Vous êtes sur la page 1sur 22

Paul Ekman

Gegrepen door
emoties
Wat gezichten zeggen

Eerste editie (paperback) mei 2003


Tweede editie (pocket) augustus 2004
Derde editie (met extra hoofdstuk) september 2008, mei 2010, februari 2014
Deze derde editie bevat een nieuw hoofdstuk over leugens en emoties (hoofdstuk 10)
en een nieuw voor- en nawoord.
Oorspronkelijke titel: Emotions revealed recognizing faces and feelings to improve communication and emotional life, New York: Times Books, Henry Holt and Company, 2003

Uitgegeven door: Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam


Vertaling: Sonja van t Hof, Amsterdam,
en Stanneke Wagenaar en Ren van de Weijer, Hallum (aanvullingen derde editie)
Omslagontwerp: Neno, Jisp
Zetwerk: CeevanWee, Amsterdam

Copyright 2003 Paul Ekman


Nederlandse vertaling 2003 Uitgeverij Nieuwezijds

isbn 978 90 5712 285 9


nur 770

Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk van
de Forest Stewardship Council (fsc) mag dragen. Bij dit papier is het zeker dat
de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze
ook en evenmin in een retrieval system worden opgeslagen zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
Hoewel dit boek met veel zorg is samengesteld, aanvaarden schrijver(s) noch uitgever
enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden in dit boek.

Voor Bert Boothe, Steve Foote, Lynne Huffman, Steve Hyman,


Marty Katz, Steve Koslow, Jack Maser, Molly Oliveri, Betty Pickett,
Eli Rubinstein, Stan Schneider, Joy Schulterbrandt, Hussain Tuma
en Lou Wienckowski van het National Institute of Mental Health
en
Robert Semer en Leo Siegel

Voorwoord bij de derde druk

Het doet me bijzonder veel plezier dat ik met deze nieuwe editie van Gegrepen door emoties de kans krijg iets te vertellen over nieuwe ideen, inzichten
en onderzoeksbevindingen waarmee de lezers hun emotionele leven kunnen verbeteren. Vijf jaar geleden verscheen de eerste editie. Voor deze derde
editie heb ik een nieuw hoofdstuk toegevoegd over leugens en emoties,
hoofdstuk 10. Ook heb ik een nawoord toegevoegd, en het hoofdstuk Tot besluit: Leven met emoties aangepast.
In het nieuwe hoofdstuk 10 zet ik mijn jongste ideen uiteen over de rol
van emoties bij het liegen, met speciale aandacht voor de wijze waarop emotiesignalen je kunnen helpen om te beoordelen hoe oprecht iemand is. Ik
geef mijn ervaringen weer van de afgelopen jaren, waarin ik me vooral bezig
heb gehouden met de vraag hoe mijn bevindingen konden worden toegepast in het veiligheidsbeleid van de Verenigde Staten.
Mijn doel met het schrijven van Gegrepen door emoties was om mensen te
helpen vier kernvaardigheden te verbeteren. In dat kader kom ik met suggesties en oefeningen die je hopelijk zullen helpen en stimuleren. Die vier
vaardigheden zijn:
Ten eerste, je scherper bewust worden van het moment waarop je emotioneel
wordt, nog vr je iets zegt of doet. Dit is het moeilijkst aan te leren. In hoofdstuk 2 leg ik uit waarom dit zo moeilijk is, en in hoofdstuk 3 en delen van
hoofdstuk 5 tot en met 8 die over specifieke emoties handelen, geef ik oefeningen waarmee je kunt leren je meer bewust te worden van je emoties.
Door deze vaardigheid te ontwikkelen heb je het moment waarop je emotioneel wordt, beter in de hand.
Ten tweede, beslissen hoe je je gedraagt wanneer je emotioneel bent, zodat je je
doelen bereikt zonder anderen schade te berokkenen. Een emotionele episode

gegrepen door emoties

helpt ons om ons doel snel te bereiken. Dat kan van alles zijn: het ontlokken
van troostrijke woorden aan anderen, het afschrikken van een agressor, of
wat dan ook. De beste emotionele episodes veroorzaken schade noch problemen voor degenen met wie we omgaan. Deze vaardigheid ontwikkel je
niet zo een-twee-drie, maar met de nodige oefening kan ze onderdeel worden van je leven. (Informatie en oefeningen zijn te vinden in de hoofdstukken 4 tot en met 8.)
Ten derde, ontvankelijker worden voor hoe anderen zich voelen. Aangezien
emoties de kern vormen van elke belangrijke relatie, moeten we openstaan
voor de gevoelens van anderen. Als je hier meer over wilt weten dan uit dit
boek te halen valt, kunnen twee nieuwe cds je helpen deze vaardigheid vlot
te ontwikkelen: zie mijn website www.paulekman.com.
Ten vierde, de informatie over de gevoelens van anderen zorgvuldig gebruiken.
Dat kan betekenen dat je de ander vraagt naar de emotie die je gesignaleerd
hebt, erkent hoe hij of zij zich voelt, of je eigen reacties herziet in het licht
van wat je hebt herkend. Je reactie hangt samen met wie de ander is, en met
de relatie die jullie hebben. Hoe dit kan variren binnen een gezin, op het
werk en in een vriendschap, komt steeds in de laatste paragraaf van de
hoofdstukken 5 tot en met 8 aan bod.

Dankwoord

Van de mensen van het National Institute of Mental Health, aan wie ik dit
boek opdraag, interesseerden enkelen zich al voor mijn loopbaan in 1955,
toen ik nog maar net als promovendus begonnen was. De anderen voegden
zich daar in latere jaren bij. Het is een verbazingwekkende tijdspanne van
1955 tot 2002 met aanmoedigingen, adviezen en, in de vroege jaren, behoorlijk veel vertrouwen. Ik zou geen onderzoekspsycholoog zijn geworden, geen hoogleraar, zonder hun hulp en ik zou niet hebben geleerd wat ik
beschrijf. Dit boek is geschreven met steun van de Senior Scientist Award
K05MH06092.
Ik draag dit boek ook op aan mijn twee ooms van moederszijde, Leo Siegel en wijlen Robert Semer. Toen ik achttien jaar oud was, onervaren en voor
het eerst alleen op de wereld, stelden zij mij in staat mijn opleiding te vervolgen. Sine qua non.
Wally Friesen en ik hebben vijfentwintig jaar samengewerkt. Vrijwel al
het onderzoek waarover ik schrijf hebben wij samen uitgevoerd. Ik ben
dankbaar voor zijn hulp en vriendschap. David Littschwager gaf nuttige
technische adviezen in verband met de fotos van mijn dochter Eve in hoofdstuk 5 tot en met 9. Eve beschikte over het geduld en het talent om de gezichten te trekken die in dit boek zijn afgedrukt, en de duizenden andere die
ik fotografeerde. Wanda Matsubayashi, die al meer dan vijfentwintig jaar
mijn assistente is, ordende de tekst en de referenties. David Rogers verzorgde de Photoshop beeldmanipulaties en was van grote hulp bij het verkrijgen
van toestemming voor de persfotos.
De psychologen Richard Lazarus en Philip Shaver gaven nuttig commentaar op een pril concept van de eerste helft van dit boek. Phil redigeerde de
tekst nauwkeurig en met verstand van zaken, en kwam met bruikbare, tot
nadenken stemmende opmerkingen over mijn ideen. Filosofe Helena

gegrepen door emoties

Cronin stimuleerde en betwistte veel van mijn gedachten. De psychiater


Bob Rynearson en de psychologen Nancy Etcoff en Beryl Schiff voorzagen
een concept van nuttige suggesties. Van de vele studenten die commentaar
leverden, besteedden in het bijzonder Jenny Beers en Gretchen Lovas er
royaal veel tijd aan. Mijn vrienden Bill Williams en Paul Kaufman gaven me
bruikbare suggesties en kritiek.
Toby Mundy, nu uitgever bij Atlantic Press London, moedigde mij in een
vroegere hoedanigheid aan om de reikwijdte van mijn onderneming te verbreden en de kwesties aan te snijden die ik in de hoofdstukken 2 tot en met
4 beschouw. Claudia Sorsby leverde kritiek, suggesties en redactionele ondersteuning bij een eerder concept. Mijn redacteur bij Times Books, Robert
Dennis, was zeer nuttig door mij ertoe aan te zetten kwesties te beschouwen
die ik soms verwaarloosde en verrichtte mede de redactie van gedeelten van
het boek. Mijn agent Robert Lescher was een fantastische bron van aanmoediging en advies.

Inhoud

Inleiding 11
1 Emoties in verschillende culturen 17
2 Wanneer worden we emotioneel? 33
3 Het veranderen van wat ons emotioneel maakt 53
4 Zich emotioneel gedragen 67
5 Verdriet en ondraaglijk lijden 97
6 Woede 125
7 Verrassing en vrees 161
8 Afschuw en minachting 185
9 Plezierige emoties 203
10 Leugens en emoties 227
Tot besluit: Leven met emoties 243
Nawoord 249
Appendix: Het lezen van gezichten de test 253
Noten 274
Illustratieverantwoording 289
Index 290
Over de auteur 302

Inleiding

Emoties bepalen de kwaliteit van ons leven. Ze doen zich voor in elk menselijk contact waar we om geven op het werk, in vriendschappen, in de omgang met gezinsleden en in onze meest intieme verhoudingen. Ze kunnen
ons leven redden, maar ze kunnen ook ernstige schade berokkenen. Ze
kunnen ertoe aanzetten ons te gedragen op manieren die we realistisch en
gepast achten, maar ook op manieren waarvan we naderhand verschrikkelijk spijt hebben.
Als je baas je rapport bekritiseert terwijl je dacht dat ze het zou prijzen,
reageer je dan bang en onderdanig in plaats van je werk te verdedigen? Zou
dat je beschermen tegen verdere schade, of heb je misschien niet begrepen
wat ze in haar schild voerde? Zou je kunnen verbergen wat je voelt en je
professioneel gedragen? Waarom zou je baas glimlachen wanneer ze begint te praten? Zou ze genoegen scheppen in het vooruitzicht je uit te kafferen of is het een verlegenheidsglimlach? Zou haar glimlach bedoeld zijn om
je gerust te stellen? Is elke glimlach hetzelfde?
Als je ontdekt dat je echtgenoot een grote aankoop heeft gedaan zonder
jou te raadplegen, en je confronteert hem daarmee, zou je dan kunnen zeggen of hij vrees of afschuw toont, of dat hij het gezicht trekt dat hij toont
wanneer hij, zoals hij dat noemt, wacht tot je overdreven emotionele gedrag afgelopen is? Voel jij emoties op dezelfde manier als hij, op dezelfde
manier als andere mensen? Word je boos of bang of verdrietig van dingen
die andere mensen niet lijken te deren en kun je daar iets aan doen?
Zou je boos worden als je je zestienjarige dochter twee uur later dan de afgesproken tijd hoort thuiskomen? Wat zou de woede opwekken: dat je elke
keer angst voelt als je op de klok kijkt en beseft dat ze niet heeft gebeld om te
zeggen dat ze later komt, of dat je uit je slaap wordt gehouden omdat je op
haar wacht? Wanneer je er de volgende ochtend met haar over praat, zou je

12

gegrepen door emoties

dan je woede zo goed kunnen beheersen dat ze denkt dat die tijdafspraak je
niet kan schelen, of zou ze je ingehouden woede zien en defensief worden?
Zou je uit de blik op haar gezicht kunnen afleiden of ze gegeneerd is,
schuldgevoel heeft of een beetje opstandig is?
Ik heb dit boek geschreven om antwoorden op zulke vragen te verschaffen. Mijn doel is de lezers te helpen hun emotionele leven beter te begrijpen
en te verbeteren. Gezien het belang ervan in ons leven verbaast het me nog
steeds dat wij zowel wetenschappers als leken tot voor kort zo weinig
over emoties wisten. Maar het ligt in de aard van emoties zelf dat wij niet
volledig weten hoe ze ons benvloeden en hoe we hun signalen bij onszelf
en anderen kunnen herkennen. Al die dingen leg ik in dit boek uit.
Emoties kunnen zeer snel opkomen, en doen dat ook vaak; zo snel zelfs
dat ons bewuste zelf er niet aan te pas komt, of zelfs maar getuige is van wat
in onze psyche op een bepaald moment een emotie uitlokt. Die snelheid
kan ons leven in een noodsituatie redden, maar als we te heftig reageren
kan ze ons leven ook verwoesten. We hebben weinig zeggenschap over datgene wat ons emotioneel maakt, maar het is mogelijk, hoewel niet gemakkelijk, om veranderingen te bewerkstelligen in wat onze emoties uitlokt en
hoe we ons gedragen wanneer we emotioneel zijn.
Ik bestudeer emoties al meer dan veertig jaar, waarbij ik mij in eerste instantie richtte op de expressie en meer recent op de fysiologie van emoties.
Ik heb psychiatrische patinten onderzocht, normale individuen, volwassenen, enkele kinderen, in Amerika en in vele andere landen, wanneer ze te
heftig reageren, te weinig reageren, misplaatst reageren, liegen en de waarheid spreken. Hoofdstuk 1, Emoties in verschillende culturen beschrijft dit
onderzoek, dat het fundament vormt voor wat ik beschrijf.
In hoofdstuk 2 stel ik de vraag: waarom worden we op een bepaald moment emotioneel? Als we datgene waarover we emotioneel worden willen
veranderen, moeten we het antwoord op die vraag kennen. Wat lokt elk van
onze emoties uit? Kunnen we een specifieke trigger (in het Nederlands:
emotie-uitlokkende gebeurtenis of situatie, hierna afgekort tot emotie-uitlokker) uitwissen? Als onze partner zegt dat we niet de kortste weg nemen
naar onze bestemming, kan er ergernis of zelfs woede opborrelen vanwege
de aanwijzingen en kritiek op ons rij-inzicht. Waarom kunnen we die informatie niet aannemen zonder emotioneel te worden? Waarom ergert ons dat
zo? Kunnen we veranderen, zodat zulke ondergeschikte zaken ons niet
emotioneel maken? Deze kwesties worden besproken in hoofdstuk 2, Wanneer worden we emotioneel?
In hoofdstuk 3 leg ik uit hoe en wanneer we datgene waarover we emotioneel worden kunnen veranderen. De eerste stap is de gevoelige emotie-uit-

inleiding

13

lokkende gebeurtenissen of situaties te identificeren die ons tot gedrag aanzetten dat we later betreuren. We moeten ook in staat zijn vast te stellen of
een bepaalde emotie-uitlokker immuun is voor verandering dan wel met
enig gemak valt te verzwakken. We zullen er niet altijd in slagen, maar door
te begrijpen hoe emotie-uitlokkers verankerd raken, hebben we een grotere
kans om te veranderen wat ons emotioneel maakt.
In hoofdstuk 4 leg ik uit hoe onze emotionele reacties onze uitingen,
handelingen en gedachten gestructureerd zijn. Kunnen we irritatie zo reguleren dat ze niet in onze stem doorklinkt of op ons gezicht te zien valt?
Waarom voelt het soms alsof onze emotie een op hol geslagen paard is, alsof
we haar niet onder controle hebben? We zijn kansloos, tenzij we ons beter
bewust worden van de momenten waarop we ons emotioneel gedragen;
heel vaak zijn we ons daarvan niet bewust, totdat iemand bezwaar maakt tegen wat we hebben gedaan of totdat we er naderhand over nadenken.
Hoofdstuk 4 legt uit hoe we aandachtiger kunnen worden voor onze emoties terwijl we ze ondergaan, zodat er een mogelijkheid is om ons op constructieve wijze emotioneel te gedragen.
Om destructieve emotionele episodes te beperken en constructieve emotionele episodes te vermeerderen, moeten we het verhaal van elke emotie
kennen, weten waar het bij elke emotie om gaat. Door te ontdekken wat voor
elke emotie de uitlokkers zijn, welke we met anderen delen en welke uniek
voor ons zijn, kunnen we misschien hun invloed op ons verminderen, of
ten minste leren waarom bepaalde emotie-uitlokkers zo krachtig zijn dat ze
elke poging weerstaan om hun zeggenschap over ons leven te beperken. Elke emotie genereert ook een uniek patroon van sensaties in ons lichaam.
Door meer vertrouwd te raken met die sensaties worden we ons gedurende
de emotionele reactie misschien vroeg genoeg van ze bewust om enige kans
te hebben te kiezen, als we willen, of we ons laten meevoeren met de emotie
of willen ingrijpen.
Elke emotie heeft ook unieke tekenen, waarvan de best identificeerbare
die in het gezicht en de stem zijn. Er moet nog veel onderzoek worden verricht naar vocale emotiesignalen, maar de fotos in de hoofdstukken over elke emotie tonen de meest subtiele, gemakkelijk te missen gelaatsexpressies, die te kennen geven wanneer een emotie net begint of wanneer ze
wordt onderdrukt. Toegerust met het vermogen om vroeg emoties te identificeren, zijn we misschien beter in staat om in uiteenlopende situaties met
mensen om te gaan en om onze eigen emotionele reacties op hun gevoelens
te reguleren.
Afzonderlijke hoofdstukken beschrijven verdriet en ondraaglijk lijden
(hoofdstuk 5), woede (hoofdstuk 6), verrassing en vrees (hoofdstuk 7), af-

14

gegrepen door emoties

schuw en minachting (hoofdstuk 8) en de vele soorten van plezier (hoofdstuk 9), met paragrafen over:
De meest voorkomende specifieke uitlokkers voor de emotie.
De functie van de emotie, hoe ze ons van dienst is en hoe ze ons in de problemen kan brengen.
Hoe de emotie is betrokken bij psychische stoornissen.
Oefeningen die het bewustzijn van de lezer bevorderen van de bij de
emotie betrokken lichamelijke sensaties, en die de kans vergroten dat de
lezers zullen kunnen kiezen hoe ze reageren wanneer zij emotioneel
zijn.
Fotos van het subtielste teken van de emotie bij anderen, opdat lezers er
zich beter van bewust zijn hoe anderen zich voelen.
Uitleg hoe deze informatie over wat anderen voelen, valt te gebruiken in
contacten op het werk, in je gezin en in vriendschappen.
De appendix bevat een test die je kunt doen voor je het boek leest, om uit te
vinden hoe goed je subtiele gelaatsuitdrukkingen kunt herkennen. Na het
lezen van het boek kun je die test opnieuw doen om te zien of je vooruit bent
gegaan.
Je vraagt je misschien af waarom een van de emoties waar je nieuwsgierig naar bent niet in dit boek staat. Ik heb verkozen die emoties te beschrijven waarvan we weten dat ze universeel zijn, dat ze ervaren worden door alle menselijke wezens. Verlegenheid, schuldgevoel, schaamte en afgunst
zijn waarschijnlijk universeel, maar ik heb me in plaats daarvan gericht op
emoties die ondubbelzinnige universele expressies hebben. Ik bespreek
liefde in het hoofdstuk over plezierige emoties; geweld, haat en jaloezie in
het hoofdstuk over woede.
De wetenschap speurt nog steeds naar de manieren waarop ieder van ons
emoties beleeft waarom sommigen van ons heftigere emotionele ervaringen hebben of snel emotioneel neigen te worden en ik besluit het boek
met wat we bezig zijn te ontdekken, wat we misschien gaan ontdekken en
hoe je deze informatie in je eigen leven kunt gebruiken.
Het belang van emoties in ons leven valt moeilijk te overschatten. Mijn
mentor, wijlen Silvan Tomkins, zei dat emoties ons leven zin geven. We
structureren ons leven om de ervaring van positieve emoties te maximaliseren en de ervaring van negatieve emoties te minimaliseren. We slagen er
niet altijd in, maar dat is wat we proberen te doen. Hij beweerde dat al onze
belangrijke beslissingen worden gemotiveerd door emoties. Schrijvend in
1962, op een moment dat in de gedragswetenschappen emoties volledig
werden verwaarloosd, overdreef hij de kwestie, want er zijn ongetwijfeld

inleiding

15

ook andere beweegredenen. Maar emoties zijn belangrijk, zeer belangrijk in


ons leven.
Emoties kunnen tenietdoen wat het gros van de psychologen nogal argeloos heeft beschouwd als de krachtigste fundamentele beweegredenen die
ons leven sturen: honger, seks en de wil tot overleven. Mensen zullen niet
eten als ze het enige beschikbare voedsel weerzinwekkend vinden. Ze sterven misschien zelfs, ook al vinden andere mensen datzelfde voedsel eetbaar. Emotie zegeviert over de hongerdrijfveer! De seksdrijfveer is notoir gevoelig voor de inmenging van emoties. Iemand doet misschien nooit een
poging tot seksueel contact omdat hij of zij belemmerd wordt door vrees of
afschuw, of is misschien nooit in staat tot de seksuele daad. Emotie zegeviert over de seksuele drijfveer! En wanhoop kan zelfs de wil tot leven overmannen en aanleiding geven tot zelfmoord. Emoties zegevieren over de levenswil!
Eenvoudig gezegd, mensen willen gelukkig zijn en de meesten van ons
willen geen angst, woede, afschuw, verdriet of gekweldheid beleven, tenzij
in de veilige beslotenheid van een theater of tussen de kaften van een roman. Toch zouden we, zoals ik later zal uitleggen, niet zonder die emoties
kunnen leven; de vraag is hoe er beter mt ze valt te leven.

Emoties in verschillende culturen

Dit boek bevat alles wat ik de afgelopen veertig jaar over emoties heb geleerd
waarvan ik meen dat het behulpzaam kan zijn bij het verbeteren van het eigen emotionele leven. Het merendeel, maar niet alles, is gebaseerd op mijn
eigen wetenschappelijk onderzoek of dat van anderen. Mijn onderzoekspecialisme was deskundigheid te ontwikkelen in het ontcijferen en meten van
emotionele gelaatsuitdrukkingen. Uitgerust met die deskundigheid kon ik
vaak nuances zien in gezichten of ze nu van gezinsleden, vrienden of
vreemden waren die de meeste andere mensen niet opmerken. Op die
manier heb ik meer geleerd dan ik tot nu toe met onderzoek heb kunnen bewijzen. Wanneer wat ik schrijf louter is gebaseerd op mijn persoonlijke
waarnemingen, blijkt dat uit formuleringen als ik heb waargenomen..., ik
geloof..., ik vermoed.... Wanneer de tekst op wetenschappelijke gegevens
gebaseerd is, verwijs ik in eindnoten naar het specifieke onderzoek dat de
bewering ondersteunt.
Veel van wat in dit boek staat, is benvloed door mijn onderzoek naar
emotionele gelaatsuitdrukkingen in verschillende culturen (cross-cultureel
onderzoek genoemd). De uitkomsten hiervan veranderden mijn opvattingen over psychologie en over emoties in het bijzonder. Gegevens uit zulke
uiteenlopende landen als Papoea-Nieuw-Guinea, de Verenigde Staten, Japan, Brazili, Argentini, Indonesi en de voormalige Sovjet-Unie spoorden
me aan mijn gedachten over de aard van emoties uit te werken.
Aan het begin van mijn onderzoeksloopbaan, eind jaren vijftig van de vorige eeuw, was ik helemaal niet in gelaatsuitdrukkingen genteresseerd. Het
waren handbewegingen die mijn belangstelling hadden. Mijn classificatiemethode van handbewegingen onderscheidde neurotisch-depressieve patinten van psychotisch-depressieve patinten en gaf aan in welke mate de
patinten baat hadden bij behandeling.1 In de vroege jaren zestig bestond er

18

gegrepen door emoties

nog geen onderzoeksinstrument dat de complexe en vaak snel veranderende gelaatsuitdrukkingen van depressieve patinten rechtstreeks en nauwkeurig kon meten. Ik had geen flauw idee hoe eraan te beginnen, en liet het
erbij. Vijfentwintig jaar later, nadat ik een instrument had ontwikkeld om
gelaatsbewegingen te meten, bekeek ik de oude films van patinten opnieuw en legde belangrijke inzichten bloot, die in hoofdstuk 5 worden beschreven.
Waarschijnlijk zou ik in 1965 nooit zijn overgestapt naar het onderzoek
van gelaatsuitdrukkingen en emoties, als zich niet twee keer een gelukkige
samenloop van omstandigheden had voorgedaan. Door puur toeval verstrekte de Advanced Research Projects Agency (ARPA) van het Amerikaanse ministerie van Defensie mij een beurs om cross-cultureel onderzoek te
doen naar non-verbaal gedrag. Ik had geen beurs aangevraagd, maar vanwege een schandaal was een gesubsidieerd project afgeblazen en het geld
moest nog datzelfde fiscale jaar worden besteed aan een niet-controversieel
onderzoeksproject. Toevallig liep ik op een dag het kantoor binnen van de
man die de subsidies te vergeven had. Deze man was getrouwd met een
Thaise en was onder de indruk van de verschillen in hun non-verbale communicatie. Hij wilde dat ik zou uitzoeken wat universeel was en wat cultureel variabel. Ik aarzelde aanvankelijk, maar kon de uitdaging niet weerstaan.
Ik begon aan het project in de overtuiging dat gelaatsuitdrukkingen en
gebaren sociaal aangeleerd werden. Deze opvatting werd gedeeld door de
groep antropologen en diplomaten die ik om advies vroeg: Margaret Mead,
Gregory Bateson, Edward Hall, Ray Birdwhistell en Charles Osgood. Ik herinnerde mij dat Charles Darwin ooit het tegenovergestelde had beweerd,
maar was er zo van overtuigd dat hij het mis had dat ik niet de moeite nam
om zijn boek te lezen.
Het tweede gelukkige toeval leidde tot mijn kennismaking met Silvan
Tomkins. Tomkins had vlak daarvoor twee boeken over emoties geschreven
waarin hij beweerde dat gelaatsuitdrukkingen aangeboren waren en dus
universeel voor de menselijke soort. Hij had alleen geen bewijs voor deze
stelling. Ik zou zijn boeken vast niet hebben gelezen en hem nooit hebben
ontmoet, als wij niet toevallig tegelijkertijd een artikel over non-verbaal gedrag hadden gestuurd naar hetzelfde tijdschrift. Silvans artikel betrof een
onderzoek naar het gelaat, het mijne naar lichaamsbeweging(en).2
Ik was zeer onder de indruk van de reikwijdte en diepgang van Silvans
ideen, maar meende dat hij waarschijnlijk ongelijk had met zijn overtuiging (en die van Darwin) dat gelaatsuitdrukkingen aangeboren en dus universeel waren. Toch was ik opgetogen dat er twee partijen in de discussie

1 emoties in verschillende culturen

19

waren en dat de oppositie tegen Mead, Bateson, Birdwhistell en Hall niet


slechts bestond uit Darwin, die zijn boek honderd jaar eerder had geschreven. Het was geen dood vraagstuk, maar een springlevend debat tussen beroemde wetenschappers en staatslieden. Ik kreeg, op dertigjarige leeftijd, de
kans en het geld om de kwestie voor eens en altijd te beslechten: zijn gelaatsuitdrukkingen universeel of zijn ze, net als taal, kenmerkend voor afzonderlijke culturen? Het was onweerstaanbaar! Het kon me niet eens zo
heel veel schelen wie er gelijk zou krijgen, hoewel ik Silvan weinig kans
gaf.*
In mijn eerste onderzoek liet ik mensen uit vijf culturen Chili, Argentini, Brazili, Japan en de Verenigde Staten fotos zien met de vraag welke
emoties de verschillende gelaatsuitdrukkingen volgens hen toonden. De
meerderheid van elke cultuur was het met elkaar eens, wat suggereerde dat
gelaatsuitdrukkingen inderdaad universeel zijn.3 Carrol Izard, een andere
psycholoog die het advies van Silvan Tomkins had ingewonnen en die een
gelijksoortig experiment uitvoerde, maar in andere culturen, verkreeg dezelfde resultaten.4 Tomkins had ons niet over elkaar verteld, en toen we erachter kwamen dat we niet de enige onderzoeker op het terrein waren, namen we hem dat aanvankelijk kwalijk. Maar voor de wetenschap was het beter dat twee onafhankelijk werkende onderzoekers dezelfde uitkomsten
vonden. Het leek erop dat Darwin gelijk had.
Er was wel een probleem: hoe kon het dat mensen uit verschillende culturen eensluidend oordeelden over welke emotie een gelaatsuitdrukking
toonde, terwijl veel slimme mensen het tegenovergestelde hadden voorspeld? Niet alleen reizigers meenden dat de gelaatsuitdrukkingen van Japanners, Chinezen of een andere culturele groep verschillende betekenissen hadden. Ook Birdwhistell, een gerespecteerd antropoloog (en protg
van Margaret Mead) die was gespecialiseerd in gelaatsuitdrukkingen en ge-

* De uitkomsten van het onderzoek waren tegengesteld aan wat ik tevoren dacht te zullen vinden. Dat is ideaal in gedragswetenschap, omdat resultaten die de persoonlijke
overtuiging van de onderzoeker tegenspreken geloofwaardiger zijn dan resultaten die
de overtuiging bevestigen. In de meeste wetenschapsgebieden geldt het tegenovergestelde: bevindingen worden betrouwbaarder geacht als ze tevoren zijn voorspeld. Dit
komt doordat in die gebieden de traditie bestaat dat wetenschappers elkaars experimenten herhalen om de resultaten te controleren; die gewoonte verkleint de kans dat er fouten of vertekeningen insluipen. Deze traditie bestaat helaas niet in de gedragswetenschappen. Experimenten worden zelden herhaald, noch door de oorspronkelijke onderzoeker noch door anderen. Zonder dat vangnet lopen gedragswetenschappers eerder
het risico onopzettelijk alleen dat te vinden wat ze willen vinden.

20

gegrepen door emoties

baren, schreef dat hij Darwins opvattingen had opgegeven toen hij vaststelde dat er vele culturen bestonden waarin mensen glimlachten als ze ongelukkig waren.5 Birdwhistells bewering sloot aan bij de dominante opvatting
in de culturele antropologie en het grootste deel van de psychologie: alles
wat van belang is in het maatschappelijk verkeer, bijvoorbeeld emotionele
expressies, moet wel het resultaat van leerprocessen zijn en dus per cultuur
verschillen.
Ik wist de onderzoeksresultaten van de universele gelaatsuitdrukkingen
uiteindelijk te verzoenen met Birdwhistells waarneming dat ze van cultuur
tot cultuur verschillen door het idee op te werpen dat er uitingsregels bestaan
(in het Engels display rules). Misschien, zo stelde ik voor, zijn er sociaal geleerde en veelal per cultuur verschillende regels over hoe emotionele expressie moet worden beheerst en gereguleerd. De regels schrijven voor wanneer
iemand een bepaalde emotie al dan niet mag tonen tegenover een bepaalde
andere persoon. Daarom toont de verliezer van een sportwedstrijd niet altijd
de bedroefdheid of teleurstelling die hij voelt. We herkennen de regels ook
in terechtwijzingen van ouders aan hun kinderen als zit niet zo te grijnzen!
Deze regels kunnen voorschrijven dat we de uiting van een gevoelde emotie
dempen, uitvergroten, volledig verbergen of maskeren.6
Deze hypothese toetste ik in een reeks onderzoeken. Daaruit bleek dat
wanneer Japanners en Amerikanen in hun eentje films van operaties en ongelukken bekeken, zij dezelfde gelaatsuitdrukkingen vertoonden. Maar
wanneer ze de films bekeken in het bijzijn van een onderzoeker waren Japanners meer dan Amerikanen geneigd om hun afkeurende gelaatsuitdrukkingen te maskeren met een glimlach. Priv tonen mensen aangeboren gelaatsuitdrukkingen, in het gezelschap van anderen gereguleerde uitdrukkingen.7 Omdat antropologen en reizigers vooral het publieke gedrag
van mensen zien, had ik zowel een verklaring voor het functioneren van de
uitingsregels als een bewijs. Daartegenover staat dat symbolische gebaren
zoals hoofdknikjes voor ja en nee en het duim opsteken voor in orde inderdaad cultuurspecifiek zijn.8 In dit opzicht hadden Birdwhistell, Mead en
de andere gedragswetenschappers gelijk, hoewel ze fout zaten bij de gelaatsexpressies van emotie.
Er was n zwak punt in mijn hypothese, en als ik dat zag was de kans
groot dat Birdwhistell en Mead dat ook zouden zien, temeer daar zij hun
best zouden doen om mijn onderzoek onderuit te halen. Alle mensen die ik
(en Izard) hadden bestudeerd, zouden de betekenis van westerse gelaatsuitdrukkingen kunnen hebben geleerd doordat ze in de bioscoop en op tv
Charlie Chaplin en John Wayne hadden gezien, of doordat ze contact hadden gehad met mensen uit andere culturen. Dat zou kunnen verklaren

1 emoties in verschillende culturen

21

waarom mensen uit verschillende culturen eenzelfde oordeel gaven over de


emoties van de blanke mensen op mijn fotos. Ik moest een cultuur vinden
die geen tv, films, tijdschriften en weinig of geen vreemdelingen had gezien.
Als zij hetzelfde dachten over de emoties getoond door mijn verzameling fotos van gelaatsuitdrukkingen als Chilenen, Argentijnen, Brazilianen, Japanners en Amerikanen, dan zat ik goed.
Mijn kennismaking met een cultuur uit het stenen tijdperk verliep via
Carleton Gajdusek, een neuroloog die al meer dan tien jaar werkte op dergelijke afgelegen plekken in de hooglanden van Papoea-Nieuw-Guinea. Hij
probeerde de oorzaak te vinden van een vreemde dodelijke ziekte, Kuru genaamd, waaraan ongeveer de helft van de leden van een van deze culturen
ten prooi viel. De bevolking geloofde dat de ziekte werd veroorzaakt door
hekserij, maar toen ik ter plaatse kwam wist Gajdusek al dat de boosdoener
een langzaam werkend virus was, eentje dat jarenlang incubeert voordat
men symptomen krijgt (net zoals aids). Hij wist alleen nog niet hoe het virus werd overgebracht. (Dat bleek uiteindelijk kannibalisme te zijn. De leden van deze cultuur aten niet hun verslagen vijanden op, maar alleen
vrienden die aan een of andere ziekte overleden; vaak was dat Kuru. Omdat
ze het vlees niet kookten, werd het Kuru-virus gemakkelijk overgebracht.
Gajdusek ontving enkele jaren later de Nobelprijs voor geneeskunde vanwege zijn ontdekking van langzaam werkende virussen.)
Gelukkig besefte Gajdusek dat de stenentijdperkculturen snel zouden
verdwijnen, en daarom had hij meer dan 30.000 meter film geschoten van
het dagelijks leven in twee culturen. Hij had ze nog nooit bekeken; het zou
bijna zes weken kosten om ze allemaal n keer te zien. Op dat moment
leerde ik hem kennen.
Gajdusek was zo opgetogen dat iemand wetenschappelijke belangstelling
voor de films toonde dat hij mij kopien leende. Mijn collega Wally Friesen
en ik hadden zes maanden nodig om ze zorgvuldig te bestuderen. De films
leverden twee zeer overtuigende bewijzen van de universaliteit van emotionele gelaatsuitdrukkingen. In de eerste plaats zagen we niet n keer een
onbekende gelaatsuitdrukking. Indien gelaatsuitdrukkingen volkomen aangeleerd zijn, dan zou dit gesoleerde volk nieuwe uitdrukkingen moeten
hebben getoond, uitdrukkingen die we nooit eerder hadden gezien. Dat was
niet het geval.
Nu was het nog steeds mogelijk dat deze bekende expressies signalen van
heel andere emoties waren. De films lieten niet altijd zien wat er net voor of
net na een getoonde gelaatsuitdrukking gebeurde, maar wanneer dat wel
het geval was, bevestigden de gebeurtenissen onze interpretatie. Als gelaatsexpressies in elke cultuur andere emoties uitdrukken, dan zouden volko-

22

gegrepen door emoties

men buitenstaanders nooit hebben kunnen vaststellen om welke emotie het


ging.
Ik probeerde te bedenken hoe Birdwhistell en Mead deze bewering zouden weerleggen. Ik stelde me voor dat ze zouden zeggen: Het doet er niet
toe dat je geen nieuwe gelaatsuitdrukkingen zag, maar de expressies die je
waarnam, hadden echt andere betekenissen. Je kon ze raden omdat je aanwijzingen kreeg uit de sociale gebeurtenis waarin ze plaatsvonden. Je hebt
geen enkele keer een expressie gezien los van wat ervoor, erna of gelijktijdig
gebeurde. Anders zou je nooit hebben geweten wat de gelaatsuitdrukkingen
betekenden. Om deze zwakke plek te verhelpen, lieten we Silvan Tomkins
een week naar mijn werkplek overkomen.
Voordat hij kwam, monteerden we de films zo dat hij alleen de uitdrukkingen zelf zou zien, los van de sociale context, alleen close-ups van een gezicht. Silvan had geen enkel probleem. Elk van zijn interpretaties klopte met
de sociale context die hij niet had gezien. Bovendien wist hij precies op welke informatie hij zijn interpretatie baseerde. Wally en ik voelden altijd wel
aan welke emotionele boodschap een bepaalde gelaatsuitdrukking overbracht, maar onze oordelen waren intutief. Meestal konden we niet preciseren wat het was in het gezicht dat de boodschap uitdroeg, tenzij het om een
glimlach ging. Silvan ging voor het filmscherm staan en wees precies aan
welke spierbewegingen in het gezicht de emotie te kennen gaven.
We vroegen hem ook om een globale indruk te geven van de twee culturen. En groep leek hem vriendelijk van aard. De andere daarentegen had
volgens hem explosieve woede-uitbarstingen, was wantrouwend op het paranode af, en homoseksueel. De cultuur die hij bedoelde was die van de Anga, en Silvans beschrijving kwam overeen met wat ons was verteld door Gajdusek, die bij ze had gewerkt. De Anga hadden regelmatig Australische
ambtenaren overvallen die er een overheidspost draaiende probeerden te
houden. Ze stonden bij hun buren bekend om hun sterke achterdocht; en
de mannen leidden inderdaad een homoseksueel bestaan totdat ze in het
huwelijk traden. Een paar jaar later moest de etholoog Eibl-Eibesfeldt letterlijk rennen voor zijn leven toen hij probeerde bij ze te werken.
Na deze bijeenkomst besloot ik mij te wijden aan het onderzoek van gelaatsuitdrukkingen. Ik zou naar Nieuw-Guinea gaan om te bewijzen wat ik
voor waar hield, namelijk dat ten minste sommige emotionele gelaatsuitdrukkingen universeel voorkomen. Ook zou ik een objectieve methode ontwerpen om gezichtsgedrag te meten, opdat iedere wetenschapper op objectieve wijze uit gezichtsbewegingen zou kunnen afleiden wat Silvan zo
scherp zag.

Vous aimerez peut-être aussi