Vous êtes sur la page 1sur 5

Lesvoorbereidingsformulier

Naam student: Leandros Sidiropoulos

Stageschool: OBS Brandevoort

Klas: 1D

Mentor: Agnes Lindhout

Stagedocent: Henritte Janssen

Groep: 1/2

Datum: 31-03-2015

Vak-/vormingsgebied: Levensbeschouwing

Onderwerp van de les:


Dromen/nachtmerries

Persoonlijke leerdoelen:
Ik wil deze les passende didactische werkvorm toepassen.
- Een kringgesprek
- Collage maken, (Rompay Van, J. 25/03/2015)
- Evaluatie kring
Lesdoelen:
-

De kinderen oefenen met het luisteren naar een verhaal en daar vragen over te
beantwoorden.
Dit evalueer ik door vragen te stellen over het verhaal en te beoordelen of ze het verhaal
begrepen hebben.
De kinderen oefenen met het formuleren van gevoelens over het onderwerp
dromen/nachtmerries.
Dit evalueer ik door veel open vragen te stellen aan de kinderen zoals:
Waar ging jouw droom over?
Wanneer vind jij het een fijne droom?
Waarom vind je een droom (niet) fijn?
Hoe komt het dat je droomt, denk je?
Kunnen dromen uitkomen, denk je?
De kinderen kunnen zich aan het eind van de les inleven in de hoofdpersoon.

Beginsituatie:
Mijn groep 1-2 bestaat uit 29 kinderen. Er zijn 12 jongens en 17 meisjes. De kinderen zijn
tussen de 4 en 6 jaar oud. De school heeft drie omgangsregels:

Wij gaan correct met elkaar om.

Wij gaan prettig met elkaar om.

Ik verbeter de omgang.
Ze weten heel goed dat ze zich aan deze regels moeten houden, dus tijdens deze les kan ik
daarop terugkomen.
DS & JB zijn twee jongens die mij zullen gaan uitproberen. Ik moet ze kort houden en zonder
emotie (vooral bij DS) corrigeren. Ik geef duidelijk mijn grens aan, zij hebben dat gewoon
nodig. Ik weet dus dat (vooral DS) ik uitgeprobeerd word, en heb met Agnes overlegd hoe ik
hier het beste mee om kan gaan. Ik heb hier ervaring mee opgedaan en heb de juiste manier van
handelen gevonden. Ik moet DS korter corrigeren en JB goed blijven aanspreken op zijn gedrag.

Leandros Sidiropoulos Studentnummer: 2597179 Klas: 1D OBS


Brandevoort, Groep 7

Tijd:
Lesopbouw
Stap 1 (verhaal vertellen of voorlezen)
Inleiding:
Ik vertel aan de kinderen dat ik thuis aan het zoeken was naar een kistje.
In dat kistje zaten een paar boeken die mijn mama en papa soms voorlazen.
En nou kwam ik dit super leuke boek tegen van Jip & Janneke.
Daar staan cht veel verhaaltjes in.
En een verhaaltje, dat gaat over een griezelige reus.
Jip heeft een nieuw boek en daar staan sprookjes met plaatjes in. En in een van die
sprookjes komt een griezelige reus voor. Ik zal het eens voor gaan lezen!
Ik lees het verhaal voor.

5 7 min

Stap 2 (vragen stellen ter controle)


Ik ga met de gele kaarten die we in de klas hebben vragen stellen over het verhaal.
Ik kies ervoor om elke vraag te laten beantwoorden door een ander kind, zo krijg ik
een beter beeld of de kinderen het begrepen hebben.

2 min

Stap 3 (praten over n onderwerp uit het verhaal)


Ik ga met de kinderen in gesprek over het onderwerp dromen (en nachtmerries). Ik
kies ervoor om nachtmerries erbij te nemen, omdat dit een lastig woord is
(verrijking van de woordenschat) en omdat het een soort droom is.
Ik stel vragen zoals:
Wat zijn dromen?
Zijn dromen altijd fijn? Hoe heet een niet fijne droom?
Wanneer is een droom fijn? Wanneer is een droom niet fijn?
Vind je het fijn om te dromen? Waarom (wel of niet)?
Wie droomt er niet? (Ik droom heel soms)
Kunnen dromen uitkomen, denk je?
Wat is je leukste droom?
Wat is je ergste nachtmerrie?

10 min

Stap 4 (terugkoppelen naar het verhaal)


In deze laatste stap koppel ik terug naar het verhaal.
Zou Jip zich ook zo voelen als jullie een nachtmerrie hebben?
Wat zou je doen als je Jip was?
Zou je ook naar mama (of papa) gerent zijn?
In deze stap sluit ik af met het uitleggen van de verwerking.
Ik leg uit dat de kinderen allemaal een wolkje krijgen.
Waarom zouden jullie een wolkje krijgen, denken jullie?
In dat wolkje mag je je leukste droom, of je ergste nachtmerrie tekenen.
Die plakken we dan op een grote kartonne plaat, zodat we een collage aan
dromen/nachtmerries krijgen.
Dat werkje mag je aan de blauwe tafel doen.
Dan begeleid ik het kiezen. De hulpjes eerst, en dan houd ik de volgorde van de
smileys op het kiesbord aan. Ik ga achter mijn stoel staan zodat ik het overzicht
houd. Na het kiezen, gaat iedereen naar zijn/haar werkje en maak ik een rondje om
te kijken of iedereen aan de slag kan.

5 min

2 min

5 min

Dan ga ik gerichte vragen stellen aan de kinderen die mijn werkje doen, om te
achterhalen wat ze gaan tekenen.

Leandros Sidiropoulos Studentnummer: 2597179 Klas: 1D OBS


Brandevoort, Groep 7

Leandros Sidiropoulos Studentnummer: 2597179 Klas: 1D OBS


Brandevoort, Groep 7

Leeractiviteiten kinderen
De kinderen luisteren naar
mijn verhaaltje.
De kinderen beantwoorden
vragen over mijn verhaaltje.
De kinderen gaan in gesprek
met mij in een kring over het
onderwerp dromen.
De kinderen proberen zich in
te leven in de hoofpersoon.
De kinderen luisteren naar
mijn uitleg over de
verwerking.

Interventies leraar

Materialen, hulpmiddelen,
organisatie

Ik vertel mijn verhaal.


Ik stel vragen over mijn
Jip & Janneke boek
verhaal met de gele platen.
Kring
Ik begeleid het gesprek met de Kiesbord
kinderen door vragen te stellen
die ik voorbereid heb.
Ik stimuleer de kinderen zich
in te leven in de hoofdpersoon
door vragen te stellen.
Ik leg mijn verwerking uit.

Verantwoording les:
Voordat ik het verhaal ga vertellen, leid ik het in door kort te benoemen waar het verhaal over
gaat. Zo krijgen de kinderen al wat informatie vooraf, waardoor ze een beter beeld hebben bij
wat er komen gaat.
Tijdens mijn les heb ik rekening gehouden met de vier stappn van een levensbeschouwelijk
gesprek:
1. Verhaal voorlezen / vertellen.
2. Vragen stellen waarvan de antwoorden direct uit het boek komen. Dit is ter controle
of de kinderen goed hebben geluisterd. Ik stel vragen zoals: Wie is de hoofdpersoon?
Waar speelt het verhaal zich af?
3. Je gaat praten over n onderwerp uit het verhaal.
4. Ten slotte koppel je terug naar het verhaal. Je stelt vragen zoals: Wat zou je doen als
je Jip was?

Leandros Sidiropoulos Studentnummer: 2597179 Klas: 1D OBS


Brandevoort, Groep 7

Reflectie student
Ik heb eerst duidelijk gemaakt aan de kinderen wat we gaan doen. Ik heb een verhaal verteld
over de griezelige reus. Om te beginnen, ben ik de fantasie van de kinderen gaan stimuleren,
door te vragen waar het verhaal over zou kunnen gaan. JB kreeg geen beurt en aan het einde
hoorde ik dat hij zuchtte. JB draaide zich vaak om, ik moest dat vaak corrigeren. Daar heb ik het
met Agnes over gehad en we hebben geconcludeerd dat ik hem meer positieve feedback mag
geven, draait bloeit hij van op. Dit werkt ook bij DS zo, dus daar ga ik ook meer op letten. Ik
dacht eerst dat ik juist bij DS dat niet moest doen, maar dat heb ik anders opgepakt dan bedoeld
was. Ik heb goed de vragen gesteld tijdens stap 2. Maar dat duurde te lang, dat had ik korter
mogen aanpakken. Tijdens stap 3 heb ik de laatste vragen niet kunnen behandelen. Dat kwam
omdat ik van te voren te lang de tijd heb genomen, en daardoor de betrokkenheid van de
kinderen zag dalen. Ze gaven aan dat ze wilden werken, dat zeiden ze letterlijk. Daardoor heb ik
stap 4 dus niet kunnen uitvoeren en daarom heb ik mijn lesdoel niet behaald.
Ik heb ervoor gekozen om dit te doen, omdat ik de verwerking nog moest uitleggen (waar ik de
betrokkenheid terugpakte). En ik kon tijdens de verwerking nog ingaan op het fenomeen
dromen. De output van de kinderen op de vragen die ik wel heb kunnen stellen was wel iets wat
mij voldoening gaf. Ik merkte dat ze echt zelf durfden te vertellen (veilig klimaat). Ik merk dus
in mijn lessen dat ik een goede relatie heb opgebouwd met de kinderen, voor mij is dit een teken
dat ik meer de verdieping in kan gaan met de kinderen en dus ook meer uit de kinderen kan
halen.
Reflectie mentor
Je bent duidelijk in wat er gaat gebeuren en in wat je van de kinderen verwacht. Je straalt rust uit
en dat werkt door op de kinderen. Tijdens het voorlezen en het nabespreken van het verhaal is er
een prettige rust in de groep.
Nabespreking is heel duidelijk met gebruik van de pictos die de kinderen kennen van de
boekenkring. Je pakt goed door als blijkt dat kinderen een verschillend beeld hebben over de
afloop van het verhaal.
In de manier waarop je Casper corrigeert zie ik groeiend zelfvertrouwen. Je bent veel duidelijker
zonder daarbij je kalmte te verliezen.
Vragen naar de ervaringen van kinderen mag iets korter. Duidelijk was merkbaar dat de
concentratie op was. De kinderen gingen aan het wiebelen (ze bleven verder wel rustig).
Uitleg van de verwerking is duidelijk. Als de kinderen aan de slag gaan blijkt dat ze vooral de
wolk inkleuren. Extra instructie is nodig om ze ook daadwerkelijk aan het tekenen te krijgen.
Geheel: leuk wat je uit de kinderen haalt. Ze kunnen veel vertellen over hun eigen dromen en
hebben ook echt een mening bij de vraag of dromen uit kunnen komen of niet.

Leandros Sidiropoulos Studentnummer: 2597179 Klas: 1D OBS


Brandevoort, Groep 7

Vous aimerez peut-être aussi