Didactische fiche

Vreemdetaalinitiatie

(Les couleurs)
(Eerste leerjaar)
(Toutes les couleurs)
(Naomi Peeters)

Beginsituatie

Ongeveer de helft van de leerlingen in de klas, is thuis tweetalig. (Nederlands Frans)

(Nederlands Perzisch) Asal

- De leerlingen die niet tweetalig zijn: Tuur, Alexandra, Imke, Jill, Axl, Zo, Emma.

De leerlingen hebben nog geen vreemdetaalinitiatie (Frans) gekregen.

Doelstellingen
Attitudes
-

De leerlingen staan open voor wat gezegd, verteld en gevraagd wordt in het Frans.

De leerlingen durven Frans spreken.

De leerlingen beleven plezier aan en in de activiteiten Frans.

Vaardigheden
-

De leerlingen hebben aandacht voor een correcte Franse uitspraak.

De leerlingen begrijpen eenvoudige mededelingen, opdrachten en vragen in het Frans.

De leerlingen kunnen eenvoudige Franse woorden correct nabootsen.

De leerlingen kunnen zich via eenvoudige Franse woorden uitdrukken.

De leerlingen kunnen het juiste kleurpotlood nemen.

- De leerlingen kunnen de kleuren herkennen aan de hand van een tekening de gekleurde vierkanten.
Talige doelen
-

De leerlingen kunnen de kleuren groen, rood, bruin, blauw en geel herhalen in het Frans.

Activiteit
3.1

Instapritueel

- Het Spiekpietje heeft een doos meegebracht. (In de doos steekt een brief en een bolle hoed)
- Zullen we het samen openmaken? (pakje openmaken)
- Weten jullie wat dit is? (een hoed en een brief)
- Wat staat er op het briefje? (Als je deze hoed opzet, spreek je enkel Frans)
- Dit is een heel magische hoed!
- Als ik deze hoed opzet, kan ik alleen nog maar Frans spreken.
- Gaan jullie dan alles verstaan? (Ja - nee)
- Probeer goed te volgen en te kijken.
- We zullen het eens proberen (Hoed opzetten)

- Bonjour tout le monde - a va bien ?

- Bonjour madame, bonjour monsieur, comment a va ?
- Oefenen met gebaren. (herhalen)
- Oefenen met klappen in de handen. (herhalen)
- Lkr. zegt het, lln. doen de gebaren (herkennen)
- Lkr. doet gebaren, lln. zeggen na. (actief gebruiken)
- Lln. oefenen per 2. (actief gebruiken)

3.2

Les couleurs

3.2.1 Luisteren naar het boekje toutes les couleurs.

Verbaal aanbiedende werkvorm
- Jai quelque chose. Le livre Toutes les couleurs. Cest une histoire dun petit lapin.
- Ecoutez et regardez bien.
verhaal voorlezen, kleur door de lln. laten herhalen.

3.2.2 Herhalen van de kleuren. (fase 1: herhalen)

Klassikaa
l
- Prenez le crayon vert.
- Prenez le crayon rouge
- Prenez le crayon brun
- Prenez le crayon jaune
- Prenez le crayon bleu.
(lkr. toont de potloden die de kinderen moeten nemen.)
- Prenez le bon couleur.
- Par exemple: Jai le derrire tout vert (lkr toont groen potlood en tikt ermee op de billen.)
- -vous: vert (de lln herhalen de kleur en doen de beweging na).
3.2.3 Herkennen van de kleuren. (fase 2: herkennen)
Klassikaa
l
- Je montre un couleur et tu me dis cest lequel.
- Par exemple : Cest vert! (lkr. toont groen)
- Tout le monde ensemble : vert !
3.2.4 Spelen van vierkantenkleurenspel (1) (fase 3: actieve reproductie)
Klassikaa
l
- Je montre (un carr) avec une couleur.
- Cest quelle couleur.
3.2.5 Uitdelen van de M&Ms.
Klassikaa
l
- Quelle couleur de M&M avez-vous reu ?

3.3

Uitstapritueel

- Lkr. zet hoed af. (Lkr. spreekt terug Nederlands)

- Lkr. zet hoed terug in de doos.
- Waarom spreek ik nu terug Nederlands? (De hoed staat niet meer op het hoofd)
- Wat een gekke hoed!
- (extra) Luisteren (en kijken) liedje: https://www.youtube.com/watch?v=zduapTwsSwA
4

Bronnen

- Sanders, A., Toutes les couleurs, lcole des loisirs, Paris, 1998
- In samenwerking met medestudenten
- Dewaele, K. Demoles: vreemdetaalinitiatie les salutations. UCLL: Leuven.
- Lessen vreemdetaalinitiatie van Mevrouw Dewaele.
- Liedje op youtube