Vous êtes sur la page 1sur 35

AANDACHT VOOR MULTITASKING

Conclusies uit het


SPOT Tijdbestedingsonderzoek 2006
WOORD Geachte lezer,

VOOR
Voor u ligt een boekje over multitasking. Mul-
titasking is waarschijnlijk ook in uw omgeving
een belangrijk onderwerp van gesprek geworden.
Steeds vaker heeft communicatie raakvlakken met
multitasking.

WOORD Niettemin is onze kennis over het multitasken


vaak nog beperkt en cijfers over het multitasken
in Nederland zijn nauwelijks voorhanden. In dit
boekje laten we nu zien wie er multitaskt, hoe-
veel en wanneer en welke activiteiten er worden
gecombineerd. Vaak levert dit verrassende uit-
komsten op en nieuwe inzichten.

We hebben ook geprobeerd, compact maar wel rede-


lijk compleet, een overzicht te geven van ideeën
en theorieën die er over multitasken bestaan,
over effecten en over strategieën. Daardoor
krijgen de uitkomsten meer reliëf.

Dit boekje over multitasking ligt in het ver-


lengde van een boekje dat wij al eerder hebben
gepubliceerd: Alles over Tijd (januari 2007).
Samen vormen ze een miniserie over de resulta-
ten van het Tijdbestedingsonderzoek dat SPOT in
2006 heeft laten uitvoeren. Dit onderzoek blijkt
steeds weer een onuitputtelijke bron van infor-
matie te zijn.

Het is dan ook onmogelijk om hier alle moge-


lijke uitkomsten te presenteren. Er zijn teveel
dimensies om uit te kiezen: doelgroepen, dagen
van de week, tijdvakken en 69 activiteiten.
Daarom zijn er op onze website (www.spot.nl)
twee tools beschikbaar gesteld, waarmee u zelf
toegang kunt krijgen tot de data: SPOTtime voor
het uitdraaien van tijdbesteding en SPOTtask
voor het maken van multitasking-analyses. Op

3
onze website kunt u daarnaast ook eerdere rap- 2006. Daarin konden de respondenten zes ac-
portages terugvinden. tiviteiten tegelijk opgeven. Zie daarvoor het
tweede deel van dit boekje.
Multitasking kent vele gedaanten en de effecten
kunnen dan ook heel verschillend zijn. Duide-
lijk is dat televisie in dit alles vaak een Paul van Niekerk
rol speelt. Meer inzicht in het gebruik en de Directeur SPOT
combinatie van TV met andere activiteiten biedt Mei 2007
aanknopingspunten voor mooie, creatieve campag-
nes en een optimale mediastrategie. En daar gaat
het om.

Multitasking is inmiddels een wijd en zijd


bekend begrip en er wordt ook veel over ge-
schreven. Maar toen wij in dit onderwerp doken,
bleek dat er eigenlijk juist heel weinig kennis
is. Journalisten komen in hun artikelen meestal
niet verder dan de conclusie dat er veel wordt
gemultitasked en wetenschappelijke studies zijn
in het algemeen niet bekend. Houden we over de
intuïtieve kennis/opinie over multitasking en
die luidt ongeveer: a. het is iets specifieks
van jongeren en b. we moeten crossmediaal com-
municeren. (Zie onderstaand citaat uit Wikipe-
dia)

Wikipedia: Media multitasking involves using


TV, the Web, radio, telephone, print, or any
other media in conjunction with another. Also
referred to as ‘simultaneous media use’, this
behavior has emerged as increasingly common,
especicially among younger media users, and
has gained significant attention in media usage
measurement, especially as a new opportunity
for cross-media advertising.

In dit boekje willen we graag wat verder gaan.


Het eerste deel gaat dan ook over het begrip
multimedia. Daarnaast is deze publicatie ge-
linkd aan het SPOT Tijdbestedingsonderzoek

4
INHOUD DEEL 1 WAT IS MULTITASKING?

8 * Wat is multitasking?
Multitasking en werk
Alles op één moment?
14 * Naar media-multitasking
18 * Effectiviteit
Aandacht
Multiplier Effect

DEEL 2 UITKOMSTEN UIT HET ONDERZOEK

29 * Druk?
31 * Wie zijn de multitaskers?
34 * Aandacht voor de media
38 * Wanneer wordt er gemultitasked?
43 * Welke activiteiten worden gecombineerd?
50 * Extreme media-multitasking

54 * Belangrijkste conclusies
58 * Korte beschrijving van het onderzoek
62 * Noten
64 * Bijlage: Tijd en Bereik per dag
(20-65 jaar)

7
DEEL 1
WAT IS
MULTITASKING
?
Om te beschrijven wat multitasking is hoeven we surfen, werd ook het wisselen tussen die activi-
het in eerste instantie alleen maar te vertalen teiten heel gebruikelijk.
in goed Nederlands: multitasken is het uitvoeren
van meerdere activiteiten op hetzelfde moment. Het multitasken heeft betrekking op alle acti-
Het begrip komt van oorsprong uit de computer- viteiten. Maar in de mediawereld spitst zich
wereld. Met multitasken werd in de jaren ne- dit natuurlijk toe op het uitvoeren van acti-
gentig verwezen naar een nieuwe versie van de viteiten tijdens het gebruik van media. En nog
CPU (central processing unit) in een PC, die specifieker op het gebruik van meerdere media
meerdere functies tegelijkertijd kon uitvoeren. tegelijkertijd. Later zullen we nog de precieze
Later werd het begrip aangewend voor menselijk relevantie hiervan bediscussiëren voor de com-
gedrag. municatiepraktijk.

Voorzover ons bekend is het begrip multitasking MULTITASKING EN WERK


in 2003 door Paul Sikkema in Nederland geïntro- Leuk is het om hier nog te noemen dat in de Ame-
duceerd. Paul Sikkema is de Godfather van het rikaanse literatuur multitasking ook in verband
jongerenonderzoek in Nederland en hij was het wordt gebracht met productiviteit in het werk.
die bij ons als eerste wees op het multitasking Dus hoe beter je in multitasken bent, hoe hoger
verschijnsel: de arbeidsproductiviteit. Al vóórdat multitasken
“Een belangrijke uitdaging voor met name jon- werd uitgevonden, werden studies verricht naar
geren is dus: zó omgaan met alles wat er op je polichronische mensen. Polichronische mensen
afkomt dat drukte niet resulteert in een onpret- houden van multitasken, monochronische mensen
tige ‘druk’. Jongeren ontwikkelen daar, bewust juist niet.
of onbewust, strategieën voor. Uit Jongeren 2003 “When a relatively monochronic North American
blijkt dat één van die strategieën is: meer- interacts with a more polychronic Latin Ameri-
dere dingen tegelijk doen. Het lijkt erop alsof can, misinterpretations and misattributions of
jongeren verschillende media in toenemende mate behavior, if not friction and conflict, are li-
gelijktijdig gebruiken.” 1 kely to occur unless some attention has been
paid to identifying and learning such differen-
Het begrip multitasken is onlosmakelijk verbon- ces in temporal behavior and norms.” 2
den met de introductie en verspreiding van in- Ze onderzoeken daar dan ook of ze de multitas-
ternet. We zijn het nu al weer bijna vergeten, king-capaciteit van individuen kunnen voorspel-
maar in de begintijd van internet, eind jaren len. Uit deze onderzoeken lijkt naar voren te
negentig en ook nog in het begin van de 21ste komen dat het korte geheugen (working memory) en
eeuw, kon de wachttijd voor het binnenhalen van intelligentie (fluid intelligence) sterk samen-
een nieuw scherm behoorlijk oplopen. Het was dan hangen met multitasking capaciteiten.3 De aanleg
ook logisch om die tijd op te vullen met andere, om aandachtig met iets bezig te zijn lijkt ook
al dan niet nuttige, kortdurende bezigheden. Dat met multitasking samen te hangen. Daarnaast is
konden klusjes zijn, een stuk persoonlijke ver- ook weleens een relatie gelegd met extraverte
zorging, of ander medium gebruik. Toen internet- karakters en multitasking, maar dit is weten-
gebruik zich verbreedde tot e-mailen, chatten en schappelijk niet bevestigd.

10 11
ALLES OP ÉÉN MOMENT tenis gericht, afhankelijk van de relevantie.
Bij multitasking wordt snel en gemakkelijk ge- In het algemeen wordt ook verondersteld dat de
sproken over het tegelijkertijd uitvoeren van aandacht maar op één punt of actie gericht kan
meerdere activiteiten. Maar wat betekent precies zijn. De algemene en passieve waarneming is dus
tegelijkertijd? En wat kunnen we wel tegelij- breed en vormt een soort vangnet van alles wat
kertijd en wat kunnen we niet tegelijkertijd? er om ons heen gebeurd, maar daarna wordt in onze
Hiermee komen we op het gebied van de neurologie hersenen, al dan niet bewust, de aandacht gefo-
of nog preciezer de cognitieve neurowetenschap. cussed op één van die gebeurtenissen.
Dit is een fascinerend gebied, omdat hier aller-
lei vakgebieden samenkomen: medische wetenschap, Zintuiglijk kunnen we goed multitasken. We kunnen
biologie en psychologie, maar bijvoorbeeld ook goed voelen en kijken tegelijkertijd, of proeven
cultuurstudies, kunstkritiek, filosofie, etc. En en ruiken. We kunnen ook tegelijkertijd kijken
dus ook de reclamewereld, die erg geïnteresseerd en luisteren. Maar dit zintuiglijke multitasken
is in de werking en verwerking van reclame- gaat alleen goed als de impulsen synchroon zijn,
uitingen. Zij allen zoeken naar de wijze waarop als ze dus met elkaar in de pas lopen. Dus kij-
het geheugen, de aandacht, het bewustzijn, de ken en luisteren naar een televisieprogramma is
emotie en de taal binnen de hersenen samenwerken heel makkelijk en natuurlijk, maar kijken naar
(of elkaar soms dwarszitten). Hier kort een aan- een televisieprogramma en tegelijkertijd luis-
tal waarnemingen. teren naar een ander gesprek wordt al lastig.
Als het geluid even sterk uit twee bronnen komt,
We kunnen sneller denken dan doen. Daardoor kun- wordt het bijna onmogelijk om het nog goed waar
nen we spreken, we denken altijd iets vooruit op te nemen.
wat we zeggen. Zo nemen we ook eerst iets waar
en daarna kunnen we pas reageren.

In het algemeen is geaccepteerd dat de mens


meerdere stimuli tegelijk binnenkrijgt en op een
bepaalde manier verwerkt. Deze verwerking gaat
niet bewust. In feite wordt er een voorselectie
gemaakt van relevante en niet relevante stimuli.
De meeste stimuli worden genegeerd, maar elke
onverwachtse gebeurtenis: een knal, een flits,
een snelle beweging, wordt onmiddellijk naar de
voorgrond geduwd en krijgt de volle aandacht
(hiervan wordt in televisieprogramma’s en com-
mercials natuurlijk volop gebruik gemaakt). Dit
is een biologisch principe, erop gericht om ge-
vaar of een prooi te bespeuren. Er wordt vrijwel
onmiddellijk en instinctief gereageerd. Vervol-
gens wordt de aandacht al dan niet op de gebeur-

12 13
NAAR Bij multitasken speelt dus het tegelijkertijd
waarnemen een belangrijke rol. Wat gebeurt er

MEDIA-
nu bij mediagebruik. We kunnen een aantal vormen
onderscheiden:
1. Multitasken
Het tegelijkertijd gebruiken van media, dus echt
op één moment. Bijvoorbeeld televisiekijken en

MULTITASKING
telefoneren.
2. Sequentieel multitasken
Het snel wisselen tussen media, technisch gezien
ná elkaar. Je zit bijvoorbeeld te surfen, dan
wordt je aandacht getrokken door iets wat op
televisie wordt aangekondigd en vervolgens keer
je weer terug naar je computer. Alle betrokken
media zijn ingeschakeld en zijn instant beschik-
baar.
3. Nonmedia multitasken
Het gebruik van media in combinatie met niet
media activiteiten, bijvoorbeeld eten en tele-
visiekijken.

In ons Tijdbestedingsonderzoek maken we geen


onderscheid tussen multitasken en sequentieel
multitasken. Maar bij de bepaling van een me-
diastrategie en de productie van commercials en
andere uitingen kan het wel belangrijk zijn hier
rekening mee te houden. Bij het gelijktijdige
multitasken gaat het erom de zintuigen gelijk-
tijdig te prikkelen. Een wetenschappelijke term
hiervoor is synesthesie. Het voert te ver om er
hier diep op in te gaan, maar het is interessante
materie. Voor verdere informatie verwijzen we
naar de specifieke website www.synesthesie.nl.

Wat we niet onder multitasken verstaan is het


gebruik van meerdere media gespreid over de dag.
’s Ochtends de krant lezen en ’s avonds tele-
visiekijken is een veel voorkomend patroon en
levert multiple-media bereik. Cross-mediale cam-
pagnes in de vorm van een combinatie van spot

15
advertising en programma-sponsoring kunnen ook
tot deze categorie gerekend worden. De vraag
is of crossmediale campagnes, die al snel met
multitasking in verband worden gebracht, niet
eigenlijk gebaseerd zijn op dit multiple-media-
bereik?

Wanneer je multitasking bespreekt, moet er ook


een term zijn voor de tegenhanger ervan, maar
dat is nog niet zo eenvoudig. In dit boekje ge-
bruiken we meestal de uitdrukking exclusief me-
diumgebruik, maar daarnaast worden ook de termen
monotasking, singletasking en monochroon media-
gebruik gehanteerd.

16
EFFECTIVITEIT De relevantie van multitasking ligt voor ons in
de effectiviteit van reclamecampagnes. Het ef-
fect van multitasking heeft een positieve en
een negatieve zijde. De positieve kant wordt
verondersteld vanwege het synergie-effect bij
gebruik van meerdere media: 1+1=3. Dit wordt ook
vaak het multiplier-effect genoemd: de inzet van
verschillende media versterkt de werking over en
weer. De schaduwkant van multitasking is gelin-
ked aan de discussie over de aandacht voor me-
dia. Verondersteld wordt dat de hedendaagse mens
veel wil consumeren, dus ook media, en de tijd
probeert zo efficiënt mogelijk te gebruiken door
meerdere media tegelijkertijd te consumeren. Dit
zou ten koste gaan van de aandacht van ieder van
die media.

AANDACHT
Voor beide effecten worden onderzoeken gedaan.
De aandachtsdiscussie is in 2004 door de BVA nog
eens aangezwengeld met het onderzoek Schokkend
nieuws voor de buis. Al presenteerde de BVA de
uitkomsten wat spectaculairder, ze lieten zien
dat tijdens de reclameblokken op televisie 60%
naar dezelfde zender blijft kijken, 20% zapt en
20% de kamer uitloopt. De 60% die blijft zitten
vormt de basis van de kijkdichtheidcijfers van
SKO. Van deze 60% kijkers heeft 20% zijn/haar
ogen op de buis gericht, 40% combineert het te-
levisiekijken met andere activiteiten. Indien
we het zappen als singletasking beschouwen dan
kijkt dus de helft in de vorm van singletas-
king en de andere helft als multitasking. Uit
de multitasking analyses van het SPOT Tijdbeste-
dingsonderzoek blijkt dat voor het totale tele-
visiekijken gemiddeld 64% kijkt in de vorm van
singletasking en 36% als multitasking. We komen
hier later op terug.

19
Mede naar aanleiding van het verschijnsel mul- informatie direct onderdeel uitmaakt van de hu-
titasking is er een wetenschappelijke discussie mor, dan wordt de grap onthouden maar de infor-
op gang gekomen over de vraag of aandacht een matie vergeten. Timing is volgens haar dan ook
voorwaarde is voor effectiviteit van campagnes. van essentieel belang. Optimaal is de combinatie
Steeds vaker wordt verondersteld dat impulsen verrassing – humor – informatie en wel precies
ook zonder aandacht en dus onbewust worden ver- in die volgorde. Hoewel het hier om een secon-
werkt. Bekende voorbeelden van wetenschappers denanalyse gaat binnen een commercial, kan deze
die zich hier sterk voor maken zijn Robert Heath conclusie wellicht ook worden uitvergroot naar
en J.J. Pilotta. een multimediastrategie.
“Rather than the behaviourist ‘teaching and lea-
rning model’, cognitive psychologists suggest Tenslotte kan nog worden gesteld dat multitas-
advertising information is acquired continuously king niet altijd een negatief effect heeft op
from multiple sources, stored often subconsci- aandacht. De aandacht wordt vooral afgeleid door
ously in the brain, and then assessed and assem- het gelijktijdige gebruik van media. Andere acti-
bled on demand by the individual.” 4 viteiten kunnen juist heel goed samengaan met TV
Steeds vaker wordt bij effectonderzoek van kijken zoals eten of het doen van huishoudelijke
reclamecampagnes rekening gehouden met deze on- klusjes. Zelfs kletsen tijdens de blokken kan
bewuste verwerking van reclame. een positief effect hebben. Onlangs publiceerden
Fred Bronner (UvA) en Andy Santegoeds (RTL) een
Daarnaast wordt ook steeds meer bekend over het onderzoek over het effect van praten over com-
waarnemen van het oog zelf. Hoewel ons oog de mercials. Zij vonden het onderstaande resultaat.
aandacht altijd richt op maar een heel klein Het praten over commercials heeft dus een grote
puntje in de ruimte, ziet het oog veel meer. positieve invloed op het effect ervan.
Josephine Woltman Elpers schrijft dat mensen in
foveal and parafoveal vision during commercial
exposure selecteren of ze aandacht geven aan EFFECT VAN PRATEN OVER SPOTS
een commercial.5 Foveal betekent dat je ogen er
precies op zijn gericht, parafoveal dat de com- EFFECT NIET OVER DE SPOT WEL OVER DE
mercial ergens in het blikveld ligt. Ook als de GESPROKEN SPOT GESPROKEN
ogen dus niet specifiek op het scherm zijn ge- Info opgevraagd of gezocht 1% 7%
richt, wordt toch geselecteerd wat je wel wilt Winkel bezocht 3% 10%
zien en wat niet. Iets gekocht, plannen om te kopen 7% 21%

Hoewel Josephine Woltman Elpers niet precies Bron: Marketing Tribune, 3 april 2007, nummer 7, pagina 9.
over multitasking schrijft zoals wij het in dit
boekje bespreken, gaat zij in haar onderzoek
wel in op het effect van gelijktijdigheid van MULTIPLIER EFFECT
humor en informatie binnen een commercial. Haar In het kader van multimediacampagnes is verreweg
conclusie is dat het beter is om ze niet gelijk- de meeste belangstelling – naast de aandachts-
tijdig aan te bieden. Als in een commercial de kwestie – uitgegaan naar het zogenaamde multi-

20 21
plier effect. Dit is al langere tijd onderwerp

geloofwaardigheid
van onderzoek, vooruitlopend op het verschijnsel
multitasking. Voorheen richtte zich dat vooral

achterwaarts
op de combinatie van televisie en print (jaren
negentig vorige eeuw), later ook op de combi-
natie van televisie en radio (visual transfer).
De laatste jaren staat de combinatie van tele-
visie en internet volop in de belangstelling.
Via Google zoeken op multimedia effect televisie

geheugen versterking
internet geeft 8 miljoen hits in het Nederlands!
Gespecialiseerde effect-onderzoeksbureaus als
Daphne en Millward Brown bieden speciale analy-
setools voor deze multimedia-effecten en ook de

synergie
mediabureaus laten zich niet onbetuigd op dit
gebied. Allen benadrukken hierbij dat het mul-
tiplier effect vooral optreedt bij een inhoude-

multimedia-effecten
lijke of vormelijke verbinding tussen de recla-
me-uitingen in de gebruikte media. Dus eenzelfde
beeld of eenzelfde muziek of geluiden, gebruik

voorwaarts
van herkenbare logo’s, jingles, etc.

Wetenschappelijk is er echter maar heel wei-

doelgroepverbreding/bereik
nig bekend over het multiplier effect. De gepu-
bliceerde onderzoeken komen meestal van media-
exploitanten. Het is ook erg lastig voldoende

complementariteit
multimedia cases te verzamelen om tot gefundeer-
de conclusies te komen. Fred Bronner (UVA) heeft
een goed overzicht gemaakt in zijn boekje
Multimediasynergie in reclamecampagnes.6
Hij geeft het volgende schema voor multime-
dia-effecten.

herhaling
22 23
Fred Bronner onderscheidt dus het bereikseffect noodzakelijk. Is dat budget niet beschikbaar en
en het multiplier effect, maar beide leiden tot wordt niettemin toch gespreid, dan wordt de in-
een betere werking van de campagne. Wat ook be- zet per medium te licht en slaat het voordeel van
langrijk is, is dat hij de timing er bij betrekt, spreiding om in een nadeel. Kobalt publiceerde
dus de volgorde waarin media worden ingescha- hierover de bijgaande tabel. Zij concluderen dus
keld. dat alleen bij de hoogste budgetklasse multime-
Marjorie Dijkstra7 (toentertijd Universiteit diacampagnes een goede performance geven.
van Tilburg) heeft wel een wetenschappelijk rap-
port naar buiten gebracht, waarin zij ingaat op
deze timing. Al zijn de aantallen cases waarop TOENAME GEHOLPEN HERINNERING BIJ SINGLE/
zij zich baseert zeer beperkt, haar bevindingen MULTIMEDIACAMPAGNES VOOR VERSCHILLENDE
zijn als volgt. BUDGETNIVEAUS

100% TV TV + OVERIGE MEDIA


VOLGORDE-EFFECT BIJ MULTIMEDIA CAMPAGNES
Budgetklasse laag + / - -
MULTIMEDIA EFFECT: CONCLUSIE Budgetklasse midden + + / -
PRIMING Budgetklasse hoog ++ ++
Dit is een voorwaarts effect Beste is eerst een print
waarbij de reclame in het eerste uiting en dan televisie Bron: Kobalt Blue Delphi. In: Media Magie 22, jaargang 3, februari 2007
medium interesse opwekt in het
volgende medium.

IMAGE TRANSFER
Dit is een achterwaarts effect Hier werkt het beste
waarbij de reclame in het tweede eerst een televisie uiting
medium de herinnering stimuleert en daarna print of eerst
aan het eerste medium televisie en daarna internet

MULTI-SOURCE
Geloofwaardigheid en Geen multimedia-effect.
overtuigingskracht worden sterker Alleen televisie is voldoende
als de boodschap vanuit en bepaalt de overtuigings-kracht
verschillende bronnen komt

Een multimediacampagne is dus niet altijd suc-


cesvol. Soms is een multimediacampagne ook
eenvoudig onmogelijk. Voor een spreiding over
meerdere media is immers een behoorlijk budget

24 25
DEEL 2
UITKOMSTEN
UIT HET
ONDERZOEK
DRUK? We moeten wel veel, maar is het ook druk? Dat
valt nogal mee. Hiernaar gevraagd zegt ruim 40%
van de respondenten dat het gisteren een rede-
lijk tot erg drukke dag is geweest. Opvallend
is dat de 20-29 jarigen vinden dat ze het het
drukst hebben gehad. De meeste Nederlanders heb-
ben echter normaal gesproken dus een normale tot
rustige dag.

Zoals gezegd kunnen de mensen in de vragenlijst


van het Tijdbestedingsonderzoek meerdere acti-
viteiten invullen. We waren nu nieuwsgierig of
dat moment tot een druk gevoel zou leiden. Als
respondenten op een bepaald moment van de dag
drie of meer activiteiten tegelijkertijd hadden
gemeld, hebben we gevraagd naar het gevoel dat
ze daarbij hadden. Slechts 10% van de responden-
ten beantwoordt die vraag bevestigend. Bijna 70%
vond het een normale situatie en 20% vond het
zelfs rustig. Het multitasken leidt op zich dus
niet tot een druk gevoel.

29
WIE ZIJN DE WIE ZIJN DE MULTI-TASKERS?
Om antwoord op deze vraag te geven hebben we het

MULTI-
mediagebruik als uitgangspunt genomen en hier-
binnen specifiek het medium televisie. In onder-
staande grafiek is weergegeven welke doelgroepen
het meest tijdens het televisiekijken met andere
activiteiten in de weer zijn.

TASKERS? AANDEEL VAN TV KIJKTIJD GECOMBINEERD MET


ANDERE ACTIVITEITEN PER DOELGROEP
60%

50%

40%

30%

20%

10%

0%

ds
ds

en
r

ds

ds

ds
ar

s
ar

ds
s

en

en
ds

n
ar

aa

ui
ui

e
ki
ki

le
ki

ki

ki
ja
ja

ki
le

le
ki

le
ja

nh
th

al
al

al

al
+
+
6

no

no

+
9

te
2

+
no
9

-1

-1
-1

9
6-

n
n

n
en

n
-2

49

65
me
me

-3
13

n,

n,

me
17
10

me
-2

n,
ud
20

0-

-
sa
sa

30
me

me

sa
sa
20

me

50
st

4
sa

sa
sa

9
9

5
9

-4
-2

-6
9

-3
9

9
-2

40
20
-2

-4

50
30
-3
20

20

40
30
De groepen die hierbij het sterkst naar voren
komen zijn 13-16 jarigen, studenten en alleen-
staanden van 30-39 jaar en van 40-49 jaar. Het
lijkt alsof er een belangrijke link bestaat tus-
sen de communicatiebehoefte aan de ene kant en
het relatief veel thuis zijn aan de andere kant
(op de belangrijkste televisiemomenten van de
dag).

Jongeren tot 16 jaar zijn ‘s avonds nog relatief


veel thuis. Hún behoefte aan communicatie wordt
niet reëel maar virtueel ingevuld. De 13-16 jari-

31
gen laten dan ook de meeste media- en communica- Het beeld van de multitaskende jongere houdt dus
tieactiviteiten zien tijdens het televisiekijken. deels al op bij 16 jaar. Daarna wordt de jon-
Zodra ze iets ouder worden is dit gedrag voor- gere steeds meer in beslag genomen met real life
bij. Opvallend is dat 17-19 jarigen plotseling communicatie, hij/zij zoekt het plezier meer en
veel meer tijd buitenshuis gaan besteden. De meer buitenshuis. De tijd die overblijft voor de
behoefte aan communicatie wordt dus veel meer media wordt dan minder, maar voor wat betreft tv
buitenshuis en reëel ingevuld. We zien bij deze wordt er wel intensiever mee omgegaan.
groep de tijdsduur voor televisiekijken teruglo-
pen, maar de tijd dat er gekeken wordt is juist Het lijkt er daarom op dat het extreme multi-
aandachtiger. Kennelijk wordt er selectief ge- tasken samenhangt met de lifestyle en dus geen
keken naar programma’s die men graag wil zien en generatie- of leeftijdskwestie is, zoals vaak
dan met volle aandacht. wordt gedacht. In dat laatste geval zou dit ge-
drag zich voortzetten bij 17 jarigen en ouder,
Hetzelfde patroon zet zich voort bij de 20-29 maar dat is niet het geval.
jarigen. Uitzondering daarop vormen de studenten
die in een studentenhuis wonen. Zij wonen in een
groepsvorm en televisie vormt een centraal punt
in hun woonomgeving en sociale contact. Wij zien
dan ook dat studenten het televisiekijken juist
wel combineren met andere activiteiten, onder
andere bijvoorbeeld met het eten.

Vanaf een jaar of dertig wordt het uitgaan een


stuk minder. De activiteiten thuis nemen weer
sterk toe. Dit betekent dus ook dat de com-
municatiebehoefte niet zoveel meer buitenshuis
kan worden ingevuld. Daarnaast treedt een andere
scheiding op, namelijk die tussen degenen die
na al dat uitgaan wel of niet een partner heb-
ben gevonden. Beide groepen blijven meer thuis.
Maar het is duidelijk dat de alleenstaanden veel
actiever zijn dan de samenwonenden. De alleen-
staanden gebruiken veel de computer naast het
televisiekijken en zij zijn op internet druk
in de weer met chatten en e-mailen. Bij oudere
alleenstaanden (40-49 jaar) nemen de gecombi-
neerde activiteiten nog verder toe, onder andere
met lezen. De samenwonenden daarentegen doen dit
alles minder en kijken juist met meer aandacht
televisie.

32 33
AANDACHT In de vorige paragraaf is televisie als uit-
gangspunt genomen. Hoewel het televisiekijken

VOOR DE
regelmatig wordt gecombineerd met andere acti-
viteiten, kijkt men gemiddeld toch verreweg het
grootste deel de kijktijd exclusief naar televi-
sie, dus zonder andere bezigheden uit te voeren.
De vraag is nu hoe dit zit bij de andere media.

MEDIA AANDEEL SINGLE TASKING GEBRUIK VAN


DIVERSE MEDIA

% 0

tv kijken
10 20 30 40 50
procenten

60

64
70

boek lezen 55

spelcomputer op pc 51

internet: surfen 45

tijdschrift lezen 39

internet: chatten/MSN 36

internet: e-mailen 35

bellen vast 34

bellen mobiel 33

krant lezen 32

muziek (cd, MP3) 11

radio luisteren 7

In tegenstelling tot de verwachting moeten de


andere media, meer dan bij televisie kijken, de
aandacht delen met andere activiteiten. Zelfs
het lezen – of het nu een boek is, een tijd-
schrift of een krant – wordt meer gedeeld met
het uitvoeren van andere activiteiten. Bij het
lezen van de krant en tijdschrift is maar rond
een derde van de tijd de volle aandacht op het
lezen gericht, tweederde van de leestijd is men
ook met andere zaken bezig. Welke activiteiten
dat zijn zullen we later bespreken.

35
AANDEEL SINGLETASKING VS MULTITASKING PER MEDIUM Bij jongeren van 13-19 valt met name op dat er
tijdens het surfen en e-mailen veel meer ge-
20-65 JAAR 13-19 JAAR multitasked wordt dan bij de volwassenen. Maar
N=3002 N=399 tijdens het chatten/MSN-en is de aandacht juist
SINGLE MULTI AANT MIN SINGLE MULTI AANT MIN groter. Ook het gebruik van de spelcomputer is
TASKING TASKING PER DAG TASKING TASKING PER DAG
intensiever dan bij de volwassenen. Daarnaast
% % % % % % zien we dat jongeren intensiever naar muziek en
de radio luisteren. Het is dus niet zo dat jonge-
TV kijken 64 36 143 63 37 117 ren altijd meer multitasken dan volwassenen. Dit
boek lezen 55 45 10 49 51 7 geldt eigenlijk alleen nadrukkelijk bij surfen
spelcomputer op pc 51 49 10 62 38 16 en e-mailen.
internet: surfen 45 56 22 24 76 27
tijdschrift lezen 39 61 6 50 50 1 Bij nadere beschouwing blijken bij de groep 13-19
internet: chatten/MSN 36 64 5 45 55 32 wel meer extreme multitaskers te zitten. Gedu-
internet: e-mailen 35 65 16 18 82 9 rende ruim 7% van de kijktijd worden er bijvoor-
bellen vast 34 66 7 49 51 3 beeld vijf of meer activiteiten tegelijkertijd
bellen mobiel 33 67 2 33 67 2 gedaan. Bij de 20-65-jarigen is dit maar gedu-
krant lezen 32 69 16 31 69 4 rende 2% van de kijktijd.
muziek (cd, MP3) 11 89 8 15 85 11
radio luisteren 7 93 34 17 83 10

Leesvoorbeeld: 64% van de kijktijd naar televisie (gemiddeld 143 minuten per
dag) is exclusief, dat wil zeggen dat er op dat moment geen andere activi-
teiten plaatsvonden. 36% van de kijktijd wordt gedeeld met de uitvoering van
andere activiteiten.

Het surfen op internet heeft in bijna de helft


van de tijd de volle aandacht, maar tijdens het
chatten en e-mailen zakt dat terug naar ongeveer
een derde van de tijd. Ook voor bellen, vast
of mobiel, geldt dat in ongeveer een derde van
de tijd geen andere activiteiten worden gedaan.
Minder verrassend is het dat het luisteren naar
eigen muziek en naar de radio veel wordt gecombi-
neerd met andere activiteiten. Hier geldt eigen-
lijk het omgekeerde: gedurende nog ca. 10% van
de luistertijd doet men er niets anders naast.

36 37
WANNEER In de voorgaande paragraaf zijn we ingegaan op
de verdeling van de tijd die exclusief op een

WORDT ER
medium is gericht en de tijd dat er gemultitas-
ked wordt. Die cijfers zijn gemiddelden over de
gehele dag. De verdeling singletasking-multitas-
king kan echter behoorlijk veranderen gedurende
de dag.

GEMULTI- Bij televisie zien we dat de aandacht in de och-


tend gedeeld moet worden met andere activitei-
ten. Bij het ontbijt is ca. 30% van de kijktijd
exclusief op het scherm gericht. Dit percentage

TASKED?
loopt langzaam op in de loop van de dag. Op prime
time is bijna 75% van de kijktijd exclusief op
het scherm gericht.

Bij surfen schommelt de exclusieve aandacht de


hele dag rond de 40%. Bij dagbladen zien we een
ander patroon. In de ochtend tijdens het ontbijt
is ca 20% van aandacht geheel op het lezen van de
krant gericht. Overdag loopt dit op tot ca. 40%,
met een piekje aan het eind van de middag. In
de avonduren loopt de exclusieve aandacht echter
sterk terug tot rond de 10% van de leestijd.

39
SINGLETASKING MEDIUMGEBRUIK GESPREID OVER DE Interessant is het om hier ook de grafieken van
DAG (20-65 JAAR) het telefoneren te laten zien. Terwijl bij het
vast bellen de exclusieve concentratie in de
tv kijken op tv toestel namiddag en avond sterk terugloopt, zien we bij
mobiel bellen precies het omgekeerde. Kennelijk
100 brengt de vaste telefoon met zich mee dat er op
%
80
de plek van het bellen allerlei andere activi-
teiten plaatsvinden, vooral als in de namiddag
60 en avond er meerdere mensen in huis rondlopen. De
mobiele telefoon biedt dan een oplossing, waar-
40
mee een ‘rustig plekje’ opgezocht kan worden.
20
0 SINGLETASKING BIJ VAST EN MOBIEL BELLEN,
7-9 9-12 12-14 14-17 17-20 20-23 na 23 GESPREID OVER DE DAG (20-65 JAAR)
webpagina's bezoeken (op internet) via een bellen via een vaste telefoon
computer
% 100 % 100

80 80
60
60
40
40
20
20 0
0 7-9 9-12 12-14 14-17 17-20 20-23 na 23
7-9 9-12 12-14 14-17 17-20 20-23 na 23
bellen via een mobiele telefoon
lezen (papier) een krant lezen/doornemen
% 100
% 100
80
80
60
60
40
40
20
20 0
0 7-9 9-12 12-14 14-17 17-20 20-23 na 23
7-9 9-12 12-14 14-17 17-20 20-23 na 23

41
SINGLETASKING BIJ CHATTEN EN SURFEN,
GESPREID OVER DE DAG, 13-19 JAAR

chatten/MSN (op internet) via een computer

100
%
80
60
40
20
0
7-9 9-12 12-14 14-17 17-20 20-23 na 23

webpagina's bezoeken (op internet) via een


computer

% 100
80
60
40
20
0
7-9 9-12 12-14 14-17 17-20 20-23 na 23

Veel van deze patronen zijn ook terug te vinden


bij 13-19 jarigen. Een iets afwijkend patroon
zien we echter voor chatten en surfen. Bij het
chatten wordt het singletasken in de loop van
de dag steeds groter, vergelijkbaar met televi-
sie kijken. Bij het surfen via internet zien we
’s ochtends bij het ontbijt een relatief grote
aandacht, daarna een relatief stabiel patroon
over de dag, terwijl aan het eind van de avond
de aandacht bijna wegvalt.

42
WELKE We hebben nu besproken wie de multitaskers zijn,
welke media gemultitasked worden en wanneer dit

ACTIVITEITEN
het meest plaatsvindt. Tenslotte gaan we hier
in op de vraag welke activiteiten dan het meest
gecombineerd plaatsvinden. We hebben hierbij
‘ontspannen, niets doen’ en ‘slapen, in bed’
buiten beschouwing gelaten als multitasking ac-

WORDEN
tiviteit.

ACTIVITEITEN GECOMBINEERD MET MEDIAGEBRUIK


(20-65 JAAR)

GECOMBI-
ACTIVITEITEN TEGELIJK MET: MINUTEN AANDEEL

TV KIJKEN 144
eten 11 8%
huishoudelijk werk 5 4%
persoonlijke verzorging 4 3%
verzorging van kinderen 4 3%

NEERD?
surfen 4 2%

SURFEN 22
e-mailen 4 20%
TV kijken 4 17%
radio luisteren 2 7%
chatten/MSN 1 6%
eten 1 6%

SPELCOMPUTER OP PC 10
TV kijken 2 17%
e-mailen 1 10%
surfen 1 8%
radio luisteren 1 5%
huishoudelijk werk 1 5%

KRANT LEZEN 16
TV kijken 4 23%
eten 4 22%
radio luisteren 3 18%
persoonlijke verzorging 1 6%
muziek luisteren 1 4%

TIJDSCHRIFT LEZEN 6
TV Kijken 2 27%
radio luisteren 1 12%
eten 1 10%
krant lezen 1 8%
bellen via een vaste telefoon 0 7%

BOEK LEZEN 10
TV kijken 1 13%
radio luisteren 1 6%
eten 0 3%
krant lezen 0 3%
muziek luisteren 0 2%
slapen/in bed 1 9%

45
De belangrijkste activiteit tijdens het televi-
siekijken is eten! Acht procent van de kijktijd ACTIVITEITEN GECOMBINEERD MET MEDIAGEBRUIK
wordt gecombineerd met eten. Verder zien we dat (13-19 JAAR)
vooral zorg en huishouden worden gecombineerd ACTIVITEITEN TEGELIJK MET: MINUTEN AANDEEL
met televisiekijken. Het surfen komt pas op de TV KIJKEN 117
vijfde plaats met een aandeel van 2% tijdens het eten 12 10%
overige vrije tijd 9 8%
televisiekijken en andere mediabezigheden zitten huiswerk maken 9 8%
nog lager. Combineren we al het PC gebruik dan persoonlijke verzorging
spelcomputer op een ander apparaat
7
6
6%
5%
komen we op een totaal van ongeveer 5% van de
CHATTEN/MSN 33
kijktijd dat hiermee wordt gecombineerd. surfen 9 28%
huiswerk maken 5 16%
TV Kijken 4 12%
Voor de buis wordt ook redelijk wat gelezen. Er e-mailen 4 12%
muziek luisteren via een computer 3 9%
wordt gelezen gedurende 4% van de kijktijd. Zet-
ten we deze combinatie lezen-televisie kijken af SURFEN 27
chatten/MSN 9 35%
op de leestijd, dan zien we dat dit een groot TV Kijken 5 19%
deel van die leestijd uitmaakt. Een kwart van e-mailen
huiswerk maken
5
3
17%
12%
de leestijd in kranten en tijdschriften wordt eten 3 10%
gecombineerd met TV kijken. SPELCOMPUTER OP PC 16
TV Kijken 4 25%
chatten/MSN 1 6%
Bij het lezen van kranten, tijdschriften en boe- surfen 1 4%
ken wordt ook veel gegeten. Bijna een kwart van huiswerk maken
Spelcomputer op TV
1
0
3%
3%
de leestijd in kranten wordt gerealiseerd onder
MUZIEK LUISTEREN (MP3, CD-SPELER) 11
het eten. Daarnaast wordt er tijdens het lezen huiswerk maken 4 35%
veel naar muziek en de radio geluisterd. Verder onderweg 3 24%
overige vrije tijd 2 16%
willen we hier niet onvermeld laten dat bijna TV Kijken 2 15%
muziek luisteren via de TV 2 15%
10% van de leestijd in boeken in het bed plaats-
vindt. RADIO LUISTEREN 10
stage lopen 2 24%
surfen 2 20%
Tijdens het gebruik van de computer wordt ook chatten/MSN
huishoudelijk werk
2
1
15%
10%
regelmatig televisie gekeken, rond de 20% van e-mailen 1 10%
de computertijd. Voor de hand ligt het dat de
verschillende functies van computergebruik mak-
kelijk worden gecombineerd, dus surfen, e-mai- Zoals we hiervoor al zeiden, zijn de 13-19 jari-
len, chatten en spelletjes spelen gaan vaak hand gen, als ze eenmaal aan het combineren slaan, hier
in hand. ook actiever in. We zien bij bijna alle media-ac-
tiviteiten een hoger percentage van gecombineerde
tijd. De patronen van de activiteiten lopen voor
een groot deel parallel met die bij 20-65 jari-
gen. Wel zien we specifieke activiteiten voor deze
groep naar voren komen, zoals huiswerk maken.

46 47
Overigens wordt door de groep 13-19 jarigen re-
delijk geconcentreerd aan het huiswerk gewerkt
(in totaal ruim een uur per dag). Tweederde van
de tijd is men hiermee geconcentreerd bezig,
dus zonder andere activiteiten. Een derde van
de tijd dat men met huiswerk bezig is wordt ge-
combineerd met andere activiteiten. De meeste
tijd wordt gecombineerd met TV kijken (9% van
de huiswerktijd), eten (8%) en/of persoonlijke
verzorging (6%). Daarnaast luistert men nog naar
muziek, computert of doet klusjes.

48
EXTREME In voorgaande tabellen zijn de activiteiten tel-
kens twee aan twee gecombineerd. In werkelijk-

MEDIA-
heid worden natuurlijk meer en soms veel meer
activiteiten tegelijkertijd gedaan. In het on-
derzoek was plaats voor in totaal zes activitei-
ten tegelijkertijd. Wij hebben uitgezocht welke
activiteiten worden gecombineerd in zo’n extreme

MULTITASKING
multitaskingsituatie.

VOORBEELDEN VAN EXTREEM MULTITASKEN


(20-65 JAAR)

bellen e-mailen

huishouden
surfen chatten chatten
doen

TV kijken TV kijken

pers.
eten nadenken eten
verzorging

TV kijken

verzorging bellen

surfen

eten chatten

In deze situaties waar veel activiteiten worden


gecombineerd zien we eigenlijk telkens dezelfde
soort activiteiten terugkomen: tv kijken, compu-

51
teren, bellen, eten, persoonlijke verzorging en
het huishouden. VOORBEELDEN VAN EXTREEM MULTITASKEN BIJ HET
HUISWERK MAKEN (13-19 JAAR)
Wij hebben deze analyse ook uitgevoerd voor 13-19
jarigen. Ook hier zien we dezelfde categorieën TV kijken TV kijken
terugkomen. Daarnaast worden genoemd huiswerk,
klussen en een tijdschrift lezen. Bij jonge-
ren speelt vanzelfsprekend ook muziek luisteren klussen
spel
surfen tijdschrift
computer
een grote rol, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de
huiswerk
combinatie muziek luisteren via de TV, muziek huiswerk

luisteren via cd/mp3 en muziek luisteren via de


pc. Dit wordt verder gecombineerd met televisie
kijken en spelletjes doen. pers. eten chatten e-mailen
verzorging

VOORBEELDEN VAN EXTREEM MULTITASKEN


BIJ 13-19 JARIGEN
We kunnen dus concluderen dat het extreme multi-
tasken niet alleen betrekking heeft op het me-
spel-
computer
surfen diagebruik, maar juist ook vaak op een combina-
tie van huiselijke bezigheden (eten, verzorging,
klusjes) én mediagebruik.
huishouden
klussen huiswerk chatten
doen

TV kijken TV kijken

pers.
eten nadenken eten
verzorging

muziek
e-mailen
via TV

muziek tijdschrift
spelletjes chatten
via cd/mp3 lezen

TV kijken TV kijken

muziek
ontspannen surfen eten
via PC

53
BELANG- Multitasken bestaat uit het gelijktijdig uitvoe-
ren van meerdere activiteiten. De tegenhanger

RIJKSTE
van multitasken is singetasken. Bij het multi-
tasking mediagebruik kan je de media letterlijk
tegelijkertijd gebruiken, maar ook snel heen en
weer wisselend achter elkaar.

CONCLUSIES
Multitasken kan invloed hebben op het effect.
Enerzijds positief, de media versterken elkaar
dan. Soms is dit direct zintuiglijk. Maar een
multimedia strategie is veel vaker gebaseerd op
een verondersteld multiplier effect (1+1=3). Dit
effect wordt veroorzaakt door extra bereik, door
herhaling of door verbreding van de autoriteit
van de boodschapper.

Anderzijds gaat er ook een dreiging van multitas-


ken uit: de aandacht wordt afgeleid. De nieuwste
wetenschappelijke onderzoeken tonen echter aan
dat aandacht niet altijd nodig is om effect te
bewerken. Onbewust en vanuit onze ‘ooghoeken’
nemen we meer waar dan we misschien denken. Be-
paalde combinaties hebben geen negatief effect
op de aandacht, bijvoorbeeld eten tijdens het
televisiekijken of praten over de spots.

Om een goed werkende multimediacampagne op te


zetten is een flink groot budget nodig, omdat
anders de inzet in de betrokken media niet bo-
ven een minimale drempel uitkomen om effect te
sorteren.

De meest actieve multitaskers zijn 13-16 jari-


gen, vanaf 17 jaar verandert de situatie al in-
grijpend. De mate van multitasken hangt vooral
samen met de leefomstandigheden en is dus niet
primair gerelateerd aan een jongere leeftijd zo-
als vaak wordt gedacht. Het multitasken bij te-
levisie komt relatief veel voor bij mensen die
veel thuis zijn, maar wel een sterke communi-

55
catiebehoefte hebben, zoals 13-16 jarigen en de
iets oudere alleenstaanden.

Bij sommige media zijn jongeren (13-19 jaar)


zelfs meer geconcentreerd dan ouderen (20-65),
zoals tijdens het chatten, het gebruik van de
spelcomputer en het luisteren naar muziek. 13-
19 jarigen zijn tweederde van de tijd die ze
aan huiswerk besteden hiermee exclusief bezig.
Gedurende een derde van de studietijd combine-
ren ze dit met andere activiteiten, zoals eten,
persoonlijke verzorging of klusjes.

Op sommige momenten wordt er extreem gemultitas-


ked. In het onderzoek gaat het dan om zes acti-
viteiten tegelijkertijd. We kunnen concluderen
dat het extreme multitasken niet alleen betrek-
king heeft op het mediagebruik, maar juist ook
vaak op een combinatie van huiselijke bezigheden
(eten, verzorging, klusjes) én mediagebruik.

Een kwart van de leestijd van kranten en tijd-


schriften wordt gecombineerd met televisiekij-
ken. Omgekeerd wordt maar 4% van de kijktijd met
lezen gecombineerd. De belangrijkste activiteit
die met televisiekijken wordt gecombineerd is
eten: 8% van de kijktijd. Verassend is de uit-
komst dat de mate van multitasken tijdens het
lezen (65% van de leestijd) groter is dan bij
televisiekijken (36% van de kijktijd).

56
KORTE Het Tijdbestedingsonderzoek van SPOT komt voort
uit een paar behoeftes:

BESCHRIJVING
a. inzicht in het mediagebruik, met aandacht
voor het gebruik van de nieuwe technologieën
b. een hogere frequentie van metingen: één
keer per jaar of per twee jaar
c. een betaalbaar onderzoeksdesign

VAN HET
Daarnaast hadden we het gevoel dat met de mo-
derne internettechnologie een kwalitatief betere
meting mogelijk was.

Voor het onderzoek is een online vragenlijst

ONDERZOEK
ontwikkeld en geprogrammeerd (door No Ties).
Online betekent dat de vragenlijst via inter-
net ingevuld kan worden. De respondenten moeten
invullen wat ze gisteren hebben gedaan. In de
vragenlijst wordt eerst in het algemeen gevraagd
hoe hun dag gisteren is geweest. Daarna wordt
gevraagd op welke momenten ze hun huis zijn uit-
geweest. Vervolgens komt de echte vragenlijst.
Om hun activiteiten te rapporteren krijgen ze
eerst een overzicht van negen hoofdcategorieën
en vervolgens worden deze uitgesplitst, zodat we
uiteindelijk over de tijdbesteding aan 69 acti-
viteiten beschikken. Ze kunnen per vijf minuten
aangeven wat ze hebben gedaan en ze kunnen zes
activiteiten tegelijk invullen op een bepaald
tijdstip.

Mensen die in Nederland meewerken aan online


onderzoek zijn niet representatief. Voor het
tijdbestedingsonderzoek is relevant dat ze a.
toegang hebben tot internet en b. vaak ook nog
de actieve internetters zijn. Als we alleen van
deze respondenten zouden gebruik maken, zou de
tijd besteed aan internet veel te hoog uitko-
men. Daarom hebben we ook een telefonische en-
quête gehouden bij mensen die geen toegang tot
internet hebben. Deze telefonische enquête is
uitgevoerd door enquêteurs bij een onderzoeks-

59
bureau (Centrum), die daarbij weer de online
vragenlijst gebruikten. Ze konden de antwoorden
dus meteen invullen, zodat we altijd maar één
datafile hoefden te gebruiken.

Tenslotte is er een aparte steekproef getrok-


ken voor kinderen van 6-12 jaar. Hiervoor zijn
de ouders benaderd en aan hen is gevraagd de
vragenlijst samen met de kinderen in te vullen.
Voor de kinderen is eveneens dezelfde online
vragenlijst gehanteerd met dezelfde hoeveelheid
activiteiten, maar de letterlijke teksten zijn
soms aangepast. ‘Buitenactiviteiten’ werd dan
bijvoorbeeld vertaald in ‘Buitenspelen’.

Samengevat: op deze wijze hebben we een repre-


sentatieve steekproef gekregen van Nederlanders
van 6-65 jaar die voor 69 activiteiten hebben
aangegeven hoelang ze er gisteren mee zijn bezig
geweest. Het onderzoek is uitgevoerd in maart
2006.

SPOT is voornemens dit onderzoek, samen met an-


dere marktpartijen, in 2008 te herhalen.

Voor verdere details verwijzen wij naar onze


website www.spot.nl.

60
NOTEN 1

2
Jongeren 2003. Paul Sikkema/Qrius

How many things do you like to do at once?


An introduction to monochromic and
polychromic time. Bluedorn, Kaufman, Lane,
1992. In: Academy of Management Executive,
1992, vol.6, no.4, p.25

3
Als Latino’s meer polichronische aanleg
zouden hebben, zou de conclusie ook moeten
zijn dat deze groep intelligenter is dan de
blanke Noord-Amerikaan. Ik denk niet of dit
de bedoeling is geweest van de onderzoekers.

4
Simultaneous Media Experience and
Synesthesia. In: Journal of Advertising,
March 2005. Door: J. Pilotta en D. Schultz

5
Consumers’ Moment-to-Moment Processing of
Television Commercials.
Door: J Woltman Elpers. Labyrinth
Publishers, Ridderkerk, 2003.

6
SWOCC Publicatie nummer 38. Naarden, 2006.

7
An experimental investigation of synergy
effects in multiple-media advertising
campaigns. Door M. Dijkstra. 2002, in
eigen beheer uitgegeven.

63
BIJLAGE BIJLAGE: TIJD EN BEREIK PER DAG (20-65 JAAR)

MINUTEN BEREIK

N ONGEWOGEN 3002 3002

MEDIAGEBRUIK
TELEVISIE / TELETEKST / VIDEO / DVD / HARD-DISKRECORDER KIJKEN OP EEN:
televisietoestel 143 75
computerscherm 3 3
mobiele telefoon 1 0
ander apparaat 2 1
Totaal 150

RADIO PROGRAMMA’S LUISTEREN VIA EEN:


radiotoestel 34 21
computer 1 1
mobiele telefoon 1 0
televisietoestel 1 1
ander apparaat 1 1
Totaal 38

MUZIEK LUISTEREN VIA EEN:


televisietoestel 1 1
cd-speler, MP3-speler, platenspeler, cassettes 8 7
computer 3 2
mobiele telefoon 0 0
ander apparaat 1 1
Totaal 12

LEZEN / DOORNEMEN VAN EEN:


boek 10 11
krant 16 22
tijdschrift 6 7
overig 2 4
Totaal 34

BELLEN VIA EEN:


vaste telefoon 7 15
mobiele telefoon 2 6
computer 0 0
ander apparaat 0 0
Totaal 10

65
MINUTEN BEREIK MINUTEN BEREIK

N ONGEWOGEN 3002 3002 N ONGEWOGEN 3002 3002

E-MAILEN (OP INTERNET) VIA EEN: VERZORGING / BEGELEIDING


computer 16 21 verzorging / begeleiding van kinderen 41 24
mobiele telefoon 0 0 verzorging / begeleiding familieleden / bekenden 6 5
televisietoestel 0 0 Onderweg van / naar 55 64
ander apparaat 0 0 Betaald werk 205 45
Totaal 16
BOODSCHAPPEN DOEN & WINKELEN
CHATTEN MSN (OP INTERNET) VIA EEN: (dagelijkse) boodschappen doen 18 31
computer 5 4 winkelen overig 20 18
mobiele telefoon 0 0 bezoek instelling 4 4
televisietoestel 0 0
ander apparaat 1 0 OPLEIDING / ONDERWIJS
Totaal 5 volgen van een opleiding / studie 8 3
thuis huiswerk maken / studeren 8 4
WEBPAGINA’S BEZOEKEN (OP INTERNET) VIA EEN: stage lopen 2 1
computer 22 22 volgen van een cursus / studie als hobby 2 1
mobiele telefoon 0 0
televisietoestel 0 0 ANDERE ACTIVITEITEN EN VRIJE TIJD
ander apparaat 0 0 ontspannen, niets doen, luieren, nadenken 61 48
Totaal 22 op bezoek gaan bezoek ontvangen, kletsen 63 36
actieve sportbeoefening 13 11
SPELCOMPUTER / GAMEN VIA EEN: bijwonen sportwedstrijden sportactiviteiten 3 2
televisietoestel 1 1 culturele activiteiten, bioscoop, attracties 6 3
draagbare spelcomputer 0 0 recreatie (buiten) buitenspelen 10 12
computer 10 8 hobby’s en spelletjes, binnen spelen 23 16
mobiele telefoon 0 0 uitgaan, uiteten 13 8
ander apparaat 0 0 bijwonen gebeurtenissen met plechtig karakter 2 1
Totaal 11 godsdienst uitoefenen, spiritualiteit 4 4
vrijwilligerswerk 12 7
OVERIGE ACTIVITEITEN overige vrije tijd 25 21
PERSOONLIJKE VERZORGING / SLAPEN / ETEN
slapen / in bed 500 98 THUIS OF NIET THUIS AANWEZIG
eten 90 88 thuis 994 99
dagelijkse persoonlijke verzorging 45 80 niet thuis 441 89
niet-dagelijkse persoonlijke verzorging 4 6

HUISHOUDEN / ETEN KLAARMAKEN/KLUSJES


koken/eten klaarmaken 38 58
huishoudelijk werk 62 54
klussen in en om het huis 19 14

66 67
Spot
Groen van Prinstererlaan 91
1181 TR Amstelveen
Telefoon: 020-4044271
Fax: 020-6428349
Email: spot@spot.nl

68

Vous aimerez peut-être aussi