Sterkte- zwakte analyse

Beeldende vorming

B.1 Leerdoelen stellen

3.4 Passende
leerinhouden vanuit
leerlijnen
3.11 Leerprocessen
observeren en
registeren.

De student kiest in zijn

lesontwerp voor passende
leerdoelen (proces- en product)
die:
1. Aansluiten bij leerlijnen,
en
2. Aansluiten bij bestaande
onderwijsprogramma
van de stagegroep.

B.3 Leeractiviteiten
begeleiden
Samenwerking,
zelfredzaamheid

De student toont aan dat hij

leerlingen:
1. Hulp biedt bij het
leerproces,
2. Rekening houdend met
de kenmerken van de
groep.
De student laat ook zien dat
hij
3. De samenwerking
tussen leerlingen
bevordert* en
4. De redzaamheid van
individuele leerlingen
bevordert.

A.3 Leiding geven aan

De student toont aan dat hij

-/+-/+ incl.
toelichting
+
Ik sluit aan bij het
kerndoel. Daarbij heb
ik de juiste leerlijn
gekozen. Ik heb me
beziggehouden met
een bepaalde stijl
namelijk het
surrealisme. De
leerlingen moet
dingen kunnen
benomen op het
schilderij en een
tekening maken op
basis van het
surrealisme. We
hebben niet een vast
onderwijsaanbod op
beeldende vorming.
+
Ik bemoei met niet
echt met de tekening
van de leerlingen.
Het gaat mij er om
dat de leerlingen een
bepaald beeldend
vermogen
ontwikkelen. Daarbij
probeer ik ze te
ondersteunen door
mijn uitleg over de
kunststijl.
Ik houd rekening
gedurende de les.
Er is niet echt een
samenwerking tussen
de leerlingen. Ze
leren wel op elkaars
kunstwerk te
reflecteren. Daarbij
ondersteunen ze
elkaar. Ik geef
beurten weg en die
leerlingen mogen wat
zeggen over de kunst
van de andere
leerlingen.
+/-

het groepsproces
1.1 Zicht op groepjes
leerlingen
1.3 Effectieve
leraarcommunicatie

1. Samenwerkend/coperat
ief leren tijdens de
onderwijsactiviteiten
bevordert* en dat hij
2. Kinderen aanspreekt op
gedrag, hen positief
stimuleert en zicht
houdt op alle groepjes
leerlingen.

A.4 Interactie
aangaan met de
groep
3.12 Feedback aan
leerlingen

De student
1. Evalueert de
onderwijsactiviteiten
met kinderen en
2. Geeft feedback aan
leerlingen op het
samenwerkingsproces
en/of op de gestelde
leerdoelen (proces- en
product).

B.2 Leeractiviteiten
ontwerpen
3.6 werkvormen en
groeperingsvormen
4.6 leeromgeving
inzichten

De student maakt zichtbaar

dat hij voor aanvang van de
lesactiviteiten benodigde
materialen en leermiddelen
klaar zet.

Het is niet een geheel

coperatieve les. De
leerlingen leren wel
samen op elkaars
werk te reflecteren.
Ze gaan ook samen
zoeken naar de
betekenis van het
schilderij van de
kunstenaar. Het is
gedeeltelijk
coperatief.
Ik stimuleer de
leerlingen bewust
positief. Dat is
belangrijk in deze
leeftijdsfase. De
leerlingen zijn te
kritisch over hun
eigen kunstwerk.
Door ze positief te
benaderen zullen ze
eerdere tevreden
zijn.
+/De leerlingen
evalueren elkaar
kunstwerk. Ik ga de
tekeningen niet
beoordelen. Ik ga wel
kijken of de
leerlingen wat
kunnen zeggen over
de tekeningen van
de kunstenaar.
Hierdoor kan ik zien
bij welke leerlingen
het beeldend
vermogen verder is
ontwikkeld.
+
Ik heb de plaatjes zelf
meegenomen. De
gynzy presentatie
heb ik zelf gemaakt.
Verder hadden we
papier op school. Ik
had alles klaar staan.