Vous êtes sur la page 1sur 112

GEMEENTE

LEBBEKE

ALGEMEEN
POLITIEREGLEMENT
INHOUDSTAFEL

HOOFDSTUK 1 – OPENBERE RUST, VEILIGHEID EN OVERLAST 5

1.1. ALGEMENE BEPALINGEN 5

1.2. BIJEENKOMSTEN ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 26 VAN DE GRONDWET 6

1.2.1. Openbare bijeenkomsten in open lucht. 6

1.2.2. Openbare bijeenkomsten op openbare plaatsen, andere dan in open lucht 7

1.3. VEILIGHEID EN DOORGANG OP DE OPENBARE WEG 8

1.3.1. Algemene bepaling 8

1.3.2. Hinderlijke en gevaarlijke voorwerpen 8

1.3.3. Reinheid van de openbare weg 8

1.3.4. Bestrijding van sneeuw en ijs 9

1.3.5. Snoeien van planten die boven de openbare weg hangen 10

1.3.6. Draden, toestellen en andere verbindingen 10

1.4. IDENTIFICEERBAARHEID EN CARNAVAL 10

1.5. BESTRIJDING VAN DE GELUIDSHINDER 11

1.6. DIEREN 15

1.7. VUURWERK, WAPENS EN MUNITIE 18

1.8. RONDREIZENDE WOONWAGENBEWONERS EN KAMPEERDERS 18

1.9. VOORKOMEN VAN ONGEVALLEN 19

1.10. BEDIENING VAN INSTALLATIES VAN ALGEMEEN NUT 20

1.11. VINDEN VAN DELEN VAN MENSENLICHAMEN 20

1.12. OPENBARE ZEDENSCHENNIS 21

1.13. ORGANISATIE VAN MANIFESTATIES OP DOOR GEBOUWEN OMSLOTEN


PLEINEN 21

1.14. VOEREN VAN PUBLICITEIT, AANPLAKKINGEN EN AANBRENGEN VAN


SPANDOEKEN EN OPSCHRIFTEN 23

1.15. BETREDEN VAN AKKERS 25

1.16. LICHTPOLLUTIE 26

1.17. ACTIVITEITEN OP DE OPENBARE WEG OF OP PLAATSEN GRENZEND AAN DE


OPENBARE WEG 26

1.18. ONROERENDE EIGENDOMMEN 28

Algemeen politiereglement Lebbeke 1


1.19. BEPLANTINGEN 28

HOOFDSTUK 2 - HERBERGEN, DRANKSLIJTERIJEN,


NACHTWINKELS EN PRIVATE BUREAUS VOOR
TELECOMMUNICATIE 29

2.1. HERBERGEN EN DRANKSLIJTERIJEN 29

2.2. NACHTWINKELS EN PRIVATE BUREAUS VOOR TELECOMMUNICATIE 30

HOOFDSTUK 3 - AMBULANTE HANDEL, TAXIDIENSTEN


EN DIENSTEN VOOR HET VERHUREN VAN VOERTUIGEN MET
BESTUURDER 35

3.1. AMBULANTE HANDEL 35

3.2. TAXIDIENSTEN 35

3.3. DIENSTEN VOOR HET VERHUREN VAN VOERTUIGEN MET BESTUURDER 35

HOOFDSTUK 4 - BRAND, OVERSTROMING EN ANDERE GEVAREN 36

4.1. BRANDPREVENTIE MET BETREKKING TOT PUBLIEK TOEGANKELIJKE


INRICHTINGEN 36

4.2. MAKEN VAN VUUR 48

4.3. VERPLICHTINGEN OPGELEGD IN GEVAL VAN BRAND, OVERSTROMING EN


ANDERE GEVAREN 49

HOOFDSTUK 5 - OPENBAAR DOMEIN -TERRASSEN EN WERKEN 50

5.1. PRIVAAT GEBRUIK OPENBARE WEG 50

5.2. INNAME OPENBARE WEG BIJ HET UITVOEREN VAN WERKEN 51

5.3. REGLEMENT OP WERKEN VAN NUTSVOORZIENINGEN 51

5.4. TERRASSEN + UITSTALLINGEN 52

5.5. TEGELTUINTJES 53

5.6. PLAATSEN VAN VERKEERS- EN STRAATNAAMBORDEN,


BRIEVENBUSSEN EN LEIDINGEN VAN OPENBAAR NUT – NUMMERING
DER GEBOUWEN 53

5.7. PARKEN, PLANTSOENEN, SPEELPLEINEN EN GEMEENTEWATER 54

HOOFDSTUK 6 - MILIEU & GEZONDHEID 56

6.1. ALGEMENE BEPALINGEN INZAKE HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN 56

Algemeen politiereglement Lebbeke 2


6.2. INZAMELING VAN RESTAFVAL 59

6.3. INZAMELING VAN GROFVUIL 60

6.4. INZAMELING VAN GLAS 61

6.5. SELECTIEVE INZAMELING VAN PAPIER EN KARTON 61

6.6. SELECTIEVE INZAMELING VAN KLEIN GEVAARLIJK AFVAL 62

6.7. SELECTIEVE INZAMELING VAN GROENTE-, FRUIT-EN TUINAFVAL 63

6.8. SELECTIEVE INZAMELING VAN SNOEIHOUT 64

6.9. SELECTIEVE INZAMELING VAN PLASTICFLESVERPAKKING, METALEN


VERPAKKINGEN EN DRANKKARTONS 65

6.10. SELECTIEVE INZAMELING VAN GEMENGDE METALEN 66

6.11. SELECTIEVE INZAMELING VAN ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE


APPARATEN 66

6.12. SELECTIEVE INZAMELING VAN HOUTAFVAL 67

6.13. SELECTIEVE INZAMELING VAN TEXTIEL EN HERBRUIKBARE


GOEDEREN 68
6.14. HET CONTAINERPARK

6.15. AFVAL OP STANDPLAATSEN EN/OF ORGANISATIES OP DE


OPENBARE WEG 80

6.16. AFVAL OP EVENEMENTEN 81

6.17. RECLAMEDRUKWERK EN GRATIS REGIONALE PERS 81

6.18 BESCHERMING VAN WATERS EN RIOLEN 81

6.19. BESCHERMING VOLKSGEZONDHEID 81

6.20. INBREUKEN 82

HOOFDSTUK 7 - MARKTEN EN FOREN 83

7.1. FOREN, KERMISSEN, JAARMARKTEN, FEESTELIJKHEDEN 83

7.2 . MARKTEN 87

HOOFDSTUK 8 - FEESTELIJKHEDEN – CARNAVALS E.D. 92

8.1. VERKEERSREGELING BIJ STOETEN 92

Algemeen politiereglement Lebbeke 3


HOOFDSTUK 9 - BEGRAAFPLAATSEN EN LIJKENVERVOER 93

9.1. DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN 93

9.2. LIJKBEZORGING 94

9.3. LIJKENVERVOER 96

9.4. MORTUARIUM 97

9.5. BEGRAVINGEN, GRAFTEKENS EN ONDERHOUD DER GRAVEN 97

9.6. ALGEMENE BEPALINGEN 102

9.7. ONTGRAVINGEN 104

9.8 ADMINISTRATIEVE SANCTIES 105

HOOFDSTUK 10 – WACHTBEKKENS 106

HOOFDSTUK 11 - BEPALINGEN BETREFFENDE DE


ADMINISTRATIEVE SANCTIES 108

Algemeen politiereglement Lebbeke 4


HOOFDSTUK 1 - OPENBARE RUST, VEILIGHEID EN
OVERLAST

1.1. ALGEMENE BEPALINGEN

Art. 1.1.1. – Openbare weg

Het begrip “openbare weg” wordt voor de toepassing van deze verordening gedefinieerd
als elke weg die, ongeacht zijn eigendom, door iedereen gebruikt wordt en door iedereen
gebruikt mag worden en hij omvat:
- de verkeerswegen, met inbegrip van bermen en voetpaden
- de openbare plaatsen ingericht als aanhorigheden van de verkeerswegen en onder
meer bestemd voor het parkeren van voertuigen, voor tuinen, voor wandelparken
en voor markten
- de installaties voor vervoer en distributie

Art. 1.1.2. – Openbare plaats

Het begrip “openbare plaats” wordt voor de toepassing van deze verordening
gedefinieerd als de verzameling van de openbare weg, de terreinen en de gebouwen die
voor het publiek, zonder onderscheid, toegankelijk zijn.

Art. 1.1.3. – Openbare bijeenkomst

Iedere bijeenkomst in open lucht of overdekte plaats waar iedereen kan aan deelnemen,
al dan niet mits betalen van een toegangsgeld.

Art. 1.1.4. – Manifestatie

Een georganiseerde samenscholing op de openbare weg of in open lucht met als doel een
overtuiging of een eis kenbaar te maken.

Art. 1.1.5. – Fuif

Openbare bijeenkomst, georganiseerd in het kader van vermakelijkheden waar


gewoonlijk muziek gespeeld wordt en gedanst wordt.

Art 1.1.6. – Muzikaal optreden

Openbare bijeenkomst waarbij een zanger of muziekgroep optreedt voor publiek.

Art. 1.1.7. – Administratieve inbeslagname

Is een maatregel waarbij tijdelijk het eigendomsrecht aan betrokkene onttrokken wordt
om er zeker van te zijn dat de beoogde inbreuken ophouden. De in beslaggenomen
voorwerpen kunnen de eerste werkdag volgend op de inbeslagname bij de politie
opgehaald worden voor zover de gebeurtenis die aanleiding gaf tot de inbeslagname
geëindigd is.

Algemeen politiereglement Lebbeke 5


1.2. BIJEENKOMSTEN ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 26 VAN DE
GRONDWET

Art. 1.2.1. Openbare bijeenkomsten in open lucht.

Art. 1.2.1.1.

Behoudens voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het organiseren


van iedere manifestatie of openbare bijeenkomst in open lucht, verboden. De houders
van deze toelating zijn gehouden zich te schikken naar de voorwaarden vervat in het
toelatingsbesluit.

Inbreuken op deze bepaling worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120 EUR.

Indien de organisatoren niet gekend zijn en niet kunnen geïdentificeerd worden en geen
toelating verleend werd door de burgemeester, kan een administratieve geldboete
opgelegd worden aan alle deelnemers.

Art. 1.2.1.2.

De toelating zal schriftelijk, minstens één maand op voorhand, aangevraagd worden,


tenzij de situatie een kortere termijn vereist wegens overmacht.

Art. 1.2.1.3.

De organisator heeft de plicht al het mogelijke te doen opdat het ordelijk verloop van de
bijeenkomst gehandhaafd kan blijven, inzonderheid dient hij zich te houden aan
afspraken die gemaakt zijn met het gemeentebestuur.
Inbreuken op deze bepaling worden gesanctioneerd met een
administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Art. 1.2.1.4.

Elke persoon die deelneemt aan een samenscholing op een openbare weg dient zich te
gedragen naar de bevelen van de plaatselijke politie die tot doel hebben de veiligheid of
het gemak van doorgang te vrijwaren of te herstellen.

Inbreuken op deze bepaling worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Art. 1.2.1.5.

Het dragen of voorhanden hebben van elk voorwerp dat bestemd is om te slaan, te
steken of te verwonden (andere dan de voorwerpen voorzien in de wet van 3 januari
1933 – wapenwet), evenals het dragen van helmen, is gedurende iedere manifestatie
verboden. Vlaggen, muziekinstrumenten, spandoeken en opschriften zijn toegelaten. De
burgemeester kan de stokken waaraan de vlaggen, spandoeken en opschriften bevestigd
zijn, reglementeren.

Inbreuken op deze bepaling worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Art. 1.2.1.6.

Het is verboden, op enige wijze, een concert, muziekuitvoering, spektakel, sportieve of


enige andere bijeenkomst die voorafgaandelijk werd vergund en die op de openbare weg

Algemeen politiereglement Lebbeke 6


wordt georganiseerd, te onderbreken of op enige wijze te storen.

Inbreuken op deze bepaling worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Art. 1.2.2. Openbare bijeenkomsten op openbare plaatsen, andere dan in open


lucht

Art. 1.2.2.1.

Voor het inrichten van fuiven of optredens die niet in open lucht doorgaan, dienen de
organisatoren en eigenaars/exploitanten van (fuif)zalen of gelegenheden waar fuiven
georganiseerd worden, zes weken voorafgaandelijk aan de geplande activiteit de
burgemeester ervan in kennis te stellen, tenzij de situatie een kortere termijn vereist
wegens overmacht. Zij vermelden daarbij de plaats, het tijdstip, het geschatte aantal
deelnemers en alle andere nuttige informatie die een invloed kan hebben op de openbare
orde.

Inbreuken op deze bepaling worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Art. 1.2.2.2.

Elke organisator heeft de plicht al het mogelijke te doen opdat het ordelijk verloop van
de bijeenkomst gehandhaafd kan blijven. De burgemeester kan specifieke maatregelen
opleggen (bijvoorbeeld het inzetten van security).

Inbreuken op deze bepaling worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Art. 1.2.2.3.

Elke persoon die deelneemt aan een openbare bijeenkomst op openbare plaatsen, andere
dan in open lucht, dient zich te gedragen naar de bevelen van de plaatselijke politie die
tot doel hebben de veiligheid of het gemak van doorgang te vrijwaren of te herstellen.

Inbreuken op deze bepaling worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Algemeen politiereglement Lebbeke 7


1.3. VEILIGHEID EN DOORGANG OP DE OPENBARE WEG

1.3.1. Algemene bepaling

Onverminderd de bij dit reglement voorziene straffen kan de burgemeester op kosten


van de overtreder de materialen, constructies of om het even welke andere voorwerpen
doen weghalen of verwijderen van de openbare weg wanneer de veiligheid of de
doorgang op de openbare weg in het gedrang komt.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

1.3.2. Hinderlijke en gevaarlijke voorwerpen

Art. 1.3.2.1.

Buiten de gevallen voorzien in artikel 406, tweede lid van het strafwetboek en artikel 7.3
van de wegcode (KB van 1-12-1975) zullen zij die zich met voorwerpen op de openbare
weg begeven, de nodige voorzorgen nemen om de andere weggebruikers niet te
kwetsen, te bevuilen, te hinderen of dieren te kwetsen of te bevuilen of voorwerpen te
bevuilen.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Art. 1.3.2.2.

De huurder of eigenaar van een gebouw mag de kelderingangen die wegens


gedoogzaamheid in de voetpaden bestaan slechts overdag openen gedurende de tijd dat
hun opening gewettigd is.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

1.3.3. Reinheid van de openbare weg

Art. 1.3.3.1.

De hoofdbewoner, hoofdgebruiker, de bewoner van de benedenverdieping en, bij


ontstentenis van deze, de eigenaar van ieder gebouw of ander onroerend goed moet
instaan voor de reinheid van de aangelegde berm, het voetpad en de greppel voor de
eigendom dat hij gebruikt of bewoont. Is het een appartementsgebouw, dan berusten
deze verplichtingen op degenen die op het gelijkvloers woonachtig zijn, of op de eerste
verdieping, indien het gelijkvloers onbewoond is, tenzij het reglement van inwendige
orde een andere verantwoordelijke daartoe heeft aangeduid.

Het is verboden de aangelegde bermen, voetpaden en greppels te reinigen tussen 22.00


uur en 6.00 uur.

Het is verboden op alle openbare plaatsen chemische bestrijdingsmiddelen – behalve


bleekwater, javelwater (hypochloriet) en biologisch afbreekbare producten - te
gebruiken. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op de openbare
diensten, die chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken in het kader van het
reductieprogramma.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 60,00 EUR.

Algemeen politiereglement Lebbeke 8


Art. 1.3.3.2.

Werkzaamheden die stof of afval op de openbare weg of de omringende eigendommen


kunnen verspreiden mogen pas aangevat worden nadat er schermen aangebracht zijn.

Iedereen die, op om het even welke wijze, de openbare weg heeft bevuild of laten
bevuilen moet er voor zorgen dat deze onverwijld opnieuw gereinigd wordt. Bij niet
naleving zal mits aanmaning het reinigen ambtshalve en op kosten van de bevuiler en
indien deze laatste niet gekend, de eigenaar, gebeuren.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van maximum 250,00 EUR.

Art. 1.3.3.3.

De huurder en desgevallend de eigenaar van een stuk grond palend aan een
voetpad of verhoogde berm deel uitmakend van de openbare weg is
verplicht dit voetpad of deze verhoogde berm te onderhouden, zodanig dat
de voetgangers op geen enkele wijze gehinderd worden zelfs niet door
onkruid of gewassen op dit voetpad of verhoogde berm.
Inbreuken op deze bepaling worden gesanctioneerd met een administratieve
geldboete van maximum 250,00 EUR.

Art. 1.3.3.4.

Het is verboden om zonder een vergunning van het college van


burgemeester en schepenen pijlen of andere tekens op het wegdek, fietspad
of voetpad aan te brengen.
Inbreuken op deze bepaling worden gesanctioneerd met een administratieve
geldboete van 60,00 EUR.

1.3.4. Bestrijding van sneeuw en ijs

Art. 1.3.4.1.

Het is verboden op een openbare plaats:

a) water te laten lopen of te doen lopen bij vriesweer of dreigende vorst


b) glijbanen te maken
c) sneeuw of ijs afkomstig uit de gebouwen of aanhorigheden ervan te werpen of neer te
leggen
d) ijskegels aan de buitenkant van de daken te laten hangen.
e) sneeuw op de openbare weg te vegen

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Art. 1.3.4.2.

Bij gladheid of sneeuwval is de hoofdbewoner, hoofdgebruiker, de bewoner van de


benedenverdieping en, bij ontstentenis van deze, de eigenaar van ieder gebouw of stuk
grond verplicht:

Algemeen politiereglement Lebbeke 9


a) sneeuw of ijs weg te ruimen van de voetpaden en stoepen die grenzen aan zijn
gebouw of het perceel grond dat hij bewoont, gebruikt of waarvan hij eigenaar is,
alsook dezelfde gedeelten te bestrooien met strooizout, zand, zaagsel of fijne as.
b) te zorgen dat de sneeuw of het ijs, bij het wegruimen, wordt gebracht op de
uiterste rand van het voetpad of de stoep, derwijze dat er voor de voetgangers
voldoende ruimte overblijft en er tevens voldoende openingen aanwezig zijn voor
het afvloeien van het dooiwater. Tevens dienen de brandkranen en riooldeksels
vrij te blijven. Bij een te smal voetpad of stoep zal de sneeuw of ijs op de weg
opgehoopt worden, zo dicht mogelijk bij de boordsteen van het voetpad of de
stoep maar op die wijze dat de greppels en riooldeksels vrij blijven.

Inbreuken op deze bepaling worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 60,00 EUR.

1.3.5. Snoeien van planten die boven de openbare weg hangen

Art. 1.3.5.1.

De gebruiker of bij ontstentenis daarvan de eigenaar van een onroerend goed moet
ervoor zorgen dat de planten op hun eigendom zodanig gesnoeid worden dat geen enkele
tak ervan:

1. over de rijweg hangt op minder dan 4,50 meter boven de grond;


2. over de gelijkgrondse berm of over het voetpad hangt op minder dan 2,5 meter
boven de grond;
3. de luchtleidingen van het laagspanningsnet en de openbare verlichting hindert.
4. levende afsluitingen moeten op minimum 0,50 m achter de grens van de weg
geplant worden. Zij worden jaarlijks geschoren of gesnoeid. Dode afsluitingen
moeten volledig buiten de grens van het openbaar domein staan. Langs de
verharde wegen mogen de hagen en het ondoorzichtig gedeelte van de dode
afsluitingen langs de bolvormige kant van de onoverzichtelijke bochten slechts
een maximum-hoogte van 0,75 m bereiken. Deze hoogte wordt gemeten vanaf
het peil van de rijweg.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

1.3.6. Draden, toestellen en andere verbindingen

Art. 1.3.6.1.

Zonder voorafgaande en schriftelijke vergunning van de burgemeester is het verboden


op, over of in de openbare weg, draden, toestellen of andere verbindingen, uitgaande
van privé-initiatief, aan te brengen.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

1.4. IDENTIFICEERBAARHEID EN CARNAVAL

1.4.1. ALGEMENE BEPALINGEN

Art. 1.4.1.1.

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder het gelaat verstaan: “Het voorhoofd,
de wangen, de ogen, de oren, de neus en de kin.”

Algemeen politiereglement Lebbeke 10


Art. 1.4.1.2.

Behoudens andersluidende wettelijke of reglementaire bepalingen of


behoudens schriftelijke en voorafgaande gemotiveerde toelating van de
burgemeester, is het verboden op het openbaar domein en het privaat
domein van de overheid het gelaat volledig te bedekken zodanig dat de
identificatie van de persoon onmogelijk is.

Het in het voorgaande lid voorziene verbod geldt niet voor activiteiten met
commerciële doeleinden en culturele en sportieve manifestaties die de
burgemeester bepaalt, zoals bij voorbeeld carnaval, processies,
georganiseerde stoeten, Sint-Nicolaas, Sint-Maarten, kerstman e.a…..

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 100,00 EUR.

1.4.2. CARNAVAL

Art. 1.4.2.1.

Tijdens het plaatselijk erkende carnaval is maskeren van het gelaat toegelaten.

Art. 1.4.2.2.

Het is tijdens carnavaloptochten en andere openbare manifestaties verboden


computerconfetti en andere materialen bestaande uit kunststof (plastiek) te werpen of te
bezitten, of spuitbussen met kleur-en scheerschuim, spuitbussen met kleurhaarlak,
spuitserpentaires, dolle draad; schoensmeer of enig andere middel dat kwetsuren of
schade kan veroorzaken aan personen of goederen, op de openbare weg of in de openba-
re inrichtingen te gebruiken of bij zich te hebben. Met computerconfetti wordt alleen de
confetti bedoeld die uit afval van computerpapier vervaardigd is. Het is verboden confetti
of slingerpapier in openbare plaatsen, waar dranken of eetwaren worden verbruikt te
werpen of opgeraapte confetti of slingerpapier te werpen.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 60,00 EUR.

1.5. BESTRIJDING VAN DE GELUIDSHINDER

Art. 1.5.1. - Algemene bepaling

Buiten de gevallen voorzien in artikel 561,1° strafwetboek (nachtlawaai), is het


verboden, om het even welk hinderlijk geluid, veroorzaakt zonder reden of dat is toe te
schrijven aan een gebrek aan vooruitzicht en voorzorg en dat van aard is de rust van de
inwoners in het gedrang te brengen, te veroorzaken, behoudens zoals hierna bepaald. Bij
vaststelling van geluidsoverlast is de veroorzaker verplicht zich te houden aan de
richtlijnen, gegeven door de politie of de bevoegde, toezichthoudende ambtenaar.

Onverminderd de toepassing van paragraaf 1, is het gebruik van de geluidsbronnen


vermeld in de artikelen 1.5.2 tot en met 1.5.17 onderworpen aan de in deze artikelen
vermelde bijzondere voorschriften.

Art. 1.5.2. - Niet-hinderlijk geluid

Een geluid wordt als niet-hinderlijk beschouwd wanneer dit het gevolg is van:

Algemeen politiereglement Lebbeke 11


- werken aan de openbare weg of voor het aanleggen van openbare
nutsvoorzieningen, uitgevoerd met toestemming van de daartoe bevoegde
overheid of in opdracht van die overheid;
- werken die van 7 uur tot 20 uur op werkdagen en van 8 uur tot 20 uur op
zaterdagen aan private eigendommen worden uitgevoerd, waarvoor de bevoegde
overheid een vergunning heeft verleend, en van verbeterings-, verbouwings- of
onderhoudswerken aan dergelijke eigendommen die zonder vergunning kunnen
worden uitgevoerd, en waarbij de nodige voorzorgen worden getroffen om
overdreven of niet noodzakelijk lawaai te voorkomen;
- werken of handelingen die dringend of zonder verder uitstel moeten worden
uitgevoerd ter bescherming van personen of eigendommen, of ter voorkoming van
rampen;
- een door het gemeentebestuur vergunde manifestatie, voorzover de in de
vergunning opgelegde voorwaarden worden nageleefd;
- spelende kinderen, in zoverre de spelen de openbare rust niet verstoren
bijvoorbeeld door het gebruik van geluidsversterking en/of motoren;
- veldwerkzaamheden in het kader van land- en tuinbouwactiviteiten door land- en
tuinbouwwerktuigen op het veld of het weghalen en aanleveren van
veldproducten, met dien verstande dat bij nachtgerucht, het de normale
uitoefening van het beroep betreft, in normale en gewone voorwaarden, dat de
activiteiten noodwendig zijn en er redenen zijn waarom die bezigheid niet
evengoed overdag kan uitgevoerd worden.

Art. 1.5.3. – Gebruik van machines op de openbare weg

Het is verboden, onverminderd art 1.5.2, om zonder voorafgaandelijke schriftelijke


toestemming van de burgemeester op de openbare weg en openbare plaatsen,
toestellen, die geluid voortbrengen, zodanig te laten functioneren dat het geluid
abnormale hinder veroorzaakt en van aard is om de rust van de inwoners in het gedrang
te brengen.

Art. 1.5.4. – Beroepsmatig gebruik van luidruchtige toestellen

Onverminderd art 1.5.2, kan eenieder die een beroep uitoefent of een handel exploiteert
waarbij gebruik gemaakt wordt van toestellen die buitengewoon luidruchtig zijn en van
aard om de rust van de inwoners uit de omgeving te storen, verplicht worden die
toestellen te gebruiken onder de door de burgemeester vastgestelde voorwaarden, die
tot doel hebben de geruchten of het lawaai te beperken, zowel qua intensiteit als qua
tijd. Dezelfde bepalingen zijn van toepassing op toestellen opgesteld ter gelegenheid van
kermissen, foren, wijkkermissen, toegelaten plechtigheden en feesten, en de
verantwoordelijken dienen steeds de richtlijnen van de politie te volgen. Herhaling kan de
schorsing en intrekking van de toelating tot gevolg hebben.

Art. 1.5.5. – Bouwwerven

De aannemers, ambachtslieden en arbeiders mogen geen bouwterreinmaterieel in de


algemene zin, geen motorcompressoren, geen aggregaten voor laswerk, geen
energieaggregaten en geen met de hand bediende betonbrekers en trilhamers voor
sloopwerk gebruiken, die niet beantwoorden aan de voorschriften van het besluit van de
Vlaamse Executieve d.d. 30 juli 1992 houdende vaststelling van de maatregelen ter be-
strijding van geluidshinder, veroorzaakt door bouwmateriaal en bouwmachines.

Zij moeten hun werken onderbreken van 20.00 uur tot 7.00 uur en op zon- en
wettelijke feestdagen. Voor werken van openbaar nut of werken die om technische

Algemeen politiereglement Lebbeke 12


redenen niet kunnen onderbroken worden is een voorafgaande en geschreven
machtiging van de burgemeester vereist.

Art. 1.5.6. – Voertuigen voorzien van luidsprekers om reclame te maken

Het gebruik van voertuigen uitgerust met of voorzien van luidsprekers en bestemd voor
het maken van reclame en propaganda is onderworpen aan de voorafgaande geschreven
toelating van de burgemeester. Het voortgebrachte geluid mag het niveau van 90 dB (A)
niet overschrijden, gemeten op een afstand van 15,00 meter van de geluidsbron.
Daarenboven mag het voortgebrachte geluid het niveau van 45 dB (A) niet overschrijden
in de omliggende woningen en gebouwen. Herhaling kan de schorsing en intrekking van
de toelating tot gevolg hebben.

Art. 1.5.7 – Houtzagen en grasmaaiers

Het gebruik in open lucht van houtzagen of grasmaaiers en andere werktuigen


aangedreven door verbrandings-, ontploffings- of elektrische motoren is verboden van
22.00 uur tot 8.00 uur.

Art. 1.5.8. – Geluidsinstallaties in voertuigen

Op de openbare weg is het verboden om de geluidsinstallatie in een voertuig in werking


te stellen op een zodanig geluidsniveau dat hoorbaar is voor wie niet in het voertuig
heeft plaatsgenomen.

Art. 1.5.9. – Speel-, sport- of experimenteervliegtuigen

Het gebruik van speel-, sport- of experimenteertuigen aangedreven door


verbrandingsmotoren en die niet kunnen worden aangezien als zijnde voertuigen te
gebruiken in open lucht, is verboden op openbare of private terreinen die gelegen zijn op
minder dan 500 meter van de rand van een woonwijk of woonkern of van
stiltebehoevende inrichtingen en parken. Zij dienen steeds gebruikt te worden met
doeltreffende geluiddemper.

Art. 1.5.10. – Alarmkanonnen

Zonder voorafgaande en schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden op


private of openbare eigendommen al dan niet automatische alarmkanonnen en
gelijkaardige toestellen die gebruikt worden om vogels af te schrikken, te gebruiken. Het
gebruik ervan is enkel toegelaten tussen 8.00 uur en 22.00 uur en voor zover het
gebruik ervan gegrond is.
In de mate van het mogelijke dient de opening van het alarmkanon weg van de
omliggende woning(en) of woonkern geplaatst worden. De ontploffingen mogen elkaar
niet opvolgen met tussenpozen van minder dan 5 minuten.

Art. 1.5.11 – Verhuizingen

Geen verhuizing mag plaatshebben tussen 22.00 uur en 8.00 uur tenzij bij dringende
noodzakelijkheid en wanneer de plaatselijke politie hiervan vooraf in kennis werd gesteld.

Art. 1.5.12. – Geluid veroorzaakt door dieren

Dieren mogen geen abnormale hinder veroorzaken door aanhoudend geblaf of enig ander
aanhoudend geluid. De houders van dieren moeten alle diervriendelijke maatregelen
treffen om aanhoudend en/of storend lawaai voor de buurt te voorkomen.

Algemeen politiereglement Lebbeke 13


Onverminderd de toepassing van artikel 133 van de nieuwe gemeentewet en artikel
36,1° van de wet op de bescherming en het welzijn der dieren, kan de burgemeester de
politieambtenaren laten overgaan tot de inbeslagname van het dier en het laten plaatsen
in een dierenasiel, zo de eigenaar of de houder van het dier na een eerste waarschuwing
geen passende maatregelen zou genomen hebben en de abnormale hinder zou
aanhouden waarbij de openbare rust wordt verstoord.

Art. 1.5.13. – Skate-terreinen

Het is verboden gebruik te maken van de ramp van de skate-terreinen op het


grondgebied van Lebbeke van 22.00 uur tot 8.00 uur.

Art. 1.5.14. – Geluidsoverlast, veroorzaakt door toestellen voor vermakelijkheden

De exploitant van vermakelijkheden en van alle voor het publiek toegankelijke


inrichtingen is verplicht de onontbeerlijke voorzorgsmaatregelen te treffen om te
voorkomen dat de in hun inrichting geproduceerde geluiden naar buiten zouden
doordringen of van zodanige aard zijn dat zij de rust van de bewoners uit de buurt
verstoren. Deze verplichting rust eveneens op de exploitant van vermakelijkheden met
privaat karakter en tevens op de aanwezigen.

Luidsprekers, muziekinstallaties en gelijkaardige apparaten of toestellen die opgesteld


zijn in gebouwen en op privé-terreinen, in afgesloten ruimten of op kampeerterreinen
waarvan het geluid kan gehoord worden op de openbare weg, kunnen op ieder ogenblik
tijdelijk verboden worden door de politie, indien zij de openbare orde of rust storen, of
hinderlijk blijken te zijn voor de buren of wegens andere omstandigheden. Worden zij
opnieuw aangewend, dan kunnen zij administratief in beslag genomen worden.

Ingedeelde inrichtingen (volgens de Vlarem-reglementering) moeten zich houden aan


de geluidsnormen vermeld in de Vlarem-wetgeving.

Niet-ingedeelde inrichtingen moeten zich houden aan het KB van 24 februari 1977,
houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private
inrichtingen. Het gaat hierbij zowel om gebouwen als om terreinen in open lucht.

Indien bij muziekactiviteiten die plaatsgrijpen in open lucht of een publiek toegankelijke
inrichting, overeenkomstig Vlarem II (hoofdstuk 6.7) afgeweken wordt van het KB van
24 februari 1977 is de maximaal toegelaten geluidsnorm 94 db(A). De afwijking kan
maar verleend worden voor een maximumperiode van vijf uur en kan nooit plaatsvinden
tussen 2.00 uur en 8.00 uur. De organisator moet steeds het nodige doen om de
geluidsoverlast voor de omgeving maximaal te beperken.

Art.1.5.15 – Preventieve maatregelen

De burgemeester kan bijkomende beperkingen of verplichtingen opleggen aan de


organisator, zoals het gebruik van geluidsbegrenzers, het gebruik van meerdere
geluidskasten, het oriënteren van de geluidskasten naar het midden van de plaats waar
de manifestatie plaatsvindt (spreiding van het geluid), het laten uitvoeren van
preventieve metingen door de politie, het inlichten van de buurtbewoners aangaande het
evenement,….

Art. 1.5.16 – Geluidsbegrenzer

Op fuiven en feesten die voor het publiek toegankelijk zijn en waar elektronisch
versterkte muziek wordt geproduceerd is het gebruik van een geluidsbegrenzer verplicht
tenzij hierop door het college van burgemeester en schepenen een afwijking wordt
gegeven.

Algemeen politiereglement Lebbeke 14


Art. 1.5.17 – Geluidsmetingen

Voor wat betreft de ingedeelde inrichtingen worden de metingen uitgevoerd conform


VLAREM II .

Voor inrichtingen die vallen onder het het KB van 24 februari 1977, houdende
vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private
inrichtingen, worden de metingen conform dit K.B. uitgevoerd.

Wanneer geen andere wijze van meten is vastgesteld, wordt het geluidsniveau gemeten
op 1,00 meter afstand van de geluidsbron en op een hoogte van 1,20 meter. Indien het
geluid echter wordt voortgebracht in een privé-domein, wordt het gemeten op de
dichtstbijgelegen grens van het domein. Bij onmogelijkheid van het meten op 1,00
meter afstand of op de grens, wordt de meest benaderende afstand genomen. Geluids-
hinder binnen de woningen, veroorzaakt door een geluidsbron van buiten uit, wordt
gemeten met gesloten deuren en vensters.

De burgemeester kan het gebruik van alternatieve meetparameters (bv. LCeq,T) of andere
meetpunten opleggen.

Art. 1.5.18 – Sancties

Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 1.5 of het niet respecteren van de
voorwaarden gesteld in toelatingen of vergunningen worden gesanctioneerd met een
administratieve geldboete van maximum 250,00 EUR.

Bij herhaling van de inbreuk kan de toelating worden ingetrokken of geschorst. Bij
herhaling dezelfde dag, kan de muziekinstallatie administratief in beslag worden
genomen. De officier van bestuurlijke politie, behorend tot de lokale politie Buggenhout-
Lebbeke kan, na een eerste waarschuwing en tot de eerstvolgende ochtendopening, de
voor het publiek toegankelijke gelegenheid sluiten, wanneer de uitbating ervan de
openbare rust verstoort.

1.6. DIEREN

Art. 1.6.1.

Het is verboden:
- in de straten en openbare plaatsen van de gemeente dieren te laten rondzwerven,
uitgezonderd honden in de daartoe aangeduide loopzones;
- een gevaarlijk dier, zelfs gemuilband, vee of andere dieren, op een openbare
plaats te laten rondlopen of er tentoon te stellen zonder schriftelijke toelating van
de burgemeester
- het is verboden wilde of verwilderde duiven of verwilderde huisdieren te voederen.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete


van 60 EUR.

Art. 1.6.2.

De eigenaar of de begeleider van de dieren die het wegdek bevuilen, is verplicht het
wegdek op te kuisen.

Algemeen politiereglement Lebbeke 15


Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete
van 60,00 EUR.

1.6.3. HONDEN

Art. 1.6.3.1.

Op een openbare plaats moeten honden steeds aan de leiband gehouden worden zodanig
dat zij het verkeer niet hinderen en personen niet in gevaar brengen. Bij gemotiveerd
besluit van de burgemeester kunnen op dit artikel afwijkingen toegestaan worden.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete


van 60,00 EUR.

Art. 1.6.3.2.

Onbewaakte loslopende dieren aangetroffen op openbare wegen of openbare plaatsen


worden door de politiediensten of in opdracht van de politiediensten gevangen en
overgebracht naar een dierenasiel of andere geschikte locatie.

Alle hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de eigenaar of de houder van het dier.

Art. 1.6.3.3.

Het is verboden de hond als trek- of lastdier te gebruiken tenzij mits toelating van de
burgemeester in het kader van hondenwedstrijden.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete


van 60,00 EUR.

Art. 1.6.3.4.

Het is verboden honden aan een ketting vast te leggen. Indien de hond geen gebruik kan
maken van een ruimte in open lucht, voldoende groot en hoog genoeg omheind, dient hij
ondergebracht te worden in een doelmatige ren met een minimum oppervlakte van vier
vierkante meter. In zijn ren moet de hond beschikken over een degelijk hok dat
waterdicht is en beschermend bij alle weersomstandigheden. Bij gemotiveerd besluit van
de burgemeester kunnen op dit artikel afwijkingen toegestaan worden.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete


van 60,00 EUR.

Art. 1.6.3.5.

Indien op gedeelten van private of openbare eigendommen waakhonden rondlopen, moet


dit aangekondigd worden via een mededeling aan de poort of toegangsweg.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete


van 60,00 EUR.

Art. 1.6.3.6.

Kwaadaardige, agressieve of gevaarlijke honden moeten gemuilkorfd worden door de


eigenaar of de begeleider zodra ze op de openbare weg of op openbare plaatsen komen.

Algemeen politiereglement Lebbeke 16


Deze verplichting geldt niet voor de honden van de politiediensten of erkende
bewakingsdiensten.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete


van 60,00 EUR.

Art. 1.6.3.7.

De eigenaar van honden is ertoe gehouden:

1. er steeds zorg voor te dragen dat zijn hond(en) het openbaar domein en
andermans privaat domein niet bevuil(t)en met hun uitwerpselen;

2. moet steeds in het bezit zijn van een hondenpoepzakje voor het verwijderen van
de uitwerpselen van zijn dier. Het hondenpoepzakje moet op het eerste verzoek
van de politie of van de gemachtigde ambtenaar worden vertoond;

3. altijd en overal met uitzondering van de speciaal aangelegde hondentoiletten, de


uitwerpselen van de hond onmiddellijk te verwijderen met behulp van het daartoe
bestemde hondenpoepzakje. Het hondenpoepzakje met de uitwerpselen mag
alleen worden gedeponeerd in de gemeentelijke vuilnisbakken of meegegeven
worden met het huisvuil.

Uitzondering aan deze verplichting wordt gemaakt voor blinden met een geleidehond.

De voormelde verplichtingen ontslaan de aangelanden echter niet van hun eigen


verplichtingen inzake het rein houden.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete


van 60,00 EUR.

1.6.4. UITVLIEGEN VAN DUIVEN

Art. 1.6.4.1.

Het is verboden duiven die niet deelnemen aan prijsvluchten te laten uitvliegen tijdens
het speelseizoen op zaterdagen (vanaf mei) en op zon- en feestdagen en vooraleer de
prijsvluchten gesloten zijn. Het speelseizoen begint de eerste zondag van april en eindigt
de laatste zondag van oktober. Zo de duiven niet gelost werden, gelden dezelfde
voorschriften tot het sluiten van de prijskamp. In dit geval zijn de deelnemende
duivenliefhebbers gehouden dit ruchtbaar te maken in de buurt van het duivenhok.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete


van 60,00 EUR.

Art.1.6.4.2.

Elke handeling die de liefhebber schade kan toebrengen of hem benadelen is verboden.
Deze handelingen zijn o.a. slaan op allerlei voorwerpen, zwaaien met of uithangen van
linnen of gelegenheidsvlaggen, uitgezonderd de nationale of andere vaandels die
uithangen ter gelegenheid van bepaalde feestdagen of toegestane feesten, of die hangen
aan openbare gebouwen, het plaatsen van molentjes en het oplaten van ballonnen in de
nabijheid van duivenhokken.

Algemeen politiereglement Lebbeke 17


Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete
van 60,00 EUR.

1.7. VUURWERK, WAPENS EN MUNITIE

Art. 1.7.1.

Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de


jacht en het organiseren van schietoefeningen op schietstanden is het verboden, zowel
op de openbare plaats als op private domeinen, binnenplaatsen, gebouwen en op alle
plaatsen palende aan de openbare weg, vuurwapens af te vuren, om het even welk
vuurwerk af te steken of knalbussen of voetzoekers te laten ontploffen. De burgemeester
is ertoe gemachtigd toelating te verlenen tot het afsteken van vuurwerk en het
afschieten van knalbussen.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete


van 120,00 EUR.

Art. 1.7.2.

Het is verboden aan kinderen van minder dan zestien jaar vuurpijlen, springbussen,
voetzoekers, poeder of vuurwerk te verkopen of uit te delen.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete


van 120,00 EUR.

Art. 1.7.3.

Het is verboden op een openbare plaats of in de nabijheid ervan enig wapen of munitie te
gebruiken zodanig dat er gevaar bestaat dat een projectiel een persoon of dier zou
kunnen raken of goederen zouden kunnen beschadigen.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

1.8. RONDREIZENDE WOONWAGENBEWONERS EN KAMPEERDERS

Art. 1.8.1.

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden om op


de openbare weg of op andere dan hiertoe aangewezen plaatsen:
- over te gaan tot een kampering langer dan 24 uren, hetzij als gewone
wagenbewoner, hetzij door zwervende gezinnen in barakken en woonwagens;
- zelfs tijdelijk houten barakken, woon -of foorwagens dienstig voor de huisvesting
van personen te plaatsen.

Art. 1.8.2.

Onverminderd de toepassing van de ter zake geldende wettelijke bepalingen zijn de


gebruikers van dit terrein verplicht de hierna vermelde regels na te leven:

Art. 1.8.2.1.

De gebruikers van dit terrein zijn verplicht:


- zich te identificeren op eenvoudig verzoek van de politie of de daartoe

Algemeen politiereglement Lebbeke 18


aangestelde ambtenaar;
- de voertuigen moeten voorzien zijn van een nummerplaat;
- de woonwagen en het bij hun woonwagen toebehorende voertuig op te stellen op
de afgebakende standplaats of eventueel volgens de aanwijzingen door de politie
of de daartoe aangestelde ambtenaar gegeven;
- de nodige voorzieningen ter voorkoming van brand te nemen;
- de woonwagens en voertuigen steeds rijklaar te houden.

Art. 1.8.2.2.

In het bijzonder is het de doortrekkers en de residenten verboden:


- de orde, de veiligheid en de gezondheid in gevaar te brengen – inzonderheid zal
de gebruiker ervoor zorgen dat de rust, de veiligheid en de gezondheid van de
andere bewoners van het terrein en omgeving op geen enkel ogenblik worden
verstoord. In het bijzonder mag het gebruik van motoren, radio en televisie niet
storend zijn;
- het terrein te vervuilen;
- op toegangs- en binnenwegen woonwagens en voertuigen te parkeren of
materiaal te stallen;
- brandbare vloeistoffen en gassen in voorraad te hebben in hoeveelheden die de
huishoudelijke behoeften overtreffen;
- open vuren aan te leggen;
- bedrijvigheden uit te oefenen die een risico voor brand inhouden;
- schroot, afval of vuilnis, van welke aard ook, te leggen of achter te laten op
andere plaatsen dan deze die daartoe voorzien zijn;
- de beschikbare accommodaties te bevuilen, te beschadigen of te gebruiken voor
andere doeleinden dan waarvoor ze bestemd zijn;
- stallen, afdaken of constructies van welke aard ook, op te richten.

Art. 1.8.3.

Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 1.8. worden gesanctioneerd met een
administratieve geldboete van maximum 250,00 EUR.

Bij herhaling van de inbreuk kan de toelating worden ingetrokken of geschorst.

1.9. VOORKOMEN VAN ONGEVALLEN

Art. 1.9.1.

Het is verboden op een openbare plaats enig voorwerp te werpen of producten te


verspreiden of te plaatsen waardoor dieren zouden gekwetst of bevuild worden, goederen
beschadigd of bevuild worden of personen gekwetst of gehinderd worden.

Art. 1.9.2.

Het is verboden om op de openbare weg voorwerpen neer te werpen, te plaatsen of


achter te laten, die door hun val of door ongezonde uitwasemingen kunnen schaden.

Art. 1.9.3.

De eigenaars van gebouwen zijn verplicht om gehoor te geven aan de aanmaning van de
administratieve overheid om gebouwen die bouwvallig zijn, te herstellen of te slopen.

Algemeen politiereglement Lebbeke 19


Art. 1.9.4.

Het is verboden op een openbare plaats voorwerpen te plaatsen of te bevestigen die,


ingevolge een onvoldoende stevigheid, op de openbare weg kunnen vallen en daardoor
de veiligheid of het gemak van doorgang in gevaar kunnen brengen of die door hun aard
de openbare weg of de gebruikers ervan kunnen bevuilen. Vlaggen en constructies
mogen worden aangebracht mits de onderkant ervan ten minste drie meter van de grond
verwijderd is. Zij dienen verder in overeenstemming te zijn met andere reglementaire
bepalingen dienaangaande.

Art. 1.9.5.

De eigenaar moet gepaste feitelijke maatregelen nemen om de toegang tot onbezette


gebouwen te verhinderen.

Art. 1.9.6.

Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 1.9. worden gesanctioneerd met een
administratieve geldboete van maximum 250,00 EUR.

1.10. BEDIENING VAN INSTALLATIES VAN ALGEMEEN NUT

Art. 1.10.1.

Met uitzondering van de personen die daartoe zijn aangesteld of degenen die daartoe
toestemming hebben verkregen, mag niemand:

- de toestellen van de openbare verlichting aanraken om ze te doven of aan te


steken of er aansluitingen op te maken;
- de kranen van de waterleiding openen of sluiten;
- de sluizen van de waterlopen bedienen
- de installaties van de nutsmaatschappijen beschadigen noch de verdeelkasten
openen
- de pompinstallaties van de rioleringen en collectoren bedienen.

Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 1.10 worden gesanctioneerd met een
administratieve geldboete van 120,00 EUR.

1.11. VINDEN VAN DELEN VAN MENSENLICHAMEN

Art..1.11.1.

Wanneer door het delven of reinigen van putten beenderen of delen van mensenlichamen
ontdekt worden zal hiervan onmiddellijk kennis gegeven worden aan de politie, zonder
wiens toelating niets mag worden weggenomen.

Inbreuken op deze bepaling worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Art. 1.11.2.

Indien de vondst gebeurt bij de uitvoering van werkzaamheden zullen deze


werkzaamheden onmiddellijk worden stopgezet tot op het ogenblik dat de stopzetting
door de bevoegde diensten wordt opgeheven.

Algemeen politiereglement Lebbeke 20


Inbreuken op deze bepaling worden gesanctioneerd met een
administratieve geldboete van 120,00 EUR.

1.12. OPENBARE ZEDENSCHENNIS

Art. 1.12.1.

Het is verboden op een openbare weg te plassen tenzij in de daartoe voorziene


inrichtingen

Inbreuken op deze bepaling worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 60,00 EUR.

1.13. ORGANISATIE VAN MANIFESTATIES OP DOOR GEBOUWEN


OMSLOTEN PLEINEN

Art.1.13.1. – Algemene bepalingen

Onder “door gebouwen omsloten pleinen“ wordt verstaan: de pleinen die ingesloten zijn
door gebouwen of onoverschrijdbare hekkens, muren of obstakels en slechts toegankelijk
zijn via één of meerdere straten of toegangen.

Art. 1.13.2. – Maximaal aantal toegelaten personen

Het maximaal aantal toegelaten personen mag nooit meer bedragen dan anderhalve
maal de vrije oppervlakte op het plein, uitgedrukt in vierkante meter. Indien het terrein
ingericht wordt met tribunes, kan het college van burgemeester en schepenen van deze
norm afwijken in functie van het concept van de tribunes. Met vrije oppervlakte wordt
bedoeld: de totale oppervlakte, verminderd met de plaats, ingenomen door podia,
kramen, restauratie- en drankstanden, evacuatiewegen, niet voor het publiek
toegankelijke gedeelten, … Het college van burgemeester en schepenen bepaalt per
evenement, wat het maximaal aantal toegelaten personen bedraagt. Dit aantal is in
functie van de aard van het evenement, de (brand)risico‟s, de aard van het publiek, het
aantal nooduitgangen, de inrichting van het terrein, getroffen maatregelen om
calamiteiten te voorkomen, … Het maximaal aantal toegelaten personen wordt vermeld in
de toelating, verstrekt aan de organisator door het college van burgemeester en
schepenen.
Tijdens de manifestatie moet de organisator zich zodanig organiseren dat hij te allen
tijde een schatting kan geven van het aantal personen op het plein aanwezig. Indien de
evacuatiemogelijkheden beperkt zijn (beperkt aantal nooduitgangen), kan het college
van burgemeester en schepenen opleggen dat de organisator precies dient te weten
hoeveel personen er zich op het plein bevinden.

Art. 1.13.3. – Nooduitgangen

De totale breedte van de (nood)uitgangen moet berekend zijn op het aantal maximaal
toegelaten personen op het plein. Het product van de totale breedte van de
(nood)uitgangen, uitgedrukt in meter met de vooropgestelde evacuatietijd en het getal
73 (aantal personen dat geëvacueerd kan worden per meter nooduitgang per minuut),
mag niet hoger liggen dan het totale aantal toegelaten personen op het plein. De
evacuatietijd bedraagt maximum 8 minuten in geval er a priori levensbedreigende risico‟s
aanwezig zijn en 15 minuten indien dit niet het geval is. Het college van burgemeester en
schepenen beslist welke evacuatietijd dient in aanmerking genomen te worden op basis
van het risico (gekende dreigingen a priori, (brand)risico en door de brandweer genomen

Algemeen politiereglement Lebbeke 21


maatregelen, aard van de manifestatie, aard van het publiek, getroffen maatregelen om
calamiteiten te voorkomen, …).

Indien er andere (nood)uitgangen voorzien worden dan straten of de gangbare


toegangen, dienen deze duidelijk aangegeven te worden op het terrein. Een plan met
de (nood)uitgangen dient op het plein opgehangen te worden.

Art. 1.13.4. – Verkoop van tickets

Indien een ticketverkoop in voorverkoop georganiseerd wordt, dient de organisator op de


dag van de manifestatie zelf te weten hoeveel tickets (in voorverkoop en vrijkaarten) er
reeds in omloop zijn. Dit aantal mag nooit het totaal aantal toegelaten personen op het
plein overschrijden.

Art. 1.13.5. – Toegang tot het terrein

De toegang tot het terrein dient tijdig opengesteld te worden, zodat geen druk kan
ontstaan in de massa juist voor het begin van de manifestatie.

Art.1.13.6. - Inrichting van het terrein

Het terrein in het algemeen en de hoofdingang in het bijzonder moeten zo ingericht


worden dat de druk op het publiek, ingevolge een incident, kan opgevangen worden. Er
moet aandacht zijn voor “compressiezones“ (zones waar het publiek niet komt maar
heen kan ingevolge paniek). Het valrisico op de evacuatiewegen moet beperkt worden.

Bij de organisatie van evenementen tijdens de avond of nacht dient voldoende


verlichting voorzien te worden op het terrein zodat bij calamiteiten de hulpdiensten
hun taak kunnen uitvoeren.

Art. 1.13.7. – Brandpreventie

Het college van burgemeester en schepenen beslist of er op het plein


verwarmingstoestellen of gasflessen mogen opgesteld worden. Indien hiervoor een
toelating gegeven wordt, dienen deze toestellen gecentraliseerd te worden op één
locatie. De uitbaters zijn gehouden een keuringsattest van hun toestellen voor te leggen
aan de brandweer.

Art. 1.13.8. – Geluidsoverlast

Art. 1.5.14 en art. 1.5.15 zijn van toepassing.

Art. 1.13.9.– Verdere richtlijnen voor de organisator

Het college van burgemeester en schepenen kan verdere richtlijnen geven aan de
organisator in verband met de veiligheid die betrekking hebben op de manifestatie zelf of
de voorbereiding ervan.

Art. 1.13.10. – Sancties

Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 1.13. worden gesanctioneerd met een
administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Algemeen politiereglement Lebbeke 22


1.14. VOEREN VAN PUBLICITEIT, AANPLAKKINGEN EN
AANBRENGEN VAN SPANDOEKEN EN OPSCHRIFTEN

Art. 1.14.1.

Publiciteit mag slechts aangebracht worden:

- op private eigendommen: mits schriftelijke toelating van de eigenaar, de huurder


of de gebruiker;

- op andere plaatsen: aan te duiden door het college van burgemeester en


schepenen en mits voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de
burgemeester.

Bij deze toestemming zal een afschrift van dit reglement ter kennisname gevoegd
worden.

In geen geval is het toegelaten publiciteit aan te brengen op palen van leidingen van
openbaar nut, op bomen of op andere voorwerpen of afsluitingen van het openbaar
domein alsook in de nabijheid van kruispunten of rotondes alwaar het zicht kan
belemmerd worden. De borden mogen de weggebruikers of voetgangers niet hinderen.
Uitzonderingen op de bepaling van dit artikel kunnen enkel toegestaan worden bij besluit
van het college van burgemeester en schepenen.

Art. 1.14.2.

Het is nochtans toegelaten:

aanplakbiljetten, aankondigingen of berichten van openbare verkopen op muren


van het lokaal waar die verkoop zal plaatsvinden of van het te verkopen goed aan
te brengen;

aanplakkingen te doen op muren van zalen, schouwburgen en cinema‟s, waar die


voorstellingen plaatshebben;

verkoop- of verhuringsberichten op de gevels van het goed dat te koop of te huur


is aan te brengen.

Deze publiciteit moet te allen tijde een verzorgd karakter hebben.

Art. 1.14.3.

Het overdekken van aanplakkingen is verboden tot zolang de datum van de gebeurtenis
waarvoor de aanplakking dient niet is verstreken of tot zolang dat deze haar belang niet
verloren heeft. Aanplakkingen mogen slechts maximum drie weken op voorhand worden
aangebracht. Publiciteit wordt geacht haar belang te hebben verloren vanaf het ogenblik
dat de datum van de activiteit is verstreken of wanneer deze door weers- of andere
omstandigheden, in de tekst of in de voorstelling, beschadigd is.

Art. 1.14.4. - Publiciteitskaravaan

Mits voorafgaande en schriftelijke toelating van de burgemeester is het maken van


publiciteit op een openbare plaats door middel van een publiciteitskaravaan of door een
voertuig uitgerust met een geluidsvoortbrengende of -versterkende installatie toegelaten
tussen 08.00 uur en 20.00 uur en uiterlijk tot zonsondergang.

Algemeen politiereglement Lebbeke 23


Publiciteitscolonnes zijn enkel toegelaten voor zover zij bestaan uit maximum 1
microwagen gevolgd door 4 voertuigen en enkel tussen 08.00 en 20.00 uur en
uitzonderlijk tot zonsondergang mits voorafgaandelijke toestemming van de
burgemeester. Uitzonderingen inzake het aantal voertuigen kunnen toegekend worden
via burgemeestersbesluit.

Art. 1.14.5. – Gesloten aanplaksysteem

Het is verboden op de permanent opgestelde gemeentelijke gesloten aanplakborden


opschriften of uitbeeldingen aan te brengen of aanplakkingen te verrichten. Publiciteit zal
slechts aangebracht worden op de gemeentelijke aanplakborden door de gemeentelijke
aanplakker mits deze propaganda betrekking heeft op activiteiten voor gemeentelijke
verenigingen, adviesraden en instellingen en voor activiteiten van maatschappelijke
waarde. Deze publiciteit kan enkel door de gemeentelijke aanplakker aangebracht
worden na schriftelijke toestemming van de burgemeester.
Aanplakbiljetten, bestemd voor aanplakking door de gemeentelijke aanplakker op de
gemeentelijke gesloten aanplakborden worden afgegeven op het gemeentesecretariaat.

Art. 1.14.6 – Open aanplaksysteem

Op de permanent opgestelde open gemeentelijke aanplakborden met uitsluiting van alle


ander openbare plaatsen mogen - mits schriftelijke toestemming van de burgemeester -
aanplakbiljetten naar aanleiding van culturele, godsdienstige, liefdadige, politieke,
sportieve of recreatieve manifestaties, openbare vergaderingen, verkopingen en
verhuringen worden aangeplakt . De affiches mogen maximum 3 weken vóór de
activiteit opgehangen worden. Er mag maximum 1 affiche per activiteit en per bord
opgehangen worden. De affiches mogen maximum een A2-formaat hebben.

Art. 1.14.7. – Aankondigingsborden op staketsel

Op de aankondigingsborden op staketsel kunnen enkel door de gemeentelijke diensten


publiciteit aangebracht worden na schriftelijke toestemming van de burgemeester. De
verenigingen of belanghebbende kunnen hiertoe hun verzoek richten tot de
burgemeester.
Deze publiciteit kan maximum 2 maand op voorhand geplaatst worden.
De aankondigingsborden moeten voldoen aan de standaardmaten van 30cm hoogte en
244cm lengte. De aankondigingsborden kunnen door de vereniging zelf aangemaakt
worden of tegen kostprijs door de gemeente.
Voorrang wordt verleend aan grensoverschrijdende of gemeentelijke activiteiten.
Ingeval van plaatsgebrek wordt de publiciteit beperkt in aantal en/of tot de
deelgemeenten of wijk waarin ze plaatsvinden.

Art. 1.14.8. – Aankondigingsborden door de organisator zelf geplaatst

Aankondigingsborden door de organisator zelf geplaatst mogen slechts aangebracht


worden mits voorafgaandelijke en schriftelijke toestemming van de burgemeester. Er zal
een gemeentelijke belasting verschuldigd zijn. De aard van de activiteit of van de
reclame, het aantal borden, de inplantingplaatsen zullen duidelijk omschreven worden in
de aanvraag. De borden mogen maximum drie weken vóór de desbetreffende activiteit

Algemeen politiereglement Lebbeke 24


geplaatst worden en worden door de organisatoren verwijderd binnen de drie dagen na
de activiteit.
De vergunninghouder is zowel tegenover de gemeente als tegenover derden
aansprakelijk voor alle schade die het gevolg is van het plaatsen van de borden. Hij
neemt de nodige maatregelen om de borden ook bij slechte weersomstandigheden in
goede staat te behouden en de verkeersveiligheid te verzekeren.

Art. 1.14.9. – Verkiezingspropaganda

Met uitsluiting van alle andere openbare plaatsen mag verkiezingspropaganda slechts
aangebracht worden op speciale daartoe tijdens de verkiezingsperiode opgestelde
gemeentelijke aanplakborden of -zuilen in de voor hen voorziene ruimte.

Art. 1.14.10. – Bewegwijzering

De aanvragen worden gemotiveerd gericht aan het college van burgemeester en


schepenen.

Art. 1.14.11.

Het vermelden op de affiches van de verantwoordelijke uitgever is verplicht. De


organisatoren dienen tevens te voldoen aan de bepalingen inzake het zegelrecht.

Art. 1.14.12.

Het aanplakken, zoals vermeld in de hierbovenvermelde artikelen, is verboden tussen


22.00 uur en 07.00 uur.

Art. 1.14.13.

Het is verboden aanplakbiljetten, uitgehangen in overeenstemming met deze


politieverordening af te rukken, te scheuren, te bevuilen, te overplakken of onleesbaar
te maken. Om iedereen de kans te geven publiciteit te maken kan bij collegebesluit
beperkt overplakken toegestaan worden.

Art. 1.14.14. – Sancties

Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 1.14. kunnen gesanctioneerd worden met
een administratieve geldboete van maximum 250,00 EUR.

1.15. BETREDEN VAN AKKERS

Art. 1.15.1.

Het is verboden, zonder daartoe gerechtigd te zijn, op andermans grond te komen of


erover te gaan of dieren of vee erover te laten lopen vanaf de periode dat de grond is
gereedgemaakt of bezaaid of beplant tot het ogenblik dat de veldvruchten geoogst zijn.

Art. 1.15.2.

Het is verboden veldvruchten of andere nuttige voortbrengsels van de bodem die nog
niet geoogst zijn, te roven.

Algemeen politiereglement Lebbeke 25


Art. 1.15.3.

Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 1.15 worden gesanctioneerd met een
administratieve geldboete van 60,00 EUR.

1.16. LICHTPOLLUTIE

Art.1.16.1.

Het gebruik van lichtbronnen in open lucht is beperkt tot de noodwendigheden inzake
uitbating en veiligheid. De verlichting is dermate geconcipieerd dat niet-functionele
lichtoverdracht naar de omgeving maximaal wordt beperkt. Het in de lucht projecteren
van stilstaande of bewegende lichtstralen van groot vermogen en lichtintensiteit voor
publicitaire, artistieke of ander doeleinden, is verboden. Mits een voorafgaande en schrif-
telijke toelating van de burgemeester kan hiervan worden afgeweken voor tijdelijke
manifestaties. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op:

- de openbare verlichting en de monumentenverlichting, geplaatst door of in


opdracht van de overheden
- de specifieke verlichting van sportterreinen
- de wettelijke verplichte verlichting op voertuigen
- de vergunde lichtreclames

Art.1.16.2.

Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 1.17. worden gesanctioneerd met een
administratieve geldboete van 60,00 EUR.

1.17. ACTIVITEITEN OP DE OPENBARE WEG OF OP PLAATSEN


GRENZEND AAN DE OPENBARE WEG

1.17.1. - SPELEN OP DE OPENBARE WEG

Art. 1.17.1.1.

Het is verboden op de openbare weg spelen uit te voeren die samenscholingen kunnen
veroorzaken of die de veiligheid en het gemak van doorgang van het verkeer kunnen in
het gedrang brengen, of ongelukken kunnen veroorzaken. De burgemeester kan in
uitzonderlijke gevallen hierop, schriftelijk en voorafgaand, afwijkingen toestaan.

Art. 1.17.1.2.

Kaatsen, volleybal, handbal en andere spelen zijn toegelaten op de openbare pleinen die
daartoe zijn ingericht. Tevens kan dit elders door de burgemeester worden toegelaten op
voorwaarde dat een verantwoordelijk persoon aangeduid wordt die instaat voor de
voorgeschreven veiligheidsmaatregelen, voor de eventuele afsluiting van de openbare
weg en die een verzekeringspolis voorlegt die alle mogelijke schade dekt.

1.17.2. - LOTERIJEN EN KANSSPELEN

Art. 1.17.2.1.

Het is verboden op de openbare weg of op plaatsen, grenzend aan de openbare weg,


niet-vergunde loterijen of andere kansspelen te organiseren. De tafels, werktuigen en

Algemeen politiereglement Lebbeke 26


toestellen van de spelen of loterijen evenals de inzetten, de gelden, de waren, de
voorwerpen of loten, aan de spelers voorgesteld, kunnen administratief in beslag
genomen worden.

1.17.3. - INZAMELINGEN OP DE OPENBARE WEG, KLOPPEN EN BELLEN

Art. 1.17.3.1.

Behoudens voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden op


de openbare plaatsen inzamelingen te doen.

Art. 1.17.3.2.

Het is verboden, heimelijk of zonder noodzaak te kloppen of te bellen aan de deuren of


vensters van de woningen.

1.17.4. - STRAATOPTREDENS

Art.1.17.4.1.

Het is verboden om op een openbare plaats zang-, muziek- of andere voorstellingen te


geven zonder voorafgaandelijke schriftelijke toelating van de burgemeester.

1.17.5. – COLLECTEN

Art.1.17.5.1.

Het is verboden om op een openbare plaats collecten te doen behoudens voorafgaande


geschreven toelating van de burgemeester.

1.17.6. – RIJDEN OP VELD- EN WANDELWEGEN

Art.1.17.6.1.

Het is verboden om met gemotoriseerde voertuigen (quad‟s, bromfietsen, ..) op veld– of


wandelwegen te rijden, behalve voor aangelanden.

1.17.7. – SANCTIES

Art.1.17.7.1.

Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 1.17. worden gesanctioneerd met een
administratieve geldboete van 60,00 EUR.

Algemeen politiereglement Lebbeke 27


1.18. ONROERENDE EIGENDOMMEN

Art.1.18.1.

Het is verboden eigendommen, andere dan bedoeld in het strafwetboek, en


straatmeubilair te vernielen of met graffiti te bespuiten.

Inbreuken op deze bepalingen worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 60,00 EUR.

1.19. BEPLANTINGEN

Art.1.19.1

Het is verboden om levende hagen die de scheiding vormen tussen twee


eigendommen hoger te laten groeien dan 3 meter.

Inbreuken op deze bepalingen kunnen worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Wanneer na het toepassen van deze geldboete en na een schriftelijke


aanmaning de levende haag na telkens drie maanden nog steeds hoger is
dan 3 meter kan deze administratieve geldboete worden verdubbeld tot
240,00 EUR.

Algemeen politiereglement Lebbeke 28


HOOFDSTUK 2 - HERBERGEN, DRANKSLIJTERIJEN,
NACHTWINKELS EN PRIVATE BUREAUS VOOR
TELECOMMUNICATIE

2.1. HERBERGEN EN DRANKSLIJTERIJEN

Art.2.1.1.

Geen nieuwe drankslijterijen, eethuizen, of logementenhuizen, zullen na de goedkeuring


van dit reglement op het grondgebied der gemeente mogen geopend worden, tenzij de
volgende voorwaarden vervuld zijn;

a) dat ten laatste acht volle dagen voor de dag der opening, van de opening
aangifte wordt gedaan aan het college van burgemeester en schepenen;
b) dat de vereiste bewijsstukken worden voorgelegd door de toekomstige slijter
waaruit blijkt dat hij alle voorwaarden vervult;
c) dat de instelling voldoet aan de bepalingen van het KB van 4 april 1953
betreffende de drankslijterijen.

Art.2.1.2.

De voorgeschreven voorwaarden worden vooraf nagezien door een ambtenaar van het
gemeentebestuur. Mocht blijken dat een instelling en de opening ervan niet meer
zouden voldoen aan de voorgeschreven voorwaarden, wordt de toelating tot opening als
nietig aanzien.

Art.2.1.3.

Alle andere schikkingen van de reglementeringen op de bouwingen blijven toepasselijk


op de gebouwen door de voorgaande twee artikelen getroffen.

Art.2.1.4.

De herbergen, drankslijterijen, en alle andere onder welke benaming ook voor het
publiek toegankelijke bestaande lokalen, waar dranken worden verkocht of spijzen
worden opgediend, moeten gesloten blijven vanaf 22 uur tot 5 uur van de daarop
volgende dag.

Art.2.1.5.

De burgemeester of een door hem gemachtigd persoon kan verkorting of opheffing


toestaan van het in art. 2.1.4 bepaalde sluitingsuur. Is deze toelating van de
burgemeester individueel, dan moet deze schriftelijk ter hand gesteld worden aan de
erdoor begunstigde uitbater en ter kennis gebracht worden van de politiediensten. Deze
uitbater zal de toelating op een zichtbare plaats van het buffet ophangen en moeten
vertonen op elk verzoek van de politie.

Algemeen politiereglement Lebbeke 29


Art.2.1.6.

De uitbaters van de in art. 2.1.4 opgesomde drank- en eetgelegenheden die niet in het
bezit zijn van de door de burgemeester verleende verkorting of opheffing zoals bepaald
in art. 2.1.5 zijn ertoe verplicht de verbruikerslokalen te doen ontruimen en te sluiten en
de verbruikers die zich in gemelde lokalen bevinden zijn ertoe verplicht deze te verlaten
op de uren zoals in artikel 2.1.4 van dit reglement bepaald.

Art.2.1.7.

Het is aan de uitbaters van deze drank- en eetgelegenheden verboden hun inrichting op
slot te draaien en het licht te doven of te dempen, zolang er zich één of meer verbruikers
bevinden.

Art.2.1.8.

Op het eerste verzoek van de politie, zowel „s nachts als overdag, zijn de uitbaters van
openbare drank- en eetgelegenheden verplicht, aan deze toegang te verlenen tot hun
inrichting om er de overtredingen die er zouden kunnen begaan worden vast te stellen of
op te sporen. Zij zijn in overtreding met deze verordening, indien zij de toegang tot hun
inrichting weigeren aan de politie, of de deur sluiten of gesloten houden om hun klanten
de tijd tot vluchten te laten. In beide gevallen zal op hen de maximum straf toegepast
worden bij deze verordening voorzien.

Art.2.1.9.

Tenzij een wet of een decreet andere strafbepalingen bevat, wordt elke overtreding van
dit hoofdstuk 2.1 bestraft met een administratieve geldboete van maximum 250,00 euro,
een administratieve schorsing of opheffing van de door de gemeente afgeleverde
toelating of een tijdelijke of definitieve sluiting van de herberg of drankslijterij.

2.2. NACHTWINKELS EN PRIVATE BUREAUS VOOR TELECOMMUNICATIE

Art. 2.2.1. - Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze politieverordening wordt verstaan onder:

- uitbater: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die eigenaar is van de handelszaak


(maar niet noodzakelijk van het handelspand) en voor wiens rekening en risico de
handelszaak wordt uitgebaat.

- vestigingseenheid: een plaats die men geografisch gezien kan identificeren door een
adres en die voor de consument toegankelijk is waar activiteiten, waarop de wet van 10
november 2006 van toepassing is, uitgeoefend worden.

- nachtwinkel: een vestigingseenheid die

a) ingeschreven is in de KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen) uitsluitend onder


de rubriek ‟verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen‟;
b) geen andere handelsactiviteit uitoefent dan die hierboven bedoeld;

Algemeen politiereglement Lebbeke 30


c) een maximale netto-verkoopsoppervlakte heeft van 150m²;
d) en op een duidelijke en permanente manier de vermelding „nachtwinkel‟ draagt.

- privaat bureau voor telecommunicatie: iedere voor het publiek toegankelijke


vestigingseenheid voor het verlenen van telecommunicatiediensten.

- vestigingsvergunning: voorafgaande vergunning voor het vestigen van een


nachtwinkel of een privaat bureau voor telecommunicatie, verleend door het college van
burgemeester en schepenen zoals omschreven in het artikel 18§1 van de wet van 10
november 2006.

- uitbatingsvergunning: vergunning voor het uitbaten van een nachtwinkel of een


privaat bureau voor telecommunicatie, verleend door de burgemeester nadat voldaan is
aan een aantal uitbatingsvoorwaarden.

Art. 2.2.2. - Toepassingsgebied

Deze politieverordening is van toepassing op alle nieuw te openen en bestaande


vestigingseenheden op het grondgebied van de gemeente die, rekening houdend met de
begripsomschrijvingen van artikel 2.2.1 van deze politieverordening, worden beschouwd
als een nachtwinkel of een privaat bureau voor telecommunicatie.

Art. 2.2.3. – Sluitingsuren en openingsuren

Op basis van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel,


ambacht en dienstverlening, worden de sluitingsuren van nachtwinkels en private
bureaus voor telecommunicatie als volgt gewijzigd:

- Nachtwinkels moeten gesloten zijn tussen 02.00 uur en 18.00 uur.


- Private bureaus voor telecommunicatie moeten gesloten zijn tussen 00.00 uur en
05.00 uur en tussen 20.00 uur en 24.00 uur.

Laden en lossen aan nachtwinkels en aan private bureaus voor telecommunicatie is


verboden tussen 00.00 uur en 08.00 uur en ook tussen 22.00 uur en 24.00 uur.

Art. 2.2.4. - Vestigingsvergunning

§1. De vestiging van een nachtwinkel of een privaat bureau voor telecommunicatie is
onderworpen aan een voorafgaande vestigingsvergunning verleend door het college van
burgemeester en schepenen.

Voor het verkrijgen van een vestigingsvergunning dient de uitbater een schriftelijke
aanvraag in bij het college van burgemeester en schepenen door middel van een daartoe
voorzien aanvraagformulier.

§2. Het college van burgemeester en schepenen kan een vestigingsvergunning voor een
nachtwinkel of een privaat bureau voor telecommunicatie weigeren op grond van de
ruimtelijke ligging van de aangevraagde handelszaak.

Er wordt bijvoorbeeld geen vestigingsvergunning verleend voor een nachtwinkel of voor


een privaat bureau voor telecommunicatie indien de vestigingseenheid zich bevindt in
een gebied of een zone met een duidelijk woonkarakter, zoals bvb. (niet limitatieve
opsomming) Zavel, Meysveld, Lindelaan/Meidoornstraat, Anjerstraat, Azaleastraat,
Begonialaan, Fresiastraat, Irisstraat, Magnoliastraat, enzovoort.

Algemeen politiereglement Lebbeke 31


§3. Het college van burgemeester en schepenen kan een vestigingsvergunning voor een
nachtwinkel of een privaat bureau voor telecommunicatie weigeren op grond van de
handhaving van de openbare orde, de veiligheid en de rust.

Hiervoor baseert het college van burgemeester en schepenen zich op een advies van de
politiediensten met betrekking tot de mogelijke verstoring van de openbare orde, de
veiligheid en de rust door de aangevraagde handelszaak en tot eventuele aanbevelingen
om deze verstoring te voorkomen.

§4. Een vestigingsvergunning is twee maanden geldig vanaf de ondertekening door de


burgemeester en de gemeentesecretaris.

Art. 2.2.5. - Uitbatingsvergunning

§1. Voor elke uitbating van een nachtwinkel of een privaat bureau voor telecommunicatie
zoals bedoeld in artikel 1 van deze politieverordening, moet de uitbater schriftelijk een
uitbatingsvergunning aanvragen bij de burgemeester door middel van een daartoe
voorzien aanvraagformulier, plus een recent (maximum 1 maand oud) uittreksel uit het
strafregister.

§2. Voor nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie die worden opgericht na
de inwerkingtreding van deze politieverordening, moet de uitbater in alle gevallen een
vestigingsvergunning (zie artikel 2.2.4) kunnen voorleggen, voorafgaand aan de
indiening van de aanvraag van een uitbatingsvergunning. De uitbatingsvergunning wordt
aangevraagd ten laatste twee maanden na de ondertekening van de
vestigingsvergunning. Gebeurt de aanvraag toch later, dan moet de uitbater een nieuwe
vestigingsvergunning aanvragen.

§3. De uitbatingsvergunning wordt verleend door de burgemeester en kan enkel worden


verleend na een volledig en grondig voorafgaand onderzoek dat de volgende onderdelen
(onderzoeken) bevat:

1. brandveiligheidsonderzoek: een onderzoek, uitgevoerd door de brandweer, of de


vestigingseenheid waar de handelsactiviteit wordt of zal worden uitgeoefend, voldoet aan
alle minimumnormen inzake brandpreventie.

2. financieel onderzoek: een onderzoek, uitgevoerd door de ontvangerij naar de betaling


van alle verschuldigde gemeentefacturen en aanslagbiljetten, van welke aard ook, die
betrekking hebben op de vestigingseenheid en op de uitbater.

3. stedenbouwkundig onderzoek: een onderzoek, uitgevoerd door de dienst stedenbouw,


naar de stedenbouwkundige conformiteit van de vestigingseenheid waarbij wordt
onderzocht of de vestigingseenheid beschikt over alle benodigde stedenbouwkundige
vergunningen en in overeenstemming is met de geldende stedenbouwkundige
voorschriften.

4. moraliteitsonderzoek: een onderzoek inzake de zedelijkheid voor het uitbaten van een
drankgelegenheid overeenkomstig de regeling van het KB van 3 april 1953 inzake de
slijterijen van gegiste dranken, het KB van 4 april 1953 tot uitvoering van dit KB en van

Algemeen politiereglement Lebbeke 32


de wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van
sterke drank, verricht door het gemeentebestuur van de plaats van de drankgelegenheid.

5. onderzoek naar de naleving van de hygiënevereisten: een onderzoek met betrekking


tot de naleving van de wettelijk verplichte vereisten inzake hygiëne, overeenkomstig de
regeling van het KB van 3 april 1953 inzake de slijterijen van gegiste dranken en het KB
van 4 april 1953 tot uitvoering van dit KB, uitgevoerd door het gemeentebestuur van de
plaats van de drankgelegenheid.

6. onderzoek naar de vestigingsformaliteiten: een onderzoek naar de


vestigingsformaliteiten als ondernemer (inclusief beroepskaart) of enige andere
vergunning die wettelijk voorgeschreven is.

§4. De uitbatingsvergunning wordt verleend voor een termijn van maximum twee jaar.
Uiterlijk twee maanden vóór het verstrijken van voormelde termijn moet de uitbater
schriftelijk een aanvraag indienen bij de burgemeester tot hernieuwing van de
uitbatingsvergunning. De uitbater die nalaat binnen voormelde termijn een hernieuwing
van zijn uitbatingsvergunning aan te vragen, verliest zijn uitbatingsvergunning op de
vervaldag van de duurtijd. Hij moet dan een nieuwe uitbatingsvergunning aanvragen
(alleen mogelijk na het voorleggen van een vestigingsvergunning die minder dan twee
maanden is ondertekend). De aanvraag tot hernieuwing van de uitbatingsvergunning
binnen voormelde termijn geldt als voorlopige uitbatingsvergunning tot de definitieve
inwilliging of weigering wordt verleend.

De uitbatingsvergunning vervalt van rechtswege, op het ogenblik dat de uitbating van de


inrichting voor een periode van zes maanden feitelijk onderbroken is.

§5. De burgemeester kan autonoom beslissen om in de uitbatingsvergunning bijkomend


bijzondere voorwaarden op te leggen afhankelijk van de specifieke omstandigheden, bvb.
de ligging van de inrichting. Eveneens kan de burgemeester autonoom beslissen om de
uitbatingsvergunning te beperken in de tijd. Een uitdrukkelijke motivering is vereist.

§6. De uitbatingsvergunning is geldig vanaf de datum van de ondertekening door de


burgemeester.

§7. De uitbatingsvergunning wordt afgeleverd aan een uitbater voor een welbepaalde
vestigingseenheid van een nachtwinkel of een privaat bureau voor telecommunicatie en
kan niet worden overgedragen aan een andere uitbater of worden overgedragen naar een
andere vestigingseenheid.

§8. De uitbater is verplicht alle wijzigingen in de inrichting die een verandering uitmaken
ten opzichte van de veiligheid en de gezondheid, onmiddellijk via een aangetekend
schrijven te melden aan de burgemeester.

§9. De uitbatingsvergunning moet steeds op een eerste vordering van een bevoegde
controlerende ambtenaar ter inzage worden voorgelegd.

§10. De burgemeester weigert een uitbatingsvergunning af te leveren:

- wanneer de openbare orde, de openbare rust, de openbare veiligheid, de


openbare reinheid en/of de openbare gezondheid gevaar lopen;

Algemeen politiereglement Lebbeke 33


- wanneer de uitbater, binnen een periode van één jaar voor de aanvraag, een
veroordeling heeft opgelopen wegens een inbreuk tegen de drugswetgeving en/of
een veroordeling heeft opgelopen wegens daden van weerspannigheid ten
overstaan van om het even welke ambtenaar of overheidsdienst;
- indien één of meerdere voorafgaande onderzoeken negatief zijn geadviseerd.

Art. 2.2.6. - Flankerende maatregelen

§1. Het is verboden om, tussen 21.00 uur en 24.00 uur en tussen 00.00 uur en 08.00
uur, in de omgeving van nachtwinkels enige vorm van geluid, gerucht of rumoer te
veroorzaken dat hoorbaar is op openbare plaatsen, waardoor de rust van de in de
omgeving wonende inwoners kan worden gestoord of verstoord.

§2. Het is verboden om alcoholische dranken te verbruiken in nachtwinkels.

§3. Het is verboden om alcoholische dranken te verkopen in nachtwinkels tussen 00.00


uur en 02.00 uur.

§4. Het is verboden om, tussen 21.00 uur en 24.00 uur en tussen 00.00 uur en 08.00
uur, in de omgeving van nachtwinkels motoren draaiende te houden terwijl het voertuig
stilstaat.

§5. Het is verboden om, tussen 21.00 uur en 24.00 uur en tussen 00.00 uur en 08.00
uur, de muziekinstallatie te laten spelen met een buiten het voertuig hoorbaar volume.

§6. Er dient steeds een afvalbak te worden geplaatst aan de ingang van de nachtwinkel.

Art. 2.2.7. - Politiemaatregelen en strafbepalingen

Overeenkomstig artikel 18 § 3 van de wet van 10 november 2006 betreffende de


openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening kan de burgemeester de sluiting
bevelen van nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie die worden
uitgebaat in overtreding met deze politieverordening.

Bij het overtreden van de in artikel 2.2.3 voorziene openingsuren en sluitingsuren,


gelden de strafbepalingen zoals voorzien in de artikelen 19 tot en met 22 van de wet van
10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening.

Tenzij een wet of een decreet andere strafbepalingen bevat, wordt elke overtreding van
dit hoofdstuk 2.2 bestraft met een administratieve geldboete van 250,00 euro, een
administratieve schorsing of opheffing van de door de gemeente afgeleverde
vestigingsvergunning en/of uitbatingsvergunning voor de nachtwinkel of het privaat
bureau voor telecommunicatie of een tijdelijke of definitieve sluiting van de nachtwinkel
of het privaat bureau voor telecommunicatie.

Algemeen politiereglement Lebbeke 34


HOOFDSTUK 3 - AMBULANTE HANDEL, TAXIDIENSTEN EN
DIENSTEN VOOR HET VERHUREN VAN VOERTUIGEN MET
BESTUURDER

3.1. AMBULANTE HANDEL

Artikel 3.1.1.

Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het
openbaar domein buiten de openbare markten om ambulante activiteiten uit te oefenen
dient dit voorafgaand aan te vragen bij het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 3.1.2.

Om een standplaats in te nemen dient men te beschikken over een machtiging. Deze
machtiging dient voorafgaand aan het uitoefenen van de ambulante activiteit
aangevraagd te worden bij het college van burgemeester en schepenen, Flor
Hofmanslaan 1 te 9280 Lebbeke.

Artikel 3.1.3.

Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 3.1. worden gesanctioneerd met een
administratieve geldboete van 120,00 EUR.

3.2. TAXIDIENSTEN

Artikel 3.2.1.

Niemand mag zonder vergunning van het college van burgemeester en schepenen een
taxidienst exploiteren van één of meer voertuigen op de openbare weg of op elke andere
niet voor openbaar vervoer opengestelde plaats die zich op het grondgebied van de
gemeente Lebbeke bevindt.

Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 3.2. worden gesanctioneerd met een
administratieve geldboete van 120,00 EUR.

3.3. DIENSTEN VOOR HET VERHUREN VAN VOERTUIGEN MET


BESTUURDER

Artikel 3.3.1.

Niemand mag zonder vergunning van het college van burgemeester en schepenen een
dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder op het grondgebied van het
Vlaamse Gewest exploiteren door middel van één of meer voertuigen. Deze vergunning
wordt afgeleverd door de gemeente op wiens grondgebied de exploitatiezetel van de kan-
didaat-vergunninghouder gevestigd is en is geldig op het grondgebied van het Vlaamse
Gewest.

Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 3.3. worden gesanctioneerd met een
administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Algemeen politiereglement Lebbeke 35


HOOFDSTUK 4 - BRAND, OVERSTROMING EN ANDERE
GEVAREN

4.1. BRANDPREVENTIE MET BETREKKING TOT PUBLIEK


TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN

Artikel 4.1.1. - Algemeen

Dit reglement bepaalt de normen betreffende brandpreventie, waaraan het concept, de


bouw en de inrichting van publiek toegankelijke inrichtingen moeten voldoen.

Deze bepalingen zijn echter niet van toepassing op de inrichtingen van tijdelijke aard
zoals kermisinrichtingen, tenten, circussen, inrichtingen in open lucht e.d. en gebouwen
waar enkel erkende erediensten in worden gehouden en op de publiek toegankelijke
inrichtingen waarvoor een specifieke reglementering inzake brandveiligheid van
toepassing is.

Artikel 4.1.2. - Definities

brandpreventie: het geheel van veiligheidsmaatregelen, zoals omschreven in artikel 1


van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en
betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in
dergelijke gevallen.

publiek toegankelijke inrichting: gebouwen, lokalen of plaatsen, die gewoonlijk voor het
publiek toegankelijk zijn, ook al wordt het publiek er slechts onder bepaalde
voorwaarden (kosteloos, tegen betaling of op vertoon van een lidkaart) toegelaten, en
waar het aantal gelijktijdig toegelaten personen 50 of meer kan bedragen.

basisnormen: de basisnormen, vastgesteld in het koninklijk besluit van 7 juli 1994, met
latere wijzigingen, tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en
ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

draaideur: deur met één of meerdere vleugels, die om een verticale as draait.

uitgang: “Een uitgang leidt de aanwezigen ofwel rechtstreeks naar de openbare weg
ofwel naar een plaats van waaruit de openbare weg bereikbaar is, via een veilige plaats,
via een ander compartiment, via een trap of via een evacuatieweg.”

evacuatietraject: de weg die men aflegt vanaf de inrichting tot op de openbare weg.

netto-oppervlakte: de oppervlakte die beschikbaar is voor het publiek, verminderd


met de oppervlakte die wordt ingenomen door het vaste meubilair, de vestiaire(s) en
het sanitair.

Verder zijn de definities van bijlage 1 van het KB van 07/07/1994 van toepassing.

Artikel 4.1.3. - Brandveiligheidattest

Het openhouden, openen of heropenen van een publiek toegankelijke inrichting is


afhankelijk van het bekomen van een gunstig brandveiligheidattest.

Bij elke wijziging van exploitatie of exploitant, bij transformatie- of renovatiewerken, bij
vernieuwing van de binneninrichting, bij wijziging van de netto-oppervlakte, bij
bestemmingswijziging en bij elke wijziging die de brandveiligheid en de
evacuatiemogelijkheden kan beïnvloeden, dient voorafgaandelijk door de exploitant een

Algemeen politiereglement Lebbeke 36


brandveiligheidattest aangevraagd aan de burgemeester.

Het brandveiligheidsattest wordt door de burgemeester afgeleverd op advies van de


brandweer.

Het advies van de brandweer bevat een beschrijving van de bestaande toestand en
eventueel de maatregelen, die door de exploitant moeten worden getroffen om in
overeenstemming te zijn met onderhavige reglementering.

Artikel 4.1.4. -Verzekering

Inrichtingen die onder de toepassing vallen van hoofdstuk II van de wet van 30 juli 1979
betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte
verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen, bezorgen
aan de burgemeester bovendien een duplicaat van het door de verzekeringsonderneming
aan de verzekeringnemer afgeleverd attest, bepaald bij artikel 7 van het Koninklijke
besluit van 5 augustus 1991 tot uitvoering van de artikelen 8, 8 bis en 9 van de wet van
30 juli 1979 betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke
aansprakelijkheid in dergelijke gevallen.

Artikel 4.1.5. – Attesten brandklasse en brandweerstand

De exploitant legt op eenvoudige vraag geldige attesten betreffende materiaalklasse en


brandweerstanden voor.

Artikel 4.1.6. – Aantal toegelaten personen

§ 1. Onverminderd de verdere bepalingen van dit reglement dient de exploitant alle


nodige maatregelen te nemen om brand te voorkomen en de aanwezigen te
beschermen tegen de gevolgen van brand en paniek.

§ 2. De brandweer legt het maximum aantal personen vast dat gelijktijdig binnen de
inrichting mag aanwezig zijn, op basis van volgende criteria: het aantal uitgangen, de
nuttige breedte van de uitgangen, evacuatiewegen en trappen. Het kleinste resultaat
van de uitgevoerde berekeningen geldt als het maximum aantal toegelaten personen
voor zover het maximum van 3 personen per m² netto-oppervlakte niet wordt over-
schreden.

De exploitant, of bij afwezigheid zijn aangestelde, neemt alle nodige maatregelen om


overschrijding van dit aantal te voorkomen.

Het aantal toegelaten personen moet door de exploitant worden aangeduid op een
bordje dat duidelijk leesbaar is en voor iedereen zichtbaar.

De respectievelijke berekeningswijze is als volgt:

het aantal uitgangen:


Het aantal toegelaten personen is kleiner of gelijk aan de bezetting die overeenstemt
met het aantal uitgangen zoals bepaald in artikel 4.1.11 van dit reglement.

de vereiste nuttige breedte van de uitgangen, evacuatiewegen en trappen


De uitgangen, evacuatiewegen en deuren in de evacuatiewegen moeten een totale
breedte hebben die ten minste gelijk is, in centimeters, aan het aantal personen, dat ze
moet gebruiken om de uitgangen van het gebouw te bereiken.
De trappen moeten een totale breedte hebben die, uitgedrukt in centimeters, ten
minste gelijk is aan dat aantal personen, vermenigvuldigd met 1,25 indien ze afdalen

Algemeen politiereglement Lebbeke 37


naar de uitgang of 2 indien ze er naar opstijgen.

Het berekenen van de nuttige breedte moet gesteund zijn op de onderstelling dat, bij
het verlaten van het gebouw, alle personen van een verdieping samen de naburige
verdieping vervoegen en dat deze ontruimd is als zij er aankomen.

Bij de berekening wordt steeds rekening gehouden met de smalste doorgang op een
evacuatietraject.

Artikel 4.1.7. -Brandgedrag van materialen

§ 1. - Vast bevestigde bekledingen

Voor vast bevestigde bekledingen van technische lokalen, stookplaatsen, keukens,


evacuatiewegen, zowel voor de horizontale als voor de verticale, en voor de publiek
toegankelijke lokalen gelden de beproevingsmethoden en de onderverdeling in
brandklassen uit bijlage 5 van het KB van 07/07/1994 en de norm NBN EN 13501-1
”Vuurindeling van bouwwaren en bouwdelen -Deel 1: Indeling berustend op uitkomsten
van de proeven op de tegenwerking tegen vuur van bouwwaren.”

Massief parket (minstens 1,8 cm) op betonnen ondergrond is toegestaan.

§ 2. - Niet-vastbevestigde bekledingen

De niet-vastbevestigede bekledingen moeten op zodanige wijze zijn aangebracht dat


de mogelijkheid niet bestaat tot ophoping van stof of afval achter de bekledingen.

Velums en andere horizontaal aangebrachte doeken zijn verboden.

Verticaal hangende doeken mogen geen deuren of uitgangen aan het zicht onttrekken
of het gebruik ervan bemoeilijken.

De brandweer kan, mits de nodige motivatie, voor doeken en (over)gordijnen


klasse M2 conform NF P 92501-7 of Class 2 conform NBN 13773 opleggen in haar
advies.

§ 3. - Versieringen

Alle aangebrachte versieringen mogen geen bijzonder risico voor de brandveiligheid met
zich mee brengen.

Gemakkelijk brandbare materialen als rietmatten, stro, karton, boomschors, papier,


evenals gemakkelijk brandbare textiel en kunststoffen mogen niet als versiering
worden aangewend.

§ 4. - Beklede meubelen

De brandweer bepaalt het vereiste brandgedrag van de beklede meubelen in functie


van het risico van de inrichting.

De volgende normen zijn hierbij van toepassing:


- NBN EN 1021-1 “Meubelen - Beoordeling van de ontvlambaarheid van beklede
meubelen Deel 1: Smeulende sigaret als ontstekingsbron”.
- NBN EN 1021-2 “Meubelen - Bepaling van de ontsteekbaarheid van beklede
meubelen Deel 2: Equivalent van de lucifervlam als onstekingsbron”.
- Crib 5 volgens BS 5852 “Methods of test for assessment of the ignitability of
upholstered seating by smouldering and flaming ignition sources”.

Algemeen politiereglement Lebbeke 38


Artikel 4.1.8. - Toegangswegen

De toegangswegen worden bepaald in akkoord met de bevoegde brandweer,


onverminderd de toepassing van de basisnormen ter zake.

Artikel 4.1.9. - Inplanting

Bijgebouwen, uitspringende daken, luifels, uitkragende delen of andere dergelijke


toevoegingen zijn enkel toegelaten indien daardoor noch de evacuatie, noch de
veiligheid van de personen, noch de actie van de brandweer in het gedrang komen.

Artikel 4.1.10. - Compartimentering

De hoogte van een compartiment stemt overeen met de hoogte van één bouwlaag.

Een compartiment mag zich echter uitstrekken over twee boven elkaar gelegen
bouwlagen met een binnenverbindingstrap (duplex) op voorwaarde dat de gecumuleerde
oppervlakte van die bouwlagen niet groter is dan 2.500m².

De wanden tussen compartimenten hebben ten minste de brandweerstand van de


structurele elementen.
De publiek toegankelijke inrichting dient brandwerend gecompartimenteerd te zijn van de
rest van het gebouw.

In de publiek toegankelijke inrichting mogen zich geen lokalen met nachtverblijf


bevinden.

Artikel 4.1.11. - Evacuatie

§ 1. - Aantal uitgangen
- Één uitgang indien de bezetting minder dan 100 personen bedraagt;
- twee uitgangen indien de bezetting 100 of meer dan 100 en minder dan 500
personen bedraagt;
- 2+n uitgangen indien de bezetting 500 of meer dan 500 personen bedraagt
waarbij n het gehele getal is onmiddellijk groter dan de deling door 1.000 van de
maximale bezetting van het compartiment.

Elk compartiment en/of elk lokaal en/of elk niveau van de duplex (met uitzondering van
duplexen die het evacuatieniveau omvatten) heeft minimum:
Indien een deel van het gebouw waarin de publiek toegankelijke inrichting is gelegen
gebruikt wordt door de exploitant voor privé doeleinden, mag een uitgang van de
inrichting ook dienst doen als uitgang van dit privé gedeelte.

Indien een deel van het gebouw, waarin de inrichting is gelegen, door derden wordt
gebruikt mag dit gedeelte niet evacueren door de publiek toegankelijke inrichting.

Bovengrondse of ondergrondse lokalen die voor het publiek toegankelijk zijn, moeten via
vaste trappen bereikbaar zijn.

Als de totale oppervlakte van een duplexcompartiment kleiner of gelijk is aan 300m² én
als de oppervlakte van de bouwlaag van de duplex die rechtstreeks evacueert via een
uitgang, groter is dan de oppervlakte van de andere bouwlaag van het
duplexcompartiment, moet enkel het niveau van de duplex met de grootste oppervlakte
over het vereiste aantal uitgangen beschikken.

Algemeen politiereglement Lebbeke 39


Het minimum aantal uitgangen kan door de brandweer in haar advies verhoogd worden
in functie van het risico en de configuratie van de lokalen.

Rol- en spiltrappen, evenals hellende vlakken met een hellingsgraad groter dan 10 %
komen niet in aanmerking voor de berekening van het vereiste aantal uitgangen.

§ 2. - Eigenschappen van de uitgangen


De nuttige breedte van elke uitgang bedraagt minstens 0,80 m, de vrije hoogte minstens
2m.

De uitgangen zijn zoveel als mogelijk gelegen in tegenovergestelde zones van een
compartiment of een lokaal.

Alle uitgangen en nooduitgangen moeten bij aanwezigheid van publiek steeds


onmiddellijk bruikbaar zijn en een snelle en gemakkelijke ontruiming van de aanwezigen
mogelijk maken.

§ 3. - Evacuatietraject

Een publiek toegankelijke inrichting moet minstens over één brandveilig evacuatietraject
beschikken.

Op een evacuatieniveau mogen geen wanden of deuren, zonder de vereiste


brandweerstand, uitgeven op een brandveilig evacuatietraject, met uitzondering van
de laatste 3m tot de openbare weg.

§ 4. - Evacuatiewegen

De binnenwanden van evacuatiewegen, gelegen buiten de inrichting, moeten minstens


de brandweerstand van de structurele elementen hebben. De deuren die op deze
evacuatiewegen uitgeven moeten een brandweerstand van ½ h hebben.

De evacuatiewegen moeten aan deze eisen voldoen in de mate dat er minstens één
brandveilig evacuatietraject moet zijn.

De minimale nuttige breedte van de evacuatiewegen bedraagt 0,80m, de vrije hoogte


minstens 2m. De evacuatiewegen moeten zo kort en rechtlijnig mogelijk gehouden
worden.

De lengte van eventueel doodlopende delen in de evacuatiewegen mag niet meer dan
15m bedragen.

De af te leggen afstand vanaf elk punt van de publiek toegankelijke bedraagt maximaal:
− 30m tot de dichtstbijzijnde uitgang;
− 60m tot een tweede uitgang.

Op een evacuatietraject mogen bij aanwezigheid van publiek de deuren niet op slot zijn
of ze moeten uitgerust zijn met paniekbeslag; er mogen zich op een evacuatietraject
geen voorwerpen bevinden die de evacuatie kunnen belemmeren en er mogen geen
spiegels worden aangebracht die het publiek kunnen misleiden.

§ 5. - Trappenhuizen

Trappenhuizen gelegen op een evacuatietraject, moeten toegang geven tot een


evacuatieniveau. Op een evacuatieniveau leidt iedere trap naar buiten, hetzij
rechtstreeks, hetzij via een evacuatieweg.

Algemeen politiereglement Lebbeke 40


De binnenwanden van een trappenhuis moeten een brandweerstand hebben van
minstens 1h en de deuren, die erop uitgeven, ½ h. De laatste eis geldt niet voor
buitentrappenhuizen.

In de buitenwanden van een trappenhuis mogen openingen zitten indien deze


openingen over ten minste 1m zijdelings afgezet zijn met een element dat een
vlamdichtheid heeft van ½ h.

De trappenhuizen moeten aan bovenstaande eisen voldoen in de mate dat er minstens


één brandveilig evacuatietraject moet zijn.

§ 6. - Trappen

De trappen moeten de volgende kenmerken hebben:

1. evenals de overlopen zijn de trappen vervaardigd uit beton. Als de graad van
brandweerstand niet kan bewezen worden moet de trap brandwerend beschermd
worden. Deze eis geldt niet voor buitentrappen, duplextrappen en bij
buitentrappenhuizen;
2. ze zijn aan beide zijden uitgerust met leuningen. Voor de trappen met een nuttige
breedte, kleiner dan 1,20m, is één leuning voldoende, voor zover er geen gevaar
is voor het vallen. Vanaf een breedte van 2,40m dienen de trappen voorzien te
zijn van een bijkomende leuning in hun as;
3. de aantrede van de treden is in elk punt op de looplijn ten minste 20cm;
4. de optrede van de treden mag niet meer dan 18cm bedragen.

§ 7. - Liften

Liften moeten, ongeacht het type, brandwerend gescheiden zijn van de publiek
toegankelijke inrichting door wanden Rf 1 h en deuren Rf ½ h . Deze eisen gelden niet
als de lift slechts één compartiment aandoet.

§ 8. - Deuren

De deuren op een evacuatietraject moeten ofwel in beide richtingen ofwel in de


richting van de uitgang opendraaien over een minimale hoek van 90°.

Voor publiek toegankelijke inrichtingen met een capaciteit van meer dan 49 en minder
dan 100 personen moet ten minste één deur van een uitgang in beide richtingen ofwel in
de richting van de uitgang opendraaien. Voor inrichtingen met een capaciteit vanaf 100
personen moeten de deuren van alle uitgangen in beide richtingen ofwel in de richting
van de uitgang opendraaien.

In publiek toegankelijke inrichtingen, waarvan een deur niet in de vluchtzin kan


opendraaien omdat ze zich op minder dan haar breedte van de rooilijn bevindt, moet
een sas voorzien worden met een binnendeur die opent in de vluchtzin zodat de deur
op de rooilijn, bij aanwezigheid van publiek in openstand kan geblokkeerd worden.

Automatische schuifdeuren mogen op een evacuatietraject enkel gebruikt worden indien


ze, onder een lichte druk van binnenuit, kunnen opengedraaid worden in de vluchtzin (=
schuifdeuren met anti-paniekbeslag).

Draaideuren, draaipaaltjes en manueel bediende schuifdeuren zijn op een


evacuatietraject niet toegelaten.

De vleugels van glazen deuren moeten een merkteken dragen dat volstaat om zich
rekenschap te geven van hun aanwezigheid.

Algemeen politiereglement Lebbeke 41


§ 9. - Signalisatie

Iedere uitgang en nooduitgang, evenals de wegen die ernaar toe leiden moeten
aangeduid worden met pictogrammen zoals bepaald in bijlage II van het KB van 17 juni
1997 betreffende de veiligheids-en gezondheidssignalering op het werk. Deze
pictogrammen moeten zichtbaar zijn bij veiligheidsverlichting. Vanaf om het even welk
punt van de inrichting moet steeds minstens 1 aanduiding van uitgang of nooduitgang
zichtbaar zijn.

§ 10. - Verlichting

De lokalen toegankelijk voor het publiek moeten behoorlijk verlicht zijn. Alleen
elektriciteit is toegelaten als kunstmatige verlichtingsbron.

In de inrichting moet veiligheidsverlichting aangebracht zijn met een voldoende


lichtsterkte om een veilige en snelle ontruiming te verzekeren. Deze veiligheidsverlichting
moet conform de norm NBN EN 1838 zijn. Ze bestaat minstens uit een
evacuatieverlichting om een veilige evacuatie van het gebouw te verzekeren en het
gebruik van de aanwezige brandbestrijdingsmiddelen mogelijk te maken.

Volgende plaatsen worden voorzien van veiligheidsverlichting, geleverd door


noodverlichtingarmaturen conform NBN EN 60598-2-22: De (nood)uitgangen, de
evacuatiewegen, de vluchtterrassen, de overlopen van de trappenhuizen, de liftkooien,
de technische lokalen, de belangrijkste elektrische borden, en ook in het bijzonder in de
onmiddellijke omgeving van de blusmiddelen en op de plaatsen waar het noodzakelijk is
nadruk te leggen op mogelijk gevaar.

Lokalen met een bezettingscapaciteit van 100 of meer personen dienen tevens met
een anti-paniekverlichting uitgerust om de verplaatsing van de aanwezigen naar de
evacuatieweg mogelijk te maken en de kans op paniek te verkleinen.

Artikel 4.1.12. - Doorvoeringen door wanden

Het doorvoeren van leidingen doorheen wanden mag de vereiste brandweerstand van
de bouwelementen niet nadelig beïnvloeden.

Artikel 4.1.13. - Structurele elementen

De structurele elementen dienen een weerstand tegen brand te bezitten in


overeenstemming met volgende tabel:

Structuur van het gebouw

Aantal Bovengrondse Dakstructuur Ondergrondse structuur


bouwlagen structuur **

1 1/2h 1/2h* 1h

2 1/2h 1/2h* 1h

Algemeen politiereglement Lebbeke 42


>2 1h 1/2h* 1h

*Dit voorschrift is niet van toepassing indien het dak aan de binnenkant beschermd is
door een bouwelement met weerstand tegen brand van ½ h.

**Met inbegrip van de vloer van het laagste evacuatieniveau.

Voor verandadaken worden geen eisen gesteld aan de stabiliteit indien gelijktijdig aan
volgende voorwaarden wordt voldaan:
1. de oppervlakte van de veranda is kleiner dan het gedeelte van de inrichting dat in
een gebouw gelegen is dat wel aan de eisen betreffende de structurele elementen
voldoet;
2. beide ruimtes hebben minstens één uitgang.

Artikel 4.1.14. - Plafonds en valse plafonds

In de evacuatiewegen en in de voor het publiek toegankelijke lokalen hebben de valse


plafonds een stabiliteit bij brand van ½ h.

De ruimte tussen het plafond en het valse plafond wordt onderbroken door de
verlenging van alle verticale wanden die ten minste een weerstand tegen brand van ½ h
bezitten.

Indien de ruimte tussen het plafond en het valse plafond niet is uitgerust met een
sprinklerinstallatie, dient deze ruimte derwijze onderbroken te worden met verticale
scheidingen met een Rf = ½ h dat er ruimten ontstaan waarvan de horizontale projectie
kan ingeschreven worden binnen een vierkant met zijden 25 x 25m.

Artikel 4.1.15. - Technische lokalen

Een technisch lokaal of een geheel van technische lokalen vormt een compartiment met
wanden Rf 1h en deur(en) Rf ½ h.

Artikel 4.1.16. -Verwarming

§1. - Stookplaats

Indien het nominale vermogen van de centrale stookinstallatie minder is dan 30 kW, is
een stookplaats niet vereist, toch dient de ruimte voorzien te zijn van voldoende boven-
en onderverluchting.

Indien het vermogen van de centrale stookinstallatie meer dan 30 kW en minder of gelijk
aan 70 kW bedraagt, dient deze ondergebracht in een stookplaats met wanden van
minstens Rf 1h; de toegang tot dit lokaal geschiedt via een zelfsluitende deur met
minstens Rf 1/2h. Bovendien dient dit lokaal voorzien te worden van onder- en
bovenverluchting rechtstreeks uitgevend in de buitenlucht.

Algemeen politiereglement Lebbeke 43


Gaswandketels tot 70 kW van het type C (gesloten type) moeten niet in een stookplaats
worden opgesteld. Er moet geen extra verluchting voorzien worden.

Centrale stookinstallaties met een vermogen > 70 kW, worden ondergebracht in


stookplaatsen waarvan de opvatting en uitvoering voldoen aan de voorschriften van de
norm NBN B61-001. De stookplaats mag niet rechtstreeks uitgeven in een ruimte
toegankelijk voor het publiek.

Een stookplaats mag enkel voor desbetreffend doel worden aangewend.

Een stookplaats met een verwarmingsinstallatie op gas, dient uitgerust te zijn met een
gasdetector, gekoppeld aan een buiten deze ruimte voorziene automatische gasafsluiter.

§2. - Lokale verwarmingstoestellen met verbranding

Deze verwarmingstoestellen moeten aangesloten zijn op een schoorsteen of een speciale


inrichting voor de afvoer van verbrandingsgassen.

Tevens dient elk toestel minstens voorzien te zijn van een duidelijk gesignaleerde,
manueel bedienbare kraan die de brandstoftoevoer afsluit.

§3. - Verwarmingsinstallaties met warme lucht

Deze installaties moeten aan volgende voorwaarden voldoen:

- de temperatuur van de warme lucht mag op de verdelingspunten 80°C niet


overschrijden;
- de kanalen van de warme lucht moeten volledig uit onbrandbare materialen
vervaardigd zijn;
- bij abnormale stijging van de temperatuur in de luchtkanalen moet de
verwarmingsinstallatie automatisch stilgelegd worden zowel ventilatoren als
warmtegeneratoren,
- de te verwarmen lucht mag niet aangezogen worden uit de stookplaats.

§4. - Gas

De gasteller(s) moet(en) geplaatst worden conform de richtlijnen van de


gasmaatschappij. Ze moeten ontoegankelijk zijn voor het publiek. Er moet zowel onder-
als bovenverluchting voorzien worden met een minimale oppervlakte van elk 150cm². De
gastellers mogen nooit in een stookplaats worden geplaatst.

Buiten het gebouw moet een afsluitkraan aangebracht worden op de hoofdtoevoerleiding.


De plaats ervan moet aangeduid zijn met de letters “Gas” en de coördinaten. De
brandweer moet te allen tijde deze afsluitkraan gemakkelijk kunnen bedienen.

Installaties voor brandbaar gas verdeeld door leidingen moeten voldoen aan de
reglementaire voorschriften en de regels van goed vakmanschap.

§5. - Gasrecipiënten

Zowel de volle als de lege gasrecipiënten moeten op een veilige plaats in open lucht
worden ondergebracht.

De voedingsleidingen naar de verbruikstoestellen zijn vast. Enkel de laatste 2 meter naar


het verbruikstoestel kunnen bestaan uit soepele leidingen die moeten voldoen aan NBN
EN 559.

Algemeen politiereglement Lebbeke 44


§6. - Brandstofvoorraad

In de inrichting moet de niet-ingegraven brandstofvoorraad in een afzonderlijk goed


verlucht lokaal geplaatst worden. De binnenwanden van dit lokaal moeten minimaal een
brandweerstand van 1 uur hebben. De deuren in die wanden moeten zelfsluitend zijn en
moeten een brandweerstand Rf ½ h hebben.

§7. - Brandbestrijding

Op de brander van de centrale verwarming (met stookolie) moet een automatisch


poederblusapparaat NBN EN E3-3, E3-6, E3-7 type ABC P12 geïnstalleerd worden. Dit
blusapparaat wordt aangesloten op de alarminrichting (indien aanwezig).

§8. - Rookkanalen

De afvoer van de verbrandingsgassen moet gebeuren langs vaste, onbrandbare


rookkanalen.

De rookkanalen mogen nergens in aanraking komen met brandbare materialen. Een


veiligheidsafstand van 15 cm moet worden aangehouden tenzij een effectieve,
brandveilige thermische isolatie is aangebracht.

Artikel 4.1.17. - Keukens

De keuken van een inrichting moet brandwerend gescheiden worden van de publiek
toegankelijke delen door wanden Rf 1h en door (bij brand) zelfsluitende in de vluchtzin
opendraaiende deuren met Rf ½ h. Deze brandwerende compartimentering is niet vereist
indien elke dampkap voorzien is van een vaste automatische blusinstallatie die bij
activering tevens de energietoevoer van de betrokken keukeninstallaties uitschakelt.

Bij gebruik van gasrecipiënten geldt §5 van artikel 4.1.16.

Artikel 4.1.18. - Principe van goed vakmanschap

De technische uitrusting van de inrichting moet ontworpen, geplaatst en onderhouden


worden volgens alle geldende regels van goed vakmanschap.

Artikel 4.1.19. - Elektrische laagspanningsinstallaties voor drijfkracht, verlichting en


signalisatie

De volledige elektrische installatie moet worden gekeurd door een vanwege de FOD
Economie, KMO, Middenstand en Energie erkend keuringsorganisme:

- bij haar in bedrijfstelling.


- bij belangrijke uitbreidingen of wijzigingen.
- om de vijf jaar, met uitzondering van de neonverlichting werkende op
hoogspanning die conform het AREI, jaarlijks moet gekeurd worden.

Artikel 4.1.20. -Installaties voor melding, alarm en detectie

§1. - Melding

Elke inrichting moet voorzien zijn van een telefoontoestel met duidelijke vermelding van
de oproepnummers van de hulpdiensten, evenals de naam, het adres en het

Algemeen politiereglement Lebbeke 45


telefoonnummer van de betreffende inrichting.

§2. - Algemeen

Volgende installaties worden bepaald op advies en in akkoord met de bevoegde


brandweerdienst.

a. Alarm
De brandweer kan in haar advies een auditief alarmsysteem opleggen dat een
alarmsignaal in werking stelt dat de aanwezigen er op een duidelijke wijze toe
aanzet de inrichting onmiddellijk te verlaten.
Het auditieve alarmsignaal moet niet alleen hoorbaar zijn in de inrichting zelf maar
ook in het deel van het gebouw waarin de inrichting is gelegen of, indien nodig,
zelfs in gans het gebouw.

De brandweer kan in haar advies opleggen dat de activering van het auditieve
alarmsysteem moet gepaard gaan met het automatisch stoppen van de
muziekinstallatie.

b. Automatische branddetectie
Indien een deel van het gebouw waarin de inrichting is gelegen lokalen bevat voor
nachtverblijf, dient in de publiek toegankelijk gedeelten een automatische
branddetectie conform de geldende normen voorzien te worden, gekoppeld aan
een auditief alarmsysteem.
Ook indien er geen nachtverblijf is kan de brandweer, indien nodig automatische
branddetectie opleggen.

Artikel 4.1.21. - Brandbestrijdingsmiddelen

De aard, het aantal en de plaats van de blusmiddelen worden bepaald in akkoord met
de bevoegde brandweer.

Er dient minstens voorzien te worden in één bluseenheid per 150m² vloeroppervlakte


met een minimum van twee blustoestellen per niveau.

Bijkomend kan de brandweer in haar advies brandhaspels opleggen conform NBN EN


671-1.

De exploitant en zijn medewerkers moeten beschikken over duidelijke, schriftelijke


instructies in verband met de taakverdeling bij brand en evacuatie en over het gebruik
van de aanwezige brandbestrijdingsmiddelen.

Het brandbestrijdingsmaterieel moet goed onderhouden worden, beschermd tegen


vorstgevaar, doelmatig gesignaleerd, gemakkelijk bereikbaar en oordeelkundig
verdeeld. Het moet steeds onmiddellijk in werking kunnen gebracht worden.

Artikel 4.1.22. - Rook-en warmteafvoerinstallaties

De brandweer kan in haar advies in grote onverdeelde ruimten met slechts één
bouwlaag, eisen opleggen met betrekking tot de rookafvoer.

Algemeen politiereglement Lebbeke 46


Artikel 4.1.23. - Roken

Om de brandrisico‟s verbonden aan het roken te weren dienen een voldoend aantal
veilige asbakken ter beschikking gesteld te worden, in de plaatsen waar roken is
toegelaten overeenkomstig de geldende reglementering op het roken.

Artikel 4.1.24. - Controle

De exploitant zal het publiek slechts toelaten na zich er telkens van vergewist te
hebben dat alle uitgangen en nooduitgangen goed zichtbaar en onmiddellijk bruikbaar
zijn.

De exploitant dient te allen tijde toegang te verlenen aan de burgemeester of zijn


afgevaardigde.
De exploitant moet volgende installaties periodiek laten nazien, hetzij door een bevoegd
persoon (BP), hetzij door een bevoegd installateur (BI), hetzij door de externe dienst
voor technische controles (EDTC):

Installatie Controleorgaan Periodiciteit

personenliften EDTC 3-maandelijks door niet-


gecertificeerde
onderhoudsdienst

goederenliften EDTC 6-maandelijks door


gecertificeerde
onderhoudsdienst

cv en schouwen BI/BP jaarlijks

alarm* BI/BP jaarlijks

branddetectie* BI/BP jaarlijks

brandbestrijdingsmiddelen* BI/BP jaarlijks

individuele BI/BP jaarlijks


gasbestrijdingsmiddelen*

dichtheidsproef EDTC 5-jaarlijks


gasinstallatie*

gashouders (tanks >300l)* EDTC 5-jaarlijks

laagspanning + werking EDTC 5-jaarlijks


veiligheidsverlichting*

neonverlichting, werkend EDTC 5-jaarlijks


op hoogspanning

Installaties aangeduid met een “*” worden bovendien bij elke wijziging van exploitatie of
exploitant, bij transformatie- of renovatiewerken, vernieuwing van de binneninrichting,
bij wijziging van de netto-oppervlakte, bij bestemmingswijziging en bij elke wijziging die
de brandveiligheid kan beïnvloeden, aan een controle onderworpen.

Algemeen politiereglement Lebbeke 47


Artikel 4.1.25. - Veiligheidsregister

In elke inrichting dient een veiligheidsregister ter inzage te liggen voor de burgemeester
of zijn afgevaardigde. Dit register bevat informatie met betrekking tot de bij dit
reglement opgelegde veiligheidscontroles en verificaties, wettelijk opgelegde periodieke
controles, exploitatievergunning, stappenplan, aantal toegelaten personen,
verzekeringspolis objectieve aansprakelijkheid in geval van brand en ontploffing (indien
van toepassing) e.d. De exploitant dient de gegevens van het veiligheidsregister op te
volgen en indien nodig te actualiseren.

Artikel 4.1.26. - Strafbepalingen

Overtredingen van hoofdstuk 4.1. worden gesanctioneerd met een administratieve


geldboete van 120 EURO, onverminderd de bevoegdheid van de burgemeester hem
verleend door de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en
ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke
aansprakelijkheid in dergelijke gevallen.

Verder kan een administratieve schorsing of opheffing van de door de gemeente


afgeleverde vergunning of een tijdelijke of definitieve sluiting van de inrichting worden
opgelegd.

Artikel 4.1.27. - Overgangsbepalingen en afwijkingen

§1. Afwijkend van artikel 4.1.3 zullen inrichtingen, die bij de inwerkingtreding van dit
reglement beantwoorden aan de definitie van een publiek toegankelijke inrichting maar
nog niet beschikken over een brandveiligheidattest, pas moeten voldoen aan alle
bepalingen van dit reglement, uiterlijk 12 maanden na ontvangst van een brief van de
burgemeester waarin, op advies van de brandweer, de te nemen maatregelen zijn
opgenomen. De burgemeester kan, op advies van de brandweer, mits een stappenplan,
een andere uitvoeringstermijn aanvaarden. Indien noodzakelijk voor de veiligheid kan de
burgemeester voor sommige maatregelen een kortere termijn opleggen.

§2. Indien het onmogelijk is te voldoen aan één of meerdere vereisten van deze
reglementering, kan de burgemeester, op advies van de brandweer, afwijkingen toestaan
voor zover deze in overeenstemming zijn met de bepalingen van de wet van 4 augustus
1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk,
beantwoorden aan het algemene beveiligingsprincipe en een veiligheidsniveau bieden dat
ten minste gelijk is aan het niveau beoogd met deze reglementering.

4.2. MAKEN VAN VUUR

Art. 4.2.1.

Het is verboden een open vuur te maken in een gebouw tenzij in een schouw in goede
staat.

Het kuisen van schoorstenen, schouwen of andere constructies door middel van vuur is
verboden.

Art. 4.2.2.

Het is verboden in om het even welk gebouw of ruimte waar gemakkelijk brandbare,
ontvlambare of ontplofbare producten voorhanden liggen, enig vuur te maken of
toestellen te gebruiken die brand of ontploffing kunnen veroorzaken of bevorderen, tenzij

Algemeen politiereglement Lebbeke 48


deze toestellen goedgekeurd werden door de officier-dienstchef van de brandweer die,
als afgevaardigde van de burgemeester, een schriftelijke toelating kan geven met de
beschrijving van de toestellen.

Art. 4.2.3.

Inbreuken op hoofdstuk 4.2. worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete


van 120,00 EUR.

4.3. VERPLICHTINGEN OPGELEGD IN GEVAL VAN BRAND,


OVERSTROMING EN ANDERE GEVAREN

Art. 4.3.1.

Diegenen die brand, overstromings-, ontploffings-, instortings- of andere gevaren


opmerken moeten die onmiddellijk meedelen aan het noodnummer 112.

Art. 4.3.2.

Wie erom verzocht wordt door de optredende politie of brandweerlieden, moet alle
nodige en mogelijke hulp verschaffen voor het bestrijden van de brand, het brand-,
ontploffings-, overstromings-, instortings- en andere gevaren. Deze hulp kan bestaan uit
het ter beschikking stellen, mits vergoeding, van voertuigen en materialen en materieel.

Art. 4.3.3.

Personen die niet noodzakelijk zijn voor het bestrijden van brand of van andere gevaren
verwijderen zich op verzoek van de plaatselijke politie of brandweer.

Art. 4.3.4.

De brandmonden gelegen in een openbare plaats, moeten steeds vrij blijven voor gebruik
en gemakkelijk toegankelijk gehouden worden.

Art. 4.3.5.
Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 4.3. worden gesanctioneerd met een
administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Algemeen politiereglement Lebbeke 49


HOOFDSTUK 5 - OPENBAAR DOMEIN -TERRASSEN EN
WERKEN

5.1. PRIVAAT GEBRUIK OPENBARE WEG

Art. 5.1.1.

Het is verboden privatief gebruik te maken van de openbare weg, op de begane grond,
alsook erboven en eronder, en waardoor een inbreuk wordt gepleegd op de veiligheid en
het gemak van doorgang, tenzij met schriftelijke en voorafgaande toelating van de
bevoegde overheid.

Art. 5.1.2.

Bij het verlenen van de voorafgaande toelating door de bevoegde overheid voor het
privatief gebruik van de openbare weg kunnen voorwaarden worden opgelegd. De
titularis van de toelating draagt de verantwoordelijkheid voor de stipte naleving van de in
de toelating opgelegde voorwaarden.

Privatief gebruik van de openbare weg, zonder toelating of in strijd met de opgelegde
voorwaarden, inzonderheid het geldende belastingreglement, wordt geacht een niet-
vergunde, en dus wederrechtelijke inneming van de openbare weg te zijn.

Art. 5.1.3.

Voorwerpen en toestellen die wederrechtelijk op of over de openbare weg geplaatst zijn


moeten op politiebevel of op bevel van de bevoegde ambtenaar onmiddellijk verwijderd
worden. Indien aan het bevel geen gevolg wordt gegeven, zullen zij op kosten en risico
van hun eigenaars en/of gebruikers worden weggenomen.

Elke wederrechtelijke inneming die de veiligheid en het gemak van doorgang van de
weggebruikers in het gedrang brengt, wordt ambtshalve, op kosten en risico van de
eigenaars en/of de gebruikers verwijderd.

Art. 5.1.4.

De toelating kan steeds eenzijdig worden gewijzigd of herroepen door de bevoegde


overheid.

De wijziging of intrekking wordt aan de titularis van de toelating ter kennis gebracht per
aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs waarin een termijn wordt gesteld voor de
wijziging of verwijdering van de inrichting.

De titularis van de toelating dient binnen de gestelde termijn de inrichting te wijzigen en


in geval van intrekking van de toelating de plaats in de oorspronkelijke staat te
herstellen.

Hij doet zulks op eigen kosten en kan uit dien hoofde geen aanspraak maken op enige
vergoeding.

Art. 5.1.5.

De titularis van de toelating die nalaat of weigert gevolg te geven aan het bevel tot
wijziging of verwijdering van de inrichting wordt geacht wederrechtelijk gebruik te maken
van de openbare weg. Tegen hem zal toepassing gemaakt worden van het bepaalde in
artikel 5.1.2, 5.1.3. en 5.1.4.

Algemeen politiereglement Lebbeke 50


Art. 5.1.6.

Het is verplicht om materialen, constructies, of om het even welke andere voorwerpen,


die op de openbare weg worden geplaatst te verlichten alsmede de uitgravingen in de
openbare weg te verlichten tussen zonsondergang en zonsopgang.

Art. 5.1.7.

Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 5.1.worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van maximum 250,00 EUR.

Bij herhaling van de inbreuk kan de toelating worden ingetrokken of geschorst.

Het materieel kan administratief in beslag worden genomen na aanmaning van de


gemeentelijke ambtenaren belast met het vaststellen van de inbreuken op het
reglement of bij ontstentenis daarvan de politie

5.2. INNAME OPENBARE WEG BIJ HET UITVOEREN VAN WERKEN

Art. 5.2.1. - Principe


Het gebruik van de openbare weg voor het uitvoeren van werken op last van
particulieren is verboden. De bevoegde overheid kan een toelating toestaan voor het
gebruik van de openbare weg in het kader van volgende activiteiten:
1. werfinrichtingen die alleen op de openbare weg kunnen;
2. het plaatsen van containers. Containers geplaatst door het gemeentebestuur zijn
vrijgesteld van toelating.
3. het gebruik van parkeerplaatsen door werfvoertuigen ten behoeve van werken op
plaatsen waar een tijdsduurbeperking, een tonnenmaatbeperking en/of een
andere beperking van kracht is.

Art. 5.2.2. – Inbreuken

Inbreuken op de bepalingen van hoofdstuk 5.2.worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Bij herhaling van de inbreuk kan de toelating worden ingetrokken of geschorst.

Het materieel kan administratief in beslag worden genomen na aanmaning van de


gemeentelijke ambtenaren belast met het vaststellen van de inbreuken op het reglement
of bij ontstentenis daarvan de politie.

5.3. REGLEMENT OP WERKEN VAN NUTSVOORZIENINGEN

Art. 5.3.1. - Principe

Niemand mag werken van nutsvoorzieningen uitvoeren tenzij mits voorafgaandelijke


geschreven toelating van de burgemeester.

Art. 5.3.2 - Inbreuken

Inbreuken op de bepalingen van hoofdstuk 5.3. worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Bij herhaling van de inbreuk kan de toelating worden ingetrokken of geschorst.

Het materieel kan administratief in beslag worden genomen na aanmaning van de

Algemeen politiereglement Lebbeke 51


gemeentelijke ambtenaren belast met het vaststellen van de inbreuken op het reglement
of bij ontstentenis daarvan de politie.

5.4. TERRASSEN + UITSTALLINGEN

Art. 5.4.1. - Principe

Het plaatsen van tafels, banken, stoelen, koopwaren en andere voorwerpen op de


openbare weg is verboden, behoudens voorafgaande schriftelijke toelating van de
bevoegde overheid.

Art.5.4.2.

Terrassen en uitstallingen geplaatst zonder vergunning of in strijd met de bepalingen


van de vergunning worden beschouwd een niet vergunde, en dus wederrechtelijke
inneming van de openbare weg te zijn.

Elke wederrechtelijke inname moet op politiebevel onmiddellijk verwijderd worden.


Indien aan het bevel geen gevolg wordt gegeven, zullen zij ambtshalve, op kosten en
risico van hun eigenaars en/of gebruikers worden weggenomen.

De vergunning kan steeds eenzijdig worden gewijzigd of herroepen door de bevoegde


overheid. De wijziging of intrekking wordt aan de titularis van de vergunning ter kennis
gebracht per aangetekende brief, waarin een termijn wordt gesteld voor de wijziging of
verwijdering van de inrichting. De vergunninghouder dient binnen de gestelde termijn de
inrichting te wijzigen en in geval van intrekking van de vergunning de plaats in de
oorspronkelijke staat te herstellen. Hij doet zulks op eigen kosten en kan uit dien hoofde
geen aanspraak maken op enige vergoeding.

De titularis van de vergunning die nalaat of weigert gevolg te geven aan het bevel tot
wijziging of verwijdering van de inrichting wordt geacht wederrechtelijk gebruik te maken
van de openbare weg. Tegen hem zal toepassing gemaakt worden van het bepaalde in
alinea 2.

Art.5.4.3. - Sancties

Inbreuken op de bepalingen van hoofdstuk 5.4. kunnen gesanctioneerd worden met een
administratieve geldboete van 120,00 EUR.

Bij herhaling van de inbreuk kan de toelating worden ingetrokken of geschorst.

Het materieel kan administratief in beslag worden genomen na aanmaning van de


gemeentelijke ambtenaren belast met het vaststellen van de inbreuken op het
reglement of bij ontstentenis daarvan de politie

5.5. TEGELTUINTJES

Art. 5.5.1.

Het is verboden zonder schriftelijke en voorafgaande toelating van de bevoegde overheid


tegeltuintjes en gevelbeplantingen aan te leggen of bloembakken of andere hindernissen
te plaatsen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de openbare weg. Het voetpad of de
verhoogde berm moeten minstens 1,50m breed zijn voor een geveltuin van max. 30cm
breed. De tegeltuintjes dienen steeds aan te leunen tegen de gevel van de woning.

Algemeen politiereglement Lebbeke 52


De bevoegde overheid bepaalt de verdere modaliteiten en voorwaarden, eventueel op
advies van de bevoegde overheid, waaraan moet worden voldaan.

Art. 5.5.2.

Inbreuken op de bepalingen van hoofdstuk 5.5. wordt gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 60,00 EUR.

5.6. PLAATSEN VAN VERKEERS- EN STRAATNAAMBORDEN,


BRIEVENBUSSEN EN LEIDINGEN VAN OPENBAAR NUT –
NUMMERING DER GEBOUWEN

Art. 5.6.1.

De eigenaar en gebruiker van een gebouw moet op de gevel ervan de plaatsing door het
gemeentebestuur dulden van straatnaamborden, verkeersborden, houders van leidingen
en kabels van openbaar nut en veiligheid of andere toestellen van openbaar belang. Hij
zal toelaten alle vereiste werken eraan te laten uitvoeren.

Art. 5.6.2.
De eigenaar of gebruiker van een gebouw moet, indien de afbraak of verandering ervan
de verplaatsing nodig maakt van een toestel van openbaar nut, ten minste drie dagen op
voorhand het gemeentebestuur en de eigenaar of exploitant ervan verwittigen.

Art. 5.6.3.

Het is verboden de straatnaamborden, huisnummers of elke andere aanduiding van


openbaar belang te bedekken, weg te nemen, te veranderen of te beschadigen en de
uithangborden en plakbrieven af te rukken, ze te bevuilen of onleesbaar te maken.

Art. 5.6.4.

De gebruiker van een gebouw gelegen aan de openbare weg is verplicht hierop het
huisnummer te plaatsen dat door de gemeente ter beschikking wordt gesteld (blauw met
witte cijfers).

Het huisnummer dient duidelijk zichtbaar te zijn vanaf de openbare weg. Het
huisnummer dient geplaatst te worden op de brievenbus of zo dicht mogelijk erbij.

Art. 5.6.5.

Brievenbussen dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen:

De opening heeft een minimumbreedte van 23cm en een hoogte van 3 cm.
De opening van de brievenbus bevindt zich tussen 70 en 170cm hoogte.
De bus bevindt zich aan de rand van de openbare weg.
De toegang tot de brievenbus is vrij, makkelijk en zonder gevaar.
Voor de appartementen zijn de bussen in doorlopende volgorde genummerd.

Art. 5.6.6.

Inbreuken op de bepalingen van hoofdstuk 5.6. worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 60,00 EUR.

Algemeen politiereglement Lebbeke 53


5.7. PARKEN, PLANTSOENEN, SPEELPLEINEN EN GEMEENTEWATER

Art. 5.7.1.

In de openbare parken, plantsoenen en speelpleinen is het verboden:

a) koorden of enig ander voorwerp aan de bomen of toestellen vast te maken;

b) bloemen, zaden of vruchten te plukken, gewassen uit te trekken, jonge scheuten of


takken te breken, af te snijden of op eender welke wijze van de stam te verwijderen,
tussen het houtgewas te gaan, in de bomen te klimmen, dor hout op te rapen, vogels
te vangen en hun eieren of nesten te roven;

c) buiten in de daartoe bestemde afvalbakken, gelijk welke afvalstoffen of andere


voorwerpen ook te werpen of te deponeren;

d) bomen, planten, aanplantingen, wegen, speeltuigen en ook alle voorwerpen van


algemeen nut of ter verfraaiing aangebracht, te vernielen, te beschadigen of te
misbruiken;

e) afsluitingen te beklimmen, er door te kruipen of ze te beschadigen;

f) de bezoekers door wild of hinderlijk spel met schadeverwekkend karakter lastig te


vallen, wandelaars op dusdanige wijze te hinderen, samenscholingen te veroorzaken
die de doorgang kunnen belemmeren of zich onbetamelijk te gedragen;

g) kinderen van minder dan 6 jaar zonder toezicht te laten;

h) zich voort te bewegen met enig voertuig of deze te betreden met paarden, vee of enig
ander gevaarlijk of hinderlijk voorwerp, uitgezonderd ten behoeve van de openbare
diensten; de burgemeester kan echter hierop schriftelijk en voorafgaand afwijkingen
toestaan;

i) honden te laten loslopen of deze aan de leiband op de aanplantingen te laten lopen;

j) met enig voorwerp op schadeverwekkende wijze te werpen.

Art. 5.7.2.

Bezoekers van de speelpleinen zijn gehouden hun fietsen in de eventueel daartoe


voorziene rekken te stallen.

Art. 5.7.3.

Ieder persoon moet zich schikken naar de richtlijnen van de lokale politie.

Art. 5.7.4.

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de bevoegde overheid is het verboden :


op de gemeentewaters te varen, te zwemmen , te duiken, of eender welke andere
watersport te beoefenen, te schaatsen of het ijs te betreden.

Art. 5.7.5.

Speeltuigen, speelvijvertjes en zandbakken in de parken, plantsoenen, speelpleinen en


op openbare pleinen zijn uitsluitend ter beschikking van kinderen tot 14 jaar. Personen
ouder dan 14 jaar mogen de kinderen in het gebruik van de speeltoestellen, zandbakken
en speelvijvertjes niet hinderen.

Algemeen politiereglement Lebbeke 54


Art. 5.7.6.

De vrije toegang tot de gemeenteparken, openbare pleinen en speelpleinen kan geheel of


gedeeltelijk verboden worden door de burgemeester naar aanleiding van concerten,
openluchtvertoningen of ter gelegenheid van plechtigheden of feestelijkheden ingericht
door het gemeentebestuur of door andere verenigingen met toelating van het
gemeentebestuur.

Art. 5.7.7.

Inbreuken op de bepalingen van hoofdstuk 5.7. worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 60,00 EUR.

Algemeen politiereglement Lebbeke 55


HOOFDSTUK 6 - MILIEU & GEZONDHEID

6.1. ALGEMENE BEPALINGEN INZAKE HUISHOUDELIJKE


AFVALSTOFFEN

Art. 6.1.1.

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder huishoudelijke afvalstoffen verstaan:
afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en
afvalstoffen die daarmee gelijkgesteld worden, zoals gedefinieerd in artikel 2.1.1 van het
VLAREA.

De begrippen en definities vermeld in het decreet van 2 juli 1981 betreffende de


voorkoming en het beheer van afvalstoffen, evenals deze vermeld in het besluit van de
Vlaamse regering van 17 december 1997 betreffende het Vlaams reglement inzake
afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA) en in het besluit van de Vlaamse regering van
1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne zijn
steeds van toepassing.

Art. 6.1.2.

§ 1. Het is verboden onderstaande afvalstoffen aan te bieden bij om het even welke
selectieve inzameling huis-aan-huis of op afroep:
- vloeibare afvalstoffen;
- gashouders, springstoffen en/of andere ontplofbare voorwerpen;
- krengen van dieren en slachtafval;
- wegasfalt;
- slib en slijk;
- geneesmiddelen en injectiespuiten;
- graszoden en boomstronken
- radioactief afval;
- asbesthoudende afvalstoffen;

§ 2. Het is verboden volgende afvalstoffen aan te bieden op het containerpark:


- restafval;
- GFT-afval en graszoden;
- gashouders en/of andere ontplofbare voorwerpen;
- springstoffen en vuurwerk;
- krengen van dieren en slachtafval;
- wegasfalt;
- slib en slijk;
- radioactief afval;
- vloeibare afvalstoffen met uitzondering van afvalolie, frituurolie, Klein
Gevaarlijk Afval;
- keukenafval;
- medicijnen;
- niet-gebonden asbest;
- e.a.
Voor meer details wordt verwezen naar het hoofdstuk betreffende het containerpark.

§ 3. Het is verboden afvalstoffen, afkomstig uit andere gemeenten ter inzameling aan te
bieden.

Algemeen politiereglement Lebbeke 56


Art. 6.1.3.

Behoudens de inzamelaars die hiervoor door de burgemeester zijn aangewezen, is het


voor iedereen verboden, om het even welke aangeboden afvalstof mee te nemen.

Art. 6.1.4.

§ 1. De huishoudelijke afvalstoffen dienen aangeboden te worden zoals voorzien in deze


verordening. Afvalstoffen die worden aangeboden op een wijze die niet voldoet aan
de voorwaarden van deze verordening worden niet aanvaard. De aanbieder dient
dezelfde dag nog de niet-aanvaarde afvalstoffen terug te nemen.

§ 2. Het toezicht op de aanbieding van afvalstoffen wordt uitgevoerd door de door de


gemeente aangestelde inzamelaars en door de exploitant van het containerpark in
geval van inzameling via het containerpark. De door de inzamelaar aangestelde
ophalers en de door de exploitant van het containerpark aangestelde parkwachters
mogen de aanbieders wijzen op de foutieve aanbieding en de nodige richtlijnen
verstrekken.

§ 3. Teneinde de geldigheid van artikel 1.2.6 § 1 na te gaan kunnen de door de


inzamelaar aangestelde ophalers en de door de exploitant van het containerpark
aangestelde parkwachters aan de aanbieder van afval verzoeken een bewijs van
woonplaats in de gemeente voor te leggen.

Art. 6.1.5.

§ 1. De afvalstoffen mogen slechts vanaf 20.00 uur de dag vóór de inzameling


buitengeplaatst worden. De afvalstoffen mogen niet langer dan 24 uur blijven
staan.

§ 2. De huishoudelijke afvalstoffen dienen middels het/de voorgeschreven recipiënt of


wijze aangeboden te worden aan de rand van de openbare weg en vóór het
betrokken perceel waar de aanbieder gevestigd is, zonder evenwel het verkeer van
voertuigen, fietsers en voetgangers te hinderen. De aanbieder die afgelegen van de
openbare weg of langs wegen, plaatsen of stegen gevestigd is die niet door de wa-
gens van de ophaaldienst bereikbaar zijn, dienen het voorgeschreven recipiënt te
plaatsen aan de rand van de dichtst bij zijn perceel grenzende openbare weg die wel
toegankelijk is.

§ 3. De inwoners die het recipiënt of de afvalstoffen buitenzetten zijn verantwoordelijk


voor het eventueel uitspreiden van de inhoud ervan en staan zelf in voor het
opruimen.

§ 4. Het is verboden de langs de openbare weg staande recipiënten te openen, geheel


of gedeeltelijk te ledigen en/of te doorzoeken, met uitzondering van het bevoegde
personeel in de uitoefening van zijn functie.

Art. 6.1.6.

Onverminderd de toepassing van andere wettelijke bepalingen is het verboden om


welke afvalstoffen dan ook te verbranden, zowel in open lucht als in gebouwen. De
enige uitzonderingen op deze regel vormen:

het verbranden, conform de wettelijke bepalingen van plantaardige afvalstoffen,


afkomstig van het onderhoud van de eigen tuin of van eigen
bedrijfslandbouwkundige werkzaamheden;

Algemeen politiereglement Lebbeke 57


het verbranden van onbehandeld stukhout in een houtkachel met een nominale
verbrandingscapaciteit van maximum 50 kg/uur voor de verwarming van een
woonverblijf of een werkplaats.

Art. 6.1.7.

§1. Onverminderd de toepassing van andere wettelijke bepalingen is het verboden


om het even welke afvalstof te sluikstorten. Onder sluikstorten wordt verstaan:
het achterlaten, opslaan of storten van afvalstoffen op niet-reglementaire
plaatsen, op niet-reglementaire tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten
alsook het achterlaten van de bij een huis-aan-huisinzameling verkeerd
aangeboden afvalstoffen.

§ 2. Wanneer afvalstoffen worden achtergelaten op een wijze of op een plaats in


strijd met deze verordening of met andere wettelijke bepalingen kan de
burgemeester jegens de overtreder de onmiddellijke verwijdering van de in § 1
bedoelde afvalstoffen bevelen. Dit bevel wordt per aangetekend schrijven aan de
overtreder gestuurd. De overtreder beschikt over een termijn van maximum één
week, te rekenen vanaf de ontvangst van het bevel van de burgemeester. Indien
de overtreder weigert de afvalstoffen binnen de door de burgemeester
vastgestelde termijn te verwijderen, is de gemeente gemachtigd ambtshalve en
op kosten van de overtreder, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten
opruimen. Voor de bij huis-aan-huisinzameling verkeerd aangeboden
afvalstoffen die worden achtergelaten dienen de afvalstoffen de dag zelf
verwijderd te worden.

§ 3. Indien geen overtreder kan aangeduid worden, kan de burgemeester jegens de


eigenaar van het perceel waarop afvalstoffen werden achtergelaten in strijd met
deze verordening of met andere wettelijke bepalingen, de onmiddellijke
verwijdering van de in § 1 bedoelde afvalstoffen bevelen. Dit bevel wordt per
aangetekend schrijven aan de eigenaar gestuurd. De eigenaar beschikt over een
termijn van maximum één week, te rekenen vanaf de ontvangst van het bevel
van de burgemeester. Indien de eigenaar weigert de afvalstoffen binnen de door
de burgemeester vastgestelde termijn te verwijderen, is de gemeente
gemachtigd ambtshalve en op kosten van de eigenaar, de betrokken afvalstoffen
op te ruimen of te laten opruimen.

§ 4. Indien alsnog een overtreder wordt vastgesteld, kan de in § 3 bedoelde eigenaar


de kosten van de verwijdering van de in § 1 bedoelde afvalstoffen verhalen op
de overtreder.

§ 5. Ongeacht § 2 en § 3 is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van


de overtreder, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen,
wanneer de afvalstoffen worden achtergelaten op een wijze of een plaats in
strijd met deze politieverordening of met andere wettelijke bepalingen.

§ 6. Naar aanleiding van een ambtshalve verwijdering, overeenkomstig artikel § 2, §


3.en § 5, kan de burgemeester gemeentelijke ambtenaren de opdracht geven
het afval grondig te onderzoeken teneinde de identiteit van de overtreder te
achterhalen.

§ 7. Het is verboden slijk, zand of afval dat zich voor of nabij de woning bevindt op
de straten, in de greppels of in de rioolputten te vegen. Het is tevens verboden
via de rioolputten of op enige andere wijze om het even welke afvalstoffen in de
riolering te deponeren.

Algemeen politiereglement Lebbeke 58


§ 8. Onverminderd de toepassing van andere wetgeving is het met het oog op
thuiscomposteren toegestaan op eigen privéterrein een stapelplaats aan te
leggen voor het composteren van eigen groente-, fruit- en tuinafval, mits deze
stapelplaats geen hinder teweegbrengt voor de buurtbewoners.

6.2. INZAMELING VAN RESTAFVAL

Art. 6.2.1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder restafval en andere fracties
verstaan: alle vaste afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere
huishouding, die in een restafval/huisvuilzak kunnen geborgen worden, met uitzondering
van die afvalstoffen waarvoor er een andere selectieve inzamelmethode bestaat:
kringloopgoederen, papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit-
en tuinafval of groenafval, snoeihout, afgedankte elektrische en elektronische apparaten,
gemengde metalen, puin, plastic flesverpakkingen, metalen verpakkingen en
drankkartons en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.

Art. 6.2.2.

§ 1. Het restafval en andere fracties wordt minstens om de twee weken huis-aan-huis


opgehaald langs de voor de ophaalwagens toegankelijke straten, wegen en pleinen,
op de door het gemeentebestuur aangestelde inzamelaar, in samenspraak met het
college van burgemeester en schepenen, bepaalde dagen.

§ 2. Het restafval en andere fracties mogen niet worden meegegeven met het grofvuil of
een inzameling andere dan deze van het restafval en andere fracties.

§ 3. Het is verboden voor de verwijdering van het restafval en andere fracties gebruik
te maken van het containerpark.

Art. 6.2.3.

§ 1. Het restafval en andere fracties dienen gescheiden aangeboden te worden in een


restafval/huisvuilzak van 30 of 60 liter zoals deze door de gemeente tegen betaling
wordt ter beschikking gesteld. De restafval/huisvuilzak dient zorgvuldig gesloten te
worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen. De door de gemeente ter
beschikking gestelde restafval/huisvuilzak dient voorzien te zijn van de letters
DIFTAR. Indien dit niet het geval is dient de aanbieder zelf de door de gemeente ter
beschikking gestelde restafval/huisvuilzak te voorzien van een door de gemeente ter
beschikking gestelde sticker met de vermelding DIFTAR.

Indien de restafvalzak niet werd meegenomen, moet die nog dezelfde dag opnieuw
binnen geplaatst worden.

§ 2. Het gewicht van de aangeboden zak mag niet zwaarder zijn dan 35kg.

§ 3. Het restafval en andere fracties dient aangeboden te worden in een toestand die
geen risico inhoudt voor de veiligheid en/of gezondheid van de ophaler. Scherpe
voorwerpen dienen zodanig verpakt te worden dat ze geen gevaar kunnen
opleveren voor de ophalers van het restafval en andere fracties.

Algemeen politiereglement Lebbeke 59


6.3. INZAMELING VAN GROFVUIL

Art. 6.3.1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder grofvuil verstaan: alle afvalstoffen,
ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, die omwille van de
omvang, de aard en/of het gewicht niet in de restafval/huisvuilzak kunnen geborgen
worden, met uitzondering van de afvalstoffen waarvoor er een andere selectieve
inzamelmethode (al dan niet op het containerpark) bestaat: kringloopgoederen, papier
en karton, hol glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval of groenafval,
snoeihout, afvalbanden, afgedankte elektrische en elektronische apparaten, Plastic
flesverpakking, Metalen verpakkingen, Drankverpakkingen, gemengde metalen, hout,
snoeihout, boomwortels, puin, en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.

Art. 6.3.2.

§ 1. Het grofvuil wordt op afroep aan huis opgehaald. Hiertoe zal de particulier een
afspraak maken over de modaliteiten van inzameling met het kringloopcentrum
waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten en om na te gaan of bij
de aangeboden voorwerpen, voorwerpen zijn die herbruikbaar, recupereerbaar of
recycleerbaar zijn alsook of er voorwerpen bij zijn die behoren tot andere te
verwijderen fracties.

Indien door het kringloopcentrum telefonisch of ten huize van de aanbieder wordt
vastgesteld dat de aangeboden fractie enkel bestaat uit grofvuil wordt met het
secretariaat van het kringloopcentrum van VERKO een afspraak gemaakt over de
modaliteiten van inzameling van de voorwerpen.

Het grofvuil wordt ook ingezameld op het containerpark. Het herbruikbaar grofvuil
kan worden aangeboden in het kringloopcentrum waarmee het gemeentebestuur
een overeenkomst heeft afgesloten.

§ 2. Het grofvuil mag niet worden meegegeven met het restafval of andere fracties of
een inzameling, andere dan deze van het grofvuil.

Art. 6.3.3.

§ 1. Het grofvuil dient aangeboden te worden aan de rand van de openbare weg
afzonderlijk van eventuele andere selectief ingezamelde fracties, duidelijk voorzien
van de sticker waaruit blijkt dat de retributie werd betaald. Facultatief kan op de
retributiesticker de naam, het adres en de datum van ophaling vermeld worden.

§ 2. Het gewicht van één afzonderlijk voorwerp of samengebonden bundel mag niet
zwaarder zijn dan 70kg. Het grofvuil mag niet langer zijn dan twee meter en niet
groter zijn dan 1m³.

§ 3. Per ophaalbeurt mogen maximaal vijf voorwerpen grofvuil aangeboden worden.

§ 4. Alle voorwerpen dienen zodanig aangeboden te worden dat ze geen gevaar kunnen
opleveren voor de ophalers van de afvalstoffen, voetgangers of andere gebruikers
van de openbare weg. Vlak glas dient volledig en veilig verpakt te zijn. Elk
aangeboden voorwerp moet opgeheven kunnen worden door maximaal twee
ophalers.

§ 5. De voorwerpen mogen niet groter zijn dan de laadtrog van de inzamelwagen.

Algemeen politiereglement Lebbeke 60


6.4. INZAMELING VAN GLAS

Art. 6.4.1.

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder glas verstaan: hol glas
ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, met
uitzondering van vuurvaste voorwerpen, gewapend glas, serreglas, kristal, opaalglas,
rookglas, spiegelglas, autoruiten, plexiglas, gloeilampen, spaarlampen, TL-lampen,
porselein, aardewerk, beeldbuizen, e.d.

§ 2. Hol glas betreft alle glazen flessen en bokalen.

Art. 6.4.2.

§ 1. Hol glas wordt ingezameld op het containerpark. Hol glas wordt ook ingezameld in
de glascontainers die verspreid staan opgesteld op het grondgebied van de gemeente.

§ 2. Hol glas mag niet worden meegegeven met het restafval of de andere fracties, het
grofvuil of een andere selectieve inzameling.

Art. 6.4.3.

Hol glas dat naar de glascontainer gebracht wordt, dient, afhankelijk van de kleur, in de
daartoe voorziene glascontainers te worden gedeponeerd. Hol glas wordt bij de
aanbieding ontdaan van deksels, stoppen en omwikkelingen. Het dient leeg en voldoende
gereinigd te zijn.

Art. 6.4.4.

§ 1. Het deponeren in glascontainers van om het even welke andere afvalstof dan hol
glas is verboden. Het is verboden om naast de glascontainers glas of andere afvalstoffen
achter te laten.

§ 2. Het is verboden glas te deponeren in de glascontainers tussen 20.00 uur en 7.00


uur.

§ 3. Het is verboden de glascontainers te ledigen tussen 20.00 u. en 7.00 u.

6.5. SELECTIEVE INZAMELING VAN PAPIER EN KARTON

Art. 6.5.1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder papier en karton verstaan: alle
dag-, week- en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander
drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier,
computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, ontstaan door de
normale werking van een particuliere huishouding, met uitzondering van geolied papier
of karton, papier met waslaag, carbonpapier, gelaagd papier, vervuild papier, vervuilde
papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere
materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-,
meststof- en sproeistofzakken, e.d.

Art. 6.5.2.

§ 1. Papier en karton wordt minstens maandelijks huis-aan-huis opgehaald langs de


straten, wegen en pleinen waar de ophaling is voorzien op de door de gemeente

Algemeen politiereglement Lebbeke 61


aangestelde inzamelaar, in samenspraak met het college van burgemeester en
schepenen, bepaalde dagen. Papier en karton wordt ook ingezameld op het
containerpark.

§ 2. Papier en karton mag niet worden meegegeven met het restafval of de andere
fracties, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van papier en
karton.

Art. 6.5.3.

§ 1. Het papier en karton mag niet los aangeboden worden bij de huis-aan-
huisinzameling. Het papier en karton moet verpakt zijn in een andere kartonnen
doos of samengebonden met niet-metalen binddraad. Kartonnen dozen dienen in
elkaar gevouwen of gescheurd te zijn. Het is niet toegelaten oud papier en karton te
verpakken in plastic.

§ 2. Het gewicht mag niet hoger zijn dan 35kg.

§ 3. Het deponeren van om het even welke andere afvalstof dan papier en karton in de
papiercontainer is verboden.

§ 4. Het papier en karton dat aangeboden wordt op het containerpark mag los
aangeboden worden. Kartonnen dozen dienen in elkaar gevouwen of gescheurd te
zijn.

6.6. SELECTIEVE INZAMELING VAN KLEIN GEVAARLIJK AFVAL

Art. 6.6.1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder Klein Gevaarlijk Afval, hierna KGA
genoemd, verstaan, de afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.5.2.2 van het VLAREA.

Art. 6.6.2.

§ 1. Het KGA wordt ingezameld op het containerpark.

§ 2. KGA mag niet worden meegegeven met het restafval of andere fracties, het grofvuil
of een andere selectieve inzameling.

Art. 6.6.3.

Het KGA dient, tenzij het fysisch onmogelijk of niet aangewezen is, afzonderlijk van
andere afvalstoffen aangeboden te worden in de milieubox die door de gemeente ter
beschikking wordt gesteld.

Art. 6.6.4.

Het aangeboden KGA wordt zoveel mogelijk in de oorspronkelijke verpakking, inclusief


buitenverpakking, aangeboden om de identificatie te vereenvoudigen. Indien nodig
brengt de voortbrenger zelf de aanduiding(en) over de aard, de samenstelling en de
eventuele gevaren van het KGA op de verpakking aan. Producten van verschillende aard
mogen niet worden samengevoegd. De aanbieder dient alle nodige voorzorgsmaatregelen
te treffen om het lekken en andere ongewenste effecten van het KGA te voorkomen.

Art. 6.6.5.

§ 1. Het KGA dat wordt aangeboden op het containerpark wordt door het bevoegde

Algemeen politiereglement Lebbeke 62


personeel in de inrichting aansluitend bij het containerpark gedeponeerd. De aanbieder
van het KGA mag dit niet zelf doen.

§ 2. De afgifte van KGA aan de erkende ophaler gebeurt in aanwezigheid en onder


toezicht van het bevoegde personeel.

Art.6.6.6.

§ 1. De milieubox, geleverd door het Vlaamse Gewest, is eigendom van het Vlaamse
Gewest en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld. De
inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud
van de milieubox. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de milieubox
uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van KGA.

§ 2. In geval van schade, diefstal of verlies dient de inwoner de gemeente hiervan


onverwijld in kennis te stellen met het oog op de herstelling of de vervanging door
een nieuwe milieubox. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald
worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik.

Art. 6.6.7.

De milieubox dient verbonden te blijven aan het adres waar hij is afgeleverd. In geval
van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de milieubox mee te nemen naar
zijn nieuw adres.

Art. 6.6.8.

Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen
beschikking hebben over een milieubox kunnen bij de gemeente een milieubox bekomen.

6.7. SELECTIEVE INZAMELING VAN GROENTE-, FRUIT-EN TUINAFVAL

Art. 6.7.1.

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder groente-, fruit- en tuinafval
verstaan: aardappelschillen, schillen van citrus- of andere vruchten, groente- en
fruitresten, eierschalen, doppen van noten, theebladeren en theezakjes, koffiedik en
papieren koffiefilters, papier van een keukenrol, kleine hoeveelheden etensresten,
ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding. Het tuinafval
omvat versnipperd snoeihout, haagscheersel, gazonmaaisel, bladeren, onkruid,
resten van groente- en siertuin, verwelkte snijbloemen en kamerplanten, zaagmeel,
schaafkrullen en mest van kleine huisdieren, ontstaan door de normale werking van
een particuliere huishouding. Het Groente-, Fruit- en Tuinafval wordt hierna GFT-
afval genoemd.

§ 2. Andere afvalstoffen zoals bijvoorbeeld timmerhout, grof ongesnipperd snoeihout,


beenderen en dierlijk afval, wegwerpluiers, aarde, zand, saus, olie, vet, stof uit
stofzuiger, as van open haard, houtskool, kunststof, ijzer, metaal, blik,
kattenbakvulling, e.d. worden niet als GFT-afval beschouwd.

Art. 6.7.2.

§ 1. Het GFT-afval wordt minstens om de twee weken opgehaald langs de straten,


wegen en pleinen waar de ophaling is voorzien op de door de gemeente
aangestelde inzamelaar, in samenspraak met het college van burgemeester en
schepenen, bepaalde dagen.

Algemeen politiereglement Lebbeke 63


§ 2. GFT-afval mag niet meegegeven worden met het restafval en andere fracties, het
grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van GFT-afval.

§ 3. Verontreinigd GFT-afval wordt niet aanvaard bij de selectieve inzameling.

Art. 6.7.3.

§ 1. Het GFT-afval dient gescheiden aangeboden te worden in de door VERKO ter


beschikking gestelde containers. De GFT-containers worden aangeboden aan de rand
van de openbare weg met het handvat gericht naar de openbare weg. Aan het
handvat dient de door de gemeente ter beschikking gestelde sticker bevestigd te
worden, waardoor blijkt dat de retributie betaald werd. De GFT-containers worden
aangeboden op een wijze dat ze geen gevaar of hinder vormen voor de ophalers,
voetgangers of andere gebruikers van de openbare weg.

§ 2. Het gewicht van de container mag niet groter zijn dan 70kg.

Art. 6.7.4.

De GFT-container wordt huis-aan-huis afgeleverd tegen ontvangstbewijs. Deze GFT-


container blijft eigendom van VERKO en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter
beschikking gesteld voor de duur van de ophaling van het GFT-afval.

Art. 6.7.5.

§ 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en


onderhoud van de GFT-container. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de
GFT-container uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van GFT-afval.

§ 2. In geval van schade, diefstal of verlies dient de inwoner de gemeente hiervan


onverwijld in kennis te stellen met het oog op de herstelling of de vervanging door
een nieuwe GFT-container. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald
worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik.

Art. 6.7.6.

De GFT-container dient verbonden te blijven aan het adres waar hij is geleverd. In geval
van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de GFT-container mee te nemen
naar zijn nieuw adres.

Art. 6.7.8.

Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen
beschikking hebben over een GFT-container dienen dit te melden aan de gemeente of
VERKO en kunnen bij VERKO een nieuwe GFT-container bekomen.

6.8. SELECTIEVE INZAMELING VAN SNOEIHOUT

Art. 6.8.1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder snoeihout enkel takken met een
diameter van minder dan 10cm verstaan.

Art. 6.8.2.

§ 1. Het snoeihout wordt minstens tweemaal per jaar huis-aan-huis, opgehaald langs de

Algemeen politiereglement Lebbeke 64


straten, wegen en pleinen waar de ophaling is voorzien op de door de gemeente
aangestelde inzamelaar in samenspraak met het college van burgemeester en
schepenen bepaalde dagen.

§ 2. Het snoeihout wordt ook ingezameld op het containerpark.

§ 3. Snoeihout mag niet worden meegegeven met het restafval en andere fracties, het
grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van snoeihout.

§ 4. Verontreinigd snoeihout wordt niet aanvaard bij de selectieve inzameling.

Art. 6.8.3.

§ 1. Het snoeihout dat huis-aan-huis opgehaald wordt, dient samengebonden te worden


aangeboden en de takken mogen niet langer zijn dan 2 meter en met een diameter
van minder dan 10 centimeter. Het dient te worden gelegd langs de rand van de
openbare weg op een wijze dat ze geen gevaar of hinder vormen voor de ophalers,
de voetgangers of andere gebruikers van de openbare weg.

§ 2. Per ophaalbeurt mogen voor 3m³ maximaal bundels snoeihout aangeboden worden.

6.9. SELECTIEVE INZAMELING VAN PLASTICFLESVERPAKKING,


METALEN VERPAKKINGEN EN DRANKKARTONS

Art. 6.9.1.

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder plasticflesverpakkingen,


metalen verpakkingen en drankkartons, ook PMD-afval genoemd, verstaan:
plasticflessen en flacons, metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en
drankkartons, met uitzondering van papieren en kartonnen verpakkingen en
glasverpakkingen, ontstaan door de normale werking van een particuliere
huishouding.

§ 2. De aangeboden plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons


mogen geen KGA, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

Art. 6.9.2.

§ 1. De plasticflesverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons worden


minstens om de twee weken huis-aan-huis opgehaald langs de straten, wegen en
pleinen waar de ophaling is voorzien op de door de gemeente aangestelde
inzamelaar, in samenspraak met het college van burgemeester en schepenen,
bepaalde dagen. De plasticflesverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons
worden ook ingezameld op het containerpark.

§ 2. Plasticflesverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons mogen niet worden


meegegeven met het restafval en andere fracties, het grofvuil of een andere
selectieve inzameling, andere dan deze van de plasticflesverpakkingen, metalen
verpakkingen en drankkartons.

§ 3. Verontreinigde plasticflesverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons


worden niet aanvaard.

Algemeen politiereglement Lebbeke 65


Art. 6.9.3.

§ 1. De plasticflesverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons dienen


aangeboden te worden in de door de gemeente ter beschikking gestelde PMD-zakken
aan de rand van de openbare weg op een wijze dat ze geen gevaar of hinder vormen
voor de ophalers, de voetgangers of andere gebruikers van de openbare weg.

§ 2. De verschillende fracties van de plasticflesverpakkingen, metalen verpakkingen en


drankkartons mogen gemengd in het voorgeschreven recipiënt worden aangeboden.

6.10. SELECTIEVE INZAMELING VAN GEMENGDE METALEN

Art. 6.10.1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder gemengde metalen verstaan: alle
door de normale werking van een particuliere huishouding ontstane soorten van
gemengde metalen voorwerpen waarvan de grootte sterk kan verschillen, met
uitzondering van K.G.A., plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons en
elektrische en elektronische apparaten.

Art. 6.10.2.

§ 1. De gemengde metalen worden minstens tweemaal per jaar opgehaald langs de


straten, wegen en pleinen waar de ophaling is voorzien op de door de gemeente
aangestelde inzamelaar, in samenspraak met het college van burgemeester en
schepenen, bepaalde dagen. De gemengde metalen worden ook ingezameld op het
containerpark.

§ 2. Gemengde metalen mogen niet worden meegegeven met het restafval en andere
fracties, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van de metalen
gemengd.

Art. 6.10.3.

§ 1. De gemengde metalen moeten aangeboden worden gescheiden van andere fracties


aan de rand van de openbare weg op een wijze dat ze geen gevaar of hinder
vormen voor de ophalers, de voetgangers of andere gebruikers van de openbare
weg.

§ 2. Het gewicht van een afzonderlijk voorwerp mag niet zwaarder zijn dan 60kg. De
voorwerpen mogen niet langer zijn dan 2 meter, en niet groter zijn dan 1m³.

6.11. SELECTIEVE INZAMELING VAN ELEKTRISCHE EN


ELEKTRONISCHE APPARATEN

Art. 6.11.1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder elektrische en elektronische


apparaten verstaan: alle elektrische toestellen waarvan de houder zich ontdoet,
voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen ontstaan door de normale werking
van een particuliere huishouding: koel- en vriestoestellen, beeldbuishoudend bruingoed,
niet-beeldbuishoudend bruingoed, kleine huishoudelijke apparatuur, elektrisch
tuingereedschap, informatietechnologie- en telecommunicatieapparatuur.

Art. 6.11.2.

Algemeen politiereglement Lebbeke 66


§ 1. De elektrische en elektronische apparaten worden op afroep aan huis opgehaald.
Hiertoe zal de particulier een afspraak maken over de modaliteiten van inzameling
met het kringloopcentrum waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten
en om na te gaan of bij de aangeboden apparaten, voorwerpen zijn die herbruikbaar
zijn alsook of er voorwerpen bij zijn die behoren tot andere te verwijderen fracties.
Indien door het kringloopcentrum telefonisch of ten huize van de aanbieder wordt
vastgesteld dat de aangeboden apparaten niet herbruikbaar zijn wordt met het
secretariaat van het kringloopcentrum van VERKO een afspraak gemaakt over de
modaliteiten van inzameling van de voorwerpen. De elektrische en elektronische
apparaten worden ook ingezameld op het containerpark. De herbruikbare elektrische
en elektronische apparaten kunnen worden aangeboden in het kringloopcentrum
waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten.

§ 2. Elektrische en elektronische apparaten mogen niet worden meegegeven met het


restafval en andere fracties of een andere selectieve inzameling.

§ 3. Het kringloopcentrum van VERKO kan een kostendekkende transportvergoeding


innen voor de inzameling aan huis op afroep van niet-herbruikbare elektrische en
elektronische apparaten.

Art. 6.11.3.

§ 1. De niet-herbruikbare elektrische en elektronische apparaten dienen aangeboden te


worden aan de rand van de openbare weg afzonderlijk van eventuele andere selectief
ingezamelde fracties, duidelijk voorzien van de sticker waaruit blijkt dat de
kostendekkende transportvergoeding aan VERKO werd betaald.

§ 2. Het gewicht van één afzonderlijk voorwerp mag niet zwaarder zijn dan 70kg. Elk
afzonderlijk apparaat mag niet groter zijn dan 2 meter, en niet groter zijn dan 1m³.

§ 3. Per ophaalbeurt mogen maximaal drie voorwerpen aangeboden worden.

§ 4. Alle voorwerpen dienen zodanig aangeboden te worden dat ze geen gevaar kunnen
opleveren voor de ophalers van de afvalstoffen, voetgangers of andere gebruikers
van de openbare weg. Elk aangeboden voorwerp moeten opgeheven kunnen worden
door maximaal twee ophalers.

6.12. SELECTIEVE INZAMELING VAN HOUTAFVAL

Art. 6.12.1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder houtafval verstaan: alle door de
normale werking van een particuliere huishouding ontstane soorten van houtafval
ontdaan van niet-houten materialen: niet-herbruikbare houten meubelstukken, paletten,
bekistingen, deuren, geschilderd hout met uitzondering van ramen met glas, snoeihout
en boomstronken.

Art. 6.12.2

§ 1. Het houtafval wordt minstens tweemaal per jaar, opgehaald langs de straten,
wegen en pleinen waar de ophaling is voorzien op de door de gemeente
aangestelde inzamelaar, in samenspraak met het college van burgemeester en
schepenen, bepaalde dagen.

§ 2. Het houtafval wordt ook ingezameld op het containerpark.

Algemeen politiereglement Lebbeke 67


§ 3. Houtafval mag niet worden meegegeven met het restafval en andere fracties, het
grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van het houtafval.

Art. 6.12.3.

§ 1. Het houtafval moet aangeboden worden gescheiden van andere fracties aan de rand
van de openbare weg op een wijze dat ze geen gevaar of hinder vormen voor de
ophalers, de voetgangers of andere gebruikers van de openbare weg.

§ 2. Het gewicht van een afzonderlijk voorwerp mag niet zwaarder zijn dan 60kg. De
voorwerpen mogen niet langer zijn dan 2 meter en niet groter zijn dan 1m³.

§ 3. De voorwerpen mogen niet groter zijn dan de laadtrog van de inzamelwagen.

6.13. SELECTIEVE INZAMELING VAN TEXTIEL EN HERBRUIKBARE


GOEDEREN

Art. 6.13.1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder herbruikbare goederen verstaan:
alle door de normale werking van een particuliere huishouding ontstane afvalstoffen die
via het kringloopcentrum geschikt kunnen gemaakt worden voor hergebruik, zoals
meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken en fonoplaten, speelgoed, e.d.

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder huishoudelijk textielafval


verstaan: alle herbruikbare niet verontreinigde kledij (textiel en lederwaren), schoeisel,
handtassen, beddengoed woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden,
servetten…) e.d., die ontstaan door de normale werking van een particuliere
huishouding.

Art. 6.13.2.

§ 1. Het textiel wordt ingezameld op het containerpark of in de textielcontainers die


verspreid staan opgesteld in de gemeente. Het textiel kan eveneens huis-aan-huis
worden ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de ophaling is voorzien
op de door de gemeente aangestelde inzamelaar, in samenspraak met het college
van burgemeester en schepenen, bepaalde dagen. Alleen de organisaties die
toelating hebben van het college van burgemeester en schepenen of de door de
administrateurgeneraal van de OVAM erkende kringloopcentra waarmee de
gemeente een overeenkomst heeft gesloten, zijn gemachtigd textielcontainers te
plaatsen, respectievelijk huis-aan-huisinzameling te organiseren.

§ 2. Het textiel mag niet worden meegegeven met het restafval of andere fracties, het
grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van het textiel.

§ 3. Voor de inzameling van herbruikbare goederen wordt een beroep gedaan op het
door de administrateurgeneraal van de OVAM erkend kringloopcentrum, werkzaam
op het grondgebied van de gemeente. Deze inzameling gebeurt op afroep. Het
telefoonnummer van het kringloopcentrum is terug te vinden op de ophaalkalender
en via de gemeentelijke diensten.

§ 4. Herbruikbare goederen mogen niet worden meegegeven met het restafval of


andere fracties, het grofvuil of een andere selectieve inzameling.

§ 5. Het staat het kringloopcentrum vrij om aangeboden herbruikbare goederen te


weigeren indien deze niet dienstig zijn voor het kringloopcentrum. In dit geval

Algemeen politiereglement Lebbeke 68


mogen de door het kringloopcentrum geweigerde herbruikbare goederen al
naargelang de fractie meegegeven worden met de inzamelingen van restafval en
andere fracties, metalen gemengd, houtafval, grofvuil op afroep of elektrische en
elektronische apparaten op afroep.

Art. 6.13.3.

§ 1. De herbruikbare goederen dienen aangeboden te worden op de gelijkvloerse


verdieping en beschut tegen weersomstandigheden. Grote meubelstukken dienen
gedemonteerd aangeboden te worden.

§ 2. Textiel moet aangeboden worden gescheiden van andere fracties aan de rand van de
openbare weg op een wijze dat ze geen gevaar of hinder vormen voor de ophalers,
de voetgangers of andere gebruikers van de openbare weg.

§ 3. Het gewicht van een afzonderlijk voorwerp mag niet zwaarder zijn dan 80kg. De
voorwerpen mogen niet langer zijn dan 5 meter en niet groter zijn dan 2m³.

§ 4. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar


opleveren voor de ophalers van de afvalstoffen.

Art. 6.13.4.
Het is voor alle inzamelaars die geen overeenkomst met de gemeente hebben, verboden
om textiel in te zamelen op het grondgebied van Lebbeke.

6.14. HET CONTAINERPARK

Art. 6.14.1. - Definitie


Het containerpark is een inrichting, vergund door de overheid, die tot doel heeft de
gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen met het oog op de recyclage van
grondstoffen, mogelijk te maken en dit door middel van de brengmethode.

Art. 6.14.2. - Eigenaar - uitbater


Het containerpark is eigendom van de Intercommunale Verko, Bevrijdingslaan 201 te
9200 Dendermonde die terzelfder tijd de uitbater ervan is.
Het park heeft de nodige vergunningen voor het aanvaarden van afvalstoffen uitsluitend
afkomstig van particuliere huishoudens.

Art. 6.14.3. - Openingsuren – toegang – toezicht.


§1. Het containerpark is open op de door de uitbater bepaalde data en openingsuren.
De openingsuren zijn deze zoals aangekondigd bij de ingang van het
containerpark. Buiten deze openingsuren is het containerpark niet toegankelijk
voor personen vreemd aan de dienst. Bijzondere sluitingsdata zullen via de media
aan het publiek worden bekendgemaakt.

§2. Het containerpark is toegankelijk voor de inwoners van de gemeente op wiens


grondgebied het containerpark zich bevindt. De parkwachter kan de bezoeker
verzoeken een bewijs van woonplaats in de gemeente van het desbetreffende
containerpark, te leveren aan de hand van een identiteitskaart of enig ander
schriftelijk bewijs.

Algemeen politiereglement Lebbeke 69


§3. Het is niet toegestaan zich aan te melden in naam van andere personen.

§4. Elke inwoner mag zich meermaals per dag aanmelden op voorwaarde dat de
hoeveelheden afvalstoffen welke worden aangebracht de hoeveelheidbeperkingen
voorzien in dit reglement niet overschrijden (artikel 6.14.9.).

§5. Handelaars in elektrische en elektronische apparaten, gevestigd in de in aanhef


van dit reglement gezegde gemeenten, hebben toegang tot het containerpark van
Appels of van Wetteren voor het aanbieden van oude of defecte, niet herstelbare
elektrische en elektronische apparaten, voor zover deze handelaars zich vooraf bij
de Intercommunale Verko hebben geaccrediteerd.

Art. 6.14.4. - Welke afvalstoffen mogen worden aangeboden?

§1. De inwoners mogen de afvalstoffen verder vermeld in dit reglement aanbieden


conform de bepalingen van dit reglement en de maximaal toegelaten
hoeveelheden per dag, per gezin (artikel 6.14.9.).

§2. De afvalstoffen mogen uitsluitend van huishoudelijke oorsprong zijn. Het


aanbrengen van bedrijfsafval is uitgesloten tenzij verder in dit reglement
uitdrukkelijk toegelaten.

§3. Zelfstandigen, private rechtspersonen en publieke rechtspersonen kunnen


principieel geen toegang krijgen tenzij voor wat betreft het aanbrengen van oud
papier en karton, oude of defecte, niet herstelbare elektrische of elektronische
apparaten (verder genoemd A.E.E.A. enkel in cp Wetteren en/of cp Appels na
accreditatie ).
O.C.M.W.‟s en scholen hebben toegang tot het containerpark. Ingeval zij zich in
de noodzaak bevinden, éénmalig, grotere hoeveelheden als bepaald in dit
reglement, aan te voeren, dienen zij dit voorafgaandelijk kenbaar te maken en
zich in verbinding te stellen met de verantwoordelijke voor het beheer van de
containerparken teneinde deze laatste toe te laten zich tijdig te kunnen voorzien
in de noodzakelijk (extra) recipiënten of containers en teneinde de aanvoer- en
afvoermodaliteiten samen vast te leggen. De aan te voeren afvalstoffen moeten
vergelijkbaar zijn met huishoudelijke afvalstoffen. Afvalstoffen met een
ambachtelijk, semi-industrieel of industrieel karakter zullen niet aanvaard worden
(vb. afvalstoffen van materialen van een technische school). Er moet een duidelijk
verband zijn tussen het personele ge- of verbruik en de betrokken afvalstoffen.

§4. De parkwachter zal op onder meer “zicht” van de afvalstoffen en hun hoeveelheid
uitmaken of het al dan niet gaat om huishoudelijk dan wel bedrijfsafval.

Art. 6.14.5. - Tarieven


Voorafgaande opmerking: in de hieronder vermelde tarieven is de btw inbegrepen.

Algemeen politiereglement Lebbeke 70


§1. Algemeen tarief:

Personen die gebruik wensen te maken van de diensten van het containerpark zijn
een inkomgeld verschuldigd van € 1,00.
De betaling van het inkomgeld geschiedt via muntinworp in het apparaat aan de
toegangsslagboom.
Een kwitantie is verkrijgbaar op eenvoudige vraag bij de parkwachter.

Personen die enkel A.E.E.A., batterijtjes, herbruikbare kringloopgoederen,


luierafval, auto- of motorbanden aanbieden, vermalen snoeihout t.b.v. het
thuiscomposteren komen afhalen en het afleveren van gebonden asbesthoudende
materialen met 10- beurtenkaart, krijgen na aanmelding met het oog op de
controle van de fracties door de parkwachter, het inkomgeld terugbetaald.
Het aanmelden dient te gebeuren, onmiddellijk nadat men zich toegang tot het
containerpark heeft verschaft.

§2. Bijzondere tarieven:

De betaling geschiedt in handen van de parkwachter tegen kwitantie.

1) Prijs te betalen ingeval van de aanvoer van steenpuin, inert afval en


gebonden asbesthoudend houdend materiaal.

De onderstaande prijzen zullen worden aangerekend bovenop het


inkomgeld van € 1,00 waarvan sprake hierboven (**).

Volgende prijzen zijn van toepassing voor:

a. steenpuin of inert afval dat in een recipiënt wordt aangevoerd: er dient


niets te worden betaald voor de eerste vijf recipiënten; vanaf het zesde
recipiënt moet € 1,00 per recipiënt worden betaald.

Wat wordt verstaan onder “recipiënt”?


In principe wordt bedoeld een stevige zak met een inhoud van
maximaal 50 liter. Dit recipiënt kan vervaardigd zijn uit kunststof,
textiel, metaal, hout of karton (oude meststoffenzak, oude zand- of
cementzak, een grotere emmer, een grote kartonnen doos). Ingeval de
bezoeker het recipiënt niet terug meeneemt dient het recipiënt als afval
te worden beschouwd en moet de bezoeker dat recipiënt in de juiste
afvalcontainer deponeren .
b. steenpuin of inert materiaal dat los wordt aangevoerd: € 10,00.
c. steenpuin of inert materiaal dat deels los en deels in een recipiënt
wordt aangevoerd: € 10,00.
d. grotere stukken inert afval zoals lavabo‟s, w.c.-potten en –bakken,
bidets, keramische buizen: € 2,00 per stuk.
e. niet verbrijzelde gebonden asbest cementplaten/-buizen/stuks:
gratis aanvaarding van 10 asbest cementplaten,–buizen/stuks per gezin
per jaar met gebruik van 10-beurtenpasje dat dient aangevraagd te
worden bij VERKO. Het pasje is persoonlijk en er wordt per gezin
slechts 1 pasje per jaar uitgereikt. (** Géén inkomgeld).
Extra platen/buizen/stuks boven op de 10 gratis beurten kunnen
blijvend worden aangeleverd aan € 2,00 per stuk.
f. verbrijzelde asbest cement platen/buizen: € 10,00

Algemeen politiereglement Lebbeke 71


g. maximumaanrekening: per aanbieding kan nooit meer dan € 10,00
(bovenop het inkomgeld van € 1,00) aangerekend worden maar de
algemene hoeveelheidbeperkingen (1,00 m³ per dag per gezin) per
afvalsoort blijven uiteraard van toepassing.

2) Prijs te betalen voor de aankoop van inzamelzakken voor luierafval:


set of rol van 10 inzamelzakken van 30 liter: € 2,50

3) Prijs te betalen voor het aanbrengen van auto- en motorbanden:


€ 4,00/band

Art. 6.14.6 - Organisatie en zorgen voor de veiligheid.

§1. De afvalstoffen moeten zoveel als mogelijk op voorhand worden gesorteerd zodat
het verblijfduur van de bezoeker op het containerpark zoveel als mogelijk wordt
beperkt.

§2. Wanneer afvalstoffen op de verkeerde plaats worden achtergelaten of in de


verkeerde container werden gedeponeerd kan de parkwachter de bezoeker
verplichten de afvalstoffen terug op te nemen en op de juiste plaats te deponeren.
Verkeerd sorteren kan immers grote kosten met zich meebrengen bij de
eindverwerking van de afvalstoffen.

§3. Een bezoeker die zich van afvalstoffen of andere zaken die er niet thuis horen
ontdoet op het containerpark, zal door de parkwachter verplicht worden deze
materialen terug te verwijderen op straf van een verbalisering als sluikstort.
§4. Het is verboden afvalstoffen te deponeren voor de toegangspoorten of voor of
over de omheining. Deze gevallen zullen beschouwd worden als sluikstort.

§5. De bezoekers moeten de omgeving van de containers en de overige ruimten van


het terrein steeds zo rein als mogelijk houden. Zij kunnen door de parkwachter
aangemaand worden het door hen bevuilde terrein te reinigen.

§6. Het is niet toegelaten op het containerpark te roken of op enige andere wijze vuur
te maken.
Het is evenmin toegelaten beschadiging aan te brengen aan het materiaal, de
omheining, de containers, de gebouwen, de beplantingen of de uitrusting.

§7. De parkwachter heeft de machtiging de bezoekers buiten de omheining te laten


wachten teneinde de veiligheid en de goede interne verkeersafwikkeling op het
containerpark te waarborgen of teneinde de parkwachters in het algemeen toe te
laten hun controletaken naar behoren uit te voeren indien er zich teveel bezoekers
of voertuigen op het containerpark zouden bevinden.

§8. Toegelaten voertuigen: personenwagens met eventuele lichte aanhangwagen, een


lichte bestelwagen.

Algemeen politiereglement Lebbeke 72


§9. De toegangswegen of andere onderdelen van het containerpark mogen om
veiligheidsredenen niet nodeloos belemmerd worden. De verkeerssignalisatie zal
gerespecteerd worden. De snelheid op het containerpark is beperkt tot 10 km/uur.

§10. Het is verboden dieren te laten rondlopen – zelfs niet aan een leiband – op het
containerpark.

§11. Kinderen, jonger dan 12 jaar dienen te zijn vergezeld van een volwassen
begeleider.

§12. De uitbater is niet verantwoordelijk voor daden van derden die letsels aan de
persoon of beschadigingen aan of de diefstal van goederen van zelfde persoon –
bezoeker, tot gevolg hebben.

§13. De motor van de voertuigen aanwezig op het containerpark, dient stilgelegd te


worden tijdens het lossen van de afvalstoffen.

§14. De bezoekers zijn er te allen tijde toe gehouden de aanwijzingen van de


parkwachter op te volgen.

§15. Het speuren naar nog bruikbare materialen in de afvalcontainers is verboden.

§16. Ingeval van klachten dienen de bezoekers zich te richten tot de directie van de
Intercommunale Verko. Er zal een onderzoek van de klacht plaatsvinden en de
aanklager zal in kennis worden gesteld van het resultaat van het onderzoek.

§17. Inbraak, inklimming, schade veroorzaakt aan personen en goederen, diefstal of


andere inbreuken op dit reglement zullen burgerlijk en/of strafrechtelijk met
burgerlijke partijstelling worden vervolgd.

§18. Bezoekers die verbale of fysische agressie zouden plegen op de persoon van de
parkwachter zullen eveneens burgerlijk en strafrechtelijk worden vervolgd.

§19. Door het eenvoudige betreden van het containerpark aanvaardt men dit hoofdstuk
gelezen te hebben en het te erkennen.

Art. 6.14.7. - Niet – toegelaten afvalstoffen


Het is verboden volgende afvalstoffen of wat er zou kunnen voor doorgaan, aan te bieden
op het containerpark:

Graszoden, keukenafval, G.F.T-container, restafval (huisvuilzak), slib en slijk, wegasfalt,


gashouders (propaan, butaan …), springstoffen, vuurwerk, medicijnen, radioactief afval,
niet gebonden asbestfractie (asbestbevlokking, asbestkoord, leidingisolatie uit asbest,
hele ladingen met stukken gebroken asbest), krengen van dieren en slachtafval,

Algemeen politiereglement Lebbeke 73


afvalstoffen voortvloeiend uit bedrijfsactiviteiten (dit laatste met uitzondering van wat is
bepaald inzake oud papier en karton en A.E.E.A.).

Art. 6.14.8. - Herbruikbare goederen


Alle nog herbruikbare goederen kunnen worden gedeponeerd in de daartoe bestemde
container op het containerpark en dit na controle op de herbruikbaarheid door de
parkwachter. Bij aanvaarding zullen deze goederen doorverwezen worden naar het Verko
-kringloopcentrum. Absoluut niet-herbruikbare goederen zullen door de parkwachter
worden geweigerd en dienen gedeponeerd te worden in de overeenstemmende
afvalcontainer.

Art. 6.14.9. - Welke afvalstoffen kunnen worden aangeboden en zullen aanvaard


worden?
De hierna vermelde afvalstoffen mogen op het containerpark worden aangeboden
rekening houdende met ondermeer de hoeveelheden en de andere
acceptatievoorwaarden hierbij vermeld. De afvalstoffen dienen zo veel als mogelijk op
voorhand uitgesorteerd, te worden en mogen, na controle door de parkwachter,
gedeponeerd worden in de daartoe bestemde container, recipiënt of opslagruimte. Deze
zijn door bordjes of panelen met vermelding van de aard van de afvalstof op het
containerpark aangewezen. In geval van twijfel welke container of recipiënt moet worden
gebruikt: vraag inlichtingen en raad bij de parkwachter.

Alle aangeleverde afvalstoffen, inclusief herbruikbare goederen welke bestemd zijn voor
het kringloopcentrum, worden eigendom van de uitbater, van zodra ze door de bezoeker
overeenkomstig dit reglement worden achtergelaten op het containerpark. Deze
afvalstoffen mogen in geen geval door bezoekers terug meegenomen worden (met
uitzondering waar het gaat om gebroken snoeihout t.b.v. het thuiscomposteren mits
akkoord van de parkwachter). Het overdragen van afvalstoffen en kringloopgoederen
tussen de bezoekers onderling, op het containerpark of op de terreinen van Verko of van
DDS, is verboden.

§1. Oud papier en karton:

Oud papier en karton moeten in zuivere toestand worden aangebracht; lege dozen
moeten worden verscheurd of in elkaar gevouwen.
Zijn geen oud papier en karton: carbonpapier, vinylpapier, vetpapier, behangpapier,
aluminiumpapier, geplastificeerd – of zelfklevend papier, drankkartons, plastic –
touwtjes of metalen bindmaterialen mogen eveneens niet worden achtergelaten in de
container voor oud papier en karton.

Zelfstandigen die grote hoeveelheden (willen) aanvoeren zullen worden gevraagd om


dit naar de overslag Verko te Dendermonde te brengen tijdens de kantooruren,
teneinde de papiercontainers op de parken te ontlasten.

Hoeveelheidbeperking: geen.

§2. Steenpuin en grond:

Algemeen politiereglement Lebbeke 74


Hieronder wordt verstaan: bakstenen, stenen tegels, kruiken uit aardewerk,
zuivere grond, dakpannen, cement– en betonbrokken. Natuursteen in het
algemeen.

Plastics, houtafval, zeer grote betonblokken en de zakken of verpakkingen waarin


het steenpuin en de grond zich bevonden mogen niet worden gedeponeerd in de
container van steenpuin en grond.

Hoeveelheidbeperking: de bezoeker mag maximum 1m³ per dag per gezin van dit
materiaal aanbrengen.

§3. Inert materiaal:

Hieronder wordt verstaan keramisch puin, lavabo‟s, wc-potten, bidets, keramische


tegels, keramische buizen, schaliën en leien al dan niet in natuursteen.
Pleisterwerk en cellenbetonbrokken. Géén asbesthoudende fracties (zie
gebonden asbest puntje 9.24).
Gyproc-platen zijn grofvuil.

Golfplaten uit kunststof, spoeltafels uit roestvrij staal, houtafval en de zakken of


andere verpakkingen van het inert materiaal mogen niet worden gedeponeerd in
de container van inert materiaal.

Hoeveelheidbeperking: de bezoeker mag maximum 1m³ per dag per gezin van dit
materiaal aanbrengen.

§4. Motorolie:

De motorolie moet in gebruikte doch zuivere (geen water, geen andere


vloeistoffen of chemicaliën) toestand worden aangeleverd. De motorolie mag
evenmin vermengd zijn met frituurvet. De olie mag geen p.c.b. bevatten.

Hoeveelheidbeperking : de bezoeker mag maximum 15 liter per dag per gezin


aanleveren.

§5. Frituurvet en frituurolie:

Deze vetten en oliën moeten in gebruikte doch verder zuivere toestand worden
aangeleverd en moeten ontdaan zijn van organische stoffen (zoals frietresten
e.d.). Ze mogen ook niet vermengd zijn met motoroliën.

Hoeveelheidbeperking: de bezoeker mag maximum 10 liter per dag per gezin


aanleveren.

§6. Metalen:

Hieronder wordt verstaan: metalen zoals ijzer, zink, koper, brons, tin e.a. die in
de vorm van draden, platen, buizen enz. worden aangeleverd. Lichte
verontreinigingen met kunststoffen, hout en andere kunnen worden toegelaten.
Verder behoren ook tot deze categorie van afvalstoffen: afspandraad, radiatoren,
niet-elektrische kachels, velgen, lege verfpotten, ketels, en alle andere metalen
gebruiksvoorwerpen of werktuigen van beperkte omvang.
Mogen niet in de container van de metalen worden gedeponeerd: witgoed zoals
koeltoestellen, diepvriestoestellen, wasmachines, droogkasten, vaatwasmachines,
airco‟s, elektrische radiatoren, elektrische kachels, gashouders.

Algemeen politiereglement Lebbeke 75


Hoeveelheidbeperking: de bezoeker mag maximum 1m³ per dag per gezin
aanleveren.

§7. Klein Gevaarlijk Afval (K.G.A.):

Hieronder wordt verstaan: afval in kleine hoeveelheden die voor mens, dier of
plant gevaarlijk kunnen zijn bij aanraking, inademing, inname enz. Deze
afvalstoffen zijn meestal vervat in kleine gesloten verpakkingen met de
vermelding: gif, batterijen, gebruikte injectienaalden (opgeborgen in een veilige
verpakking), spuitbussen, lijmen, zuren, basen, insecticiden, sproeimiddelen,
sterke reinigingsmiddelen, ontsmettingsmiddelen e.a.
Teneinde de parkwachter toe te laten de afvalstoffen op de juiste wijze te
identificeren en op te bergen is de bezoeker verplicht de juiste informatie aan hem
te bezorgen.
Vallen niet onder deze noemer: geneesmiddelen, video– en andere cassettes.
Mogen niet worden achtergelaten als K.G.A.: K.G.A.-producten vervat in een
lekkende verpakking.

Hoeveelheidbeperking: de bezoeker mag maximum 12kg per dag per gezin


aanleveren.

§8. Inktpatronen, toners, printerlinten:

Deze afvalstoffen zijn afkomstig van kopieerapparaten, faxtoestellen, printers. Ze


dienen te worden afgeleverd in een beschermende verpakking

Hoeveelheidbeperking: geen

§9. TL–lampen en spaarlampen:

Hieronder wordt verstaan: oude, NIET-gebroken TL-(neon)lampen en


spaarlampen.

Hoeveelheidbeperking: de bezoeker mag maximum 15 stuks per dag per gezin


aanleveren.

§10. Accu’s:

Hieronder wordt verstaan accu‟s van auto‟s, moto‟s, grasmaaiers.


Lekkende accu‟s kunnen niet worden aanvaard.

Hoeveelheidbeperking: de bezoeker mag maximum 1 stuk per dag per gezin


aanleveren.

§11. Hol glas voor de glasbollen:

Hieronder wordt verstaan: flessen, bokalen, vazen (ontdaan van deksels, stoppen
en doppen en voldoende gereinigd). De bezoeker moet het glas sorteren op kleur:
enerzijds wit glas en anderzijds gekleurd glas (groen, bruin…).

TL-lampen, kruiken in aardewerk, porselein, spiegels, kristal, ampullen, autoruiten


en alle ander vlak glas mogen niet gedeponeerd worden in de glasbollen.

Hoeveelheidbeperking: geen.

Algemeen politiereglement Lebbeke 76


§12. Vlak glas:

Hieronder wordt verstaan: vensterglas, serreglas, dubbelglas ontdaan van de


omlijstingen, spiegelglas, gewapend glas (draadglas).
Niet toegelaten zijn: loodglas, hittebestendig glas (keramische kookplaten, ruitjes
van kachels…), kogelvrij glas, autoruiten, holglas (zoals onder 9.11. omschreven).

Hoeveelheidbeperking: de bezoeker mag maximaal 2m³ per dag per gezin


aanleveren.

§13. Snoeihout:

Hieronder wordt verstaan : snoeisel van houtachtige structuur afkomstig van


struiken, bomen, hagen, planten. De maximum lengte van snoeisel is 3 meter en
de dikte van het snoeihout is maximum 10cm. Zijn geen snoeihout: tuinafval en
boomstronken (zie 9.14.).

Hoeveelheidbeperking: de bezoeker mag maximum 4m³ per dag per gezin dag
aanleveren.

§14. Tuinafval:

Tuinafval bestaat uit: gras, bladeren, wortels, haagscheersel en fijn snoeisel.


De gebruikte, lege recipiënten waarin het tuinafval werd aangeboden dienen in de
respectievelijke containers te worden gedeponeerd, voor zover ze niet terug
worden meegenomen.

Hoeveelheidbeperking: de bezoeker mag maximum 2m³ per dag per gezin


aanleveren.

§15. Boomstronken:

Boomstronken mogen op het containerpark worden aangeleverd. Ze moeten


ontdaan zijn van grondresten en hun diameter mag niet groter zijn dan 1 meter.

Hoeveelheidbeperking : de bezoeker mag maximaal 1m³ per dag per gezin


aanleveren.

§16. Houtafval:

Hieronder wordt verstaan: paletten, bekistingen, deuren, ramen ontdaan van het
glas, kasten, banken, stoelen enz. al dan niet beschilderd.

Houtsoorten bewerkt met verduurzaamde producten, met name producten die


met chemische houtverduurzamingsmiddelen en/of brandvertragingsproducten
werden behandeld om de duurzaamheid van het hout te verhogen, m.a.w. om de
aantasting van het hout door schimmels, insecten en bacteriën te voorkomen,
en/of de brandweerstand te verbeteren mogen niet worden gedeponeerd in de
houtafvalcontainer.
Dit afval mag bij de grofvuilcontainer.
Snoeihout en boomstronken behoren ook niet bij het houtafval, hiervoor zijn
aparte containers voorzien.

Hoeveelheidbeperking: de bezoeker mag maximum 1m³ per dag per gezin


aanleveren.

Algemeen politiereglement Lebbeke 77


§17. Textiel en schoenen:

Hieronder wordt verstaan: herbruikbare, niet-verontreinigde kledij, lakens,


mutsen, handschoenen, sjaals, kledij in leder en schoenen.

Hoeveelheidbeperking: geen.

§18. Piepschuim, E.P.S., Isomo:

Hieronder worden verstaan; zuiver wit piepschuim zoveel als mogelijk in kleinere
stukken gebroken. Voornamelijk het piepschuim dat afkomstig is van
verpakkingen en isolatie wordt hier beoogd.
Vallen niet onder deze noemer: vlees- en visschaaltjes.

Hoeveelheidbeperking: geen.

§19. Plastic- , metaal– en drankverpakkingen (P.M.D.):

Hieronder wordt verstaan plastic fessen en –flacons, drankkartons, blikjes,


schroefdoppen, spuitbussen (cosmetica, voeding en luchtverfrissers),
aluminiumschoteltjes. De maximale inhoud van één verpakking is 8 liter.
Vallen niet onder deze definitie: yoghurtpotjes, botervlootjes, kaasvlootjes,
piepschuim, aluminiumfolie, plasticzakken en folies, speelgoed, spuitbussen welke
een giftige inhoud hadden (K.G.A.).

Hoeveelheidbeperking: geen.

§20. Banden van voertuigen of motoren:

Hieronder dient te worden verstaan: banden van personenwagens, 4 x 4,


aanhangwagens, caravans, lichte bestelwagens, lichte bedrijfsvoertuigen, motoren
en scooters, daarin begrepen de banden op velg afkomstig van de particulier die
zich wenst te ontdoen van een beperkt aantal afvalbanden waarvan hij de houder
is. Elke band moet voorzien zijn van een groene verwerkingssticker van € 4,00
per band. Deze verwerkingsstickers zijn verkrijgbaar op het containerpark.

Volgende technische begrenzingen zijn van toepassing:

- banden van personenwagens, 4 x 4, aanhangwagens en caravans: maximum


velgdiameter: 22 duim;
- banden van lichte bestelwagens en lichte bedrijfsvoertuigen: maximum
velgdiameter: 17 duim;
- banden van motoren en scooters: maximum velgdiameter: 21 duim.

De aandacht van de bezoeker wordt gevestigd op het feit dat iedereen oude
autobanden mag afgeven bij een bandencentrale of garagist en dit zonder kosten.

De banden van vrachtwagens en tractoren, velgen of banden zonder sticker


kunnen niet worden aanvaard op het containerpark.

Hoeveelheidbeperking: de bezoeker mag maximum 4 banden per jaar per gezin


aanleveren.

§21. Afgedankte elektrische en elektronische toestellen (A.E.E.A.):

We onderscheiden hier twee soorten:

Algemeen politiereglement Lebbeke 78


a. witgoed (al dan niet c.f.k. – houdend):

Hieronder vallen: koelkasten, diepvriestoestellen, airco‟s, elektrische


fornuizen, droogkasten, elektrische grasmaaimachines, boilers, dampkappen,
vaatwasmachines.
Hoeveelheidbeperking: geen;

b. Bruingoed (beeldbuishoudende en niet beeldbuishoudende toestellen) :

Hieronder vallen: televisietoestellen, p.c.-monitors, hi-fi-ketens,


koffiezetapparaten, broodroosters, computers, stofzuigers,
communicatieapparatuur, gedemonteerde toestellen en apparaten enz.
Hoeveelheidbeperking: geen.

c. Rookmelders (optische en ionische)


Hoeveelheidbeperking: 2 stuks per gezin per dag.

§22. Plasticfolies:

Onder deze normen zijn begrepen: kunststofzakken van turf, potgrond,


meststoffen, krimpfolies, noppenfolies, gekleurde zuivere folies, baksteen- , vloer-
en tegelfolies, plastic mapjes voor administratief gebruik, zuivere folies met een
kleine sticker, plasticzakjes van warenhuizen en winkels, folie van cement– en
zandzakken.

Zijn uitgesloten van deze afvalstroom: landbouw-, tuin– en vijverfolie,


diepvrieszakken, folies van groenten en plasticzakken van aardappelen, folies van
verfwerken, vleeswaren, zuivelproducten, gevogelte, plantentrays,
chipszakken,harde plastic (o.a. speelgoed), plastic tafellaken, regenjasjes,
badmutsen, zwembaden en zwembanden.

Hoeveelheidbeperking: de bezoeker mag maximaal 0,3m³ per dag per gezin


aanleveren.

§23. Luierafval:

Hieronder wordt verstaan: incontinentiemateriaal, babyluierafval,


babyverzorgingsdoekjes, bedonderleggers.
Zijn geen luierafval en kunnen niet aanvaard worden: papier en plastic,
maandverband, washandjes, broekjes, risicohoudend medisch afval, restafval,
latex handschoenen, urineopvangzakken.
De bezoeker is verplicht gebruik te maken van de speciale inzamelzak aan te
kopen op het containerpark..

Hoeveelheidbeperking : geen.

§24. Gebonden asbest:

Hieronder wordt verstaan: golfplaten uit gebonden asbest, dakleien, geveltegels,


bloembakken. Buizen voor riolering, waterleiding, schouwen. Asbesthoudende
vloerbekleding.
Verboden: ongebonden asbest; asbestkoord, verbrokkelde leidingisolatie,
asbestbevlokking.

OPMERKING: omwille van de volksgezondheid is het aan te bevelen de


asbesthoudende materialen niet te breken of te verbrijzelen.

Algemeen politiereglement Lebbeke 79


Hoeveelheidbeperking: gratis aanvaarding van 10 platen/buizen/stuks per gezin
per jaar. Bij meer aanlevering in hetzelfde jaar gelden de voornoemde tarieven en
hoeveelheden, alsook bij gebroken asbest.

§25. Harde plastics:

De harde plastic container mag volgende soorten afvalplastic bevatten :

Tuinstoelen, -tafels en –banken, afvoerbuizen, dakgoten, kapotte emmers, harde


plastic bakken, plastic bloempotjes en plantentrays, plastic platen , plastic
speelgoed, plastic rolluiken (zonder metalen buis-as). Toegelaten verontreiniging:
metalen haakjes aan rolluiken, hengsels van emmers en metalen asjes in
speelgoed.
Materialen die niet zijn toegestaan:
Polyester, metalen, PMD, speelgoedtrapauto‟s (metaal), versterkte PVC-ramen en
–vleugels (metaal), toestellen op elektriciteit of batterijen (A.E.E.A.).
Plastic bidons, emmers, jerrycans waar gevaarlijke producten in zaten, zachte
kunststoffen (voetballen, dekzeilen, folies, opblaasbare zwembaden, tuinslangen),
draagtassen, frigoboxen.

Hoeveelheidbeperking: 1m³ per dag per gezin

§26. Grofvuil:

Hieronder wordt verstaan: alle afvalstoffen welke ontstaan door de normale


werking van een particulier huishouden en die omwille van de omvang, de aard
en/of het gewicht niet kunnen worden opgeborgen in de gewone
restafval/huisvuilzak die om de veertien dagen huis-aan-huis wordt ingezameld of
die niet kunnen worden meegenomen met de veertiendaagse ophaling van de
restafvalzakken huis aan huis.
Vallen evenmin onder de noemer grofvuil: alle afvalstoffen waarvoor er een
selectieve inzameling bestaat hetzij via de huis-aan-huis inzameling hetzij via de
glasbollen, hetzij via de containerparken (zie de afvalstromen 9.1. tot en met 9.25
hierboven). Ook afvalstoffen die herbruikbaar zijn via het kringloopcentrum van
Verko vallen buiten de noemer “grofvuil”.

Het moet dus werkelijk gaan om afvalstoffen waarvoor door Verko geen enkele
wijze van inzameling of recyclage wordt georganiseerd of aangeboden.

Hoeveelheidbeperking: 1,5m³ per dag per gezin.

6.15. AFVAL OP STANDPLAATSEN EN/OF ORGANISATIES OP DE


OPENBARE WEG

Art. 6.16.1.

De uitbater van een private vaste of verplaatsbare inrichting aan of langs de openbare
weg die voedingswaren of dranken verkoopt of aanbiedt die buiten de inrichting worden
verbruikt (drankautomaat, snackbar, frituur, ijssalon, e.d.) dient op een behoorlijke
wijze, duidelijk zichtbare en goed bereikbare afvalrecipiënten te voorzien.

Art. 6.16.2.

De diverse vrijkomende fracties zoals de gemengde fractie van het vergelijkbaar


bedrijfsafval, plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons, e.d. dienen

Algemeen politiereglement Lebbeke 80


gescheiden te worden ingezameld in hun respectievelijke recipiënten. Deze recipiënten
dienen voorzien te zijn van een duidelijk leesbaar opschrift dat aangeeft welke fractie het
betreft.

Art. 6.16.3.

De opstellingsplaats en het aantal inzamelrecipiënten, alsook de aard van de in te


zamelen fracties kunnen door het gemeentebestuur worden bepaald.

Art. 6.16.4.

De ambulante uitbater dient de recipiënten zelf tijdig te ledigen en de recipiënten, de


standplaats en de onmiddellijke omgeving van de inrichting rein te houden.

6.16. AFVAL OP EVENEMENTEN

Indien op het grondgebied van de gemeente een evenement plaatsvindt, kan het
college van burgemeester en schepenen voorwaarden opleggen in verband met afval
(voorkomen, inzamelen …(niet limitatief)).

6.17. RECLAMEDRUKWERK EN GRATIS REGIONALE PERS

Art. 6.18.1.

Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in leegstaande


panden of achter te laten op andere plaatsen, inclusief het containerpark, andere dan de
brievenbus.

Art. 6.18.2.

Door de gemeente worden zelfklevers met de tekst “geen reclamedrukwerk en geen


gratis regionale pers a.u.b.” of “geen reclamedrukwerk, wel gratis regionale pers a.u.b.”
ter beschikking gesteld. Eén van deze zelfklevers kan op de brievenbus aangeplakt
worden. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers, respectievelijk
reclamedrukwerk te bedelen in de brievenbus die voorzien is van een dergelijke
zelfklever.

Art. 6.18.3. Klachten met betrekking tot de niet-naleving van artikel 6.18. kunnen
gemeld worden aan VERKO die deze klachten gebundeld zal bezorgen aan de bevoegde
diensten bij de Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij en het gemeentebestuur.

6.18 BESCHERMING VAN WATERS EN RIOLEN

Art. 6.19.1.

Het is verboden regen-of afvalwater afkomstig van dakgoten van private eigendommen
op de openbare weg te laten lopen.

6.19. BESCHERMING VOLKSGEZONDHEID

§1. Behoudens wat voorzien is in het afvalstoffendecreet, zijn eigenaars en/of huurders
van gebouwen of percelen in het kader van de bescherming van de

Algemeen politiereglement Lebbeke 81


volksgezondheid, gehouden om, naar de buurt toe, de nodige hygiënische
maatregelen te treffen, teneinde hinder door o.a. stank, stof, onkruid of ongedierte,
voortkomend uit hun nalatigheid.

§2. De burgemeester is gemachtigd om bij niet-respectering van bovenstaande bepaling,


de kosten van de eigenaar te vorderen.

6.20. INBREUKEN

Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 6 worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van maximum 250,00 EUR.

Algemeen politiereglement Lebbeke 82


HOOFDSTUK 7 - MARKTEN EN FOREN

7.1. FOREN, KERMISSEN, JAARMARKTEN, FEESTELIJKHEDEN

Art. 7.1.1. Als kermis wordt beschouwd elke manifestatie ingericht of voorafgaandelijk
toegelaten door de gemeente om, op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters
van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of
diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.

Als kermisactiviteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling


met het oog op de verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating
van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie.

Art. 7.1.2. - Gegevens van openbare kermissen en jaarmarkten

De gemeente Lebbeke richt op het openbaar domein volgende openbare kermissen en


jaarmarkten in:

DENDERBELLE

Denderbellekermis Weekend van Pinksteren

Kapellenstraatkermis 1ste weekend na 15 augustus


Jaarmarkt dinsdag na Kapellenstraatkermis

LEBBEKE

Paaskermis Paasweekend en het daaropvolgend weekend

Septemberkermis 2de zondag van september/ zondag voor jaarmarkt

Jaarmarkt dinsdag na de 2de zondag van september

Minnestraatkermis weekend na Pinksteren

Minnestraatjaarmarkt 2de maandag na Pinksteren

Rakailkermis zondag vóór 21 juli

Stationsstraatkermis zondag vóór 15 augustus

Heizijdekermis 1ste weekend van oktober

WIEZE

Carnavalkermis 2de weekend na Aalst-carnaval

Algemeen politiereglement Lebbeke 83


Rita-kermis weekend na Pinksteren

Meelestrautkermis 1ste weekend van juli

Alle kermissen hebben een gemengd aanbod van attracties.

Art. 7.1.3.

De begin- en einddatum van de kermissen, foren, jaarmarkten en andere jaarlijkse


openbare manifestaties worden elk jaar door het college van burgemeester en schepenen
vastgesteld. Het college kan bij gemotiveerd besluit de duur ervan verlengen of
verkorten en ze zo nodig verleggen of schorsen.

Art. 7.1.4.

Ter gelegenheid van publieke feestelijkheden, niet opgenomen in artikel 7.1.2., kan het
college foorinstellingen toelaten.

Art. 7.1.5.

De standplaatsen van de foorinrichtingen worden toegewezen door het college van


burgemeester en schepenen, conform de modaliteiten bepaald door het reglement met
betrekking tot de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante
activiteiten in kermisgastronomie op de openbare kermissen en de organisatie van
kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten de openbare kermissen op het
grondgebied van de gemeente Lebbeke.

Art. 7.1.6. – Opstellen, uitbating en afbreken van de kermisattracties en vestigingen met


kermisgastronomie.

Het kermismaterieel wordt slechts op het foorterrein toegelaten vanaf de woensdagavond


te 18.00u die de desbetreffende kermis voorafgaat.

Op het foorterrein mogen alleen die wagens geplaatst worden die onmisbaar zijn voor de
exploitatie van de kermisattracties en de vestigingen met kermisgastronomie.

Alleen de aangestelde foorleider zal oordelen welke bijkomende wagens of andere


voorwerpen op het foorterrein toegelaten worden.

Op het foorterrein zullen geen woonwagens en/of slaapwagens worden toegelaten die
niet voorzien zijn van chemische toiletten of andere, die als volstrekt hygiënisch kunnen
aanvaard worden. Blijven de eigenaars in gebreke om met vereiste spoed de bevelen tot
het verplaatsen of verwijderen van de desbetreffende wagens uit te voeren, dan kan dit
gebeuren door de zorgen van het gemeentebestuur, op kosten en risico‟s van de nalatige
kermisuitbater.

Het kermismaterieel dient 24 uur na de laatste dag van de kermis te worden afgebroken
en verwijderd.

Algemeen politiereglement Lebbeke 84


Art. 7.1.7.

Bij het opstellen van de kermisattracties en vestigingen met kermisgastronomie moeten


de laadwagens, zodra zij afgeladen zijn, onmiddellijk van het foorterrein verwijderd
worden.

Art. 7.1.8.

Elke deelnemer aan de onder artikel 1 vermelde kermissen verbindt er zich toe opgesteld
te blijven gedurende de gehele duur van de desbetreffende kermis, en zijn inrichting
open te houden zoals hierna vermeld:

weekdagen: van 16 uur tot 20 uur, facultatief open tot 22 uur.


jaarmarkten van 16 uur tot 23 uur, facultatief open tot 01 uur.
zaterdag en zondag: van 14 uur tot 20 uur, facultatief open tot 24 uur.

Art. 7.1.9.

De kermisuitbater mag enkel beschikken over de standplaatsruimte die hem is


toegewezen. Indien een standplaats wordt toegewezen die groter is dan voor de
inrichting noodzakelijk, beschikt het gemeentebestuur over de hierdoor bekomen vrije
ruimte.

De zijdelingse afstand tussen twee kermisattracties of vestigingen met


kermisgastronomie dient minimum één meter te bedragen. Deze ruimte mag door geen
enkel voorwerp worden versperd en/of verhinderd.

Art. 7.1.10 - Gebruik van verwarmingstoestellen en brandpreventie.

Het is verboden gebruik te maken van verwarmingstoestellen die niet voldoen aan de
vigerende veiligheidsvoorschriften, of die gassen of rook doen ontsnappen.

Elke kermisattractie of vestiging met kermisgastronomie moet uitgerust zijn met een
poederbrandblusapparaat van minimum 6kg ABC.

De kermisattracties en vestigingen met kermisgastronomie moeten zodanig worden


ingericht dat geen brandbare, schadelijke, hinderlijke en/of onwelriekende vloeistoffen op
de grond kunnen druipen. Indien zulks onmogelijk blijkt, moeten de foorkramers deze
vloeistoffen in emmers of waterdichte kuipen opvangen.

Art. 7.1.11. Organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten openbare
kermissen.

Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerder plaatsen van het
openbaar domein buiten de openbare kermissen om een kermisattractie of vestiging van
kermisgastronomie met of zonder bediening aan tafel uit te baten dient dit voor de
kermisactiviteit schriftelijk per aangetekende brief met ontvangstbewijs, hetzij bij

Algemeen politiereglement Lebbeke 85


persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, hetzij per duurzame drager (fax
of mail) met ontvangstmelding aan te vragen aan het college van burgemeester en
schepen.

Deze aanvraag dient te vermelden:

- datum van de kermisactiviteit;


- de aard van de attractie of van de vestiging;
- de technische specificatie van de attractie of van de vestiging;
- de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging;
- de situering van de standplaats;
- de naam, voornaam en adres van de persoon wie de standplaats aanvraagt;
- desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon van wie de
standplaats aanvraagt;
- het adres van haar maatschappelijke zetel;
- het ondernemingsnummer;
- kopie van de machtiging.

De uitoefening van kermisgastronomie zonder bediening aan tafel op het openbaar


domein buiten een openbare kermis, valt onder de toepassing van het gemeentelijk
reglement betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten op het openbaar domein
buiten de openbare markt.

Art. 7.1.12.

Het is de kermisuitbaters verboden schade aan te richten aan het openbaar domein.
Onder geen enkel voorwendsel mogen zij hun inrichting bevestigen in het wegdek, aan
bomen, verlichtingspalen en verkeerstekens.

Eventuele schade aangebracht aan het openbaar domein wordt onmiddellijk geschat door
een afgevaardigde van het gemeentebestuur.

Het schadebedrag wordt bekrachtigd door het college van burgemeester en schepenen
en is onverwijld door de schuldenaar te betalen in handen van de gemeenteontvanger.

Art. 7.1.13.

Het gemeentebestuur neemt geen bewaking op zich van de kermisattracties, vestigingen


met kermisgastronomie en wagens staande op het foorterrein of elders. Het
gemeentebestuur is evenmin verantwoordelijk voor beschadiging, verlies of diefstal van
de daarin geborgen of tentoongestelde zaken.

Art. 7.1.14.

Iedere kermisuitbater moet de nodige voorzieningen treffen om vervuiling van zijn


toegewezen standplaats en omgeving te voorkomen. Daarvoor moet de uitbater
voldoende vuilnisemmers rond zijn kermisattractie of vestiging met kermisgastronomie
plaatsen.

Algemeen politiereglement Lebbeke 86


Art. 7.1.15.

Elke kermisuitbater die aan één van de onder 1 vermelde kermissen deelneemt machtigt
het college van burgemeester en schepenen om op zijn kosten en risico te handelen
indien nalatigheid wordt vastgesteld van de opgelegde voorwaarden.

Door deel te nemen aan één van bovenvermelde kermissen erkent de standplaatshouder
kennis te hebben genomen van onderhavig reglement waardoor hij geen onwetendheid
kan inroepen.

De kermisuitbater verbindt zich ertoe alle hierin opgenomen bepalingen stipt te zullen
naleven.

Art. 7.1.16.

De persoon, foorleider, belast met de praktische organisatie en het toezicht van de


openbare kermissen en de kermisactiviteiten op het openbaar domein, wordt aangesteld
door het college van burgemeester en schepenen.

De foorleider is gemachtigd om de documenten vermeld in onderhavig reglement te


controleren.

Art. 7.1.17.

Het is verboden om op de kermissen projectielwapens, bommetjes of vuurwerk af te


leveren

7.2 . MARKTEN

Art. 7.2.1. - Gegevens van openbare markten

De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare markten in:

Art. 7.2.1.1 - Lebbeke

PLAATS: Centrum Lebbeke


DAG: Zaterdag
UUR: De markt begint om 8.00 uur en eindigt om 13.00 uur.
OPSTELLING: De marktkramers die over een abonnement beschikken mogen hun
standplaats innemen vanaf 6.00 uur en moeten ten laatste om 8.00
uur aanwezig zijn, zoniet worden zij als afwezig beschouwd.
Een half uur na het beëindigen van de markt moeten alle voertuigen,
kramen en goederen van de standplaats verwijderd zijn.
De marktkramers moeten hun standplaats volledig reinigen en hun
afval meenemen.
SPECIALISATIE: Markt van gemengd productaanbod.

Art. 7.2.1.2 - Wieze

PLAATS: Dorpsplein en zo nodig op een andere plaats aan te duiden door het
college van burgemeester en schepenen.

Algemeen politiereglement Lebbeke 87


DAG: Zondagvoormiddag
UUR: De markt begint om 8.00 uur en eindigt om 13.00 uur.
OPSTELLING: De marktkramers die over een abonnement beschikken mogen hun
standplaats innemen vanaf 6.00 uur en moeten ten laatste om 8.00
uur aanwezig zijn, zoniet worden zij als afwezig beschouwd.
Een half uur na het beëindigen van de markt moeten alle voertuigen,
kramen en goederen van de standplaats verwijderd zijn.
De marktkramers moeten hun standplaats volledig reinigen en hun
afval meenemen.
SPECIALISATIE: Markt van gemengd productaanbod

Art. 7.2.1.3 - Jaarmarkten

PLAATS: Centrum Lebbeke: Brusselsesteenweg, Leo Duboisstraat en


verlenging Flor Hofmanslaan.
UUR en DAG Elke 1ste dinsdag na 08 september.
De markt begint om 8.00 uur en eindigt om 14.00 uur.
OPSTELLING: De marktkramers mogen hun standplaats innemen vanaf
7.00 uur.
Een half uur na het beëindigen van de markt moeten alle voertuigen,
kramen en goederen van de standplaats verwijderd zijn.
De marktkramers moeten hun standplaats volledig reinigen en hun
afval meenemen.
SPECIALISATIE: Veemarkt en markt van gemengd productaanbod.

PLAATS: Denderbelle
UUR en DAG Dinsdagvoormiddag – in de loop van de maand augustus.
De markt begint om 8.00 uur en eindigt om 13.00 uur.
OPSTELLING: De marktkramers mogen hun standplaats innemen vanaf
7.00 uur.
Een half uur na het beëindigen van de markt moeten alle voertuigen,
kramen en goederen van de standplaats verwijderd zijn.
De marktkramers moeten hun standplaats volledig reinigen en hun
afval meenemen.
SPECIALISATIE: Veemarkt en markt van gemengd productaanbod.

PLAATS: Wieze
UUR en DAG Zaterdagnamiddag volgend op Pinksterweekend.
De markt begint om 13.00 uur en eindigt om 18.00 uur.
OPSTELLING: De marktkramers mogen hun standplaats innemen vanaf 12.00 uur.
Een half uur na het beëindigen van de markt moeten alle voertuigen,
kramen en goederen van de standplaats verwijderd zijn.
De marktkramers moeten hun standplaats volledig reinigen en hun
afval meenemen.
SPECIALISATIE: Veemarkt en markt van gemengd productaanbod.

Algemeen politiereglement Lebbeke 88


PLAATS: Minnestraat
UUR en DAG Maandagvoormiddag - de tweede maandag na het Pinkerweekend.
De markt begint om 8.00 uur en eindigt om 13.00 uur.
OPSTELLING: De marktkramers mogen hun standplaats innemen vanaf
7.00 uur.
Een half uur na het beëindigen van de markt moeten alle voertuigen,
kramen en goederen van de standplaats verwijderd zijn.
De marktkramers moeten hun standplaats volledig reinigen en hun
afval meenemen.
SPECIALISATIE: Veemarkt en markt van gemengd productaanbod.

Art. 7.2.1.4 – Andere markten en braderijen

De bepalingen van dit hoofdstuk zijn ook van toepassing op de andere markten en
braderijen die in de gemeente Lebbeke georganiseerd worden.

Art. 7.2.2. - Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen.

Een standplaats op de openbare markt kan enkel toegewezen worden aan:


- de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit
uitoefenen, houders van een “machtiging als werkgever”
- rechtspersonen die dezelfde activiteit uitoefenen. De standplaatsen worden aan
deze laatsten toegekend door tussenkomst van een persoon verantwoordelijk voor
het dagelijks bestuur van de vennootschap en die houder is van de “machtiging
als werkgever”.
Teneinde de diversiteit van het aanbod te waarborgen is het aantal standplaatsen per
onderneming beperkt tot 1.
De standplaatsen kunnen occasioneel ook toegewezen worden aan de verantwoordelijken
van verkoopacties zonder commercieel karakter, hiervoor toegelaten overeenkomstig
artikel 7 van voornoemd KB van 24 september 2006.

Art. 7.2.3.

Een standplaats op de openbare markt kan enkel toegekend worden aan de houders van
een machtiging om ambulante activiteiten uit te oefenen of aan personen die een
erkenning bezitten voor verkopen met menslievend doel, conform de artikels 2 tot 6 van
het koninklijk besluit van 3 april 1995 betreffende de uitoefening van ambulante
activiteiten en de organisatie van openbare markten conform de modaliteiten in het
reglement met betrekking tot de organisatie van ambulante activiteiten op de openbare
markten en op het openbaar domein buiten de openbare markten op het grondgebied
van de gemeente Lebbeke.

Art. 7.2.4. - Gebruik van verwarmingstoestellen en brandpreventie

Marktkramers die tijdens de markt gebruik maken van verwarmingstoestellen zijn


verplicht verzekerd te zijn voor burgerlijke aansprakelijkheid en risico‟s van brand en
burenverhaal. Op verzoek van de marktleider moet worden aangetoond dat aan deze
verplichtingen werd voldaan.

Algemeen politiereglement Lebbeke 89


Het is verboden verwarmingstoestellen te gebruiken die niet voldoen aan de vigerende
veiligheidsvoorschriften, of die gassen of rook doen ontsnappen.

Elk kraam of elke winkelwagen moet uitgerust zijn met een poederbrandblusapparaat
van minimum 6kg ABC.
De kramen of winkelwagens moeten op zodoende wijze worden ingericht dat geen
brandbare, schadelijke, hinderlijke en/of onwelriekende vloeistoffen op de grond kunnen
druipen. Indien zulks onmogelijk blijkt, moeten de marktkramers deze vloeistoffen in
emmers of waterdichte kuipen opvangen.

Art. 7.2.5. - Opstelling kramen voor winkelhuizen en woningen

Voor de winkelhuizen zal er tussen de kramen een opening gelaten worden van minimum
1,20 meter teneinde de toegang ervan niet te belemmeren.
De voetpaden moeten tussen de achterzijde van de kramen en de voorgevels van de
woningen ten minste één meter vrij blijven en de doorgang ervan mag niet belemmerd
worden.
Een kraam met afmetingen tussen 12 en 15 meter lengte mag niet geplaatst worden
vóór drie aan elkaar palende winkelhuizen.

Art. 7.2.6.

Het is verboden:
1. het wegdek te beschadigen door het inslaan van piketten of andere voorwerpen
dienstig voor het vastmaken van het marktkraam of de marktwagen;
2. geluidversterkers te gebruiken of op de een of andere wijze storende geluiden te
uiten voor het aanprijzen van de koopwaren;
3. gebruik te maken van hogedruktoestellen of voegen uit te slijpen door middel van
slijptoestellen, vrachtwagens of firma wagens te parkeren die de marktactiviteiten
kunnen hinderen wanneer er werken doorgaan op de plaatsen waar de wekelijkse
markt plaatsheeft.

Art. 7.2.7.

Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het
openbaar domein buiten de openbare markten om ambulante activiteiten uit te oefenen
dient dit voorafgaand aan te vragen bij het college van burgemeester en schepenen.

Art. 7.2.8. - Identificatievereiste bij uitoefenen ambulante activiteiten

Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent op het openbaar domein, dient zich te
identificeren aan de hand van een leesbaar uithangbord, zichtbaar geplaatst op het
kraam of het voertuig, indien hij de activiteit aan het kraam of het voertuig uitoefent. Het
bord moet eveneens door de aangestelden aangebracht worden wanneer deze alleen
werken.

Het bord bevat volgende vermelding:


1° hetzij de naam, de voornaam van de persoon die een ambulante activiteit uitoefent
als natuurlijk persoon voor eigen rekening of voor wiens rekening of in wiens dienst de

Algemeen politiereglement Lebbeke 90


activiteit wordt uitgeoefend; hetzij de naam, de voornaam van de persoon die het
dagelijks bestuur binnen een rechtspersoon waarneemt of voor wiens rekening of in
wiens dienst de activiteiten worden uitgeoefend;
2°de firmanaam en/of de benaming van de onderneming;
3° al naargelang het geval, de gemeente van haar maatschappelijke zetel of van de
uitbatingzetel; en indien de onderneming niet in België gelegen is, het land en de
gemeente waar deze zich bevindt;
4° het inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van ondernemingen (of een identificatie
die deze vervangt, indien het om een buitenlands bedrijf gaat).

Art. 7.2.9.

Vanaf 30 minuten voor aanvang van de markt tot wanneer alle voertuigen, kramen en
goederen van de standplaats verwijderd zijn is het absoluut verboden om zich op het
marktparcours door middel van een voertuig te verplaatsen, uitgezonderd de
hulpdiensten.

Art. 7.2.10.

In de onder art. 7.3.1.1. vermelde straten of pleinen is het op de marktdagen verboden


te parkeren tussen 6.00 uur en 15.00 uur of tot op het tijdstip waarop het marktparcours
door de toezichthoudende ambtenaar opengesteld wordt.
De politie kan geparkeerde voertuigen die een hinder vormen laten takelen op kosten en
risico van de eigenaar of bestuurder.

Art. 7.3.
Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 7 worden gesanctioneerd met een
administratieve geldboete van maximum 250,00 EUR.
Bij herhaling van de inbreuk kan de toelating worden ingetrokken of geschorst.

Algemeen politiereglement Lebbeke 91


HOOFDSTUK 8 - FEESTELIJKHEDEN – CARNAVALS E.D.

8.1. VERKEERSREGELING BIJ STOETEN

Art. 8.1.1.

De burgemeester stelt op voorstel van de organisatoren en na advies van de bevoegde


overheid de omloop en de uren van elke stoet vast. De organisator is verantwoordelijk
voor het nemen van de nodige verkeersveilige maatregelen. Deze bepaling is niet van
toepassing op rouwstoeten.

Art. 8.1.2.

Gedurende de optocht van een stoet is het aan alle voertuigen verboden de stoet voorbij
te rijden of te hinderen of in te voegen.

Art. 8.1.3.

De voertuigen zullen naar de bevelen van de plaatselijke politie geparkeerd worden.

Art. 8.1.4.

Gedurende de doortocht van de stoet is het zonder voorafgaande schriftelijke toelating


van de burgemeester verboden door derden dagbladen, aankondigingen, reclame en
drukwerken van alle aard te verkopen of te verspreiden.

Art. 8.1.5.

Het is de inzittenden van deelnemende reclamewagens verboden reclameartikelen uit te


delen aan hun rijdende voertuigen. Deze artikelen mogen naar de toeschouwers
geworpen worden voor zover hun aard of omvang geen gevaar kan opleveren bij het
werpen.

Art. 8.1.6.

Inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk 8 worden gesanctioneerd met een


administratieve geldboete van 60,00 EUR.

Algemeen politiereglement Lebbeke 92


HOOFDSTUK 9 - BEGRAAFPLAATSEN EN LIJKENVERVOER

9.1. DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN

Art. 9.1.1.

De gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Lebbeke zijn bestemd voor de


begraving, de bijzetting in een columbarium en de asuitstrooiing van:

1) de personen die overleden zijn op het grondgebied van de gemeente of er dood


aangetroffen zijn;

2) de personen overleden buiten het grondgebied van de gemeente, die ingeschreven


waren in het bevolkings- of vreemdelingenregister, de begunstigden van een graf- of
columbariumconcessie of van een toelating tot asuitstrooiing.

Art. 9.1.2.

Mogen op de gemeentelijke begraafplaatsen begraven, bijgezet of verstrooid worden


zonder verplichting tot het aangaan van een concessie, alhoewel niet ingeschreven in het
bevolkings-of vreemdelingenregister van de gemeente Lebbeke:

a. E.G.ambtenaren - gezien hun persoonlijk statuut - die een bewijs kunnen voorleggen
van verblijf op het grondgebied van de gemeente, alsook hun echtgenoten en de ten
hunne laste zijnde aanverwanten, alhoewel zij niet ingeschreven zijn in het bevolkings- of
vreemdelingenregister van Lebbeke;

b. personen die buiten de gemeente zijn gaan wonen maar die in de periode van 30 jaar
voorafgaand aan hun overlijden, tenminste 20 jaar ingeschreven waren in het
bevolkings- of vreemdelingenregister van Lebbeke.

c. een ongehuwde dochter of zoon waarvan de ouders wel ingeschreven zijn in het
bevolkings- of vreemdelingenregister van Lebbeke.

d. ten uitzonderlijke titel en voor zover de overledene een bijzondere relatie heeft gehad
met de gemeente, mits toestemming van de burgemeester.

Art. 9.1.3.

Mogen op de gemeentelijke begraafplaatsen begraven worden mits voldaan te hebben


aan de door de gemeenteraad vastgestelde belastingreglementering:

personen overleden in een andere gemeente, niet behoren tot de bevolking en geen
grafconcessie op de gemeentelijke begraafplaats bezitten.

Art. 9.1.4.

De begraafplaatsen zijn toegankelijk voor het publiek tussen 1 mei en 30 september van
8.00 uur tot 12.00 uur en van 13.00 uur tot 17.00uur.

Van 1oktober tot 30 april van 09.00 uur tot 12.00 uur en van 13.00 uur tot 17.00 uur.

Op 1 en 2 november worden bezoekers toegelaten van 8.00 uur tot 17.00 uur.

Art. 9.1.5.

Algemeen politiereglement Lebbeke 93


Er worden geen begravingen, bijzettingen in het columbarium of verstrooiingen op de
asweide verricht op zondagen en wettelijke feestdagen, tenzij met voorafgaandelijke
toelating van de burgemeester.

Art. 9.1.6.

De bouw-, beplantings- of aanaardingswerken en elke plaatsing, herstelling of afbraak


van graftekens op de begraafplaatsen is verboden op zondagen en wettelijke feestdagen.

Daarenboven is het verboden 14 dagen voor Allerheiligen nog grafzerken te plaatsen.

Vanaf de laatste werkdag van oktober tot en met 2 november is het eveneens verboden
de grafzerken schoon te maken.

Art. 9.1.7.

De toegang tot de begraafplaatsen is verboden voor dieren, rijwielen en bromfietsen,


zelfs aan de hand geleid, en voertuigen. Dit verbod geldt niet voor het vervoer van
materialen en gereedschappen, met dienst- en onderhoudsvoertuigen.

Art. 9.1.8.

Het is verboden:

1. op de graven de graftekens, symbolen, opschriften, bloemen, kransen, beplantingen,


versieringen en dergelijke:

a) te beschadigen, besmeuren, verminken, vernielen of ontvreemden.

b) weg te dragen van de begraafplaats zonder voorafgaandelijke toelating van de


burgemeester. Deze toelating moet vertoond worden aan het gemeentepersoneel,
dienstdoend op de begraafplaats.

2. de grasperken en de asweide te betreden. Dit verbod geldt niet voor het


dienstpersoneel.
3. papier of ander vuilnis elders op de begraafplaats neer te leggen dan in de daartoe
bestemde vuilnisbakken
4. kinderen aan zichzelf over te laten, ze te laten rondlopen of te laten spelen op de
begraafplaatsen.
5. te spelen, te schreeuwen, te zingen, muziek te maken of zich luidruchtig te gedragen.
6. de omheining van de begraafplaats te beschadigen.
7. iets te ondernemen in strijd met de eerbied aan de doden verschuldigd.
8. enig voorwerp te koop aan te bieden.
9. aanbevelingen te plaatsen op de graven of op de concessiegronden. Alleen de naam,
voornaam en het adres van de bouwer of ontwerper mag op het grafteken bescheiden
worden vermeld.

9.2. LIJKBEZORGING

Art. 9.2.1.

Voor begraving en lijkverbranding is verlof vereist van de ambtenaar van de burgerlijke


stand.

Algemeen politiereglement Lebbeke 94


Art. 9.2.2.

Elk overlijden in de gemeente, wordt zonder verwijl aangegeven aan de ambtenaar van
de burgerlijke stand. Dit geldt eveneens in geval van ontdekking van een menselijk lijk
op het grondgebied van de gemeente.

Art. 9.2.3.

Diegenen die voor de begraving instaan regelen met het gemeentebestuur de


formaliteiten betreffende de begraving. Bij ontstentenis daarvan, wordt door het
gemeentebestuur het nodige gedaan.

Art. 9.2.4.

Tenzij in speciale gevallen en op advies van de behandelende geneesheer, vindt ten


vroegste 24 uur na het overlijden, de begraving van niet-gecremeerde en gecremeerde
stoffelijke overschotten, de berging van de as of de verstrooiing ervan plaats.

Het gemeentebestuur beslist in elk geval na overleg met de familie of belanghebbenden,


over dag en uur van de begrafenis.

De begraving, bijzetting of verstrooiing van de as heeft plaats binnen de 8 dagen,


volgend op het overlijden. Deze periode mag volgens de omstandigheden verlengd
worden, mits bijzondere toelating.

Art. 9.2.5.

Tot kisting mag slechts worden overgegaan nadat het overlijden werd vastgesteld door
de ambtenaar van de burgerlijke stand, op voorlegging van het daartoe nodige
doktersattest.

De burgemeester of zijn afgevaardigde mag de kisting bijwonen.

Een balseming, voorafgaand aan de kisting, kan in de door de Koning bepaalde gevallen
toegelaten worden.

Art. 9.2.6.

De kisting van het te cremeren of naar het buitenland (met uitzondering van Luxemburg
en Nederland), te vervoeren stoffelijke overschot heeft plaats in aanwezigheid van de
burgemeester of diens afgevaardigde, die de toepassing van de wettelijke en
reglementaire bepalingen nagaat.

Art. 9.2.7.

Het gebruik van doodskisten, foedralen, doodsgewaden, producten en procédés die de


natuurlijke en normale ontbinding van het lijk of de crematie beletten, is verboden.

Art. 9.2.8.

Behalve om te voldoen aan een rechterlijke beslissing mag de kist na de kisting niet
meer geopend worden.

Algemeen politiereglement Lebbeke 95


9.3. LIJKENVERVOER

Vervoer van niet-gecremeerde lijken:

Art. 9.3.1.

Wanneer het stoffelijk overschot zich op het grondgebied van de gemeente bevindt,
wordt het vervoer door een private onderneming waargenomen onder het toezicht van
het gemeentebestuur dat ervoor zorgt dat het vervoer ordelijk en met de aan de
overledene verschuldigde eerbied verloopt.

De lijken moeten met een lijkwagen of een daartoe speciaal uitgeruste wagen vervoerd
worden.

Art. 9.3.2.

Zijn verboden, behoudens machtiging van de burgemeester of zijn gemachtigde:

a) het vervoer, buiten het grondgebied van de gemeente, van de lijken van de
personen die er overleden of dood aangetroffen werden;

b) het vervoer, naar een plaats op het grondgebied van de gemeente, van de lijken
van personen die er niet zijn overleden of dood aangetroffen werden.

In het in a) vermelde geval, wordt de machtiging slechts verleend op voorlegging van


een document waaruit het akkoord blijkt van de burgemeester van de plaats van
bestemming.

Art. 9.3.3.

Voor zover stoffelijke overschotten van de in België overleden personen naar het
buitenland moeten vervoerd worden, is het vervoer, naargelang het geval, onderworpen
aan de formaliteiten vermeld in:

a) het KB van 8 maart 1967, wanneer het lijk moet vervoerd worden naar
Luxemburg of Nederland;

b) het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, wanneer het lijk moet
vervoerd worden naar een ander land dan vermeld onder a) en dat het akkoord
van Straatsburg ondertekend heeft;

c) het Regentsbesluit van 20 juni 1947, wanneer een lijk moet vervoerd worden naar
een land, niet bedoeld in a) of b).

Algemeen politiereglement Lebbeke 96


Vervoer van gecremeerde lijken

Art. 9.3.4.

Het vervoer van gecremeerde lijken is vrij, doch dient te gebeuren volgens de regels van
welvoeglijkheid.

9.4. MORTUARIUM

Art. 9.4.1.

Het mortuarium dient voor:

1. het bewaren in afwachting van de begraving, van de gevonden lijken die nog
dienen geïdentificeerd te worden;
2. het ontvangen van het stoffelijk overschot van overleden personen die niet
kunnen bewaard worden op de plaats van overlijden of hun woonplaats;
3. het opnemen van lijken waarop ingevolge rechterlijke beslissing een lijkschouwing
moet worden verricht;
4. het bewaren van stoffelijke overschotten voor vrijwaring van de openbare
gezondheid;
5. het bewaren van lijken waarvan de overbrenging is gevraagd door de familie of,
bij ontstentenis, door elke belanghebbende, na machtiging van het
gemeentebestuur.

Art. 9.4.2.

Naargelang de weersomstandigheden en van de seizoenen moeten lijken die langer dan 2


dagen in de gemeentelijke lijkenhuisjes verblijven, in een goed gesloten metalen kist
opgeborgen worden.

9.5. BEGRAVINGEN, GRAFTEKENS EN ONDERHOUD DER GRAVEN

ONVERGUNDE GROND

Art. 9.5.1.

De graven op deze percelen zullen eenvormige oppervlakten hebben van 1 op 2,20m per
lijk

Art. 9.5.2.

De eventuele zerken of gedenktekens die hierop zullen geplaatst worden dienen te


voldoen aan de voorschriften van ons bestuur.

Hoogte: max. 1,20m te rekenen vanaf het maaiveld

Breedte: max. 80cm per lijk

Algemeen politiereglement Lebbeke 97


Lengte: 1,70m

Art. 9.5.3.

De onderbouw van de grafzerken dient op dezelfde hoogte te zijn aangebracht als deze
van het eerste graf op dezelfde rij als de betreffende zerk. Het eerste graf van een rij
dient te worden aangelegd onder toezicht van de grafmaker of een afvaardiging van de
gemeentelijke technische dienst.

Art. 9.5.4.

Het is verboden een fundering te maken voor het ondersteunen van de grafzerken.

VERGUNDE GROND

Art. 9.5.5.

De eventuele zerken die hierop zullen geplaatst worden dienen te voldoen aan de
voorschriften van ons bestuur wat betreft de hoogte, breedte en lengte.

Hoogte: maximum 1,20m te rekenen vanaf het maaiveld

Breedte: 0,99m voor een enkele zerk en 1,99m voor een dubbele zerk

Lengte: 2m

Art. 9.5.6.

De onderbouw van de grafzerken dient op dezelfde hoogte te zijn aangebracht als deze
van het eerste graf of dezelfde rij als de betreffende zerk.

Het eerste graf van een rij dient te worden aangelegd onder toezicht van de grafmaker of
van een afgevaardigde van de gemeentelijke technische dienst.

KELDERGRONDEN

Art. 9.5.7.

In de grafkelders worden lijken horizontaal bijgezet op een diepte van tenminste 0,8m.

Het aanleggen van graven boven de grond is verboden behoudens bijzonder verlof van
de provinciegouverneur verleend op eensluidend advies van de provinciale
gezondheidsinspectie, en behoudens de afwijkingen volgend uit de wet.

Bijzettingen in bouwwerken als bedoeld in het tweede lid, die nu zouden bestaan, mogen
nochtans verder plaats hebben zoals in het verleden.

Algemeen politiereglement Lebbeke 98


Art. 9.5.8.

De percelen geconcedeerd voor het begraven in een grafkelder hebben een oppervlakte
van 1 x 2,5m = 2,5m².

Gaat het om een grafkelder voor het begraven van twee personen worden de lijken
boven elkaar begraven.

Er mogen hoogstens 2 lijken boven elkaar begraven worden.

In de reeds bestaande kelders mogen, zo de bouw van deze kelders dit toelaat,
hoogstens 4 lijken boven elkaar begraven worden.

Art. 9.5.9.

De grafzerken dienen aan de sluiten. Er mag bijgevolg geen plaats tussen de zerken
openblijven.

Art. 9.5.10.

De werkplaats die geopend wordt met het oog op de bouw van de grafkelder moet
behoorlijk aangeduid zijn.

De kuil mag slechts open blijven gedurende de tijd nodig voor de bouw van de
grafkelder, die niet langer dan 14 kalenderdagen mag duren.

Art. 9.5.11.

Het lijk dat bestemd is om in een grafkelder te begraven, en waarvan de bouw nog niet
is afgewerkt, zal voorlopig geplaatst worden in de gemeentelijke grafkelder en dit voor
een maximumduur van 30 dagen.
Art. 9.5.12.

Een grafkelder mag maar opengedaan worden voor een latere bijzetting en mits toelating
van de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Het parket kan, in wel bepaalde gevallen, bevelen tot opening van een kelder over te
gaan.

URNENVELD

Art. 9.5.13.

Urnen van gecremeerde lijken kunnen begraven worden op het urnenveld ofwel

I. op onvergunde grond

II. op vergunde grond

Art. 9.5.14.

De percelen voor het begraven van een urne hebben een eenvormige oppervlakte van
50cm op 50cm.

Algemeen politiereglement Lebbeke 99


De urne wordt begraven op een diepte van minstens 80cm.

Het grafteken wordt uitgevoerd in graniet, gemaakt uit platen van 3cm dikte.

De bovenplaat is 50cm op 50cm.

De voorzijde-plaat van de grafsteen heeft 4 cm hoogte op een breedte van 46cm.

De twee zijkantplaten hebben een hoogte gaande van 10cm aan de achterzijde naar 4cm
aan de voorzijde, met een totale breedte van 46cm.

De achterzijde-plaat heeft een lengte van 40cm op een hoogte van 10cm.

Het grafteken wordt op een betonnen ondergrond geplaatst van 46cm op 46cm.

Op de graftegels mag een foto aangebracht worden. Beplantingen of andere versierselen


zijn verboden.

De tekst zal op de graftegel aangebracht worden.

Art. 9.5.15.

Op een onvergund perceel wordt één urne begraven.

Op een vergund perceel kunnen maximum twee urnen begraven worden.

Art. 9.5.16.

Het is verboden om rond de graftegel een andere bedekking aan te brengen dan degene
die is aangebracht door de gemeente.

COLUMBARIUM

Art. 9.5.17.

Urnen van gecremeerde personen kunnen bijgezet worden in het columbarium ofwel

- in een onvergunde columbariumnis


- in een vergunde columbariumnis

Art. 9.5.18.

In een onvergunde nis zal er maar één urne mogen geplaatst worden voor een maximum
duur van 15 jaar.

Art. 9.5.19.

In een vergunde nis kunnen twee urnen worden bijgezet.

Algemeen politiereglement Lebbeke 100


Art. 9.5.20.

Een granietsteen moet de volledige nis bedekken. De tekst zal in de tegel gegraveerd
worden in witte of grijze kleur. Het graveren is altijd ten laste van de nabestaanden en
gebeurt na voorafgaandelijke verwittiging aan ons bestuur.

Bij de vierkante columbariumnis wordt de afdekplaat geleverd en geplaatst door de


nabestaanden.

Bij de zeshoekige columbariumnis wordt de afdekplaat geleverd en geplaatst door het


gemeentebestuur. De zeshoekige afdekplaat is onderhevig aan het retributiereglement.

Art. 9.5.21.

Behalve de inscripties is het enkel toegelaten om op de afdekplaat een symbool en/of


een foto aan te brengen van de overledene en een bloemenhouder.

Alle andere versierselen zijn verboden.

STROOIWEIDE

Art. 9.5.22.

De asverstrooiing gebeurt d.m.v. een asverstrooiingstoestel, bediend door een


gemeentelijke aangestelde.

Art. 9.5.23.

Op de strooiweide worden geen concessies toegestaan en mogen nabestaanden of


eender wie geen enkel kenteken of gelijk welke versiering aanbrengen.

Het onderhoud van de strooiweide is ten laste van de gemeente

Art. 9.5.24.

Aan de strooiweide zijn herdenkingszuilen opgericht. Op vraag van de nabestaanden kan


een naamplaatje worden aangebracht. Het naamplaatje wordt aangebracht door het
gemeentebestuur en is onderhevig aan het retributiereglement.

KINDERKERKHOF

Art. 9.5.25.

Voor de begravingen in volle grond van het stoffelijk overschot van kinderen jonger dan
7 jaar wordt, met uitzondering van het urnenveld, een afzonderlijk perceel grond
aangeworven.

Art. 9.5.26.

Er wordt uitsluitend begraven op onvergunde grond.

Algemeen politiereglement Lebbeke 101


De begravingen krijgen een minimum duur van 50 jaar. De termijn kan uitgebreid
worden zo de omvang van het kerkhof dit toelaat.

Art. 9.5.27.

Volgende afmetingen dienen te worden nageleefd:


Lengte: 0,80m

Breedte: 0,60m

Hoogte: 0,70m

EREPARK

Art. 9.5.28.

Het erepark van Lebbeke-centrum is bestemd voor begraving in volle grond, bijzetting in
het columbarium of uitstrooiing op de strooiweide.
Het erepark van Denderbelle en Wieze is bestemd voor begraving in volle grond of
bijzetting in het columbarium.

Er worden geen concessies toegestaan.

Art. 9.5.29.

De graftekens worden op uniforme wijze geplaatst door de betrokken familieleden van de


overledenen. De grafsteen wordt vervaardigd uit ongepolijste blauwe arduin.
De zwart-wit foto wordt aangebracht in de rechterbovenhoek. De Belgische vlag komt in
de linkerbovenhoek. Afhankelijk van de ideologische en filosofische overtuiging komt het
kruis, de fakkel of de ster eveneens in de linkerbovenhoek.
De tekst op de plaat moet op uniforme wijze worden aangebracht.

Art. 9.5.30.

De afdekplaat voor de columbariumnis wordt geplaatst door de nabestaanden en wordt


vervaardigd uit zwarte graniet.
De tekst op de plaat moet uniform in zilver witte kleur worden aangebracht.

De zwart-wit foto komt in de rechterbovenhoek, de Belgische vlag in de linkerbovenhoek.

9.6. ALGEMENE BEPALINGEN

Art. 9.6.1.

De graftekens en hun omgeving moeten voortdurend in perfecte staat van bewaring,


onderhoud en reinheid gehouden worden.

De verantwoordelijke families of belanghebbenden moeten elk grafteken dat bouwvallig


is, doen herstellen of wegnemen. Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling wordt

Algemeen politiereglement Lebbeke 102


op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot de afbraak of tot de
wegneming van de materialen op kosten van de ingebreke gebleven families.

Het onderhoud van de graven op geconcedeerde grond rust op belanghebbenden. Het


onderhoudsverzuim wordt door de burgemeester in een akte geconstateerd, die een jaar
lang aangeplakt blijft aan het graf en aan de ingang van de begraafplaats.

Na het verstrijken van de termijn en bij niet herstelling zal bij besluit van het college een
einde worden gemaakt aan de concessie. De materialen die door verzoek niet worden
weggenomen worden eigendom van de gemeente.

Art. 9.6.2.

Het aanbrengen van grafschriften, zoals levensbeschouwelijke en godsdienstige


symbolen is vrij. Zij mogen echter niet in strijd zijn met de eerbied aan de doden
verschuldigd.

Art. 9.6.3.

Het maken van afsluitingen of omheiningen rond een graf is verboden, eveneens het
maken van kniel- en zitbanken aan de graven.

Art. 9.6.4.

Beplantingen en bloemen mogen niet over de aanpalende graven, noch over de wegen
hangen. Het planten van bomen en heesters is verboden. Verwelkte bloemen en planten,
evenals verwaarloosde bloemstukken zullen ambtshalve verwijderd worden.

Art. 9.6.5.

De materialen tot het oprichten van graftekens moeten geheel afgewerkt aangevoerd
worden, klaar om onmiddellijk geplaatst te worden. Eventuele inscripties dienen mede op
de graftekens aangebracht te zijn.

De gekozen materialen mogen het algemeen uitzicht van de begraafplaats niet storen. Zij
moeten kleurvast en weerbestendig zijn.

Art. 9.6.6.

Zij die graftekens plaatsen moeten ervoor zorgen dat:

1. geen aarde, materiaal, bouwstukken of andere voorwerpen op de graven terecht


komen of erop gelegd worden.
2. begonnen werken zonder onderbreking worden uitgevoerd en geen materialen
noch materieel op de begraafplaats te laten na 17.00 uur. Uitzonderingen kunnen
door de burgemeester toegelaten worden.
3. boompjes of beplantingen niet worden gebruikt als aanhechtingspunten voor
stellingen, koorden, kabels en dergelijke;
4. de overblijvende aarde en andere voorwerpen verzameld en gebracht worden op
plaatsen door het gemeentepersoneel aangewezen.
5. de grafzerken onderhouden (met uitsluiting van het erepark) en indien nodig
hersteld worden door de eigenaars.

Art. 9.6.7.

Algemeen politiereglement Lebbeke 103


Degenen die aangesteld zijn tot het plaatsen van zerken of gedenktekens, zullen hun
materialen op het kerkhof mogen aanbrengen met een aangepast voertuig, met dien
verstande dat zij aan de wegen of aan de andere graven geen schade berokkenen.

Het is verboden met de voertuigen op de graspleinen te rijden of ze er te parkeren.

Art. 9.6.8.

De persoon/firma die belast is met het plaatsen van een grafzerk of grafkelder, dient
vooraf de toelating te vragen op het gemeentehuis (dienst burgerlijke stand) door
middel van een aanvraagformulier. Na het bekomen van de nodige toelating zal deze
zich voor de aanvang der werken in verbinding stellen met de door de gemeente
aangestelde grafmaker.

9.7. ONTGRAVINGEN.

Art. 9.7.1.

Behoudens de ontgravingen door de gerechtelijke overheid bevolen, mag geen


ontgraving worden verricht dan met een schriftelijke toelating van de burgemeester.

Het recht verschuldigd bij ontgraving wordt vastgesteld door het retributiereglement. Alle
kosten zijn ten laste van de aanvragers.

Art. 9.7.2.

De ontgraving is slechts toegelaten:

1. om een lijk of de urne over te brengen van een al dan niet-geconcedeerd graf
naar een geconcedeerd graf
2. op bevel van de gerechtelijke overheid
3. wegens een bestuurlijke beslissing.

Art. 9.7.3.

De aanvraag tot ontgraving dient door de nabestaande schriftelijk te worden gericht aan
de burgemeester.

Onverminderd het recht van de burgemeester om in de toelating bijzondere voorwaarden


op te leggen, moeten steeds volgende beschikkingen worden nageleefd:

1. dag en uur waarop de ontgraving zal geschieden worden in overleg met de dienst
van de begraafplaatsen vastgesteld;
2. het grafteken, de beplantingen en alle andere voorwerpen die het openleggen van
het graf kunnen bemoeilijken of beletten moeten verwijderd worden vooraleer tot
opgraving wordt overgegegaan;
3. het openleggen van het graf, het openen van de grafkelders, het lichten van de
kist uit het graf en het vullen van de kuil geschieden door de zorgen van de
gemeente;

Algemeen politiereglement Lebbeke 104


4. het openen van de nis, het uitnemen van de urne en het terug sluiten van de nis,
geschieden door de zorgen van de gemeente.

Art. 9.7.4.

Indien de staat van de opgegraven kist het vereist, schrijft de burgemeester voor, dat ze
hernieuwd wordt of dat elke maatregel wordt genomen die van aard is de welvoeglijkheid
of de openbare orde en gezondheid te beschermen.

Art. 9.7.5.

Het is niet toegelaten een lijk te ontgraven om het een graf te geven van kortere duur
dan degene die oorspronkelijk werd bepaald.

Art. 9.7.6.

Indien het op te graven lijk naar een andere begraafplaats op het grondgebied of naar
die van een andere gemeente moet overgebracht worden, is het verplicht de opgegraven
kist in een hermetisch gesloten omhulsel te plaatsen alvorens zij mag vervoerd worden.

Voor het vervoer is er toelating nodig van de burgemeester.

Art. 9.7.7.

Voor crematie na opgraving is het verlof tot ontgraving vereist. Na het verlenen van dit
verlof wordt een behoorlijk gemotiveerde aanvraag om verlof tot crematie door de
ambtenaar van de burgerlijke stand doorgestuurd aan de procureur des Konings.

9.8 ADMINISTRATIEVE SANCTIES

Art. 9.8.

De inbreuken op de bepalingen van hoofdstuk 9, voor zover niet voorzien van een
bijzondere sanctie, kunnen gesanctioneerd worden met een administratieve geldboete
van maximum 250,00 EUR.

Algemeen politiereglement Lebbeke 105


HOOFDSTUK 10 - WACHTBEKKENS

Art. 10.1.

De benaming wachtbekkens slaat op de ruimte voorzien in 5 gebieden, allen gelegen op


het grondgebied Lebbeke en zich situeren :

- zone 1: wachtbekken waterloop N° 5.001 Fochelstraat (deel stroomopwaarts,


deel stroomafwaarts);
- zone 2: wachtbekken waterloop N° 5.001 Vondelbeek;
- zone 3: wachtbekken waterloop N° 5.009 Steenbeek;
- zone 5: wachtbekken waterloop N° 5.004 Kleine beek;
- zone 6: wachtbekken waterloop N° 5.001 verbinding met de Steenbeek.

Art. 10.2.

Alle gebruikers van de wachtbekkens, individueel of in groep, worden verondersteld


kennis te hebben genomen van dit hoofdstuk.

Art. 10.3.

De wachtbekkens zijn gratis toegankelijk voor het publiek. Toegang kan worden
verboden aan personen die zich niet schikken naar de respectievelijke reglementen van
inwendige orde.

Art. 10.4.

De bezoekers van de wachtbekkens dienen een correcte gedragslijn te volgen.

Art. 10.5.

Het is verboden de wandelpaden of de bruggen te verlaten.

Art. 10.6.
Het is verboden voorwerpen, papier, afval en dergelijke achter te laten in de
wachtbekkens. Papier en afvalmanden zijn voorzien.

Art. 10.7.

Het is verboden beschadigingen, van welke aard ook aan de infrastructuur of aan de
fauna en flora aan te brengen. Het is verboden beplantingen of bomen in het algemeen
te beschadigen of te vernielen.

Art. 10.8.

Onvrijwillige beschadigingen dienen door de betrokkene onmiddellijk aan het


gemeentebestuur gemeld te worden.

Algemeen politiereglement Lebbeke 106


Art. 10.9.

Het is verboden zich met rijwielen, bromfietsen of motors in de wachtbekkens te


begeven.

Art. 10.10.

Het is verboden publiciteit of reclame, onder welke vorm dan ook, op te hangen of
tentoon te spreiden in de wachtbekkens.

Art. 10.11.

Het is verboden om de rust te verstoren door het gebruik van geluidsinstallaties, radio‟s
of gelijkaardige apparatuur.

Art. 10.12.

In de wachtbekkens moeten de huisdieren aan de leiband gehouden worden.

De bepalingen van artikel 1.6.3.7 zijn hier eveneens van toepassing.

Art. 10.13.

De wandelaars of bezoekers van de wachtbekkens die de bepalingen van onderhavig


reglement niet naleven of wier gedrag opspraak verwekt, kunnen verplicht worden de
wachtbekkens te verlaten. Verdere toegang kan hen geweigerd of ontzegd worden voor
onbepaalde tijd.

Art. 10.14.

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden: op de


vijvers in de wachtbekkens te varen, te zwemmen, te duiken, of eender welke andere
watersport te beoefenen, te schaatsen of het ijs te betreden.

Art. 10.15.

De inbreuken op de bepalingen van hoofdstuk 10 kunnen gesanctioneerd worden met


een administratieve geldboete van maximum 250,00 EUR.

Algemeen politiereglement Lebbeke 107


HOOFDSTUK 11 - BEPALINGEN BETREFFENDE DE
ADMINISTRATIEVE SANCTIES

AFDELING 1 - TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 11.1.

Dit hoofdstuk is van toepassing op de politiereglementen of verordeningen van de


gemeente Lebbeke die aanleiding kunnen geven tot een administratieve sanctie.

AFDELING 2: SANCTIONERENDE AMBTENAAR

Artikel 11.2.

De gemeenteraad wijst in een afzonderlijk besluit een ambtenaar aan die bevoegd is voor
het opleggen van de administratieve geldboete.

AFDELING 3 - HERHALING

Artikel 11.3.

De persoon die, na met een administratieve geldboete te zijn gesanctioneerd, eenzelfde


overtreding begaat binnen de twaalf maanden nadat ze uitvoerbare kracht heeft
gekregen overeenkomstig artikel 119bis, §11, Nieuwe Gemeentewet, wordt
gesanctioneerd met een geldboete die het dubbele ervan bedraagt, met een maximum
van 250 EUR. Dit artikel is niet van toepassing op minderjarigen.

Artikel 11.4.

De persoon, eigenaar van een instelling, aan wie reeds tweemaal een administratieve
boete werd opgelegd naar aanleiding van een overtreding die verband houdt met die
instelling, kan worden gesanctioneerd met de administratieve sluiting van de instelling
gedurende een termijn van maximum drie maanden.

AFDELING 4 - SAMENLOOP VAN VERSCHEIDENE OVERTREDINGEN


BINNEN ÉÉN REGLEMENT OF VERORDENING

Artikel 11.5.

In geval van samenloop van verscheidene overtredingen waarvoor administratieve


geldboetes voorzien zijn, wordt het bedrag van de som van de verschillende geldboeten
opgelegd, zonder dat deze boete het bedrag van 250,00 EUR te boven mag gaan, of
125,00 EUR indien het een minderjarige betreft die de volle leeftijd van 16 jaar heeft
bereikt op het gebruik van de feiten. Er wordt dus slechts één administratieve geldboete
opgelegd per reglement.

Artikel 11.6.

Bij samenloop van een overtreding waarvoor een administratieve geldboete voorzien is
én een overtreding waarvoor een administratieve schorsing of intrekking van een door de
gemeente afgeleverde toestemming of vergunning of een administratieve sluiting van
een instelling, wordt alleen de schorsing, intrekking of sluiting uitgesproken.

Algemeen politiereglement Lebbeke 108


AFDELING 5 - VERZACHTENDE OMSTANDIGHEDEN

Artikel 11.7.

Indien er verzachtende omstandigheden zijn, kunnen de administratieve geldboetes


worden verminderd. Deze bepaling geldt niet bij feiten die bij herhaling zijn gepleegd.

AFDELING 6 - DE ADMINISTRATIEVE GELDBOETE

Artikel 11.8.

§1. De administratieve procedure wordt overeenkomstig artikel 119bis, §9 van de nieuwe


gemeentewet opgestart door middel van een ter post aangetekend schrijven aan de
overtreder.

§2. De overtreder wordt in kennis gesteld van de feiten, die hem ten laste worden
gelegd, evenals van een kopie van het proces-verbaal of bestuurlijk verslag. In de
kennisgeving wordt de overtreder eveneens gewezen op de mogelijkheid tot inzage van
zijn dossier en tot bijstand door een raadsman.

§3. De overtreder dient zijn verweerschrift, met een eventueel verzoek tot mondelinge
verdediging van zijn zaak, ook bij een ter post aangetekende zending te versturen
uiterlijk de vijftiende dag na de dag van ontvangst van de kennisgeving bedoeld in de
vorige paragraaf.

§4. Het verzoek tot mondelinge verdediging van zijn zaak is enkel mogelijk indien het
een overtreding betreft die gesanctioneerd wordt met een geldboete die hoger is dan
62,50 euro.

§5. De aangewezen ambtenaar bepaalt in dit geval de dag waarop dit mondeling
onderhoud plaatsvindt, rekening houdend met het feit dat het onderhoud binnen de
twintig werkdagen, te rekenen van de datum van verzending van het verweerschrift,
moet plaatsvinden.

Artikel 11.9.

De betrokkene wordt met een aangetekend schrijven in kennis gesteld van de beslissing
van de sanctionerende ambtenaar.

Artikel 11.10.

Naast de kennisgeving van de beslissing, bedoeld in artikel 12, wordt de betrokkene


geïnformeerd over:
- de wijze waarop de administratieve geldboete kan betaald worden, hetzij door het
bijgevoegde
overschrijvingsformulier, hetzij contant in handen van de gemeenteontvanger;
- zijn beroepsmogelijkheden.

Algemeen politiereglement Lebbeke 109


AFDELING 7 - DE BEMIDDELINGSPROCEDURE

Artikel 11.11.

Overeenkomstig artikel 119ter van de nieuwe gemeentewet wordt een


bemiddelingsprocedure ingesteld die tot doel heeft de dader van de inbreuk de
mogelijkheid te bieden de schade die hij/zij heeft aangebracht te herstellen of te
vergoeden.

Artikel 11.12.

De bemiddelingsprocedure wordt gevoerd door de sanctionerende ambtenaar, waarvan


sprake in artikel 2van dit reglement.

Artikel 11.13.

Het staat de sanctionerende ambtenaar vrij alle vereiste maatregelen te nemen en


contacten te leggen teneinde de opgestarte bemiddelingsprocedure tot een goed einde te
brengen.

Artikel 11.14.

Van de gevoerde bemiddelingsprocedure en het resultaat hiervan, wordt een verslag


opgemaakt door de sanctionerende ambtenaar, en dit uiterlijk binnen de 10 dagen na het
verstrijken van de termijn van 15 dagen waarbinnen de dader het schriftelijk bewijs van
vergoeding of herstelling van de schade dient te leveren. Van dit verslag wordt minstens
melding gemaakt in de uiteindelijke beslissing van de sanctionerende ambtenaar.

Artikel 11.15.

Indien door de dader tot (schriftelijk bewezen) vergoeding of herstelling van de schade
werd overgegaan, kan de sanctionerende ambtenaar overwegen om een minder zware
boete of helemaal geen sanctie op te leggen.

Artikel 11.16.

Bovenstaande bemiddelingsprocedure is verplicht te volgen bij de administratieve


sanctionering van alle inbreuken begaan door minderjarigen die de leeftijd van 16 jaar
bereikt hebben op het ogenblik van het plegen van de feiten.

AFDELING 8 - DE ADMINISTRATIEVE SCHORSING VAN EEN DOOR


DE GEMEENTE AFGEGEVEN TOESTEMMING OF VERGUNNING, DE
ADMINISTRATIEVE INTREKKING VAN EEN DOOR DE GEMEENTE
AFGEGEVEN TOESTEMMING OF VERGUNNING, EN DE TIJDELIJKE OF
DEFINITIEVE ADMINISTRATIEVE SLUITING VAN EEN INRICHTING.

Artikel 11.17.

Indien de inbreuk gesanctioneerd wordt door een schorsing, intrekking van de


vergunning of sluiting van de instelling, stuurt de aangewezen ambtenaar het proces-
verbaal door naar het college van burgemeester en schepenen.

Algemeen politiereglement Lebbeke 110


Artikel 11.18.

De aangewezen ambtenaar verstuurt een voorafgaande waarschuwing. Hierin staat dat


er een inbreuk werd vastgesteld en dat een sanctie zal opgelegd worden indien de
inbreuk wordt gehandhaafd of bij een volgende inbreuk. De waarschuwing moet een
uittreksel bevatten van het overtreden reglement en dient per post aangetekende brief te
gebeuren.

Artikel 11.19.

Vervolgens wordt aan de overtreder door per post aangetekende brief of brief tegen
ontvangstbewijs meegedeeld dat er aanwijzingen zijn dat er nog steeds een inbreuk is en
dat het college overweegt een sanctie (schorsing of intrekking van de vergunning,
sluiting van de instelling) op te leggen. Bij deze mededeling deelt men ook mee waar en
wanneer het dossier kan worden ingekeken, waar en wanneer betrokkene zal worden
gehoord, en dat hij zich mag laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman.

Artikel 11.20.

De hoorzitting kan maar plaatsvinden als de meerderheid van het college van
burgemeester en schepenen aanwezig is. De hoorzitting wordt genotuleerd en de
aanwezigen worden bij het einde van de zitting uitgenodigd de notulen te ondertekenen.

Artikel 11.21.

Bij het nemen van de beslissing zijn in het college van burgemeester en schepenen
minstens vijf dezelfde leden aanwezig als tijdens de hoorzitting.

Artikel 11.22.

De kennisgeving van de sanctie wordt ondertekend door de burgemeester en de


gemeentesecretaris. Deze sanctie wordt aan de overtreder ter kennis gebracht door een
aangetekende brief, ofwel door overhandiging tegen ontvangstbewijs.

AFDELING 9 - BIJKOMENDE MAATREGELEN

Artikel 11.23.

Bij overtreding, en wanneer ieder uitstel gevaar kan opleveren, wordt de eigenaar of de
verantwoordelijke hiervan, door een bevel van de burgemeester verzocht de opgelegde
werken uit te voeren.
Indien binnen de tien dagen na de ontvangst van dit bevel niet werd overgegaan tot
uitvoering van de voorziene werken, zal de burgemeester hiertoe van ambtswege
overgaan, zonder verdere verwittiging en op kosten en risico van de overtreder.

Algemeen politiereglement Lebbeke 111

Vous aimerez peut-être aussi