Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student( Kamiel Franssen
Mentor:
Ine van Hoek
e):
P14EHVC
Datum:
31-3-2015
Klas:
Sint Antonius Abt
Groep:
1/2
Stagesch Acht
Aantal leerlingen:
26
ool:
Plaats:
Vak- vormingsgebied: levensbeschouwing
Speelwerkthema / onderwerp: filosofisch gesprek
Persoonlijk Leerdoel: structuur aan brengen in de les en ik ga letten op mijn mimiek.
Lesdoel(en):
Evaluatie van lesdoelen: Dit lesdoel ga ik controleren door
Productdoel: Aan het eind van de les hebben kinderen een
aan het eind van de les iedereen naar zijn mening te vragen
mening gevormd met wie of wat je wel of geen vrienden kan
waar de grens ligt met het bevriend zijn met mensen, dieren en
zijn,
dingen.
Procesdoel: Aan het eind van de les hebben de leerlingen een
stap gezet in het hebben van een filosofisch gesprek met
klasgenootjes en het uiten van hun mening over een bepaald
onderwerp.
Beginsituatie: De kinderen hebben nog nooit gefilosofeerd in de klas. Er zullen vast kinderen zijn die onbewust al filosofische
gedachtes hebben gehad. De kinderen hebben wel al vaker in groepjes samengewerkt en samen overlegd.
Lesverloop
Tijd
Leerinhoud
Didactische
Leeractiviteit
Materialen / Organisatie
handelingen
Leergedrag leerling(en)
Leraar
2
Dit is Berrie Beer.
Luistern naar het verhaal.
Kring, berrie beer en bloem.
minuten
Berrie Beer heeft
altijd een heleboel
vragen. Hij wordt er
soms wel knetter gek
van. Gelukkig heeft
Berrie een vriend aan
wie hij alles kan
vragen: Bloem. Bloem
is de beste vriend van

3
minuten

Nadenken over de grenzen

met wie of wat je wel of niet
bevriend kan zijn.

3
minuten

Nadenken over de grenzen

met wie of wat je wel of niet
bevriend kan zijn.

3
minuten

Nadenken over de grenzen

met wie of wat je wel of niet
bevriend kan zijn.

6
minuten

Nadenken over de grenzen

met wie of wat je wel of niet
bevriend kan zijn.

Berrie, maar toen zij

een meisje tegen
Berrie: Dat kan
helemaal niet! Je kunt
geen vrienden zijn
met een bloem!
Wat vinden jullie
hiervan? Kan je
vrienden zijn met een
bloem? Waarom wel
of niet?
Maar kan je dan
eigenlijk wel vrienden
zijn met een beer?
Waarom wel of niet?
En met papa en
mama? Kan je daar
vrienden mee zijn?
Waarom wel of niet?
Met wie kan je wel
vrienden zijn dan?
Ik wil dat je overlegt
met de buurman of
buurvrouw links naast
je over deze vraag. Ik
kijk rond of het
overleggen goed
gaat.

En wat vind jij? Met

wie kan je wel
vrienden zijn en met

Bedenken of je vrienden kan zijn

met een bloem en uitleggen.

Vingerstructuur. (= vingers
opsteken wanneer je iets wil
zeggen, vragen, etc.)

Bedenken of je vrienden kan zijn

met een beer en uitleggen.

Vingerstructuur.

Bedenken of je vrienden kan zijn

met papa en mama en
uitleggen.

Vingerstructuur.

Bedenken met wie je wel

vrienden kan zijn en uitleggen.
Overleggen met buurman of
buurvrouw links naast het kind.

Vingerstructuur.

Antwoord geven op de vraag op

basis van het overleg.

wie niet?
3
minuten

Herhalen van
verschillende
meningen van
kinderen.

Invalshoeken van andere

kinderen beluisteren en een
oordeel over vellen.

3
minuten

Berrie wil nu eigenlijk

wel graag weten wat
jullie hebben
besloten. En mag
Berrie ook jullie
vriend zijn? Of mag
Berrie alleen met
jullie spelen?

De informatie waar we zojuist

over hebben gediscussieerd
terugkoppelen naar een situatie
die zich nu in het echt voordoet.

Vingerstructuur.

Persoonlijke reflectie

Feedback mentor
Datum: 31-03-2015