Vous êtes sur la page 1sur 14

EEN BLANKE DE BESTE VAN DE WERELD OP

DE 200 METER SPRINT, HOE KAN DAT?


Dafdne schippers op het wereldkampioenschap 2015 in Peking 1ste op de 200
meter sprint en 2de op de 100 meter sprint, het is fenomenaal!

6 NOVEMBER 2015

HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN
R.NIJLAND
F.SNIJDERS (303866) & I.VLAMING (317409)

Voorwoord

Wij, Friso Snijders en Ilse Vlaming zijn twee derdejaars studenten van de opleiding Sport
Gezondheid en Management (SGM) aan de Hanzehogeschool te Groningen. Voor de
opleiding hebben we in blok 3.1 de Preperation Course Training & Coaching gevolgd. Als
toetsing van de course is het de bedoeling dat er een essay geschreven wordt, dat gebaseerd
is op n van onderwerpen die in de colleges behandeld zijn. Onze keus is uitgegaan naar
topsport, omdat we dit beide erg interessant vinden en hier ook wat mee willen doen in de
toekomst. Daarnaast hebben we gekeken naar actualiteit en is dit onderwerp toch wel heel
erg actueel.

Essay over Dafne Schippers door F. Snijders en I. Vlaming 2015

Inhoudsopgave

Voorwoord .............................................................................................................................................. 1

Inleiding ................................................................................................................................................... 3
Nawoord ................................................................................................................................................ 10

Bronnenlijst ........................................................................................................................................... 11

Bibliografie ............................................................................................................................................ 11

Essay over Dafne Schippers door F. Snijders en I. Vlaming 2015

Inleiding

Dafne Schippers, wereldkampioene op de 200m sprint en tweede op de 100m sprint tijdens


het wereldkampioenschap in Peking. Een erg actueel onderwerp, want hoe kan het dat de
zwarten niet meer aan de top staan, maar in dit geval op de 200m een blanke?
Verschillende onderwerpen zullen aangehaald worden, namelijk:
Inleiding
Welke genen zijn van invloed op de topprestatie?
Fast-twitch & slow-twitch spiervezels
Is de topprestatie op de sprint nature of nurture?
Dafne en doping?
Waarom loopt dafne zo snel?
Conclusie

Met deze onderwerpen hopen we u een interessant en informatief essay te leveren en het
antwoord op de volgende vraag te beantwoorden: een blanke de beste van de wereld op
de 200 meter sprint, hoe kan dat?

Essay over Dafne Schippers door F. Snijders en I. Vlaming 2015

EEN BLANKE DE BESTE VAN DE WERELD OP


DE 200 METER SPRINT, HOE KAN DAT?

Het is 24 augustus 2015, een warme dag in Peking, en Dafne Schippers mag als enige
blanke atlete de WK finale 100 meter sprint lopen. Gek genoeg doet ze dit in 10.81 sec. Een
nieuw Nederlands record en een tweede plaats op het WK. Vier dagen later op 28
augustus 2015 mag Dafne het nog eens over doen, alleen nu op een andere afstand,
namelijk de WK finale 200 meter bij de vrouwen. Met een tijd van 21.63 verbetert ze haar
persoonlijke record, het Nederlandse record en het Europees record. Ze behaalt goud en
zet daar de derde snelste tijd ooit neer door een vrouw gelopen op deze afstand.
Bovendien zijn de twee eerder gelopen tijden omstreden (Sedoc, 2015). Heel Nederland is
in rep en roer, wat een ongelofelijke prestatie van een blanke vrouw. Dafne Schippers
heeft geschiedenis geschreven!
De oer Hollandse 23 jarige Dafne Schippers uit Utrecht is een fenomeen aan het worden in
de sprintwereld van de atletiek. En dan te bedenken dat ze tot voor kort nog 7-kampster
was. In de wereldpers borrelen allemaal vragen omhoog hoe het mogelijk is dat een
blanke vrouw zo goed kan presteren. Waarom is dat zo bijzonder?
De laatste 25 wereldrecordhouders bij mannen waren
allemaal donker. Behalve dat deze mannen allemaal van
donkere komaf waren, hadden ze nog iets gemeen met
elkaar. Hun wortels lagen allemaal in West Afrika. De
sprinters zijn in te delen in twee groepen. Jamaikanen
en Afro Amerikanen (Syed, 2012). Kennelijk beschikken ze
over iets unieks wat ze zo succesvol maakt, maar wat is
dat unieke dan? Een lastige vraag die al jaren door
menigeen wordt afgevraagd.

(Printerest, z.d.)
Prestatiegenen
Uit onderzoek in 2003 is gebleken dat er een variatie zit in het ACTN3 gen wat juist deze
twee groepen zo succesvol maakt. Dit gen komt voor in twee soorten, namelijk: de RR- en de
XX-versie. De ene versie is duidelijk aanwezig bij sprinters met fast-twitch spiervezels en de
andere bij uithoudingsatleten (weghe, 2015). Bij Jamaicanen komt dit sprintgen bij 98% van
de mensen voor. Echter komt dit gen
ook bij de meerderheid van de
Europeanen voor, namelijk bij 82%
(Syed, 2012). Kortom, bij beide
bevolkingsgroepen beschikt de
meerderheid van de populatie over
dit specifieke gen. Naast het ACTN3
gen valt het ACE-gen op. Deze variant
is onder te verdelen in de ii-variant,
(Feringa, 2013)
dd-variant en de id-variant.

Essay over Dafne Schippers door F. Snijders en I. Vlaming 2015

De ii-variant kun je in verband brengen met een efficinte zuurstofverhouding. De dd-variant


wordt vaak gevonden bij betere sprinters. De id-variant zit ertussenin. Deze variant zegt
niets over of je Olympisch kampioen kunt worden of niet (weghe, 2015).
Uitgaande van de cijfers van het ACTN3 gen kunnen we met enige zekerheid vaststellen dat
onze Dafne Schippers ook over dit gen beschikt net als de donkere dames. Er moet dus een
andere reden zijn waarom Dafne als enige blanke Europeaan zo goed kon presteren op het
wereldkampioenschap spint die volledig gedomineerd werd door de donkere bevolking uit
een specifieke streek.

Fast-twitch & slow-twitch spiervezels


Dafne maakt bij haar 100 meter sprint vooral gebruik van het anaroob alactisch systeem. Bij
de 200 meter sprint maakt ze gebruik van het anaroob alactisch systeem en het anaroob
lactisch systeem (Kloosterboer, 2013).
Het anaroob alactisch systeem duurt ongeveer 10-15 seconden. Hierbij wordt voornamelijk
onmiddellijke energie gebruikt die vrijkomt bij de afbraak van de energierijke fosfaten in de
spieren. De energie die vrijkomt is creatinefosfaat en ATP. Dit ziet er als volgt uit:
ATP enzym ADP + P + Energie wordt CrP enzym CR + P + energie. Dit systeem kenmerkt
zich door het volgende: geen zuurstof nodig voor splitsing (anaroob), zonder lactaat of
melkzuur (alactisch), energie is direct maximaal beschikbaar en zeer veel energie per
seconde, (veel vermogen). De intensiteit is hierbij zeer hoog, maar de duur is zeer beperkt
(Kloosterboer, 2013).
Het anaroob lactisch systeem kenmerkt zich door melkzuur (lactisch), veel energie per
seconde, (veel vermogen), geen zuurstof nodig voor splitsing (anaroob) en de energie is na
ongeveer 20 seconden maximaal beschikbaar. Tot ongeveer een minuut (beperkte
capaciteit) blijft de energielevering voornamelijk anaeroob (geen zuurstof). De spieren
verzuren hierbij en daardoor wordt er melkzuur gevormd. Melkzuur verstoort alle
energieleverende processen (Kloosterboer, 2013).
Wat duidelijk wordt is dat de fast-twitch
spiervezels, ook wel snelle spiervezels
genoemd, invloed hebben op de snelheid
en explosiviteit van een sprinter.
Tegenover snelle spiervezels staan slow-twitch
spiervezels. Dit zijn langzame spiervezels
waarover duursporters vooral beschikken.

(Gmac, z.d.)

De snelle spiervezels zijn witter en bevatten minder mitochondrin en myoglobine. Hierdoor


wordt glycogeen bij explosieve inspanning niet volledig verbrand wat leidt tot
melkzuurvorming (Voormolen, 2012).
Het moet zo zijn dat Dafne Schippers een heel hoog gehalte aan fast-twitch spiervezels
heeft, waardoor ze zo snel kan rennen op de 100 en 200 meter. Waarschijnlijk heeft ze dit
meegekregen van haar ouders. Zo zeggen haar ouders ook dat ze de spieraanmaak van haar

Essay over Dafne Schippers door F. Snijders en I. Vlaming 2015

vader Evert heeft en het doorzettingsvermogen van haar moeder Karen (meinema, 2015).
De kans is groot dat haar ouders relatief veel fast-twitch spiervezels hebben. Het hebben van
een bepaald type spiervezel is namelijk voor een gedeelte erfelijk bepaald (Voormolen,
2012). Echter is dit geen zekerheid. Gemiddeld beschikken de meeste mensen over even veel
snelle als langzame spiervezels. Toch kan men door middel van training een snelle sprinter
worden.
Beter worden heeft niet alleen te maken door geestelijke- of techniekontwikkeling, maar
vooral door biomedische en neurologische aanpassingen.
De onderzoeker Heinrich baseert dit op het feit dat bij de snelle spiervezels n zenuwcel
wel 300 tot 800 spiervezels kan aansturen (Voormolen, 2012). Samen worden deze vezels
een motorunit genoemd. Daar staat tegenover dat bij langzame spiervezels wel 10 tot 100
cellen verantwoordelijk zijn om zoveel spiervezels aan te sturen (Voormolen, 2012). Het is
zeer waarschijnlijk dat Dafne en alle donkere sprintdames zeer weinig zenuwcellen nodig
hebben om een relatief hoog aantal spiervezels aan te sturen.
Nature of nurture?
Volgens de 10.000 uren-regel moet men 10.000 uur besteden om in een bepaalde discipline
te excelleren. Door constante herhaling en training kun je de top bereiken. Deze theorie
wordt ook wel de DPM deliberate practice model genoemd. Volgens Hutchinson bevinden
atleten zich op een continum van zowel trainbaarheid als talent. Zo zijn er volgens
Hutchinson atleten met een hoge trainbaarheid en een grote mate van talent, atleten met
een hoge trainbaarheid en weinig talent, atleten met een lage trainbaarheid en veel talent
en atleten met een lage trainbaarheid en weinig talent. Alleen de eerste categorie atleten is
in staat tot topprestaties te komen. Als conclusie kan er gesteld worden dat je op een 100
meter niet zonder talent komt (MP, 2014).

Het is ongetwijfeld waar dat de genen een belangrijke rol spelen bij het behalen van
topprestaties. Het is niet waar dat Jamaicanen of Afro-Amerikanen iets hebben wat ze fysiek
beter maakt dan blanken. Lichaamsbouw, longinhoud, spiersamenstelling en allerlei andere
fysieke factoren met een genetische component zijn, naast training, vanzelfsprekend van
invloed op sportprestaties (Driel, 2010).

We weten nu wat er ongeveer voor nodig is om een snelle sprintster te kunnen zijn, maar we
zijn er nog niet achter hoe het kan dat Dafne Schippers in vergelijking met andere donkere
atletes zo snel is.
Hordeloper Gregory Sedoc heeft hier een simpele verklaring voor. Hij zegt dat het te maken
heeft met de cultuur waarin we opgroeien. Wij als Nederlanders leren op jonge leeftijd
fietsen, zwemmen en schaatsen. Dit zijn ook sporten waar we goed in zijn. In Afrika doen ze
dit niet. Daar lopen ze veel, aldus Gregory Sedoc (Sedoc, 2015).
Bewegingswetenschapper Maarten Bobbert sluit zich hier volledig bij aan. De Jamaikanen
doen het erg goed op de sprintnummers. Van jongs af aan lopen ze hard, het is een
onderdeel van hun cultuur (Kouwen, 2010).
Daarnaast geeft Gregory Sedoc aan dat Dafne Schippers eentje is van de buitencategorie net
als golfer Tiger Woods en speerwerper Julius Yego. Bovendien geeft Gregory Sedoc aan, dat
wat we denken dat we zien normaal is. In het zwemmen zie je ook nooit een negrode man
of vrouw. Dat denkbeeld is ook normaal, omdat we dat nooit zien. Dat Dafne Schippers

Essay over Dafne Schippers door F. Snijders en I. Vlaming 2015

opvalt als blanke vrouw tussen donkere atletes vinden we bijzonder, maar is dus eigenlijk
heel gewoon (Sedoc, 2015).

Misschien moeten we dan toch maar aannemen dat genetica weinig tot niets te maken heeft
met de prestatie van sporters. Iedere Nederlander keek raar op toen schaatser Shani Davis in
2005 en 2006 wereldkampioen allround werd. Net zo verrast was de Westerse wereld toen
er voor het eerst twee donkere wielrenners meededen in de tour van 2015. Het zijn
bijzondere momenten in de sport die eigenlijk heel gewoon zijn. Het klinkt zo mooi dat
iedereen gelijk zou zijn, maar of dit echt zo is? Dat is de vraag.
Dafne en doping?
Doordat Dafne een wereldster is op de 200 meter sprint en ook bijna eerste werd op de 100
meter tijdens het wereldkampioenschap in Peking vraagt de wereldpers zich af of Dafne
doping gebruikt. Ze is immers blank dus valt ze op.
Schippers is getergd na verdachtmaking dopinggebruik. Zo zegt ze het volgende: Ik vind het
een enorme belediging. Ik word kwaad als ze dit soort teksten schrijven, omdat mensen
ineens denken dat je ook verdacht bent. Ik doe alles op eigen kracht en ben honderd procent
dopingvrij. Ik werk er kneiterhard voor, dus dan is het niet fijn als je dit zomaar op je bord
krijgt.
Dafne Schippers werd in 2014 tussen de vijftig en zestig keer gecontroleerd op doping,
waarbij acht keer bloed werd afgenomen (NOS, 2015).

Er is een trucje om hard te sprinten aldus Dafne Schippers. Je moet ontspannen zijn tijdens
het lopen. Dit klinkt gemakkelijk, maar dit is lastig voor veel atleten. Daarnaast helpt het mee
dat Dafne nooit zenuwachtig is tijdens belangrijke momenten waar ze moet presteren.
Doordat ze ontspannen is in haar hoofd, is haar lichaam dat ook. Tijdens het lopen, gaat het
om haar eigen race. Op het moment dat ze uit haar eigen race zou lopen, verdwijnt haar
ontspanning uit het lichaam waardoor er niet optimaal gepresteerd kan worden (48 min)
(Schippers, Dafne Schippers: Goud op de 200m in Peking, 2015). Dafne heeft een stabiele
balans gevonden tussen mentaal, fysiek en de haar uitvoering. Daardoor loopt ze zo hard.
Dit lijkt wel wat op de stijl van Usain Bolt. Hij is de snelste mannelijke sprinter ter wereld.
Dafne is net als hem groter dan de rest en haar loopstijl lijkt redelijk op die van hem. Niet
een razendsnelle start, langzaam opkomend gedurende de race en ontspannen grote passen
met een hogere topsnelheid dan de opponenten. Is dit de sleutel naar het succes in de
sprintwereld? Wellicht.

Waarom loopt Dafne zo snel?


In het opvolgende gesprek in DWDD, maandag 9 maart 2015, met Mathijs van Nieuwkerk
gooit Dafne Schippers de stelling op tafel (4.25): Waarom loop ik zo hard? Dafne denkt dat
dit komt doordat ze een meerkampachtergrond heeft (Schippers, Goud voor Dafne
Schippers, 2015).
Andere dames hebben dit niet. Daardoor kan ze zich onderscheiden ten opzichte van de rest.
Misschien is ze succesvoller dan haar concurrenten, doordat ze heel specifieke trainingen
volgt. Haar opponenten trainen dus op een andere manier. Wellicht kan ze haar spiervezels
effectiever gebruiken dan de rest, doordat motorunits en spiervezels effectiever
aangestuurd worden. Bij kogelstoten en speerwerpen bijvoorbeeld moet men in een kortere

Essay over Dafne Schippers door F. Snijders en I. Vlaming 2015

periode explosiever zijn dan bij sprinten. Wie weet dragen deze specifieke trainingen bij aan
meer succes ten opzichte van andere atletes.

Volgens Bonnema is het bekend dat het zenuwstelsel bij meisjes tussen de 7 en 11 zich het
snelst ontwikkelt. Dat zal het moment zijn geweest dat Dafne veel explosieve bewegingen
maakte korte sprintjes, felle sprongen. Haar zenuwstelsel heeft die explosiviteit zich toen
al eigen gemaakt. En natuurlijk heeft ze genetisch meer snelle spiervezels dan langzame. Dat
moge duidelijk zijn. (meinema, 2015).

Waar Dafne over beschikt is een getuned zenuwstelsel, dat de ideale sprintbeweging (korte
contacttijd met de grond, grote passen) minutieus kan uitvoeren en een sterk lichaam
daarnaast, maakt dat de topsnelheid in korte periode kan worden bereikt. Dafne denkt niet
meer na over de sprint. Ze heeft een uiterst krachtige romp en sterke buikspieren die ervoor
zorgen dat het bekken de optimale houding kan aannemen. Daarnaast heeft ze een
ijzersterke hamstring, lange benen waardoor ze in staat is grote stappen te maken, erg veel
spieren (Dafne heeft hier aanleg voor) en de kracht in haar voeten (ze fungeren als
springplank en zakken naar minimaal door wanneer ze op de grond landen). Haar voeten zijn
erg stijf. Dat betekent dat ze een korte contacttijd met de atletiekbaan heeft, en dat maakt
dat ze sneller toekomt aan haar volgende pas. Haar enkelgewrichten laten weinig speling toe
en kunnen veel kracht pijlsnel absorberen en terugvuren; kracht, gewicht en explosiviteit is
in de perfecte verhouding (meinema, 2015).
Waarom Dafne Schippers zo goed is blijft een vraag, maar het is een feit dat ze in bepaalde
dingen beter is en dat ze dingen beter doet dan haar concurrenten. Over de vraag hoe dit
kan, kunnen we blijven twisten.

Conclusie
Als je de snelste wilt worden op de sprintnummers (100 meter en 200 meter) moet je
beschikken over het ACTN3 gen. Het ACE-gen is essentieel voor succes en is grotendeels
erfelijk bepaald. Mensen met dit gen beschikken relatief gezien over relatief veel fast-switch
vezels die er voor zorgen dat men veel kracht in een korte periode kan genereren. Daarnaast
moet een atleet veel trainen om meer fast-switch spiervezels aan te maken. Hierdoor wordt
men nog explosiever en kunnen spiervezels efficinter aangestuurd worden. Huidskleur
heeft niets te maken met succes om een topsprinter(ster) te worden, maar cultuur wel
degelijk! Mensen die opgroeien in een milieu waar bepaalde dingen normaal zijn, hebben
er profijt van wanneer ze ergens heel goed in willen worden.
Waar Dafne over beschikt en wat haar dus zo snel maakt op de sprintnummers is het
volgende: een getuned zenuwstelsel, krachtige romp, sterke buikspieren en hamstrings,
lange benen, erg veel spieren, kracht en stijve voeten, zoals al eerder aangegeven.

Daarnaast rende ze van jongst af aan al veel hard, beschikt ze over fast-twitch vezels die
waarschijnlijk veel zijn aangemaakt toen ze tussen de 7 en 11 jaar was en aannemelijk is dat
ze over het ACTN3 en ACE gen beschikt. Dit alles bij elkaar maakt dat Dafne
wereldkampioene is op de 200 meter en misschien volgend jaar tijdens de Olympische
Spelen ook wel op de 100 meter.

Essay over Dafne Schippers door F. Snijders en I. Vlaming 2015

Kortom, de top bereiken is nature (prestatiegenen, spieren, sterk lichaam, goede


lichaamsbouw) en nurture (trainen, trainen en nog eens trainen). Beide moeten in een
evenwichtige balans zijn en dan nog net dat tikje extra. Daarnaast heb je ontzettend veel
doorzettingsvermogen nodig om de top te bereiken. Zonder doorzettingsvermogen kan de
top nooit bereikt worden!

Essay over Dafne Schippers door F. Snijders en I. Vlaming 2015

Nawoord

Wij vonden het erg interessant om een diepgaand onderzoek uit te voeren hoe het kan dat
een blanke vrouw de 200 meter sprint domineert. We hebben veel kennis opgedaan over dit
onderwerp en zijn het er over eens dat een topprestatie niet alleen nature is, maar ook
zeker nurture. Beiden moeten in een goede balans zijn om de top te bereiken. Bovendien
heb je natuurlijk nog doorzettingsvermogen nodig om net wat meer te kunnen geven.
We vonden het een leerzaam proces om dit onderwerp te onderzoeken en daarover een
essay te schrijven. Naar onze mening hebben we een goed wetenschappelijk onderzoek
neergezet. Daarnaast vonden we de preparation course training & coaching een
informatieve course. We weten nu beter wat er allemaal in de wereld van trainen en
coachen mogelijk is.

Essay over Dafne Schippers door F. Snijders en I. Vlaming 2015

10

Bronnenlijst
Bibliografie

Driel, M. v. (2010, oktober 16). Graven naar een genetische schat. Volkskrant. Opgehaald van
http://www.volkskrant.nl/archief/graven-naar-een-genetische-schat~a1034264/
Feringa. (2013). Informatie over de opbouw van een spier. Opgehaald van fitdoorfitness.nl:
http://fitdoorfitness.nl/algemeen/informatie-de-opbouw-van-de-spier

Gmac. (z.d.). Three Muscle Fiber Types and How to Train Them . Opgehaald van
elitemusclegainer.blogspot.nl: http://elitemusclegainer.blogspot.nl/2011/10/three-musclefiber-types-and-how-to.html
Kloosterboer, T. (2013). Elementaire trainingsleer. Utrecht: de Vrieseborch Tirion uitgevers.

Kouwen, M. (2010, april 3). Lichte onderbenen en donkere lopers. bionieuws. Opgehaald van
http://www.bionieuws.nl/artikel.php?id=5238&print=1

meinema, D. (2015, augustus 21). Waarom ze n van de snelste vrouwen is. NRC. Opgehaald van
www.nrc.nl/handelsblad/van/2015/augustus/21/waarom-ze-een-van-de-snelste-vrouwen-is1527471
MP, L. (2014). You can't teach speed: sprinters falsify the deliberate practice model of expertise. p.
PeerJ 2:e445.
NOS. (2015, augustus 6). Schippers geterd na verdachtmaking dopinggebruik. NOS. Opgehaald van
nos.nl/artikel/2050763-schippers-getergd-na-verdachtmaking-dopinggebruik.html

Printerest. (z.d.). Tijd van ontdekkers en hervormers. Opgehaald van printerest.com: https://s-mediacache-ak0.pinimg.com/736x/1c/a5/84/1ca58425a287d5d42d616ad86a253d59.jpg
Schippers, D. (2015, September 1). Dafne Schippers: Goud op de 200m in Peking. (M. v. Nieuwkerk,
Interviewer) Vara. Opgehaald van http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/345063
Schippers, D. (2015, Maart 9). Goud voor Dafne Schippers. (M. v. Nieuwkerk, Interviewer)

Schippers, D. (2015, Maart 9). Goud voor Dafne Schippers. (M. v. Nieuwkerk, Interviewer) Vara.
Opgehaald van http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/335721

Sedoc, G. (2015, Augustus 29). Die Fliegende Hollnder Dafne Schippers. (E. Jinek, Interviewer) NPO1.
Opgehaald van https://www.youtube.com/watch?v=T-cCLJ1i_1s
Syed. (2012, 8 9). The Australian. Opgehaald van http://www.theaustralian.com:
http://www.theaustralian.com.au/sport/genetic-research-shows-athletic-skill-is-not-a-blackand-white-issue/story-fne39r9e-1226446837310

Voormolen. (2012). IJzeren wil: de wetenschap achter durfals. In S. Voormolen, IJzeren Wil (p. 300).
Soest: Bert Bakker. Opgehaald van
https://books.google.nl/books?id=WHSOE_4lEJsC&pg=PT88&lpg=PT88&dq=''en+myoglobine
,+en+zijn+witter+van+kleur.+in+plaats+van+het+glycogeen+volledig''&source=bl&ots=WAO7
W25ZAg&sig=fLpxqJT_0nW7KJs6TgaK2CBipNI&hl=nl&sa=X&ved=0CCMQ6AEwAGoVChMIhM
zQhYe9yAIVCtsaCh

Essay over Dafne Schippers door F. Snijders en I. Vlaming 2015

11

weghe, h. v. (2015, augustus 17). Zit winnen in de genen? de Morgen. Opgehaald van
www.demorgen.be/wetenschap/zit-winnen-in-de-genen-a2425563/

Essay over Dafne Schippers door F. Snijders en I. Vlaming 2015

12

Essay over Dafne Schippers door F. Snijders en I. Vlaming 2015

13

Vous aimerez peut-être aussi