Vous êtes sur la page 1sur 4

Guus Van Aerschot

2SA3

Aan de slag met geografische werkbladen


in de lessen Aardrijkskunde.
Analyse:
Deze werkbladen volgen het leerplan voor Aardrijkskunde van het VVKSO voor de 2de
graad KSO/TSO, VVKSO-BRUSSEL D/2012/7841/019. De werkbladen zijn afkomstig uit
het handboek HorizonT 4 van uitgeverij Plantyn. Dit handboek is gemaakt voor
Aardrijkskunde in het TSO. De ASO variant heet Horizon. De werkbladen, die ik
geselecteerd heb, gaan over een thema waarin de voorgaande lessen allemaal worden
samengevat. Het thema van deze werkbladen is Wereldkaart van de industrie.
Aangezien de leerlingen in de voorgaande lessen verschillende industrieregios besproken
hebben alsook nieuwe industrielanden en ontwikkelingslanden hebben onderzocht, wordt
deze informatie nu gebruikt om deze te lokaliseren op een wereldkaart. Ook enkele
verschillende soorten industrie worden hier verder onderzocht. Omdat dit de laatste les is
rond industrie en deze een groot deel van de leerstof samenvat, kunnen we hier ook heel
wat eindtermen en aspecten uit het leerplan bij plaatsen:
Situering in de eindtermen:

(Vakoverschrijdend en/of vakgebonden)

ET 2: bestudeerde regios en themas op eenvoudige thematische wereldkaarten situeren.


ET 12: Verbanden leggen tussen levenswijze, cultuur en leefmilieu.
ET 14: de herkomst van een aantal producten in diverse informatiebronnen opzoeken en
lokaliseren.

Situering in het leerplan:


4.5.1 Situeren

1. Telkens de te bestuderen regios op de wereldreferentiekaart en op eenvoudige


thematische wereldkaarten situeren.

4.8 Verschillen tussen industrile regios

1. Aan de hand van concrete voorbeelden, van beelden en van andere informatiebronnen,
de herkomst van enkele delfstoffen en fabricaten op kaarten aflezen.
4.3 Het bestaan van stromen van goederen of personen illustreren in deze industrieregio.
5. De bestudeerde regios situeren op een eenvoudige wereldfacetkaart van de
voornaamste industrieregios.

De werkbladen bij dit thema focussen zich vooral in het inoefenen van vaardigheden rond
het opzoeken van informatie. Er wordt hier vooral gewerkt met de atlas, waarmee de
leerlingen zelf informatie moeten opzoeken rond de verschillende industriegebieden in de
wereld, de ontwikkelingslanden en de Nieuwe Industrie Landen of NILs. Niet enkel de
atlas wordt gebruikt door de werkbladen. Om bijvoorbeeld de ontwikkelingslanden aan te
duiden moeten ze gebruik maken van hun werkboek. De leerlingen moeten in hun
geziene leerstof van de voorbije lessen rond industrie enkele landen opzoeken. Als laatste
wordt er verwezen naar een website: www.nationmaster.com. Op deze website staan
veel gegevens rond verschillende onderwerpen van Aardrijkskunde. In het werkboek
staat exact welke stappen de leerlingen moeten volgen om bij de juiste gegevens te
geraken die ze later kunnen gebruiken om hun wereldkaart verder aan te vullen.

Guus Van Aerschot

2SA3

Er wordt hier dus vooral gefocust op vaardigheden rond opzoeken van informatie, maar
dan wel bij verschillende bronnen en ook worden er vaardigheden aangesproken
waarmee de leerlingen de gevonden info op een wereldkaart moeten kunnen plaatsen.
Er zijn 2 wereldkaarten voorzien in de werkbladen. Beide kaarten nemen n volledig A4blad in. Zo hebben de leerlingen voldoende ruimte en overzicht om de verbanden te
kunnen waarnemen. En kaart om de industriegebieden aan te duiden, de andere kaart
om de verschillende soorten industrie op aan te duiden. De leerlingen moeten ook zelf de
legende aanvullen zodat ze eigenlijk zelf een kaart leren opstellen. In de werkbladen zijn
ook 3 afbeeldingen toegevoegd waarop de 3 verschillende industrien te zien zijn die
besproken zullen worden. Het enige nadeel hierbij is dat onder deze afbeelding ook het
land genoteerd staat waar deze industrie zich bevindt. Op zich is dit positief doordat de
leerlingen hier weer een andere bron gebruiken om aan info te komen. Maar bij de
afbeelding rond ijzer/staal staat Turkije, maar volgens de oplossingen en de bijhorende
ppt moet Turkije niet worden aangeduid. Daarom zou ik hier eerder een afbeelding
geplaatst hebben van een olieboorveld/platform omdat van deze industrie ook geen
afbeelding voorzien is.
Ik merk wel dat dit werkboek zeer veel gebruik maakt van invuloefeningen. Ik denk dat
ze vooral deze richting gekozen hebben omdat dit werkboek bestemd is voor leerlingen
uit het TSO. Ook bij deze werkbladen zijn er alleen maar invulvragen voorzien en dan
maar 3. Ik had graag nog enkele open vragen gezien, zoals Wat valt je op aan de
verspreiding van de industrie in de wereld?, Waarom zien we geen NILs in Europa of
Noord-Amerika?, Wat hebben we nodig om aan dagbouw te doen en hoe kan je dit in
verband brengen met het gebrek hieraan in Europa?, Ik vermoed dat de leerlingen hier
meer uit gaan leren en onthouden door deze verbanden nog eens expliciet te gaan
uitleggen. Nu kunnen ze de verschillende gebieden wel op een kaart leren plaatsen en ze
zullen deze kaart ook wel opnieuw kunnen reproduceren, maar ze zullen niet meer weten
waarom de wereldkaart van de industrie er nu net zo uitziet.
Voor de rest vind ik het wel een handig en overzichtelijk deel van de werkbladen. Er
wordt telkens goed uitgelegd wat de opdracht is voor de leerlingen en waar ze hier info
rond kunnen vinden. In de kantlijn wordt er ook steeds met symbolen en titels verwezen
naar waar in de cursus, atlas of internet ze de info kunnen terugvinden. Zo kunnen de
leerlingen dit ook makkelijk hergebruiken wanneer ze dit willen studeren. Hier wordt
eigenlijk slechts n werk- en leermethode gebruikt. De leerlingen moeten de informatie
opzoeken en vervolgens overzetten op hun wereldkaart. Dit kan zowel individueel als in
duo-werk. Individueel is meestal minder haalbaar. Bij mij was dit in ieder geval zo,
doordat de meeste leerlingen geen atlas bij hebben en er in de klas maar enkele atlassen
aanwezig zijn. Ook het gebruik van computers om op de gegeven website naar informatie
te zoeken is niet altijd mogelijk omdat er meestal niet genoeg computers in het lokaal
staan. Dit kan je tegenwoordig wel opvangen door de leerlingen gebruik te laten maken
van gsm of tablet.
De structuur van de werkbladen geeft ook duidelijk weer wat de belangrijkste begrippen
zijn en wanneer er een nieuw les-deel zal beginnen en hoe de les zal vorderen. Zo
kunnen de leerlingen ook makkelijk de les blijven volgen. Als ik de andere werkbladen
bekijk voor de andere lessen die ik moeten geven heb met dit handboek vallen mij toch
enkele dingen op. Het handboek maakt heel veel gebruik van beeldmateriaal. Er staan
heel veel fotos in, maar ook kaarten, grafieken, tabellen,

Guus Van Aerschot

2SA3

De focus van dit handboek ligt duidelijk op de visualisatie van de leerstof en dat
leerlingen zelf de informatie op kaarten kan plaatsen of info halen uit de verschillende
kaarten of tabellen. Dit vind ik een zeer sterk punt voor deze werkbladen. Er staan wel
meestal invulvragen in het werkboek wat dan weer minder is. Geef 3 landen die, Welke
klimaatzone is dit? Er komen ook wel openvragen in en vragen die naar verbanden
vragen tussen de verschillende lesonderdelen.

Reflecteren:
Omdat dit een les is die volledig draait rond het opzoeken van informatie of het bekomen
van informatie en deze dan om te zetten op een wereldkaart. Kan dit volgens mij snel
een saaie les worden. Hierdoor heb ik snel beslist om de leerlingen niet direct aan de
wereldkaart te laten beginnen en dat ik gebruik ging maken van verschillende filmpjes
om de aandacht van de leerlingen bij de les te houden.
Als eerste vraagt het werkblad direct om industriegebieden aan te duiden op de kaart. Ik
heb er hier voor gekozen om de leerlingen eerst zelf te laten ontdekken en vertellen wat
een industriegebied juist is. Ik heb dan gebruik gemaakt van een sfeerfilmpje van de
Haven van Antwerpen om de leerlingen enthousiast te maken voor de verschillende
vormen van industrie in de haven. De elementen, die ze hier hebben uitgehaald, heb ik
de leerlingen ook laten terug zoeken op een satellietbeeld van Belgi, Nederland,
Ruhrgebied en Engeland. Ze moesten eerst de haven van Antwerpen zoeken en de
kenmerken hiervan noemen. Vervolgens konden ze deze kenmerken gebruiken om nog
andere industriegebieden binnen Europa te situeren. Hierdoor hadden de leerlingen al
enkele industriegebieden kunnen situeren. Als laatste heb ik dan een satellietbeeld
gebruikt van het havengebied rond Peking. Ook hier hebben de leerlingen de
verschillende kenmerken van een industriegebied moeten opnoemen. Zo konden de
leerlingen duidelijk zien dat een industriegebied, waar ook ter wereld, steeds dezelfde
kenmerken vertonen. Vervolgens ben ik dan overgeschakeld op de atlas om de andere
gebieden te zoeken.
Om de informatie van de website te bekomen, heb ik zelf naar de site gezocht en de
juiste informatie weergegeven. Hier vroeg ik dan naar wat we precies konden aflezen qua
gegevens en vervolgens wat we konden besluiten uit deze gegevens. Ik had er voor
gekozen om dit te projecteren omdat er maar n pc in het aardrijkskunde lokaal staat.
Maar nu denk ik er aan dat ik de leerlingen dit ook had kunnen laten opzoeken op hun
gsm of ze een tablet te geven. Anderzijds had dit misschien nefast geweest voor het
lestempo of het op tijd klaar geraken met de werkbladen. Dit doordat ik wist dat deze
klas een laag werktempo had.
Om de verschillende industrien in te leiden heb ik telkens gebruik gemaakt van een info
filmpje waar de industrie op te zien was, als ook een specifieke plaats waar deze
ontgonnen wordt. Hierdoor hadden we meteen een zicht op hoe deze grondstof
ontgonnen wordt en konden we ook al direct n land plaatsen op de wereldkaart
alvorens de atlas open te slaan. Doordat de leerlingen konden zien hoe de grondstoffen
ontgonnen worden, kon ik er gemakkelijk vragen bij stellen waarom er in sommige
landen dan wel en in andere dan weer niet aan die industrie gedaan werd. Gebrek aan
open ruimte, te onveilig, te strenge milieuwetgeving,
Voor de lessen van deze stage heb ik de werkbladen meestal volledig gevolgd. Af en toe
heb ik een deeltje overgeslagen doordat de leerlingen anders opnieuw een groot deel
moesten opzoeken in de atlas en de les niet door ging in het aardrijkskunde lokaal,
waardoor er geen atlassen te gebruiken waren. Ik had hen ook de les voordien reeds een
taak gegeven waar ze de voorgaande opzoekopdracht thuis moesten maken en wou dit

Guus Van Aerschot

2SA3

soort taak niet opnieuw geven. Ik ben dus vooral trouw gebleven aan deze werkbladen
omdat ik ze toch wel goed vind opgesteld. Vooral omdat dit een duidelijk boek is voor
TSO leerlingen. Er staat veel beeld materiaal in het boek, als ook tabellen en kaarten die
de leerlingen moeten gebruiken om bepaalde opdrachten uit te voeren. Maar er bevinden
zich ook veel gesloten invulvragen in het werkboek. Er wordt toch ook wel regelmatig
gevraagd naar het verband tussen verschillende kaarten of de reden waarom zich een
bepaalde situatie voordoet, Er werd ook een ppt bij het werkboek geleverd en deze was
volledig afgestemd op wat de leerlingen moesten invullen.
Ik heb deze ppt dan ook gebruikt, maar heb er overal extra beelden bij geplaatst omdat
er soms wat meer duiding mocht zijn. Ook omdat in de ppt bijna enkel de beelden staan
die ook in het werkboek staan, maar ik vond dat de leerlingen er nog meer uit gingen
halen als we de afbeeldingen uit het handboek ook gingen vergelijken met compleet
nieuwe afbeeldingen. Waar zitten de gelijkenissen en waar de verschillen, Zo leren ze
ook weer de geziene leerstof toepassen op een nog niet gezien beeld. Zo kan je uw
leerstof weer laten vastzetten en krijg je een zicht van hoe goed de leerlingen mee zijn
met de les.
Ik heb me in voorgaande lessen iets te hard villen vastpinnen aan die werkbladen,
waardoor sommige lessen niet logisch overkwamen. Hier heb ik geprobeerd om goed op
te zoeken waar deze werkbladen gesitueerd waren in het handboek en hoe ik ze logisch
kon laten verlopen. Vervolgens heb ik de werkbladen geanalyseerd zodat ik wist waar ik
bijkomende info of beeldmateriaal of ander bronnenmateriaal kon/moest toevoegen.

Vous aimerez peut-être aussi