Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
De Verkenning
(Achtergrondrapport)
1. Inleiding 1
2. Ruimtelijk kader 2
2.1. Positie en ligging 2
2.2. Bevolkingsontwikkeling en samenstelling 3
3. Omgevingsfactoren 3
3.1. De Hoofdinfrastructuur 3
3.2. Landschap als economische factor 4
3.3. Wonen vanuit economisch perspectief 5
4. De economische sectoren 6
4.1. De samenstelling, aard en spreiding van de bedrijvigheid 6
4.2. Landbouw 7
4.2.1. Structuur van de landbouw 7
4.2.2. Fysieke bedrijfsomgeving landbouw 7
4.3. Industrie, bouw en transport 8
4.3.1. Structuur industrie, bouw en transport 8
4.3.2. Fysieke bedrijfsomgeving industrie, bouw en transport 9
4.4. Detailhandel 11
4.4.1. Structuur detailhandel 11
4.4.2. Fysieke bedrijfsomgeving detailhandel 12
4.5. Zorg, recreatie en toerisme en andere diensten 12
4.5.1. Structuur zorg, recreatie en toerisme en andere diensten 12
4.5.2. Fysieke bedrijfsomgeving dienstensector 13
5. Overige beleidsaanknopingspunten 14
5.1. Gemeentelijke dienstverlening 14
5.2. Het functioneren van ondernemersnetwerken 15
5.3. Startende bedrijven 16
5.4. Imago 16
5.5. Werk en inkomen 17
5.5.1. Arbeidsaanbod 17
5.5.2. Werkgelegenheid en werkloosheid 17
5.5.3. Inkomen 18
6. Beknopte schets van het algemene beeld 19
1. Inleiding
Met het oog op de samenstelling van het Beleidsplan Economische Zaken is eerst
een Verkenning gemaakt van de lokale economie. Er is geen nieuw onderzoek
gedaan. In de afgelopen jaren zijn er tal van nota’s, rapporten en studies uitgebracht
die betrekking hebben op de economie in Tytsjerksteradiel en over rijks- en provin-
ciaal beleid dat daar invloed op heeft. Ter voorbereiding op dit plan is daarvan studie
gemaakt en zijn ook recente cijfers verzameld.
Daarnaast zijn gesprekken gevoerd, zowel individueel als in enkele bijeenkomsten,
met sleutelpersonen van relevante instellingen en bedrijven. Zo is het werkgebied
opnieuw verkend. Vanzelfsprekend is ook intern uitvoerig gesproken met betrok-
kenen van verschillende afdelingen evenals met de huidige en (bij de aanvang) met
de voormalige portefeuillehouder Economische Zaken.
Voor wie zich wil verdiepen in het materiaal dat is gebruikt is daarvan in bijlage 1 een
overzicht opgenomen. In bijlage 2 is weergegeven met wie, buiten het gemeentelijke
apparaat gesprekken zijn gevoerd. De voornaamste achterliggende cijfers zijn in
bijlage 3 opgenomen.
Hoofdstuk 6 geeft tenslotte een beknopt beeld dat naar voren komt uit deze
Verkenning.
2. Ruimtelijk kader
2.1. Positie en Ligging
In het ontwerp Streekplan is Burgum aangewezen als regionaal centrum, met een
belangrijke taak in de regio, met bijbehorende ontwikkelingsmogelijkheden voor
wonen, werken en voorzieningen. Hurdegaryp kan, volgens het provinciaal beleid
vanwege zijn station een aanvullend woonaccent krijgen en Earnewâld is
aangewezen als recreatiekern. Tytsjerksteradiel zal zich voor de ontwikkeling van de
werkfunctie vooral moeten richten op het eigen bedrijfsleven en op startende
bedrijven. Dit zijn vier belangrijke uitgangspunten voor de verdere ontwikkeling van
Tytsjerksteradiel.
Binnen het Noorden van het Land is Tytsjerksteradiel gunstig gelegen ten opzichte
van de voornaamste economische zones. Burgum heeft volgens de Regiovisie
Stadsregio Leeuwarden-Westergozone 2 een ondersteunende functie voor wonen en
werken ten opzichte van Leeuwarden, binnen de Oost-West As.
In aanvulling daarop kan worden opgemerkt dat Tytsjerksteradiel door zijn ligging
nabij Leeuwarden ook veel baat heeft bij de agglomeratievoordelen die een stad van
deze omvang biedt. Leeuwarden biedt veel inwoners van Tytsjerksteradiel hoog-
waardige werkgelegenheid en grootschalige voorzieningen. Voor inwoners van
Leeuwarden is Tytsjerksteradiel een belangrijk uitloopgebied om te recreëren.
De verdere ontwikkeling van Leeuwarden is dan ook gunstig voor Tytsjerksteradiel.
1
De Beste Provincie voor Ondernemers, Onderzoek kwaliteit, economische dynamiek en kansen in de
toekomst, Robert J. Blom, Graydon 2006
2
Regiovisie Stadsregio Leeuwarden-Westergozone, gemeenten Boarnsterhim, Franekeradeel,
Harlingen, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menaldumadeel en Tytsjerksteradiel, de
provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân namens de Friese waterschappen, februari 2004
Voor de positie van Burgum als regionaal centrum betekent de ligging tussen de
stedelijke centra Leeuwarden, Drachten en regiostad Dokkum, met elk een speciale
taakstelling in het beleid van rijk en/of provincie, dat voortdurend bijzondere aandacht
nodig is om die positie waar te maken.
In de periode 2000-2005 groeide de bevolking van 31.037 naar 32.149 ofwel 3,6%.
Volgens een trendprognose 2005 van de provincie zou de bevolking over de periode
2005-2020 verder stijgen naar 33.044 in een minimaal scenario, of 33.152 in een
maximaal scenario. In werkelijkheid zal de groei vooral afhangen van het aantal
woningen dat wordt opgeleverd. Bovendien blijkt er zich recent in Nederland een
trendbreuk voor te doen in de bevolkingsontwikkeling.
De aandelen van 65-plussers en jongeren tot 20 jaar ten opzichte van de ‘produc-
tieve’ leeftijdsgroep van 19 tot 64 jaar worden wel ‘grijze en groene druk” genoemd.
Beide zijn in Tytsjerksteradiel groter dan in Nederland en Fryslân.
De grijze druk is 27,3% (Nederland 23,2%, Fryslân 25,3%).
De groene druk is 43% (Nederland 39,6%, Fryslân 41,9%)
Een gevolg van de ‘groene druk’ zal zijn dat de beroepsbevolking nog behoorlijk zal
toenemen, tenzij veel jongeren die tot de ‘productieve leeftijdsgroep’ gaan behoren,
de gemeente verlaten, bijvoorbeeld omdat de werkgelegenheid of het woningaanbod
binnen de gemeente voor hen te weinig mogelijkheden bieden.
3. Omgevingsfactoren
3.1. De hoofdinfrastructuur
Van belang is dat Tytsjerksteradiel door de aanleg van de Centrale As een veel
betere verbinding krijgt met de A7 en via een vierstrooks autoweg direct aansluiting
krijgt op het snelwegennetwerk.
Een knelpunt dat pas op langere termijn (tenminste 10 tot 15 jaar) door de Centrale
As wordt opgelost is de benaderbaarheid van de zeer drukke N361 vanuit Oentsjerk
en Gytsjerk
Voor de voordelen van de ligging aan het Prinses Margrietkanaal, hoeft maar geke-
ken te worden naar de bedrijven die daaraan zijn gevestigd. Vervoer over water
neemt nog voortdurend in belang toe en daarom wordt het kanaal ook verbeterd en
opgewaardeerd naar vaarklasse 5A. De combinatie van de aanleg van de Centrale
As en de opwaardering van het kanaal en de toename van vervoer over water biedt
kansen voor economische ontwikkeling van Tytsjerksteradiel.
De brug bij Skûlenboarch is door zijn geringe hoogte en het drukke
scheepvaartverkeer een groot knelpunt (verkeersstagnatie en veiligheid), waarvoor
een oplossing binnen handbereik leek te liggen, maar waarover verschillende
overheden nog niet tot overeenstemming konden komen.
Op het gebied van ICT-infrastructuur zijn vanuit het bedrijfsleven geen speciale
wensen naar voren gebracht, evenmin als een behoefte aan een glasvezelnetwerk.
Dat wil niet zeggen dat de ICT-infrastructuur ook op wat langere termijn voldoende is.
Ontwikkelingen op dit terrein gaan heel snel, maar de richting is vrij onzeker.
Door bundeling van de gezamenlijke vraag naar glasvezelinfrastructuur biedt het
project Fryslânring van de provincie Fryslân gunstiger condities voor potentiële
afnemers dan bij individuele aansluitingen. Het wordt steeds meer als
vanzelfsprekend beschouwd dat op nieuwe bedrijventerreinen eenvoudig kan worden
aangetakt op glasvezelnetwerken. Bij de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen is dit
zeker een punt van aandacht en het is raadzaam de ontwikkelingen op dit gebied
nauwlettend te blijven volgen.
Volgens de Raad voor het Landelijk Gebied3 draagt de groene kwaliteit bij aan de
economie door verbetering van het economisch vestigingsklimaat, hogere omzet van
het toeristisch en recreatief bedrijfsleven, hogere waarde van woningen en
verminderd ziekteverzuim.
Een prettige omgeving voor ondernemers en werknemers is zeker een factor van
betekenis bij hun keuze om zich ergens te vestigen, of om juist ergens te blijven. Dat
geldt vooral voor middelgrote en kleinere bedrijven, waarvan de ondernemer nabij
zijn bedrijf woont.
Tytsjerksteradiel heeft op dit punt zeer veel te bieden. De nabijheid van stedelijke
voorzieningen in Leeuwarden en (in mindere mate) Drachten in combinatie met de
ruimte, het groen en het water van Tytsjerksteradiel dragen bij aan de
aantrekkelijkheid als vestigingsplaats voor bedrijven.
3
Recht op Groen, Raad voor het Landelijk Gebied, juni 2005
Sterke troeven qua natuur en landschap in en rond de gemeente zijn niet alleen het
Nationaal Park de Alde Faenen en het Nationaal Landschap Noardlike Fryske
Wâlden, maar zeker ook de verscheidenheid in landschapstypen, waardoor met recht
kan worden gesteld dat Tytsjerksteradiel alles van Fryslân heeft. Ook het groene
karakter van de dorpen draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de gemeente als
geheel.
Ondernemers geven aan dat het soms moeilijk is voor hun personeel om geschikte
huisvesting te vinden. Zij dringen er sterk op aan om snel nieuwe woonplannen voor
Burgum tot ontwikkeling te brengen.
Het aantal woningen dat gereedkwam was in de afgelopen 5 jaar gemiddeld 139 per
jaar, maar daarbij was 2001 wel een piekjaar met 232 woningen. Er worden over-
wegend eengezinswoningen in de koopsector gebouwd; gemiddeld over de laatste
10 jaar 88% eengezinswoningen en 80% koopwoningen.
De laatste jaren zijn relatief veel woningen gebouwd voor ouderen.
In het verlengde van het Streekplan zal de provincie het woonbeleid verder uit-
werken. Daarin zal de verdere ontwikkeling van Burgum als regionale kern moeten
worden uitgewerkt, evenals het extra woon-accent dat volgens het Streekplan moet
gelden voor Hurdegaryp. Dat zal mogelijk een verdere bundeling en concentratie van
woningbouw in Burgum tot gevolg hebben.
Voor het gemeentelijk beleid ligt er een stevige opgave om de gewenste positie van
Burgum als regionale woonkern waar te (blijven) maken, tussen Leeuwarden,
Drachten en Dokkum, met elk een ruimere taakstelling op dit gebied.
Om in dit krachtenveld een goede positie te behouden heeft het College van B&W
vorig jaar uitgesproken dat een aandeel van 6% in de nieuw te bouwen woningen in
Fryslân gewenst is.4
4
Compensatie en meerwaardepakket de Centrale As, College van B&W Tytsjerksteradiel december
2005
4. De economische sectoren
4.1. De samenstelling, aard en spreiding van de bedrijvigheid
Het overgrote deel van de bedrijven en instellingen is lokaal of regionaal gericht; dat
betreft in ieder geval de detailhandel en de grote zorgsector.
Slechts een klein deel van de bedrijvigheid (minder dan 10%) is gericht op de export.
Sectoren waar fysieke goederen omgaan, te weten de landbouw, industrie, bouw,
handel, horeca en transport, bevatten in Tytsjerksteradiel samen 60% van de werk-
gelegenheid (in Fryslân 54% en in Nederland 51%).
Dat stelt specifieke eisen aan de fysieke bedrijfsomgeving van de bedrijven, vooral
aan de bedrijfslocaties en de bereikbaarheid.
4.2. Landbouw
Terwijl de landbouw in Nederland, na jaren van krimp nog maar een werkgelegen-
heidsaandeel van 3% heeft, valt op dat deze sector in Tytsjerksteradiel nog steeds
een aandeel heeft van 10% (Fryslân 7%). Ook hier loopt de werkgelegenheid echter
gestaag terug. Het aantal bedrijven en het aantal melkkoeien is in de afgelopen jaren
in deze gemeente relatief weinig afgenomen.
De helft van de melkveebedrijven heeft 70 of meer melkkoeien en 38% tussen 30 en
70 (Fryslân resp. 51% en 41%). Tytsjerksteradiel telt vrij veel kleine bedrijven: de
gemiddelde oppervlakte bedraagt 31 ha tegen 35 ha in Fryslân. Juist bij kleine
bedrijven is de bedrijfsopvolging vaker een probleem en daarom zijn kleinschalige
gebieden extra kwetsbaar.
De laatste jaren is ook de paardenhouderij in Tytsjerksteradiel opgekomen. Deze
biedt kansen voor nieuwe werkgelegenheid in het buitengebied.
Meer dan 80% van het landoppervlak van de gemeente wordt gebruikt door de land-
bouwsector. Als fysieke bedrijfsomgeving kan dan ook vrijwel het totale buitengebied
landbouw worden gezien. De gemeente heeft veel invloed op de ruimtelijke inrich-
ting en ontsluiting van het buitengebied. In het ruimtelijk beleid spelen landschaps-
kwaliteiten een belangrijke rol; het coulisselandschap met singels en houtwallen en
andere karakteristieke elementen worden zoveel mogelijk ontzien. Voor de landbouw
levert dat beperkingen op, waar weliswaar beheersvergoedingen tegenover staan,
maar die uiteindelijk toch grenzen stellen aan de schaalvergroting en rationalisatie.
LTO-Noord wijst op de gevolgen van de nieuwe mestregels vanuit de EU, waardoor
er een behoefte is ontstaan aan meer grond omdat er daardoor 1,7 tot hooguit 2,5
koe per ha mag worden gehouden. Ook de dalende inkomsten uit de melk stimuleren
de schaalvergroting. Volgens LTO-Noord moeten deze als een gegeven en niet als
een bedreiging worden gezien, omdat dit niet ten koste van natuur en landschap
hoeft te gaan.
De Vereniging Noardlike Fryske Wâlden; NFW, waarin 850 boeren in vijf gemeenten
zijn verenigd, zoekt ook actief naar een wijze van duurzaam agrarisch ondernemen,
waarbij boeren een bijdrage leveren aan het in stand houden van natuur en
landschap. Zowel NFW als LTO dringen er wel op aan om met het ruimtelijk beleid in
te spelen op de schaalvergroting, wat eisen stelt aan de kavelgrootte, aan het
bouwkavel en aan de ontsluiting, met wel met oog voor het landschap.
Over het algemeen lukt het goed om in Tytsjerksteradiel in overleg tussen boeren en
gemeente flexibel in te spelen op de fysieke omstandigheden.
De landbouw wordt als gevolg van de aanleg van de Centrale As geconfronteerd met
een doorsnijding van het agrarisch gebied. In verband daarmee wordt gesproken
over een Aanpassingsinrichting, die dus een verplichtend karakter heeft, waarin de
vrijwillige ruilverkaveling Garyp mogelijk zal opgaan.
De transportsector telt naast enkele middelgrote bedrijven een groot aantal kleine.
De grotere bedrijven hebben directe werkrelaties met enkele grotere lokale
industriële bedrijven en de toekomstige ontwikkeling hangt daar dus nauw mee
samen. De laatste jaren is de transportsector mee gekrompen met de industrie.
Momenteel zijn er plannen voor een groter regionaal bedrijventerrein bij Quatrebras,
een terrein voor de Trynwâlden bij Oentsjerk, beperkte uitbreidingen bij Burgum West
en Burgum-Sumar en er wordt een terrein voor vijf bedrijven met woningen
aangelegd bij Jistrum.
5
Ruimtelijk-economische ontwikkelingsvisie Burgum Inbo Achtergrondrapportage september 2002
Een plan voor een locatie aan het water ten zuidwesten van Burgum is doorkruist
door het plan voor de aanleg van de Centrale As.
De Industriële Club Tytsjerksteradiel; ICT dringt sterk aan op het snel ontwikkelen
van nieuwe bedrijventerreinen, niet alleen bij Quatrebras, maar ook bij het Prinses
Margrietkanaal bij Burgum. Het kanaal heeft, in combinatie met de goede ontsluiting
via de Centrale As, volgens de ondernemers in de komende jaren zeker potentie
voor het vestigen van watergebonden bedrijven vanuit de wijde omtrek en voor
transportbedrijven die nu op bedrijventerrein Noord zijn gevestigd.
Daarmee komt ruimte vrij, die geschikt is voor het vestigen van volumineuze
detailhandel, zoals in de vorige paragraaf aangeduid.
Deze vereniging vindt het echter ook belangrijk dat de dorpen niet ‘op slot’ worden
gezet en dat ook aan de vele kleinere bedrijven die daar zijn gevestigd perspectief
wordt geboden om daar te kunnen blijven functioneren en zo nodig beperkt uit te
breiden.
Lokale ondernemers hebben veelal een voorkeur voor een woning bij hun bedrijf. In
die behoefte is steeds voorzien, ook al kunnen zich wel eens minder gewenste
situaties voordoen. Wanneer wonen en werken later bijvoorbeeld worden
gescheiden, kunnen er vanuit milieuoogpunt conflicterende situaties ontstaan die wel
aandacht behoeven. Gelet op het grote belang van lokale ondernemers en starters
voor Tytsjerksteradiel en op het gegeven dat buurgemeenten ook aan deze behoefte
tegemoet komen, moet Tytsjerksteradiel wel redelijke mogelijkheden blijven bieden
voor een combinatie van wonen en werken.
6
Ruimtelijk-economische ontwikkelingen Centrale As Regio, Bureau Louter, augustus 2005
4.4. Detailhandel.
Verdere groei is mogelijk wel te realiseren door versterking van de regionale functie
van Burgum, door de realisatie van het winkelcentrum in Gytsjerk in navolging van
Hurdegaryp en door het aantrekken van meer toeristische bestedingen. Volgens de
ondernemersvereniging Himbo Burgum is er nog wel ruimte voor enige uitbreiding
van het winkelbestand in de sfeer van recreatief winkelen en voor ondermeer een
drogist met een breed en diep assortiment. Direct buiten het centrum ziet Himbo wel
kansen voor de vestiging van nieuwe bedrijven in de volumineuze detailhandel die
het centrum versterkt, zoals een beddenzaak.
Voor het aantrekken van meer toeristische bestedingen lijken de winkels en horeca in
Burgum nu niet klaar. Veel winkels zijn tussen de middag gesloten, er zijn weinig
terrassen en horeca is op zondag gesloten.
7
Burgum Ruimtelijk-economische visie detailhandel, Droogh Trommelen Broekhuis 2004
Het verminderen van de winkelfunctie aan de Lageweg voorbij het oude postkantoor,
zoals aanbevolen door Droogh Trommelen en Broekhuis (DT&B), wordt niet
wenselijk gevonden; het type winkels dat daar zit (ondermeer starters) past daar
goed en moet juist in een dergelijke straat een plek kunnen vinden.
Het centrum van Burgum is ruimtelijk gezien nogal in zichzelf gekeerd en nodigt
passanten niet bepaald uit om er eens een kijkje te nemen. Ook is de verbinding
tussen de Markt; de centrale parkeerplaats en de Schoolstraat nog niet uitnodigend.
Volgens een aantal van de geïnterviewden is het verblijfsklimaat in de Schoolstraat
nog steeds onder de maat: er zijn teveel dode plekken en te weinig hoogtepunten,
zoals pleinen en terrassen en het verkeer werkt verstorend. Voor een deel worden
deze punten ook door DT&B genoemd.
In de loop der jaren is de relatie tussen het centrum van Burgum en het water vrijwel
verdwenen. Oude looproutes naar de jachthaven verloren hun betekenis.
Als gevolg van het rijksbeleid zal de zware zorg relatief afnemen en zullen de
thuiszorg en ondersteunende diensten, zoals schoonmaakwerk, catering en mobiliteit
toenemen. Deze diensten worden niet per definitie, maar toch wel overwegend lokaal
betrokken en versterken daardoor ook andere sectoren dan de zorg.
Een idee dat binnen de gemeente is gelanceerd om Burgum via een nieuwe
waterweg, in combinatie met natuurontwikkeling te verbinden met het Burgumermar
kan de toeristisch recreatieve functie van Burgum stimuleren.8
5. Overige beleidsaanknopingspunten
5.1. De Gemeentelijke dienstverlening
Binnen de landbouw zijn de ondernemers over het algemeen tevreden over de wijze
waarop ruimtelijke regels worden toegepast en hoe daarbij wordt meegedacht.
Andere gemeenten zouden zich volgens hen daar aan moeten spiegelen. Sommige
van de vertegenwoordigers van de landbouw geven aan dat de termijn voor een
bouwvergunning wel vrij lang kan zijn en de benadering wel erg detaillistisch, terwijl
volgens hen soms onvoldoende motivatie en advies gegeven bij een afwijzing op een
aanvraag voor een bouwvergunning. Ook noemt een vertegenwoordiger de
toepassing van de milieuregels wel erg detaillistisch. Deze ervaringen zijn echter niet
algemeen.
8
Compensatie en meerwaardepakket de Centrale As, College van B&W Tytsjerksteradiel december
2005
Binnen de ICT wordt de communicatie vanuit het College rond de problematiek bij
Skûlenboarch voor verbetering vatbaar geacht. Voor het overige is er niets dan lof
voor de bedrijfscontacten met de gemeente en over de vergunningverlening.
Wel is er scherpe kritiek op het aanbestedingsbeleid van de gemeente en de
communicatie daarover. Kort na de bijeenkomst met de ICT heeft daarover echter
een eerder gepland gesprek met de burgemeester plaatsgevonden.
Vanuit deze groep van ondernemers komen (als enige) ook kritische opmerkingen
over de gemeentelijke lasten. Er is wel eens onvrede over de hoogte van de
legeskosten ten opzichte van de stichtingskosten. Verder stijgt de OZB naar hun
oordeel in onredelijke mate wanneer voorzieningen worden vervangen. Ook is er
grote onvrede over de toeristenbelasting, die in sommige nabijgelegen gemeenten
niet bestaat en waarvan de opbrengsten niet duidelijk ten goede komen aan
recreatie- en toerisme.
5.4. Imago
Een ander aspect van het imago met waarschijnlijk een groter effect, is de
beeldvorming over de bedrijfsvriendelijkheid van de gemeente.
Ondernemers zijn vrij algemeen van mening dat de gemeente te weinig trots
uitstraalt over het ondernemerschap in de gemeente.
Ondernemers hoeven volgens hen niet in de watten gelegd te worden, maar nu lijkt
er volgens hen eerder gebrek aan belangstelling te bestaan en soms zelfs een wat
negatieve benadering. Daarbij wordt meer dan eens verwezen naar andere
gemeenten die op dat punt een grotere bedrijfsvriendelijkheid uitstralen en daar ook
de publiciteit mee zoeken.
5.5.1. Arbeidsaanbod
Van een gezonde economische situatie is sprake als er een gezonde balans is
tussen de beroepsbevolking en de werkgelegenheid van Tytsjerksteradiel, als er
alleen sprake is van frictie werkloosheid en als de inkomenssituatie minimaal
overeenkomt met die in Nederland. Voor een plattelandsgemeente als
Tytsjerksteradiel betekent dit niet dat werkgelegenheid en beroepsbevolking even
groot moeten zijn, want werkgelegenheid wordt juist doelbewust geconcentreerd in
stedelijke centra als Leeuwarden en Drachten. Burgum heeft echter een taak als
regionale kern en er mag dan ook worden verwacht dat de gemeente een grotere
bijdrage aan de regionale arbeidsmarkt levert dan plattelandsgemeenten zonder een
regionale kern.
Opvallend is dat de werkgelegenheid in de gemeente relatief klein is ten opzichte van
de beroepsbevolking; maar 55%, tegen Fryslân 77%.
Terwijl in Leeuwarden de werkloosheid hoog is, hebben toch zeer veel inwoners van
Tytsjerksteradiel werk in die stad. Doordat er ook een inkomende pendel is vanuit
Dantumadiel, Achtkarspelen en Kollumerland, werkt per saldo minder dan de helft
van de eigen beroepsbevolking in Tytsjerksteradiel. Er is een zeer grote uitgaand
pendel vanuit het westen en noorden van de gemeente naar Leeuwarden.
De conclusie kan zijn dat de aansluiting tussen lokale arbeidsvraag en –aanbod
beperkt is, maar het bevestigt ook dat er sprake is van een regionale arbeidsmarkt.
Het aandeel van de werkgelegenheid van Tytsjerksteradiel daarin is dus wel relatief
erg laag.
5.5.3. Inkomen
Het gemiddeld besteedbare inkomen per inwoner lag volgens de laatst beschikbare
gegevens over 2002 met 12.000 Euro ruim boven het Friese gemiddelde van 11.700
Euro, maar wel onder het landelijke gemiddelde van 12.900 Euro per inwoner.
Per huishouden met inkomen ligt het inkomen in Tytsjerksteradiel met 30.200 Euro
vrijwel op het landelijke gemiddelde van 30.300 Euro en dan nog ruimer boven het
Friese gemiddelde van 27.800 Euro.
Het CBS beschouwt de laagste 40% van alle inkomens Nederland als ‘laagste
inkomens’, de volgende 40% als ‘midden inkomens’ en de hoogste 20% als ‘hoogste
inkomens. Vervolgens geeft het CBS aan in welke mate deze drie groepen in
Tytsjerksteradiel voorkomen. Daaruit blijkt dat de ‘laagste inkomens’ in
Tytsjerksteradiel veel minder voorkomen dan gemiddeld in Nederland: 35,5% t.o.v.
40%. Ook ten opzichte van het Friese gemiddelde van 43,8% heeft Tytsjerksteradiel
relatief veel minder huishoudens in de groep ‘laagste inkomens’.
De groep ‘middeninkomens’ heeft met 46% in Tytsjerkstradiel juist een groter
aandeel dan landelijk gemiddeld ook dan gemiddeld in Fryslân (41,5%). De groep
‘hoogste inkomens’ is in Tytsjerksteradiel met 18,5% weer relatief kleiner dan
landelijk gemiddeld, maar groter dan in Fryslân(14,7%).
Veel projecten die hard nodig zijn om de werkgelegenheid te vergroten staan nog te
ver van de uitvoering, zoals bedrijventerreinen, het winkelcentrum Gytsjerk, de
ontsluiting van Skûlenboarch en nieuwe woonwijken. Projecten waar wel de vaart in
zit zijn de Centrale As, de vaarroute Lits-Lauwersmeer en de Elfstedenvaarroute.
Om de positie van Burgum als regionaal centrum voor wonen, werken, recreëren en
voorzieningen ook op termijn goed uit de verf te laten komen, tussen Leeuwarden,
Dokkum en Drachten met elk een extra groeitaak, is een actief beleid op
verschillende fronten nodig. Sterke troeven zijn het Prinses Margrietkanaal en op
termijn de Centrale As, die Burgum via een vierstrooks autoweg aansluit op het
rijkswegennet. De eigen identiteit en het eigen bedrijfsleven zijn een goede basis
voor verder economische ontwikkeling.
Over de rol van de gemeente zijn ondernemers zeker niet negatief, maar toch ook
niet onverdeeld positief: de gemeente is te terughoudend, is wel toegankelijk, maar
zou volgens veel geïnterviewden meer trots en duidelijker een positieve houding ten
opzichte van bedrijven kunnen uitstralen.
De werkloosheid is veel lager dan gemiddeld in Fryslân en ook lager dan gemiddeld
in Nederland, en bedroeg 7,1% in mei 2006. De bevolking is redelijk welvarend, met
een gemiddeld gezinsinkomen dat vrijwel op het landelijke gemiddelde ligt, weinig
lage inkomens en veel middeninkomens.
De positie van Tytsjerkstradiel is zodanig dat over een breed front kansen moeten
worden benut, dat wil zeggen dat vrijwel alle sectoren aandacht behoeven om de
werkgelegenheid meer in overeenstemming te brengen met de omvang van de
beroepsbevolking en de werkloosheid terug te dringen.
Bijlage 1
Websites:
o Fryslânring, provincie Fryslan www.frieslanring.nl
o Ruimtelijk Planbureau, ruimtemonitor, www.rpb.nl
o Lisa, werkgelegenheidsregistratie, www.lisa.nl
o CBS statLine databank, www.cbs.nl
o CWI-net www.cwinet.nl
o Provincie Fryslan www.fryslan.nl
o EIM, branches & sectoren, www.eim.nl
o Bouwend Nederland, www.bouwendnederland,nl
o Koninklijke Horeca Nederland, www.horeca.org
o Centraal Planbureau, prognoses, www.cpb.nl
o Landbouw Economisch Instituut, sector in cijfers, www.lei.nl
o Recron, kerncijfers 2005, www.recron.nl
o Hiswa, standpunten, www.hiswa.nl
Bijlage 2.
Externe gesprekken
Groepsbijeenkomsten 10
10
Vermeld zijn de genodigden
2000- 2000-
Sector 2000 2004 2005 2005 2005 %
LANDBOUW EN VISSERIJ 915 822 766 -149 -16,3%
INDUSTRIE EN DELFSTOFFENWINNING 1231 1048 1034 -197 -16,0%
ENERGIE-EN WATERLEIDINGBEDRIJVEN 88 64 82 -6 -6,8%
BOUWNIJVERHEID 1065 978 873 -192 -18,0%
HANDEL EN REPARATIE 852 996 988 136 16,0%
HORECA 254 294 275 21 8,3%
VERVOER, OPSLAG EN COMMUNICATIE 541 489 466 -75 -13,9%
FINANCIELE INSTELLINGEN 238 202 192 -46 -19,3%
ZAKELIJKE DIENSTVERLENING 478 479 501 23 4,8%
OPENBAAR BESTUUR, EN
OVERHEIDSDIENSTEN 269 275 270 1 0,4%
ONDERWIJS 369 405 403 34 9,2%
GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG 986 1333 1343 357 36,2%
OVERIGE DIENSTVERLENING 228 289 308 80 35,1%
Aantal banen van 15 uur en meer per week. Peildatum: 1 mei 2005
Bron: Werkgelegenheidsregister Fryslân - Provincie Fryslân en Kamer van Koophandel Friesland
en CBS
Sector Aantal
vestigingen
LANDBOUW EN VISSERIJ 383
INDUSTRIE EN DELFSTOFFENWINNING 104
ENERGIE-EN WATERLEIDINGBEDRIJVEN 1
BOUWNIJVERHEID 184
HANDEL EN REPARATIE 356
HORECA 72
VERVOER, OPSLAG EN COMMUNICATIE 61
FINANCIELE INSTELLINGEN 91
ZAKELIJKE DIENSTVERLENING 249
OPENBAAR BESTUUR, EN
OVERHEIDSDIENSTEN 4
ONDERWIJS 48
GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG 103
OVERIGE DIENSTVERLENING 143
Aantal Groei
inwoners
1-jan
1995 30862
1996 31029 167
1997 31177 148
1998 31062 -115
1999 31111 49
2000 31037 -74
2001 31049 12
2002 31413 364
2003 31696 283
2004 31963 267
2005 32016 53
2006 32149 133
NWW % januari
Bron: CWI
1400
1200
1000
800
600
400
200
0
Mei
Mei
Mei
Mei
Mrt
Mrt
Mrt
Maart
Nov
Nov
Nov
Jan
Jun
Aug
Jan
Jun
Aug
Jan
Jun
Aug
Jan
Jul
Jul
Jul
April
Okt
Okt
Okt
Apr
Apr
Apr
Feb
Sep
Feb
Sep
Feb
Sep
Febr
Dec
Dec
Dec
Dec
2002 2003 2004 2005 2006
Bron: CWI
Bron: CWI
Bron: CWI
Bron: CWI
45000
40000
35000
30000
25000
jaarlijkse uitgifte
20000
gemiddelde uitgifte
15000
10000
5000
0
m2
1995 281
1996 143
1997 122
1998 99
1999 119
2000 121
2001 232
2002 106
2003 138
2004 94
2005 125
Bron: CBS
Aantal % Absolute
groei groei
1995 11516
1996 11760 2,1% 244
1997 11864 0,9% 104
1998 11929 0,5% 65
1999 12018 0,7% 89
2000 12124 0,9% 106
2001 12239 0,9% 115
2002 12485 2,0% 246
2003 12582 0,8% 97
2004 12704 1,0% 122
2005 12781 0,6% 77
2006 12898 0,9% 117
Bron:
CBS
Bron: CBS
Bron: CBS