
de kaartverkoop duurder wordt, zal je bekendheid en mainstream bands moeten
inplannen wil je de zaal nog vol krijgen.
Een van de speerpunten waar ik voor pleit is het afschaffen van de 20% btw
verhoging. Er wordt nu aan twee kanten in de cultuurcake gesneden. Aan de ene
kant worden functies waarvan niet goed te zien is of het iets oplevert niet of minder
gesubsidieerd. Dat betekent minder geld voor mensen die met passie hun vak
proberen uit te voeren, en ondersteunende functies vervullen. Aan de andere kant
wordt het voor de bezoekers minder aantrekkelijk gemaakt om een
theatervoorstelling of festival te bezoeken, door 20% belasting te heffen op
kaartjes. Ik ben het wat dat betreft met Boekman eens, kunst is een manier om het
volk op te voeden. Vaak worden er in toneelstukken veel morele kwesties aan de
kaak gesteld. Juist de theaters die laagdrempelig zijn, de zogeheten buurttheaters,
zullen de klappen moeten vangen. Zij hebben het al zwaar, ze hebben niet zon
grote naam als de Anton Phillipszaal of het Lucent danstheater. Het is moeilijker

voor hun om bedrijven te vinden die hun willen sponsoren. Deze theaters moeten
het juist hebben van de lage kosten en subsidie. Want het gelijke trekt het gelijke
aan, dat wat kleinschalig is en op een laagdrempelige manier mensen kan raken,
zou juist gekoesterd moeten worden. Het zijn de parelen in de wijk die mensen weer
een sprankje hoop kunnen geven op een betere toekomst. Op een kunstzinnige
manier worden mensen in deze wijken van allerlei klassen tot nadenken aangezet
terwijl ze zelf voor een middagje vermaak komen. Natuurlijk is dit vermaak er ook,
maar het vermaak is er met een doel. Juist het volk wat deze opvoeding zo nodig
heeft zal het nu al helemaal laten om een voorstelling te bezoeken, en das logisch.
Ik zou mijn zuurverdiende geld (Of uitkering) ook niet uitgeven aan een kaartje
waarvan 1/5e deel naar de overheid gaat.
Volgens de website van Elsevier wil het kabinet hiermee 90 miljoen euro ophalen.
Dat zou een heel mooi iets zijn als ze het geld zouden gebruiken om de bezuinigen
mee aan te vullen. Zo zou er nog maar 110 euro bezuinigd hoeven te worden.
Conclusie
Het kabinet zal gedegen onderzoek moeten doen naar de daadwerkelijke
opbrengsten van de grote namen in de kunst- en cultuurwereld. Er moet een
rechtvaardig beleid gevoerd gaan worden, waar zowel de onderste klassen van de
maatschappij als de hogere klassen beoordeeld zullen worden naar draagkracht.
Daarvoor is het inhuren van experts op toneel, muziek en beeldende kunst een
must. Deze kunnen de overheid adviseren aan de hand van hun gedane onderzoek.
Laat theathergroepen die het al zwaar hebben buiten schot, en subsidieer deze
juist. Geef subsidies aan scholen om theatervoorstellingen van kleine
theatergroepen te bezoeken. Uiteraard moet er aan een bepaalde kwaliteit voldaan
gedaan worden, en moeten de doelstellingen van een theatergroep helder zijn.
Want het moge glashelder zijn dat juist de onderste laag van de maatschappij
geholpen moet worden om zichzelf te kunnen verheffen naar een hoger niveau. Dat
poppodia, festivals en theater hieraan kunnen bijdragen heeft zichzelf in het
verleden al bewezen. Om opeens van deze oude normen en waarden af te stappen
zou gekkenwerk zijn. Laat ons het mecenaat weer stimuleren, laat de vermogende
mensen hun geld goed gebruiken, om hun broers en zussen van de lagere klassen
te helpen door toneelgroepen en musici te steunen om hun kunsten aan de man te
brengen.
En het kabinet moet trouw blijven aan het volk, niet aan de grote namen die voor
vermaak zorgen voor de grote namen uit het bedrijfs- en politieke leven. Laat kunst
en cultuur beschikbaar zijn voor alle lagen van de bevolking, of je nu arm of rijk
bent, maar stimuleer het bewustzijn dat als je meer geld te besteden hebt, je dit
ook daadwerkelijk moet doen om de economie draaiende te houden.

Bronnen:

Janssen, S. (..) Vervagende grenzen, de classificatie van cultuur in een open


samenleving, p. 6 t/m 16
Beus, D. De (2011) Colleges Kunst, Cultuur en betekenis 01-06-2011 Haagse
Hogeschool
Belder, R.M (2008, 15 Januari). Victor de Stuers, oprichter monumentenzorg in
Nederland. Vereniging voor kerkrentmeesterlijk beheer in de pkn. Bezocht op 15
juli, 2011,
http://www.kerkrentmeester.nl/site/index.php/artikelen/gebouwen/gebouwen_kerken
/Monumentaal/Victor_de_Stuers_oprichter_monumentenzorg_in_Nederland
Bockma, H (2011, 11 juni). Bezuinigingen cultuur, hardste klappen bij theater en
beeldende kunst. De Volkskrant. Bezocht op 15 juli, 2011,
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2676/Cultuur/article/detail/2444074/2011/06/10/Bezui
nigingen-cultuur-hardste-klappen-bij-theater-en-beeldende-kunst.dhtml
Deira, S (2010, 20 december). Rutte voert btw-verhoging uit ondanks motie Senaat.
Elsevier. Bezocht op 15 juli, 2011, http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/CultuurTelevisie/284484/Rutte-voert-btwverhoging-uit-ondanks-motie-Senaat.htm

Tekst 3 Laat ons elkaars gelijken zijn


De populaire kunstvormen in de wereld zorgen voor een vermaak van massale
omvang. Onder de zogenoemde populaire kunsten vallen film, muziek en
televisieuitzendingen. Wat films vaak zo aantrekkelijk maakt is dat mensen zich
sterk aangetrokken voelen tot de archetypische helden die zo mooi in het licht
gezet worden. Door de toenemende globalisering is het makkelijk om verschillende
films over heel de wereld te verspreiden. Tel daar nog eens bij op dat archetypische
symbolen (Zoals de held, de heks, etcetera.) in het collectieve onderbewustzijn van
de mensheid zijn opgeslagen, en je hebt het perfecte recept voor films die door een
groot publiek geconsummeerd kunnen worden. De verenigde staten zijn de grootste
exporteur van beeldmateriaal, en brengen hun tv-shows en films naar bijna elk land
op de wereld. Een nadeel voor de armere landen is dat ze weinig shows van eigen
hand uitzenden. Een tv-zender moet namelijk elke dag wat uit te zenden hebben. Zo
is er in een land als Zimbabwe een serie genaamd Ziva Kawaka, een serie waarbij
de acteurs zelf hun kostuums maken en banen ernaast hebben om rond te kunnen
komen. Het is een populaire serie en wordt goed bekeken door het overgrote deel
van Zimbabwe, maar de producenten kunnen veel meer verdienen door series te
importeren. Een aflevering van de serie Miami Vice kunnen ze voor een speciaal
derde-wereld-land-tarief krijgen, en deze series spreken de rijkere Zimbabwanen
juist aan. Dat betekent dus minder betalen om tv te maken, en toch goede
kijkcijfers behouden.

Voor arme zenders in arme landen is het dus aantrekkelijker om series te


importeren, dan om ze zelf te maken. Dit kan leiden tot een verarming van het
culturele erfgoed van een land. Omdat de Verenigde Staten de grootste exporteur
is, bestaat er een potentieel gevaar van verwestering in andere landen. Maar deze
stelling is lastig om te onderbouwen, om dat uit onderzoek van McNeely en Soysal
blijkt dat bepaalde tv shows aangepast worden aan de locale omstandigheden, en
ook blijkt dat mensen die de tvshows vaak bekijken dit doen vanuit hun eigen
culturele achtergrond. Daarnaast blijkt dat als zenders eerst op een goedkope
manier tv maken, zij later meer geld overhouden om zelf te gaan produceren. De
export van de Verenigde Staten heeft landen als India en Frankrijk nooit
tegenhouden, twee landen die veel films op eigen bodem produceren.
Muziek wordt op een andere manier gebruikt om mensen , maar de grote producers
weten goed hoe ze op het massapubliek van voornamelijk jonge mensen moet
inspelen. Zo is er zelfs speciale software ontworpen waarmee artiesten kunnen
controleren of hun liedje de potentie heeft om een grote hit te worden. Groot
voordeel van muziek exporteren is dat het meer geschikt is om wereldwijd te
distribueren. Muziek en tekst, of het nou een vreemde taal is of niet, maakt ook
zonder dat je de tekst verstaat of taal zelf spreekt al een grote impact, alhoewel
amerikanen en engelsen geneigd zijn om alleen naar muziek in hun eigen taal te
luisteren.
Dit gebeurt niet alleen maar met de zogeheten lage kunsten, dit gebeurt ook met
de hoge kunsten.
Zo worden hele collecties en tentoonstellingen verspreid over verschillende
museums. Ook worden sommige van deze meesterschilderijen verkocht. Deze zijn
dan ook alleen beschikbaar voor de rijksten en welvarende individuen die onze
wereld rijk is. Een van de voordelen van het tentoon stellen van exclusieve
schilderijen is dat het een grote groep toeristen kan aantrekken. Daar wringt ook de
schoen, want de armere landen kunnen nooit deze schilderijen naar hun land halen
wat er voor zorgt dat de rijke landen nog rijker worden door het grote aantal
toeristen dat ze aantrekt. Voor plaatselijke kunstenaars is het moeilijker om geld te
verdienen, omdat je een doelgroep hebt waar je aan moet voldoen. Wil je nog wat
kunnen eten als kunstenaar moet je werk wel verkocht worden.
Ook orkesten reizen de wereld af om hun symphonieen aan de man te brengen.
In vroegere tijden was er een grote scheidslijn tussen de zogeheten hoge en lage
kunsten. Deze scheidslijn begint steeds meer en meer te vervagen. Gingen de rijke
en goed opgeleide burgers vroeger alleen nog maar naar klassieke concerten,
tegenwoordig blijkt dat deze burgers ook steeds vaker popconcerten en
cabaretvoorstellingen bezoeken. De zogeheten culturele omnivoor. Volgens
schrijver Herman Franke is dit de opgeleide veertigplusser die naar Mozart en naar
popmuziek luistert. Die naar een opera gaat, maar af en toe ook een Endemolmusical bezoekt.

Eigenlijk is dit geen nieuw fenomeen, maar in de jaren vijftig was men er gewoon
minder open over, vooral omdat openheid over je kunstzinnige voorkeuren kon
leiden tot prestige verlies. Uit onderzoek blijkt dat de hogere statusgroepen een
brede muzieksmaak hebben, waar de lagere status groepen een meer univore
muzieksmaak hebben. Hoogopgeleiden bezoeken al lang niet meer alleen de
conventionele hoge cultuur, maar doen aan steeds meer andere cultuurvormen. Er
is meer te doen, je kan makkelijker aan de andere kant van de wereld komen en
sinds de komst van het internet is het nog nooit zo gemakkelijk geweest om een
concert digitaal bij te wonen wat zich op de andere kant van de wereld afspeelt.
Dit heeft ertoe geleidt dat de kunstinstellingen meer marktgericht moesten gaan
opereren, door middel van megatentoonstellingen, culturele agendas en
publieksprijzen proberen de instellingen meer publiek te trekken.
Kunst is mijns inziens een verheven vorm van het uiten van de ziel. Maar ook een
manier om mensen te inspireren om het beste uit zichzelf te halen om zo de wereld
een betere plek te maken. In het oude Egypte scheen de regering juist genoeg geld
weg te leggen voor de kunstenaars zodat die zich niet druk hoefde te maken en
mooie dingen konden maken om de maatschappij mooier te maken (AMORC, De
Roos, nr 3). In de wereld van tegenwoordig wordt daar heel anders over gedacht en
wordt degene die het meeste en het prominenste publiek trekt gesteund. Dat niet
aleen, populaire kunst die op massale schaal geconsummeerd kan worden wordt
uitgezonden op TMF en MTV dat het een lieve lust is. Daar waar kinderen
geinspireerd zouden moeten worden door verheven waarheden van mensenliefde
en een betere wereld krijgen ze nu goedkope muziek van Rihanna, Eminem en Jay-Z
voogeschoteld. Muziek die goedkope sex, een losbandig leven, en druggebruik
promoten. Er wordt 200 miljoen bezuinigd op kunst en cultuur. Dat wat mensen met
elkaar verbind en een kijkje biedt in de binnenwereld van de kunstenaar wordt
bekneld. Maar, we hebben wel genoeg geld om de wapenindustrie te steunen en tvzenders zendtijd te geven om muzikale rotzooi uit te zenden. Het lijkt erop dat de
overheid kiest voor het geld, in plaats van een gezonde opvoeding voor het volk.
Ik heb het vermoeden, na het bezoeken van grote festivals, dat de gemeente deze
festivals niet altijd organiseren voor het verbinden van de mensen uit de wijk. Het
lijkt er veelal op dat er een commercieel tintje aan zit, en dat de grote brouwers
gewoon grof geld willen verdienen met het laten spelen van een paar bands. Zonde.
Nou denk ik sowieso niet dat de bezoekers van deze festivals opzoek zijn naar een
diepere verbinding met de medemens, alhoewel ze in hun sociale groep wel meer
binding ervaren. Dit kan leiden tot een gezonder functioneren in de maatschappij.
Aan de andere kant ben ik een sterk voorstander van het verbinden met het Zelf.
Als je mensen kan helpen meer bewust te worden van zichzelf, van de eigen
behoeftes en de eigen sterke kanten, is het makkelijker om jouw unieke talenten te
laten werken voor de maatschappij. Zo hebben vele kunstenaren mensen geholpen
middels community art. Maar het is belangrijker om verder te denken dan alleen
maar kunst. Zo heb ik gehoord van een CMV stagiaire die in India is geweest dat hij

een tuin heeft aangelegd. Een tuin waarin groente verbouwd kan worden. De
kinderen die daar wonen helpen allemaal mee om deze tuin goed te verzorgen en
er voor te zorgen dat de tuin kan blijven bestaan. Deze jongen heeft goed gekeken
naar wat de behoefte was in dit weeshuis, en heeft daar op een creatieve manier op
ingespeeld. Ook heeft hij zijn kennis die hij van een andere opleiding heeft
meegenomen ingezet om deze mensen op hun gebied te helpen. Ik denk dat dat
waarlijk de kracht is van een CMVer. Alles wat hij geleerd heeft en meegenomen
heeft maken hem uniek als CMVer. Hij kan handelen vanuit pure theorie en
methodieken die hem aangerijkt zijn, of hij kan alles pakken wat hem gemaakt heeft
tot de mens die hij is en vanuit een hoger standpunt kijken om echt te zien wat er
nodig is. Zo is het lang niet altijd kunst dat mensen met elkaar hoeft te verbinden.
Je kan met zn allen in een buurt zorgdragen voor een gezamenlijk natuurproject,
een gezamenlijke tuin waar mensen met elkaar kunnen zijn. Waar kinderen kunnen
spelen en waar faciliteiten zijn om je creatieve talenten te ontplooien. Een centrum
in de wijk waar je kan sporten, en kan praten met activiteitenbegeleiders. Maar ook
waar je jouw ideeen als burger kan aandragen zodat de kennis van de burger
gebruikt kan worden om de wijk nader tot elkaar te brengen. Als mensen zorg
kunnen dragen voor zichzelf en de schitterende natuur waar ze deel vanuit maken,
is het ook makkelijker om een luisterend oor te hebben voor je medemens. Niet
vanuit een houding dat je elkaar gedwongen moet helpen, maar vanuit het besef
dat we allemaal het beste proberen te maken van de wereld waar we in leven. En
ook omdat we een binding met onszelf hebben, en in onszelf de behoefte gevonden
hebben om gehoord te worden.

Bronnen
Alexander, V. (2003). Globalization in: The cultural Diamond- The production of
culture, 157- 171
Ruiter, F. De (..) Hoe vaag zijn hoog en laag, Boekman 65, 50-54
Janssen, S. (..) Vervagende grenzen, de classificatie van cultuur in een open
samenleving, Boekman 65, 6-16
Beus, D. De (2011) Hoorcolleges Kunst, Cultuur en betekenis. Haagse Hogeschool

Vous aimerez peut-être aussi