Vous êtes sur la page 1sur 2

Dit is het verhaal van Beatrix Hekkert in de tweede wereldoorlog.

Beatrix Hekkert
is geboren in het jaar 1917 in Rotterdam. Toen de oorlog begon was Beatrix
Hekkert 24 jaar oud, ze had wel wat meegekregen over de Duitsland en wat
Hitler allemaal wilden maar ze had geen idee wat er zou komen. Toen de oorlog
eenmaal in Nederland begon had ze geen idee wat er te wachten stond voor
haar. Op 14 mei was zo zoals altijd gewoon thuis en hoorde ze allemaal
vliegtuigen overvliegen. Ze zag allemaal parachutisten uit de vliegtuigen
springen en die gingen dan naar het vliegveld die ze zonder moeite konden
veroveren. Tijdens het bombardement van Rotterdam wist zelf helemaal niet wat
er gebeurde want ze woonde aan de buitenkant van Rotterdam dus ze hoorde de
explosies van de bommen ook helemaal niet. Ze kwam er pas later achter dat de
binnenstad van Rotterdam helemaal plat was gebombardeerd. Wat ze merkte
was dat de lucht alarmen afgingen een teken dat je naar de schuilkelders moest,
iets wat nog veel vaker zou gebeuren tijdens de bezetting. Ze weigerde echter de
schuilkelders in te gaan tijdens de gehele oorlog, ze vond de schuilkelders maar
vies en bleef veel liever binnen onder de deur staan. Toen ze later naar de binnen
stad ging om te kijken en dat was een aantal dagen later was nog alles aan het
smeulen. Ze weet nog wel dat haar oom alles wel heeft gezien. Hij werkte buiten
de binnenstad aan de andere kant van de maas en hij zag wel de stad helemaal
branden. Voor haar was het wel een klap en natuurlijk kreeg ze een beetje een
hekel aan de Duitsers, maar een groot verschil was dat ze niemand kende die in
de binnenstad woonde dus ze was ook niemand kwijt. Dit was een gedachte die
veel bij haar speelde tijdens de oorlog wat ze kreeg niet veel mee wat buiten
haar eigen wijk gebeurde zo hoorde ze echt wel eens verhalen over wat andere
meemaakte maar daar bleef het ook bij. De familie van haar man was een apart
verhaal. Zo hielp haar man zijn moeder Engelse piloten en andere onderduikers
om onder te duiken bij haar voor een aantal dagen. Dit waren echter niet joden
alleen piloten en mannen die onder de werkplicht van de Duitsers uit wilden
komen. Haar man zijn vader bracht verzet kranten rond maar verder wist Beatrix
Hekkert niet wat die nog meer deed. Het aparte van dit verhaal is man zijn broer
en een neef beiden bij de NSB zaten. Haar man zijn broer wist ook dat mijn zijn
moeder onderduikers had maar zei daar niets over. Hij mocht ook gewoon zijn
moeder over de vloer komen zolang die maar zijn uniform niet meenam. Beatrix
Hekkert heeft ook veel meegekregen wat er speelde rond de oorlog want ze
luisterde ook mee op de radio bij haar schoonmoeder. Dit was natuurlijk verboden
en toen ik vroeg aan Beatrix Hekkert als ze dan ooit bang was zei ze nee, ik ben
nooit bang geweest. Toen ik dit allemaal hoorde en wist dat ze zo veel afwist van
wat er allemaal plaats vond vroeg ik aan haar: maar wat weet u dan van de joden
en wat daar mee gebeurde? Hierop zei ze: Ik ben er pas na de oorlog achter
gekomen wat ze allemaal met de Joden hebben gedaan. Ik wist wel dat ze minder
dingen mochten doen maar daar bleef het bij haar bij. Ze zei dat de joden in een
andere wijk woonde eigenlijk ergens waar zei nooit kwam. Zo gold voor de
meeste zaken ze wist van veel dingen pas af na de oorlog omdat het niet
plaatsvond in haar eigen omgeving. Er vonden natuurlijk ook dingen plaats in
haar eigen omgeving. Zo stond er op de hoek van haar straat een vliegtuig
geschut die probeerde overvliegende vliegtuigen neer te schieten. Volgens haar
was dat echter nog nooit gelukt, en andersom probeerde de geallieerde soms het
geschut te bombarderen maar dat is nooit gelukt alleen de boerderij om de hoek
werd geraakt. Ook kwamen er regelmatig razzias door de buurt heen om
geschikte mannen mee te nemen naar Duitsland. Deze werden dan zo veel
mogelijk verstopt. Haar man is ook meegenomen door de Duitsers, hij kon nog

wel ontsnappen toen hij in de rij stond om in de vrachtwagen gedaan te worden


maar hij koos ervoor om bij zijn oom te blijven die anders alleen was omdat ze
neef al gauw uit de rij was gestapt en bij iemand achterop was gestapt. Hij moest
aan het werk naar Duistsland, eerst moest hij in duikboten aan het werk maar hij
had geen idee wat die moest doen net als de rest. Dus dat liep dus niet erg vlot
en mocht hij uiteindelijk aan het werk op een bureau in Duitsland. Verder heeft
die misschien nog wel dingen gehoord en gezien maar vertelde erg weinig na de
oorlog over de oorlog. Naarmate de bezetting langer duurde kwam er ook steeds
minder eten. Tijdens de Hongerwinter moest Beatrix elke dag lopen naar de
boerderijen in de buurt die ongeveer 30 kilometer verderop waren om daar te
vragen als ze nog wat eten overhadden. Vaak kreeg ze dit wel mee maar
sommige boeren maakte er gebruik van en probeerde er geld mee te verdienen.
Er kwam steeds minder eten en Beatrix moest steeds meer haar best doen om
genoeg eten binnen te krijgen, zo at ze bloembollen zoals je vaker hoorde. Toen
was kwam het einde in zicht de bezetting was bijna afgelopen en de Geallieerde
kwamen er aan. Ze sprak ook niet over 5 jaar oorlog maar over 10 dagen oorlog
en 5 jaar bezetting. Dit omdat ze eigenlijk weinig mee kreeg van de oorlog zelf
alleen van de bezetting, het leven ging gewoon door alleen had ze altijd honger
en had ze minder vrijheden. Ze mocht bijvoorbeeld niet na acht uur meer naar
buiten. Toen de oorlog was afgelopen kwamen er vliegtuigen over die voedsel
neergooide en pamfletten met daarop het bericht dat ze vrij waren. In de
voedselpakketten zat vak gewoon droge crackers en ander mager spul om te
zorgen dat mensen zich niet dood aten. Toen werden de NSBers hard aangepakt,
ik vroeg hier ook aan Beatrix wat ze daar nou van vond: Ze zei ja eigenlijk hoort
dat niet de mensen zijn veel te ver gegaan zoals het kaalscheren van de vrouwen
die met de Duitsers sliepen. Want volgens Beatrix waren niet alle Duitsers slecht
het waren ook gewoon knullen die wilden dat de oorlog voorbij was en ze naar
huis konden. Daarom waren ook veel Duitsers blij toen Nederland bevrijd was en
ze naar huis mochten. Aan de andere kant had Beatrix het later weer over dat ze
het grappig vond hoe sommige NSBers de straat moesten vegen met een
tandenborstel want ja ze waren toch fout. Jullie hebben dus allemaal gehoord dat
lang niet iedereen alles mee kreeg wat er tijdens de oorlog gebeurde en dat je
vooral met je eigen wijk bezig was. Ook is het duidelijk dat het voor de mensen
die de oorlog hebben meegemaakt het een ander beeld dan van ons is. Zo
vinden wij dat je misschien niet alle NSBers had moeten aanpakken, En dit vond
Beatrix later ook niet maar toch had ze iets van zij zijn fout dus het was terecht.

Vous aimerez peut-être aussi