Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Stofomschrijving:
Tekstboek: §2.2 t/m §2.4 en §3.1 t/m §3.3
Inclusief aantekeningen en stencils
Algemeen
- Namen en begrippen kennen.
- Gebeurtenissen in de tijd kunnen plaatsen.
- Bij een bron een eigen mening kunnen vormen over de betrouwbaarheid en de representativiteit van die bron
(zie boek p. 173).
- Het verschil tussen directe en indirecte oorzaken kennen en dit kunnen toepassen (zie boek p. 171).
§2.2
- De gevolgen van de Beurskrach kennen (voor binnen- en buitenland).
§2.3
- Kenmerken van het fascisme kennen.
- Kenmerken van het nationaal socialisme kennen.
- Uit kunnen leggen wat voor rol de vrede van Versailles en de beurskrach speelden bij opkomst van Hitler.
- Uit kunnen leggen wat hoe Hitler ‘profiteerde’ van de vrede van Versailles.
- Marinus van der Lubbe kennen en uit kunnen leggen hoe hij Hitler onbedoeld heeft geholpen.
- Uit kunnen leggen hoe Hitler in 1933 een dictatuur wist te vestigen (zie ook stencil ‘Hoe Hitler in 9 stappen
dictator werd’).
§2.4
- Uit kunnen leggen wat de gelijkschakeling inhield en hoe dat in praktijk vormgegeven werd.
- De gevolgen van Hitlers economische politiek op korte en lange termijn kennen.
- Uit kunnen leggen hoe Hitler tussen '33 en '39 het verdrag van Versailles ongedaan maakte.
- De belangrijkste naziorganisaties kennen (aantekening).
- Uit kunnen leggen wat de Reichskristallnacht is.
- De uitbreidingen van Duitsland tussen 1935 en 1939 kennen.
- De appeasementpolitiek van Chamberlain uit kunnen leggen.
- Chamberlain, Hitler en Stalin kunnen herkennen op een spotprent.
- Het Molotov-Ribbentroppact kennen.
§3.1
- Het verloop van de Tweede Wereldoorlog in West-Europa kennen en kunnen herkennen op (geografische)
kaartjes.
- Twee oorzaken kennen die ervoor zorgden dat West-Europa snel door Duitsland kon worden veroverd.
- Met behulp van twee voorbeelden uit kunnen leggen waarom 1942 een keerpunt in de oorlog was.
- De opmars van de geallieerden kennen.
- Het belang van Pearl Harbor voor de WOII uit kunnen leggen.
- Drie redenen kennen die verklaren waarom Duitsland de slag om Stalingrad niet kon winnen.
- De ondergang van Nazi-Duitsland uit kunnen leggen.
§3.2
- uit kunnen leggen waardoor de Nederlandse militaire verdediging zwak was.
- belangrijke Nederlandse en Friese verdedigingslinies kunnen noemen (zie ook de aantekeningen).
- uit kunnen leggen waardoor de bezetting in 1941 verhardde.
- drie voorbeelden van gelijkschakeling kunnen geven.
- drie verschillende posities kennen die Nederlanders innamen ten opzichte van de bezetter.
- uit kunnen leggen hoe de bevrijding van Nederland verliep en hoe de hongerwinter tot stand kwam.
z.o.z.
§3.3:
- de theorie achter de nazistische rassenleer uit kunnen leggen.
- gevolgen van de jodenvervolging kennen.
- uit kunnen leggen waarom de Joodse Raad een omstreden instantie was.
- de drie fasen van de jodenvervolging kennen en voor iedere fase een voorbeeld kunnen geven.
- het verschil tussen een concentratie- en een vernietigingskamp kennen.
- naast joden nog 3 groepen kunnen noemen die slachtoffer werden van de Holocaust.
- het leven in Westerbork kunnen beschrijven.