Vous êtes sur la page 1sur 6

Gemeenteblad Nijmegen

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen op 15 maart 2002


2003 / 27

Naam
Bestemmingsplan Bedrijvenpark Lindenholt-2 (Kerkenbos 10-17)

Voorschriften Kaart nr. 46.462 Toelichting

Opmerkingen

Terinzagelegging ontwerpplan m.i.v. 4 oktober 2000


Vaststelling bij Raadsbesluit d.d. 31 oktober 2001, raadsvoorstelnr. 190/2001
Goedkeuring Gedeputeerde Staten d.d. 20 december 2001, nr. RE2001.110863

Aantal bladzijden / verkoopprijs


6 / € 0,30

gb03-027.doc
Wijziging van de bestemmingsplanvoorschriften

De voorschriften en de plankaart van het bestemmingsplan "Bedrijvenpark Lindenholt" blijven


van toepassing, met dien verstande dat voor wat betreft de toepassing van dit plan de hierna
genoemde voorschriften als volgt worden aangepast.

I. Aan hoofdstuk II (Bestemmingscategorieën) wordt in categorie I (Kantoren/bedrijven),


onder 3 (Kantoren, bedrijfsdoeleinden en/of verzorgende bedrijven (K/BI/VB)) lid 4 onder
f gewijzigd, waarna lid 4 luidt:

4 Voor het oprichten van bebouwing gelden de volgende bepalingen:


a de bebouwing mag uitsluitend worden opgericht binnen de op de kaart
aangegeven bebouwingsgrenzen, behoudens een verleende vrijstelling
ingevolge Hoofdstuk V, lid A van deze voorschriften;
b de maximum hoogte van de bebouwing mag niet meer bedragen dan het
aantal meters als op de kaart is aangegeven;
c de bebouwde oppervlakte mag ten hoogste het op de kaart aangegeven
bebouwingspercentage bedragen;
d uitgezonderd bij hoekpercelen en bij percelen waar op de kaart een
zijdelingse bebouwingsgrens is aangegeven mag de afstand van de
bebouwing tot de zijdelingse perceelsgrens over de volle diepte van het
bouwperceel niet minder dan 3 meter bedragen;
e ten behoeve van de bouw van maximaal één dienstwoning met
bijbehorende bijgebouwen en bouwwerken per bedrijf en per bouwperceel
kan vrijstelling worden verleend ingevolge het bepaalde in Hoofdstuk V lid
B van deze voorschriften;
f de totale bebouwde oppervlakte van de bebouwing ten behoeve van
horecabedrijven mag niet meer bedragen dan 1.500 m2;
g de totale bedrijfsvloeroppervlakte van de bebouwing ten behoeve van
plaatselijk verzorgende detailhandel mag niet meer bedragen dan 50 m2.

2
TOELICHTING

1. Algemeen
Op bedrijvenpark Lindenholt is themarestaurant Oriënt Plaza gevestigd. De huidige
behuizing voldoet niet meer aan de huidige eisen en enige aanpassing is gewenst.
Naast een facelift van bestaande gebouwen bestaan de plannen uit de uitbreiding van
de bebouwing.
Op dit moment is onvoldoende ruimte beschikbaar voor algemene voorzieningen zoals
een kantine en een ruimte voor administratie. Ook is onvoldoende ruimte beschikbaar
voor het opslaan voor decors. Deze decors worden gebruikt bij het maandelijks
wisselende thema van het restaurant.
Voorliggend initiatief levert vanuit planologisch en stedenbouwkundig oogpunt geen
bezwaar op.

Het geldende bestemmingsplan voor dit perceel is "Bedrijvenpark Lindenholt" waarin


het perceel is bestemd tot 'kantoren, bedrijfsdoeleinden en/of verzorgende bedrijven'.
De gewenste uitbreiding past niet binnen dit geldende plan. Met de uitbreiding ontstaat
een horecabedrijf met een oppervlakte van meer dan 1100 m2. In het geldende
bestemmingsplan is deze functie tot maximaal 1100 m2 mogelijk. Een herziening van
het geldende bestemmingsplan is derhalve noodzakelijk.

In deze herziening is een kleine wijziging van de voorschriften aan de orde. In het
geldende bestemmingsplan zijn maximaal 2 horecabedrijven toegestaan met een
maximale bebouwde oppervlakte van 1100 m2. In de onderhavige wijziging wordt dit
gewijzigd in 1 horecabedrijf met een maximaal bebouwde oppervlakte van 1500 m2.
De overige voorschriften en de plankaart worden niet gewijzigd.

2. Verkeersaspecten
De ontsluiting van het plangebied wordt niet gewijzigd; in de huidige situatie is het
terrein voor gemotoriseerd verkeer ontsloten vanaf de Wijchenseweg en Kerkenbos 10e
straat. De inrichting van het eigen terrein is en blijft zodanig opdat geen doorverbinding
voor gemotoriseerd bestaat tussen de Wijchenseweg en Kerkenbos 10e straat.
Uitgezonderd is gemotoriseerd verkeer dat vanaf de Wijchenseweg gebruik wil maken
van de drive-in afhaalvoorziening, waarbij het uitrijden van deze afhaalvoorziening
geschiedt via de Kerkenbos 10e straat.
De ontsluiting voor langzaamverkeer is via de Kerkenbos 10e straat en vanaf de
langzaamverkeersverbinding tussen de Wijchenseweg en Kerkenbos 10e straat.

Uitgaande van maximaal 1500 m2 horeca en een parkeernorm van 12 parkeerplaatsen


per 100 m2 brutovloeroppervlak zijn 180 parkeerplaatsen noodzakelijk. Betreffende
parkeervoorzieningen zijn in de huidige situatie op eigen terrein beschikbaar.
Voor de werkers en bezoekers dienen in voldoende mate voor stallingmogelijkheden
voor zorggedragen worden.
Halteplaatsen van het openbaar vervoer bevinden zich op de Weijbroekweg (600 meter)
en bij het knooppunt openbaar vervoer Station Dukenburg (1000 meter).
Ten aanzien van de verkeersveiligheid kan worden opgemerkt dat de invulling van het
plangebied en de wijze van ontsluiting geen nadere voorziening noodzakelijk maakt.

3. Natuur en landschap
Binnen de plangrens is geen groen aanwezig dat deel uitmaakt van de
hoofdgroenstructuur. De activiteiten mogen geen nadelige gevolgen hebben op de
bomenstructuur op eigen terrein en in de omgeving.

3
4. Waterhuishouding
Het plangebied maakt onderdeel uit van de waterhuishoudkundige inrichting van
bedrijvenpark Kerkenbos. Er vinden geen wijzigingen plaats als gevolg van de
voorgenomen herziening.
Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Het plangebied bevindt zich
niet in een grondwaterbeschermingsgebied of een grondwaterwingebied.
Het bestemmingsplan is riooltechnisch ontsloten aan de Kerkenbos 10e straat. De
riolering is uitgevoerd als gescheiden stelsel.
Voor de afvoer van hemelwater moet rekening worden gehouden met een maximaal
verhard oppervlak van 70% van het bruto terreinoppervlak.

5. Milieuaspecten
5.1. Bodem
Binnen het plangebied zijn twee bodemonderzoeken uitgevoerd. Het betreft een
onderzoek van Witteveen en Bos, rapportnummer NM 30.13 en een onderzoek
van Fugro, december 1994, F5260/01). Beide onderzoeken zijn gebaseerd op de
NVN 5740.

Tijdens de veldwerkzaamheden zijn in de bovengrond (0,0-0,5 m -mv) in lichte


mate puinresten en kooldeeltjes aangetroffen;
= De bovengrond (0,0-0,5 m -mv) is licht verontreinigd met PAK.
= In de ondergrond (0,5-2,0 m -mv) zijn voor geen van de onderzochte
stoffen gehalten groter dan de streefwaarde gemeten.
= De concentratie arseen en aromaten in het grondwater is plaatselijk licht
verhoogd.
De lichte verontreinigingen in de bovengrond hangen wellicht samen met de
aangetroffen zintuiglijke verontreinigingen. Het arseengehalte in het grondwater
wordt vermoedelijk veroorzaakt door een plaatsingseffect. Dit effect treedt op bij
het plaatsen van de peilbuis en is tijdelijk.

Uitgaande van de geldende bestemming, wordt voor geen van de geanalyseerde


componenten het bijbehorende maximaal toelaatbaar gebruiksspecifieke
risiconiveau overschreden. Hieruit volgt dat er geen actuele humane risico's
bestaan bij het toekomstige gebruik.
Aangezien de gemeten gehaltes onder de interventiewaarde liggen is het nemen
van milieutechnische maatregelen in het kader van de Wet bodembescherming
niet aan de orde en is er geen financiële belemmering ten gevolge van een
bodemverontreiniging te verwachten.

5.2. Geluid
Geluid als gevolg van wegverkeer (Wet Geluidhinder)
(Uitbreiding van) een restaurant is geen geluidsgevoelige bestemming in de zin
van de Wet geluidhinder. Verdere onderzoeken en procedures om het
binnenniveau in het restaurant te beschermen, kunnen achterwege gelaten
worden. Wel zal de bestemmingsplanwijziging getoetst moeten worden aan de
Wet milieubeheer.

Geluid als gevolg van bedrijfsactiviteiten (Wet Milieubeheer)


De vestiging van "A-inrichtingen" ingevolge de Wet Geluidhinder is voor het
gehele terrein uitgesloten. De maximaal toelaatbare geluidbelasting ten gevolge
van bedrijvenpark Lindenholt bij woningen in Lindenholt bedraagt 45 dB(A)
etmaalwaarde. Door de keuze van in het plangebied toegelaten
bedrijfscategorieën en de daaraan gerelateerde voorschriften opgenomen in
AMvB's en vergunningen, alsmede de realisering van de bufferzone tussen de
woonbuurten in Lindenholt en het bedrijvenpark zal kan aan deze voorwaarden
worden voldaan.

4
Op basis van bovenstaande overwegingen kan gesteld worden dat er geen
nadelige invloeden ondervonden worden op het gebied van industrie- en
wegverkeerslawaai voor deze bestemmingsplanwijziging.

5.3. Overige milieuhinder


Naar aanleiding van het plan om bovengenoemde bestemmingsplan te wijzigen,
zijn er vanuit de afdeling Milieu milieutechnisch geen bezwaren.

6. Financiële paragraaf
De bestemmingsplanwijziging betreft een particulier initiatief, uit te voeren op eigen
terrein waaraan voor de gemeente geen nadelige financiële consequenties zijn
verbonden. Derhalve kan gesteld worden dat het bestemmingsplan financieel-
economisch uitvoerbaar is.

7. Resultaten van inspraak


In het kader van de inspraak heeft in het weekblad 'De Brug' van 23 augustus 2000
een aankondiging gestaan omtrent het in procedure brengen van onderhavig ontwerp-
bestemmingsplan. Daarbij is gewezen op de mogelijkheid gedurende vier weken na
datum van publicatie, vanaf 24 augustus tot en met 20 september 2000, schriftelijke
inspraakreacties in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders. Van deze
geboden mogelijkheid is geen gebruik gemaakt.

8. Resultaten van overleg ex artikel 10 Bro


Door de Inspectie van de Ruimtelijke Ordening Oost is op 1 september 2000
geconstateerd dat het plan een lokale activiteit betreft en dat er geen zaken aan de
orde zijn die betrekking hebben op belangrijke aspecten van het beleid van het
Ministerie van VROM.

Vous aimerez peut-être aussi