Vous êtes sur la page 1sur 7

Samenvatting MAW

Criminaliteit & Rechtsstaat


Hoofdstuk 1 t/m 5
Niek van de Pas
Maart 14

1 Wat is criminaliteit?
1.1 Rechtsregels
Functies van rechtsregels:

Het bieden van rechtszekerheid.


Het aanbrengen van orde.
Het waarborgen van onafhankelijke rechtspraak.

1.2 Strafbaar gedrag en criminaliteit


Misdrijven zijn erger dan overtredingen.
[de]criminalisering: het [niet meer] strafbaar worden van bepaald gedrag.
Er zijn verschillende soorten delicten: ~ tegen de openbare orde, geweld~, seksuele ~, etc.

1.3 Criminaliteit als maatschappelijk probleem


Criminaliteit staat hoog op de politieke agenda omdat het grote (negatieve) gevolgen heeft
(materieel & immaterieel).
Het bestrijden van criminaliteit wordt gedaan door particuliere initiatieven, bedrijven, en
maatschappelijke instellingen.
Het slachtoffer heeft recht op informatie, spreekrecht, en schadevergoeding. Er bestaan ook
stichtingen die de belangen van slachtoffers behartigen.

2 Hoe veilig is Nederland?


2.1 Het meten van criminaliteit
Kwantitatief onderzoek: het verzamelen van cijfers.
Kwalitatief onderzoek: het zoeken naar diepgaandere informatie (interviews etc.).
Betrouwbaarheid: de gegevens moeten niet op toeval berusten.
Validiteit: het onderzoek meet wat het moet meten (hieronder valt het definiren van bijv.
geweld ook).
Generaliseerbaarheid: het onderzoek moet algemeen geldig zijn.

Onderzoeksmethoden
Methode

Voordelen

Nadelen

Politie- en
rechtbankstatistieken
Slachtofferenqutes

Alleen geregistreerde
criminaliteit.
Subjectief en selectief, geen
slachtofferloze criminaliteit.
Idem + drempel van
eerlijkheid.
Op grote schaal niet praktisch
haalbaar.

Daderenqutes
Kwalitatief onderzoek

Ook niet-geregistreerde
criminaliteit.
In theorie het meest
complete beeld.
Meer diepgang.

2.2 Beeldvorming
Massamedia hebben veel invloed op het beeld van criminaliteit. Tegenwoordig is het echter
steeds makkelijker om zelf je referentiekader te bepalen door bijvoorbeeld rechtszaken bij te
wonen.

2.3 Criminaliteit vroeger en nu


Criminaliteit in Nederland is flink toegenomen. De belangrijkste redenen zijn:

Afnemend gezag van de overheid.


Afnemende betekenis van het maatschappelijk middenveld (kerk, school, etc.).
Vervaging van maatschappelijke normen en waarden.
Sterk toegenomen welvaart (er valt meer te halen).
Afgenomen pak- en strafkans.
Toegenomen werkloosheid.
Technologische ontwikkelingen (cybercrime etc.)
Internationalisering (open grenzen etc.)

Nederland is een relatief veilig land. De kans dat je toevallig slachtoffer wordt van moord of
doodslag is vrijwel nihil: het gaat bijna altijd om persoonlijke dramas of afrekeningen.

3 Oorzaken van criminaliteit


3.1 Wie is crimineel?
Geslacht: man
Leeftijd: voornamelijk adolescent (16-23). Oorzaken: hoort bij het opgroeien, sociale problemen
van jongeren.
Maatschappelijke positie: laag (werklozen etc.), behalve bij witteboordencriminaliteit.
Etnische afkomst: allochtone groepen. Veel allochtonen behoren tot de lagere sociale positie, en
bij jeugdcriminaliteit staan autoch- en allochtonen gelijk.
Locatie: steden.

3.2 Criminologie
Criminaliteit kan worden bekeken vanuit drie niveaus:
Microniveau: biologische en psychologische factoren: genen, stoornissen etc.
Mesoniveau: sociaalpsychologische factoren: directe sociale omgeving (school, gezin).
Macroniveau: sociologische factoren: maatschappelijke ontwikkelingen, gevoel van
sociale onrechtvaardigheid.

3.3 Theorien over criminaliteit


Theorie
Sociobiologische theorie
Aangeleerd-gedrag
Gelegenheidstheorie
Anomietheorie
Etiketteringstheorie
Bindings- of integratietheorie
Socialecontroletheorie

Verklaring voor criminaliteit


Het zit in je genen.
Contact met crimineel gedrag als kind.
De gelegenheid maakt de dief.
Kloof tussen rijk en arm.
Sociale afkeuring van de crimineel.
Gebrek aan familiebanden etc.
Gebrek aan sociale controle.

4 De rechtsstaat
4.1 Grondbeginselen
Geweldsmonopolie van de overheid.
Twee taken van de overheid: rechtshandhaving en bescherming.
Politieke machtenscheiding (trias politica).
De overheid is gebonden aan de wet.
Onafhankelijke rechters.
Grond- of vrijheidsrechten.
Deze beginselen staan in de grondwet en in de EVRM en UVRM.

4.2 Rechtsstaat en criminaliteit


Trias politica: wetgevende macht (parlement), uitvoerende macht (ministers en ambtenarij),
rechterlijke macht (rechters).
De overheid is gebonden aan de wet. De belangrijkste uitgangspunten:

Het legaliteitsbeginsel (je kunt alleen worden gestraft voor iets wat bij wet strafbaar is).
De maximumstraf.
De ne bis in idem-regel (je kunt slechts n keer vervolgd worden voor hetzelfde feit).
Geen straf zonder schuld (ontoerekeningsvatbaarheid etc.)
Verjaring.

Onschuldpresumptie: onschuldig tot het tegendeel bewezen is.

4.3 Dilemmas en spanningen


Belangrijkste dilemma van de rechtsstaat: de botsing van rechtshandhaving en bescherming.

4.4 Klassenjustitie
We spreken van klassenjustitie wanneer het sociale milieu een rol speelt.
Dit uit zich bijvoorbeeld in selectief optreden, vervolgen en straffen.

5 Overheidsbeleid
5.1 Integraal veiligheidsbeleid
Integraal veiligheidsbeleid: het aanpakken van criminaliteit door het integraal (en dus niet per
voorval) te bestrijden. Centraal staat het voorkomen en reduceren van criminaliteit en overlast.
Burgers zijn mede verantwoordelijk en moeten misdaad melden.
Tweesporenbeleid: preventie versus repressie.
Bij veelvoorkomende criminaliteit ligt de nadruk op preventie.
Voorbeelden van preventie:

De versteking van de (sociale) controle.


Voorlichting.
Aanpassing van de bebouwde omgeving.
Structurele maatregelen, bijv. het zorgen voor goede scholing en werkgelegenheid.

Soorten beleid:

Opsporingsbeleid.
Vervolgingsbeleid.
Gevangenisbeleid.
Nieuwe wetgeving.
Preventief beleid.

Ontwikkelingen op het gebied van veiligheid:

Uitbreiding van bevoegdheden.


Toegenomen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer.
Het in elkaar schuiven van criminaliteitsbeleid en de bestrijding van overlast.
Groeiende internationale invloed.

5.2 Criminaliteitsbeleid in de praktijk


Enkel voorbeelden.

5.3 Politieke visies


Linkse partijen benadrukken de maatschappelijke oorzaken van criminaliteit; rechtse partijen
benadrukken de individuele verantwoordelijkheid.
PVDA: pragmatisch-moralistische visie: als het maar werkt.
VVD: belang van rechtsregels om de vrijheid van burgers te waarborgen; strengere straffen.
CDA: belang van gezin, school, en maatschappelijk middenveld; strijd tegen normvervaging.
SP: lokale aanpak van criminaliteit; vergroten capaciteit politie en justitie.

Begrippenlijst
Legaliteitsbeginsel

Men kan alleen gestraft worden voor iets wat daadwerkelijk in de


wet als strafbaar is aangegeven.
Ne bis in idem-regel
Men kan slechts eenmaal voor hetzelfde feit worden vervolgd.
Onschuldpresumptie
Men is onschuldig tot het tegendeel bewezen is.
Persistente delinquentie
Het blijven plegen van strafbare feiten.
Rechtsstaat
Een staat waarvan de macht gereguleerd en beperkt wordt door het
recht.
Recidive
Herhaaldelijk strafbare feiten plegen.
Trias politica
Drievoudige scheiding van machten in wetgevende, uitvoerende en
rechterlijke macht
Witteboordencriminaliteit Criminaliteit gepleegd door een persoon met een hoge sociale
status

Vous aimerez peut-être aussi