Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Bacheloropleiding Tandheelkunde
2014 2015
Inhoud
Onderwijs- en Examenregeling ...................................................................................................... 1
Deel A: facultair deel ......................................................................................................................... 8
1.
2.
3.
4.
5.
Honoursprogramma ................................................................................................................... 14
6.
Hardheidsclausule ...................................................................................................................... 16
8.
Overgangs- en slotbepalingen.................................................................................................. 16
Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel A......................................................... 16
Artikel 8.2 Overgangsbepalingen ............................................................................................. 17
Artikel 8.3 Bekendmaking ......................................................................................................... 17
Artikel 8.4 Inwerkingtreding....................................................................................................... 17
BIJLAGE I ........................................................................................................................................... 18
Professioneel Gedrag (PG) .............................................................................................................. 18
1.
Algemeen ..................................................................................................................................... 23
Artikel 1.1 Gegevens opleiding ................................................................................................. 23
2.
3.
4.
5.
Vrij onderwijsprogramma........................................................................................................... 35
6.
Honoursprogramma ................................................................................................................... 35
7.
8.
Overgangs- en slotbepalingen.................................................................................................. 36
Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B......................................................... 36
Artikel 8.2 Overgangsbepalingen ............................................................................................. 36
Artikel 8.3 Bekendmaking ......................................................................................................... 37
Artikel 8.4 Inwerkingtreding....................................................................................................... 37
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
Bijlage B
Bijlage C
k. studiegids
l. studielast
m. studiejaar
n. tentamen
o. universiteit
p. wet
r. opleidingsstatuut
10
11
2. Lid 1 is niet van toepassing op het herkansen van een onvoldoende voor een stage of een
scriptie. In de desbetreffende stage handleiding of afstudeerregeling zijn de herkansingsmogelijkheden vermeld.
3. Ingeval van een herkansing geldt de laatste beoordeling.
4. De herkansing voor een tentamen vindt niet plaats binnen 10 werkdagen na de bekendmaking
van de uitslag van het te herkansen tentamen. De uitslag van een preklinische toets moet
minstens 5 werkdagen voor een mogelijke herkansing bekend worden gemaakt.
Artikel 4.6 Cijfers
1. Deelcijfers van tentamens en toetsen kunnen worden uitgedrukt in cijfers met een decimaal.
Het eindcijfer van een examenonderdeel wordt uitgedrukt in hele cijfers op een schaal van 1 tot
en met 10. In plaats van een cijfer kan voor een aantal examenonderdelen ook met een
niveauaanduiding worden volstaan (voldoende etc.).
2. Indien onafgerond ten minste een 5,5 is behaald wordt dit cijfer afgerond op een 6. De
eindbeoordeling van een onderdeel is voldoende bij een 5,5 of hoger.
Artikel 4.7 Vrijstelling
1. De examencommissie kan op schriftelijk verzoek van een student vrijstelling verlenen
voor het afleggen van een tentamen of practicum, indien de student een qua inhoud,
niveau/kwaliteit en studielast overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere
beroepsopleiding heeft voltooid dat niet langer dan 5 jaar geleden is behaald, gerekend vanaf
de datum van de eerste inschrijving voor de opleiding.
2. De examencommissie beslist binnen twintig werkdagen na ontvangst van het verzoek.
Artikel 4.8 Geldigheidsduur resultaten
1. De geldigheidsduur van behaalde tentamens en vrijstellingen voor tentamens bedraagt vier
jaar, volgend op het studiejaar waarin het desbetreffende onderdeel met goed gevolg is
afgelegd. De geldigheidsduur van een vrijstelling bedraagt vier jaar volgend op het studiejaar
waarin de desbetreffende vrijstelling door de examencommissie is verleend.
2. De geldigheidsduur van een deeltentamen is beperkt tot het studiejaar waarin het is afgelegd,
of tot het einde van het betreffende vak, zoals in deel B voor de desbetreffende
onderwijseenheid is bepaald.
3. De examencommissie kan de beperkte geldigheidsduur van een tentamen of vrijstelling
verlengen, indien een student daarom gemotiveerd verzoekt. De examencommissie kan
besluiten de verlenging van de geldigheid slechts toe te staan nadat de verzoeker een
aanvullend tentamen van de desbetreffende stof met goed gevolg heeft afgelegd.
Artikel 4.9 Inzagerecht
1. Gedurende ten minste twintig werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een
schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk, de daarin
gestelde vragen en opdrachten, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de
beoordeling heeft plaatsgevonden.
2. De examencommissie kan bepalen dat de in het eerste lid bedoelde inzage of kennisneming
geschiedt op een bepaalde plaats en een bepaald tijdstip. De in de vorige volzin bedoelde
plaats en tijd worden bij het tentamen en op de website van de faculteit bekendgemaakt.
3. Indien de student buiten zijn schuld verhinderd was op de in het tweede lid bedoelde plaats en
tijdstip te verschijnen, wordt hem een alternatieve mogelijkheid geboden.
4. Indien een student voornemens is beroep aan te tekenen tegen de wijze waarop zijn werk is
beoordeeld, kan hem op zijn verzoek een kopie van zijn beoordeelde werk worden verstrekt.
12
13
5. Honoursprogramma
1. De examencommissie kan een student uitnodigen om deel te nemen aan het
honoursprogramma. De student volgt dit programma naast het reguliere programma van de
bacheloropleiding, plus een gedeelte in Master 1.
2. Het honoursprogramma omvat 18 EC. De keuzemogelijkheden worden via de website bekend
gemaakt.
3. Om toegelaten te worden tot het honoursprogramma dient de student alle studiepunten van het
eerste jaar behaald te hebben met een gewogen gemiddelde van een 7 of hoger.
4. Het aantal deelnemers, de selectieprocedure en de selectiecriteria voor het honoursprogramma
worden jaarlijks aan het begin van het studiejaar, na advies van de examencommissie, door
het faculteitsbestuur vastgesteld en bekendgemaakt.
5. Ter voorkoming van onbillijkheid van overwegende aard, kan de examencommissie afwijken
van in het derde of vierde lid bedoelde selectiecriteria.
6. De student die binnen de nominale studieduur aan de eisen van het reguliere
bachelorprogramma heeft voldaan en ten minste een 7 gemiddeld (gewogen) heeft behaald
over alle onderdelen van de bacheloropleiding en bovendien aan de eisen van het
honoursprogramma heeft voldaan, ontvangt na afronding in Master 1 een ACTA
honourscertificaat.
14
2. Bij het vaststellen van het aantal behaalde studiepunten als bedoeld in lid 1 tellen de
studiepunten van verworven vrijstellingen mee.
3. Zo spoedig mogelijk na afloop van de herkansingstentamens van het tweede semester van het
eerste jaar van inschrijving doch uiterlijk op 22 augustus, wordt aan de student die niet aan de
norm heeft voldaan, schriftelijk medegedeeld dat de decaan voornemens is hem een negatief
bindend studieadvies te geven. Dezelfde procedure geldt in het volgende jaar van inschrijving
als de student op grond van persoonlijke omstandigheden (zie artikel 6.4) zijn opleiding mag
voortzetten en dan niet alle verplichtingen van het eerste studiejaar met succes heeft afgerond.
4. In de in het vorige lid genoemde mededeling wordt de student er tevens op gewezen dat hij in
de gelegenheid wordt gesteld te worden gehoord door de BSA-commissie en op welke wijze hij
zich voor de hoorzitting kan aanmelden.
5. Zo spoedig mogelijk na afloop van de hoorzitting wordt door de decaan bepaald aan welke
studenten een negatief bindend studieadvies zal worden gegeven. De decaan kan de
bevoegdheid tot het uitbrengen van het studieadvies mandateren aan de facultaire BSAcommissie.
6. Tegen een besluit inzake een negatief bindend studieadvies kan binnen zes weken na de dag
waarop het besluit is bekendgemaakt, beroep worden ingesteld bij het college van beroep voor
de examens van de instelling.
7. Een negatief bindend studieadvies heeft tot gevolg dat de betrokken student zich gedurende de
daarop volgende drie studiejaren niet kan inschrijven voor de bacheloropleidingen die worden
vermeld in artikel 7.2 Deel B.
Artikel 6.4 Persoonlijke omstandigheden
1. De decaan verbindt geen afwijzing aan het studieadvies, indien er sprake is van persoonlijke
omstandigheden en de betrokken student als gevolg hiervan in redelijkheid niet geacht kan
worden te hebben voldaan aan de gestelde BSA-norm.
2. Indien een omstandigheid, als bedoeld in het vierde lid, zich voordoet, maakt de student
daarvan zo spoedig mogelijk melding bij de studieadviseur onder opgave van:
a. de periode waarin de omstandigheid zich voordoet of voordeed;
b. een omschrijving van de omstandigheid en de ernst ervan;
c. de mate waarin hij niet aan het onderwijs of een tentamen kan deelnemen of heeft kunnen
deelnemen.
De student draagt zorg voor het aanleveren van bewijsstukken om zijn melding te
onderbouwen.
3. De studieadviseur stelt binnen vier weken na ontvangst van de melding een schriftelijk en
gemotiveerd advies op of sprake is van persoonlijke omstandigheden als bedoeld in het vierde
lid. Is er sprake van persoonlijke omstandigheden dan doet de studieadviseur in zijn advies een
voorstel voor een afwijkende studievoortgangregeling, zoals bedoeld in het vijfde lid.
4. Als persoonlijke omstandigheden in de zin van dit artikel worden uitsluitend aangemerkt:
a. ziekte van de student;
b. lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van de student;
c. zwangerschap van de studente;
d. bijzondere familieomstandigheden;
e. het lidmaatschap van een medezeggenschapsraad of opleidingscommissie van de
universiteit;
f. het lidmaatschap van een visitatiecommissie bedoeld in hoofdstuk 5a van de WHW;
g. het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie die door de minister is
aangewezen in het kader van de Regeling administratieve bepalingen landelijke
afstudeersteun hoger onderwijs;
h. individueel bepaalde andere persoonlijke omstandigheden en andere in individuele
15
gevallen omschreven activiteiten met een algemeen maatschappelijk nut of in het belang
van de universiteit, zulks, met inachtneming van de richtlijnen van het college van bestuur,
ter bepaling van de decaan.
5. Indien de decaan op advies van de studieadviseur of op grond van rechtstreeks van de student
ontvangen informatie vaststelt dat er sprake is van persoonlijke omstandigheden in de zin van
dit artikel, stelt deze een periode vast die recht doet aan de aard en de ernst van de
persoonlijke omstandigheden van de student, om de onderdelen van het eerste jaar van de
opleiding met goed gevolg af te ronden.
Artikel 6.5 Aanpassingen ten behoeve van een student met een functiebeperking
1. Een student met een functiebeperking kan op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek, in te
dienen bij de studieadviseur, in aanmerking komen voor aanpassingen in het onderwijs, de
practica en tentamens. Deze aanpassingen worden zoveel mogelijk op hun individuele
functiebeperking afgestemd, maar mogen de kwaliteit of moeilijkheidsgraad van een vak of een
tentamen niet wijzigen. In alle gevallen zal de student moeten voldoen aan de eindtermen van
de opleiding.
2. Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt vergezeld van een aanbeveling van een
studentendecaan. De aanbeveling is niet ouder dan twaalf weken en is mede gebaseerd op
een recente verklaring van een arts of psycholoog.
3. Op verzoeken over aanpassingen van onderwijsorganisatie en -logistiek, beslist de decaan of
namens deze de onderwijsdirecteur dan wel opleidingsdirecteur. Op verzoeken voor
aanpassingen die de tentaminering betreffen beslist de examencommissie.
4. Indien positief op een in lid 1 bedoeld verzoek is beslist, maakt de student een afspraak met de
studieadviseur om te bespreken hoe de voorzieningen worden vormgegeven.
5. Een verzoek tot aanpassing wordt geweigerd indien toekenning ervan een buitenproportioneel
beslag legt op de organisatie of de middelen van de faculteit of universiteit.
6. Indien de beperking aanleiding geeft tot verlenging van de tentamentijd verstrekt de
examencommissie een verklaring, waaruit het recht op die verlenging blijkt. Indien een
beperking aanleiding is tot het treffen van andere voorzieningen, kan de studieadviseur de
nodige maatregelen initiren. De verklaring, zoals bedoeld in het zesde lid is ten hoogste n
jaar geldig. Op aanbeveling van een studentendecaan kan de geldigheidsduur worden
verlengd.
7. Hardheidsclausule
In gevallen waarin de onderwijs- en examenregeling niet voorziet, en in gevallen waarin sprake is van
onevenredige benadeling of onbillijkheid van overwegende aard, beslist de decaan waaronder de
opleiding valt, tenzij het de bevoegdheid van de examencommissie betreft.
8. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel A
1. Een wijziging van deel A van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan
vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift
verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan.
2. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van het bevoegde
medezeggenschapsorgaan op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede
lid onder a t/m g en v, alsmede het vierde lid WHW betreffen.
3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een
lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden
geschaad.
16
17
BIJLAGE I
Professioneel Gedrag (PG)
1. Definities
Professioneel gedrag
Onder PG wordt verstaan al het observeerbare gedrag waarbij de normen en waarden van de
beroepsgroep tot uiting komen. Binnen dit gedrag worden drie dimensies onderscheiden: het
omgaan met taken/werk, het omgaan met anderen en het omgaan met zichzelf.
Cordinator PG
De cordinator PG cordineert het blok- en lijn overstijgende onderwijsonderdeel
Professioneel Gedrag en
- registreert de periodieke beoordelingen PG die in het blok- en lijnonderwijs worden gegeven in
het gradebook PG op Blackboard;
- beheert het dossier PG;
- legt signaleringen van professioneel gedrag vast en speelt een actieve rol bij het inschatten, de
betekenis en het gevolg van de signalering;
- adviseert aan het einde van de bacheloropleiding, of eerder indien daar aanleiding voor is, de
Examencommissie omtrent de eindbeoordeling PG.
Commissie PG
De Commissie PG is een door de Examencommissie ingestelde commissie en geeft gevraagd en
ongevraagd advies aan de Examencommissie met betrekking tot periodieke beoordelingen en
negatieve signaleringen van professioneel gedrag. De Commissie PG bestaat uit minimaal twee
leden, waaronder de cordinator van het onderdeel PG.
Gradebook PG
In het gradebook van de Blackboardcursus PG worden de signaleringen en periodieke
beoordelingen van professioneel gedrag geadministreerd.
Dossier PG
In het dossier PG worden alle rapportages inzake professioneel gedrag van de student bewaard.
De cordinator PG is de enige persoon die toegang heeft tot het dossier.
2. Algemeen
1. Binnen de bacheloropleiding vinden de periodieke beoordelingen professioneel gedrag
tweemaal per studiejaar plaats op basis van observeerbaar gedrag tijdens het onderwijs.
Hierbij staat centraal dat de student zich ontwikkelt tot een professional die zich kan en wil
verantwoorden. Dit oordeel wordt aangeduid als een periodieke beoordeling.
2. De vier periodieke beoordelingen in de eerste twee jaar van de bacheloropleiding zijn
formatief. De twee periodieke beoordelingen in het derde jaar van de bacheloropleiding zijn
summatief;
beide summatieve beoordelingen dienen voldoende te zijn om voor een voldoende
eindbeoordeling professioneel gedrag in aanmerking te komen.
3. Naast de hierboven genoemde periodieke beoordelingen kan iedere docent een positieve of
negatieve signalering van professioneel gedrag afgeven naar aanleiding van een voorval
inzake professioneel gedrag.
4. Het eindoordeel Professioneel Gedrag wordt, op voorstel van de commissie PG, door de
Examencommissie gegeven volgens de kwalificatie voldoende of onvoldoende en
wordt toegekend aan het einde van de bacheloropleiding, op het moment dat de overige 179
ECs zijn toegekend.
18
5. In uitzonderlijke gevallen kan de Examencommissie, op voorstel van de commissie PG, bij een
negatieve signalering van professioneel gedrag of bij een onvoldoende periodieke beoordeling
in de Bachelor 1 en/of 2, de eindbeoordeling PG eerder geven dan aan het einde van de
Bacheloropleiding.
3. Periodieke beoordelingsmomenten
1. De periodieke beoordelingen vinden plaats aan het einde van onderstaande blokken en lijnen.
Bachelor 1
- Blok Mens en Wetenschap
- Lijn Tandheelkundige Vaardigheden I
Bachelor 2
- Blok Functieherstel met kronen onderdeel: practicum Materiaalwetenschappen
- Lijn Tandheelkundige Preventie
Bachelor 3
- Blok Wetenschappelijke Stage
- Lijn Preventie en Behandeling, onderdeel Cariologie
2. Indien de student om enigerlei reden een van de genoemde (onderdelen van) blokken of lijnen
niet volgt, kiest de student in overleg met de cordinator PG een vervangend
onderwijsonderdeel.
3. De student dient er zelf zorg voor te dragen tweemaal per jaar een periodieke
beoordeling
PG te ontvangen.
4. Uitvoering en feedback
Periodieke beoordeling
1. Ter voorbereiding op de periodieke beoordeling dient de student een voorbereidingsformulier
periodieke beoordeling in te vullen. Op dit formulier reflecteert de student op zijn eigen
professionele gedrag in het blok of de lijn. Het formulier is te vinden op Blackboard onder
Studiemateriaal.
2. Voor elk periodiek beoordelingsmoment is een beoordelingsformulier beschikbaar dat te vinden
is op Blackboard. De student print dit formulier en laat dit zijn docent invullen op een door de
docent te bepalen moment.
3. Indien de docent van mening is dat de student te vaak afwezig is geweest om een oordeel te
kunnen geven, kiest de student in overleg met de cordinator PG een vervangend
onderwijsonderdeel.
4. In een beoordelingsgesprek PG worden het door de student ingevulde voorbereidingsformulier
en het door de docent ingevulde beoordelingsformulier besproken. De student reflecteert
daarmee op zijn eigen professionele gedrag in het blok of de lijn en de docent geeft de student
feedback. De docent maakt kenbaar aan de student of de periodieke beoordeling goed,
voldoende of onvoldoende is en motiveert dit. De student tekent het door de docent ingevulde
beoordelingsformulier voor gezien.
5. Het door de docent ingevulde en ondertekende beoordelingsformulier wordt bij een goede of
voldoende periodieke beoordeling door de student aangeleverd bij de cordinator PG.
De cordinator PG noteert de beoordeling in het gradebook PG.
6. Het door de docent ingevulde en ondertekende beoordelingsformulier wordt bij een
onvoldoende periodieke beoordeling door de docent aan de blok- of lijncordinator gegeven ter
medeondertekening. Indien de blok- of lijncordinator tevens de docent is, dient een tweede
docent het formulier mede te ondertekenen. De blok- of lijncordinator levert de ondertekende
formulieren in bij de cordinator PG. De cordinator PG noteert de onvoldoende in het
gradebook PG.
19
Signalering
1. Indien een docent een student een positieve signalering professioneel gedrag geeft dan meldt
hij dit schriftelijk en gemotiveerd bij de cordinator PG met behulp van het daartoe bestemde
formulier.
2. De cordinator PG noteert de positieve signalering in het gradebook PG.
3. Indien een docent voornemens is een student een negatieve signalering professioneel gedrag
te geven vult de docent het daartoe bestemde formulier negatieve signalering in. Het door de
docent ingevulde en ondertekende formulier wordt door een andere docent medeondertekend
en de docent levert het formulier in bij de cordinator PG.
Indien het een voorval binnen een blok of lijn betreft wordt het formulier medeondertekend door
de blok- of lijncordinator. De cordinator PG noteert de onvoldoende in het gradebook PG.
5. Beoordelingsaspecten
De beoordeling van het professioneel gedrag vindt mede plaats op basis van de onderstaande
aspecten van observeerbaar gedrag. De docent geeft als beoordeling de kwalificatie goed,
voldoende of onvoldoende.
Omgaan met taken/werk:
Voorbereiding
- De student laat door zijn inbreng zien dat de taken goed zijn voorbereid
Zelfvertrouwen
- De student durft vragen te stellen of durft zich kwetsbaar op te stellen tijdens discussies,
patintenbesprekingen, presentaties, etc..
Zelfstandigheid
- De student kan zonder (al te veel) bijsturing een behandeling/werkstuk/taak afhandelen
Opstelling in het werk
- De student gaat in contacten met patinten en in het werk zorgvuldig om met opgedragen taken
voor wat betreft het uitzoeken van casustiek, houden van presentaties, uitvoeren van
opdrachten en patintenbesprekingen.
Efficintie bij uitvoeren van taken
- De student organiseert op een efficinte wijze zijn taken en handelt zijn taken in de
beschikbare tijd af.
Omgaan met anderen:
Bereidheid tot samenwerking
- De student belemmert het groepsproces niet door kletsen, storende interrupties, telefoneren, e.d.
- De student neemt deel aan de discussie of is bereid om speciale taken (voorzitter,
verslaglegging) binnen de groep uit te voeren.
Respectvolle houding
- De student laat de ander in zijn/haar waarde.
- De student stelt zich flexibel op in het gedrag met stafleden, patinten, studenten
Collegiaal gedrag
- De student neemt tijd voor contacten met medestudenten, inclusief het overnemen van taken
van anderen.
Omgang met patinten
- De student staat open voor behoeften en verwachtingen van de patint, kan zich inleven in de
patint
- De student communiceert effectief met patinten.
- De student geeft adequate gevoelsreflecties op de juiste momenten. De student geeft informatie
met tact en empathie en doet dit in bewoordingen die een patint begrijpt.
20
21
22
23
samenhangend overzicht gepresenteerd van de minimumeisen die worden gesteld aan inhoud en
niveau van de zesjarige opleiding tandheelkunde.
Competenties Domein I
Hanteren van klinisch-tandheelkundige problemen
a) neemt een anamnese af, omvattende de klachten en
wensen van de patint, alsmede het fysiek en
mentaal
functioneren
en
de
relevante
tandheelkundige, medische, psychosociale en
culturele achtergronden van de patint
b) integreert aspecten van algemene lichamelijke en
mentale gezondheid die van invloed zijn op de
mondgezondheid en de mondzorg, en neemt
maatregelen
om
schadelijke
invloeden
te
voorkomen, dan wel te beperken
c) voert lege artis intra- en extra-oraal onderzoek uit en
legt de bevindingen adequaat vast
d) herkent afwijkingen van het normale beeld van de
weefsels en functies van het oro-faciale gebied en
beoordeelt de mate van afwijking
e) kiest effectief en efficint aanvullend diagnostisch
onderzoek, voert deze uit, interpreteert de
bevindingen en legt deze adequaat vast
f) beoordeelt de algemene gezondheid van de patint,
waaronder het gebruik van geneesmiddelen, in
relatie tot de mondgezondheid en de te verlenen
mondzorg
en neemt in voorkomende gevallen
maatregelen om een ongewenste interactie tussen
algemene
gezondheid
en
tandheelkundige
pathologie dan wel tandheelkundig ingrijpen te
voorkomen
g) herkent orale manifestaties van systeemziekten
h) herkent
manifestaties
van
afwijkingen
van
botpathologie
met
behulp
van
relevante
diagnostische hulpmiddelen
i) herkent factoren die wijzen op een risico op ontstaan
en/of progressie van oro-faciale ziekte of afwijking
24
Opleidingsprofiel
3-jarige Bacheloropleiding ACTA
Opleidingsprofiel
3-jarige masteropleiding ACTA
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Competenties Domein II
Wetenschappelijk denken en handelen
a) kent de grenzen van eigen kennen en kunnen en kan
hierop reflecteren
b) houdt de wetenschappelijk gefundeerde recente
inzichten met betrekking tot alle aspecten van de
mondzorg bij
c) past synthetische activiteiten toe op recente
wetenschappelijke inzichten en kan deze in een kader
plaatsen
d) past de principes van wetenschappelijke redeneren,
reflecteren en oordeelsvorming toe bij besluitvorming in
de te verlenen mondzorg en bij de beoordeling van
literatuur en andere informatiebronnen
e) evalueert systematisch ieder aspect van de eigen
beroepsuitoefening en neemt op grond daarvan
maatregelen om de eigen kennis en vaardigheden op
wetenschappelijk niveau te houden
Opleidingsprofiel Opleidingsprofiel
3-jarige bachelor- 3-jarige masteropleiding ACTA
opleiding ACTA
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
25
Niveau 3
Niveau 4
26
Opleidingsprofiel
Opleidingsprofiel
3-jarige
bachelor- 3-jarige
masteropleiding ACTA
opleiding ACTA
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
Competenties domein IV
Maatschappelijk handelen
a) herkent tekenen van fysiek en/of emotioneel
misbruik en/of verwaarlozing of andere externe
factoren en schakelt de daarvoor bestemde
instanties in of neemt maatregelen ter bestrijding van
die invloed..
b) is in staat relevante wet- en regelgeving toe te
passen op de beroepsuitoefening en mondzorg
c) onderkent
de
sociale
en
economische
ontwikkelingen en analyseert de effecten daarvan op
de mondzorg
d) past wetenschappelijk gefundeerde maatregelen toe
gericht op doelmatigheid aangaande alle aspecten
van de mondzorg, zowel aan individuen als aan
groepen, rekening houdend met beschikbare
menskracht en economische middelen ten behoeve
van voorlichting en informatie aan groepen uit de
samenleving
e) bevordert in de samenleving de functie van de
mondzorg en de rol van de beroepsbeoefenaren
daarin
Opleidingsprofiel
Opleidingsprofiel
3-jarige
bachelor- 3-jarige
masteropleiding ACTA
opleiding ACTA
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 3
27
Competenties domein V
Organiseren van zorg
a) past bedrijfskundige uitgangspunten toe voor een
effectieve en efficinte opzet en organisatie van de
tandartspraktijk, met de daarbij behorende effectieve
en
controleerbare
financile
administratie,
bedrijfsvoering en ondernemersvaardigheden
b) voert een personeelsbeleid dat gericht is op
arbeidsvreugde en ontplooiing van de medewerkers,
gegeven wettelijke en andere arbeidsvoorwaardelijke
kaders
c) past de gebruikelijke vormen van informatietechnologie en informatiemanagement toe
d) treft alle maatregelen inzake infectiebeheersing,
milieu- en stralingsbescherming binnen wettelijke
kaders en algemeen gehanteerde normen en leeft
deze na
e) stelt binnen de eigen praktijkvoering richtlijnen en
protocollen
op
inzake
behandeling
en
praktijkvoering, evalueert deze tijdig en past ze waar
nodig aan
f) handelt binnen en overeenkomstig de structuur,
organisatie en financiering van de Nederlandse
gezondheidszorg in het algemeen en de mondzorg
in het bijzonder alsmede de recente geschiedenis er
van, begrijpen, kunnen beschrijven en toepassen
g) legt de gegevens van patinten doelmatig vast in
een dossier en beheert deze binnen de gegeven
wettelijke kaders
h) creert voor zichzelf en zijn medewerkers een veilige
werkomgeving, daarbij rekening houdend met de
werkhouding,
verlichting,
de
unit
en
het
instrumentarium
i) neemt maatregelen voor zichzelf en zijn
medewerkers ter preventie van mentale belasting,
stress en specifieke beroepsziekten
j) beoordeelt de bekwaamheden van medewerkers in
verband met het opdragen van voorbehouden
handelingen
28
Opleidingsprofiel
Opleidingsprofiel
3-jarige
bachelor- 3-jarige
masteropleiding ACTA
opleiding ACTA
Niveau 1
Niveau 4
Niveau 1
Niveau 3
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 1
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
Competenties Domein VI
Tandheelkundig handelen
a) voorkomt, dan wel handelt zodanig in medische
noodsituaties die zich al dan niet als gevolg van
tandheelkundig handelen in de praktijk voordoen, dat
de patint in een stabiele toestand komt en kan
blijven totdat adequate hulp beschikbaar is
b) verleent mondzorg aan specifieke groepen, zoals
extreem angstigen, gehandicapten, oudere, medisch
gecompromitteerde patinten en patinten met
psychiatrische aandoeningen
c) verleent mondzorg, inclusief curatieve zorg buiten de
praktijk, thuis of in een instelling voor
gezondheidszorg
d) voert effectieve en efficinte professionele preventie
uit en ondersteunt zelf- en/of mantelzorg
e) selecteert en schrijft geneesmiddelen voor in het
kader van te verlenen mondzorg
f) beoordeelt eerder gerestaureerde gebitselementen
op gezondheid, esthetiek en functie
g) behandelt aangetaste, beschadigde of in hun
ontwikkeling geremde gebitselementen
h) dient in voorkomende gevallen en waar nodig lokaal
anaesthesie toe, rekening houdend met beoogd
effect en mogelijke ongewenste bijwerkingen
i) behandelt ontstoken, genfecteerd dan wel
necrotisch pulpaweefsel
Opleidingsprofiel
Opleidingsprofiel
3-jarige
bachelor- 3-jarige
masteropleiding ACTA
opleiding ACTA
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 1
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 1
Niveau 3
Niveau 1
Niveau 4
Niveau 1
Niveau 3
Niveau 1
Niveau 4
29
Niveau 1
Niveau 3
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
30
3. Nadere toelatingseisen
Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen
Voor toelating tot de opleiding is het navolgende VWO-profiel vereist en gelden navolgende
aanvullende eisen: VWO-profiel Natuur & Gezondheid met het vak Natuurkunde of VWO-profiel
Natuur & Techniek met het vak Biologie.
Artikel 3.2 Colloquium doctum
1. Het toelatingsonderzoek, bedoeld in artikel 2.3 (deel A), heeft betrekking op de volgende
vakken op het eindexamenniveau VWO: Wiskunde, Natuurkunde, Scheikunde, Biologie,
Engels, Nederlands.
2. Het bewijs dat het colloquium doctum met voldoende resultaat is afgelegd, geeft uitsluitend in
het studiejaar na het afleggen ervan recht op toelating tot de beoogde opleiding of opleidingen.
Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige bachelor opleidingen
De student die zijn vooropleiding niet in een Nederlandstalig land heeft genoten, toont aan dat hij
het Nederlands voldoende beheerst om het wetenschappelijk onderwijs met succes te kunnen
volgen.
Aan de eis kan worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van n van de volgende
examens:
- het staatsexamen Nederlands Tweede Taal, examen II (NT2 II); of
- CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens PAT en PTHO; of
- door de VU/UvA aangewezen buitenlandse examens, waarvan Nederlands deel uitmaakte].
4. Opbouw van het curriculum
Artikel 4.1 Samenstelling opleiding
De opleiding omvat de in Artikel 4.3 genoemde verplichte onderwijseenheden.
Artikel 4.2 Academische vorming
1. Onderdeel van de opleiding is de academische vorming. Hieronder wordt o.a. begrepen:
1. Wijsgerige vorming / Wetenschapsfilosofie
2. Methoden & technieken
3. Kritisch redeneren / academische vaardigheden
Academische vorming maakt onderdeel uit van die onderwijseenheden waar de competenties van
domein II, Wetenschappelijk denken en handelen, in het Onderwijs- en Examenprogramma
worden genoemd.
31
Naam vak
Cellen en weefsels
De gezonde mond
Infectie en ontsteking
Introductie
Lijn introductie kliniek
Mens en wetenschap
Moleculair biologische processen
Orgaansystemen
Lijn TVI*, communicatie
Lijn TVI*, Hygine Infectie Preventie (HIP)
Lijn TVI*, klinische vaardigheden (toets 1 & 2)
LijnTVI*, preparatietoetsen
LijnTVI*, restauratietoetsen
Lijn TVI*, vormingsdoelen
studielast
4
8
8
6
1
5
4
8
1
1
2
2
2
8
Tentamen
Tentamen
Tentamen
NOA
NOA
Tentamen
Tentamen
Tentamen
NOA
NOA
NOA
NOA
NOA
NOA
Bachelor 2
Code
T_CARIO
T_ENDO
T_FUNCTIEKR
T_LTANDPREV
T_PAROI
T_TVIIABOOR
T_TVIIAENDO
T_TVIIAMOLEX
T_TVIIAVORMD
T_TVIIBKRNI
T_TVIIBKRNII
T_TVIIBWERKB
T_VORMFUNC
T_ZIEKMENS
Naam vak
Cariologie en de harde tandweefsels
Endodontologie
Functieherstel met kronen
Lijn tandheelkundige preventie
Parodontitis I
Lijn TVIIA*, boorlicentie
Lijn TVIIA*, endotoets
Lijn TVIIA*, molaarexcaveertoets
Lijn TVIIA*, vormingsdoelen
Lijn TVIIB*, kroontoets I
Lijn TVIIB*, kroontoets II
Lijn TVIIB*, werkbesprekingen verpl. Werkstukken
Vorm en functie
De zieke mens
Studielast
7
7
7
6
4
3
3
1
1
4
4
1
3
9
Tentamen
Tentamen
Tentamen
NOA
Tentamen
NOA
NOA
NOA
NOA
NOA
NOA
NOA
Tentamen
Tentamen
32
Bachelor 3
Code
T_FUNCTIEBRG
T_PAROII
T_MTI
T_DIAGNOS
T_TPS
T_TANDWET
T_WETSTAGE
T_LPBCARIO
T_LPBINTERV
T_LPBPARO
T_LPBRADIO
T_TVIIIBRUG
T_TVIIISTIFT
T_TVIIIWERKB
T_PORTFOLIO
T_VRIJESTUD
T_PG
Naam vak
Functieherstel met bruggen
Parodontitis II
Medisch tandheelkundige interactive
Diagnostiek
Tandarts, patient en samenleving
Tandarts en wetenschap
Wetenschappelijke stage
Lijn preventive en behandeling, cariologie
Lijn preventive en behandeling, intervisie
Lijn preventive en behandeling, parodontologie
Lijn preventive en behandeling, radiologie
Lijn TVIII*, brugpreparaties
Lijn TVIII*, noodkroon met stiftverankering
Lijn TVIII*, werkbesprekingen & verpl. werkstukken
Portfolio
Vrije studieruimte
Professioneel gedrag
Studielast
4
4
4
4
4
5
16
6
1
3
2
2
1
1
1
1
1
Tentamen
Tentamen
Tentamen
Tentamen
Tentamen
Tentamen
NOA
NOA
NOA
NOA
NOA
NOA
NOA
NOA
NOA
NOA
NOA
33
al
34
student ten hoogste twee maal deelnemen aan het onderwijs van een praktische oefening, voor
zover de capaciteit een tweede deelname toestaat
5. Indien de student uiterlijk n week voor aanvang van het onderwijs de aanmelding voor het
onderwijs van een praktische oefening annuleert, behoudt hij het recht op deelname aan het
onderwijs van een praktische oefening voor het desbetreffende onderdeel.
6. De student kan worden uitgesloten van een praktische oefening als hij de verplichtingen van de
werkgroep die het onderwijs verzorgt, niet nakomt.
Artikel 4.8 Maximale vrijstelling
Maximaal 72 studiepunten van het onderwijsprogramma kunnen worden behaald op basis van
verleende vrijstellingen.
Artikel 4.9 Graad
Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd en aan de overige door de wet
gestelde eisen heeft voldaan, wordt de graad Bachelor of Science, afgekort tot BSc, toegevoegd.
De verleende graad wordt op het getuigschrift aangetekend. Ingeval het een gezamenlijke
opleiding (joint degree) betreft, wordt dat vermeld op het getuigschrift.
5. Vrij onderwijsprogramma
1. De student heeft de mogelijkheid om, onder de in lid 2 bepaalde voorwaarden, een eigen
onderwijsprogramma samen te stellen dat afwijkt van het onderwijsprogramma zoals vermeld in
bijlage II.c. De samenstelling van een dergelijk programma behoeft de voorafgaande
goedkeuring van de examencommissie. Dit programma wordt gelijkgesteld met een
bacheloropleiding in de zin van de wet (maar niet met de opleiding tot tandarts). Deze vrije
bacheloropleiding tandheelkunde geeft geen toegang tot de masteropleiding tandheelkunde.
2. Een verzoek om te worden toegelaten tot de vrije opleiding tandheelkunde kan niet eerder
worden ingediend dan dat het eerste cursusjaar van de bacheloropleiding tandheelkunde met
goed gevolg is afgelegd, dan wel vrijstelling voor het afleggen daarvan is verkregen en dient te
voldoen aan de volgende eisen:
- het programma dient vergezeld te gaan van een motivatie waarin de onderlinge
samenhang en doelgerichtheid van het desbetreffende programma is weergegeven;
- het programma dient een volledige opsomming te omvatten van alle onderdelen van het
examen, waarbij voor ieder afzonderlijk onderdeel de studielast vermeld dient te worden;
- voor alle onderdelen die niet behoren tot de opleiding tandheelkunde dient in ieder geval
naast de studielast te worden vermeld: de verantwoordelijke docent, de beschrijving van het
vak uit de desbetreffende studiegids, de te bestuderen literatuur, inclusief het aantal
bladzijden;
- alle studielasturen, die niet worden besteed aan onderdelen van de opleiding tandheelkunde
moeten worden opgevuld met onderdelen uit andere vakgebieden. Het onderwijs hierin moet
gevolgd worden aan een instelling voor wetenschappelijk onderwijs;
- alleen een met een voldoende resultaat afgesloten tentamen of practicumtoets komt in
aanmerking voor de berekening van de totale studielast;
- het programma moet een scriptie bevatten van minimaal 18 studiepunten;
- ter verkrijging van het getuigschrift dient een verklaring van de verantwoordelijke
docent(en) te worden overlegd met betrekking tot de beoordeling van de studielast, die
buiten ACTA is besteed;
- de verdediging van de scriptie(s) vindt plaats in een openbare zitting van de
examencommissie;
6. Honoursprogramma
Het honoursprogramma wordt jaarlijks, aan het begin van het studiejaar, bekend gemaakt op
Blackboard.
35
7. Studiebegeleiding en studieadvies
Artikel 7.1 Studiebegeleiding
1. De studiebegeleiding bij deze opleiding bestaat uit mentoren en studieadviseurs.
Artikel 7.2 Bindend (negatief) studieadvies
1. Om een positief studieadvies te krijgen, moet de student ten minste 40 EC hebben behaald aan
het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding.
2. De kwalitatieve eisen om aan de norm voor een positief studieadvies te voldoen zijn de
volgende. Als een student aan het eind van het eerste jaar van inschrijving weliswaar 40 of
meer studiepunten heeft behaald, maar niet tevens een voldoende resultaat heeft behaald voor
de Lijn Tandheelkundige Vaardigheden I, onderdelen Klinische Vaardigheden en HIP, wordt
aan het advies eveneens een afwijzing verbonden, zoals bedoeld in artikel 7.8b, lid 3 en 5 van
de Wet.
3. De student die aan het eind van het eerste jaar van inschrijving niet aan de norm heeft voldaan
voor een positief studieadvies, maar schriftelijk toestemming van de decaan heeft gekregen om
de opleiding voort te zetten, ontvangt aan het eind van het volgende studiejaar opnieuw een
advies met in achtneming van de norm van 60 EC. De student die aan het eind van zijn tweede
jaar van inschrijving niet alle examenonderdelen van het eerste studiejaar met een voldoende
resultaat heeft afgerond, krijgt een negatief bindend studieadvies toegekend.
4. Een negatief bindend studieadvies heeft tot gevolg dat de betrokken student zich gedurende de
daarop volgende drie studiejaren niet kan inschrijven voor de bacheloropleiding Tandheelkunde
die door de faculteit wordt aangeboden.
8. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B
1. Een wijziging van deel B van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan
vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift
verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan.
2. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van het bevoegde
medezeggenschapsorgaan op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede
lid onder a t/m g en v, alsmede het vierde lid WHW betreffen.
3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een
lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden
geschaad.
Artikel 8.2 Overgangsbepalingen
In afwijking van de vigerende onderwijs- en examenregeling geldt de volgende overgangsbepaling
voor de studenten die met de opleiding zijn begonnen onder een eerdere onderwijs- en
examenregeling.
Voor studenten uit studiejaar 2013-2014 (of eerder) wordt twee keer gelegenheid geboden om
onderwijsonderdelen uit 2013-2014 te herkansen in studiejaar 2014-2015:
Communicatie (Lijn Tandheelkundige Vaardigheden I)
3 studiepunten
Vormingsdoelen (Lijn Tandheelkundige Vaardigheden I
6 studiepunten
Voor studenten uit studiejaar 2010-2011 of eerder geldt de volgende overgangsbepaling:
Oud curriculum
Nieuw curriculum
- Tentamen Functie 3
- Tentamen Functieherstel met bruggen
- Brugpreparaties
- Brugpreparaties
- Tijdelijke kroon met stiftverankering
- Noodkroon met stiftverankering
- Vervaardigen noodbrug (toets)
- Werkbespreking en verplichte werkstukken
36
37
38
Onderwijs- en Examenprogramma
Bacheloropleiding Tandheelkunde
2014 2015
39
40
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_CELWEEF
Ac. Jaar (bep. aanm)
4.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. J. Klein-Nulend
prof.dr. J. Klein-Nulend, dr. A.J.M. Ligtenberg, prof.dr. J.A.M. Ravesloot
Hoorcollege, Werkgroep, Werkcollege
Doel vak
Foundation knowledge
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Dit blok heeft tot doel de student zich een aantal begrippen en termen eigen te laten maken en inzicht
te laten krijgen in een aantal basale processen die zich afspelen in cellen en weefsels. De studenten
maken kennis met de algemene bouw van cellen, hun celorganellen en de moleculen waarmee deze
structuren zijn opgebouwd, hun (globale) chemische bouw en functie. Daarnaast wordt behandeld hoe
weefsels zijn opgebouwd en hoe hun bouw is aangepast aan de functie.
Toetsvorm
Tentamen met een gesloten boekdeel en een open boekdeel.
Literatuur
Studiehandleiding Ba1 Blok Cellen en weefsels Van weefsel tot molecuul.
th
MARIEB, E.N & HOEHN K: Human Anatomy and Physiology, 9 edition (2012, ISBN:
978-0321802187) Pearson/Benjamin Cummings Science Publishing.
Practicumhandleiding en CD: Cytologie en celbiologie.
Syllabus Biochemie.
Syllabus doelstellingen en eindtermen Fysiologie.
Aanbevolen ondersteunende literatuur: Dow Lindsey Morrison, Biochemistry - Molecules, cells and
the body. Addison-Wesley Publishers Ltd. (Pearson Education) 1996.
41
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_GEZMOND
Ac. Jaar (bep. aanm)
8.0
Nederlands
ACTA
dr. A.J.P. van Strijp
dr. F.J. Bikker, dr. A.L.J.J. Bronckers, drs. S. al Fartousi,
drs R.R. Hermus, S. Iskender, drs A. al Kurwi, dr. A.J.M. Ligtenberg,
drs M. Oosterhuis, drs R.S. Ramdat Misier, mw. drs.A. Verhoef,
dr. G.C.H. Sanderink, dr. W.E.R. Berkhout dr. A.H.B. Schuurs,
dr. A.J.P. van Strijp, drs. P. Wetselaar, prof.dr. E.C.I. Veerman,
dr. T.J. de Vries
: Hoorcollege, Practicum, Overig, Werkgroep
Doel vak
I : c(2), d(2)
II : b(2), c(2), d(2), e(2), f(2)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In dit blok worden de bouw en functie van het gebit en de omgevende weefsels in het mondgebied
bestudeerd. De morfologie, structuur, stand, occlusie, articulatie en ophanging van de
gebitselementen zijn onderwerpen die in dit blok aan de orde komen. Daarnaast wordt aandacht
besteed aan de ontwikkeling van de gebitsbogen in samenhang met de ontwikkeling van aangezicht
en schedel. Naast deze morfologische en ontwikkelingsbiologische onderwerpen wordt ingegaan op
functionele aspecten zoals kauwfunctie en het functioneren van het kaakgewricht; de samenstelling en
functies van speeksel en speekselklieren en de antimicrobile mechanismen die in de mondholte
operationeel zijn. Het studieprogramma in dit blok is verdeeld over een tweetal hoofdthemas: macro
en micro. Het thema macro richt zich op de anatomie en bouw van de gebitselementen, hun
onderlinge relaties en hun ontwikkeling. Het thema micro is bedoeld om de student verdieping van
kennis en inzicht bij te brengen in de bouw en functie van orale weefsels op cellulair en moleculair
niveau.
Toetsvorm
Macrotoets en microtoets
Tentamen: combinatie open en meerkeuzevragen
De uitslagen van het macro en microtentamen worden gewogen gemiddeld voor een eindcijfer van dit
bloktentamen. Een voldoende behaald voor een van de deeltentamens vervalt indien het eindcijfer
onvoldoende is.
Literatuur
PROFFIT, W.R.: Contemporary orthodontics. Mosby 5th edition, 2013.
th
MARIEB, E.N & HOEHN K: Human Anatomy and Physiology, 9 edition (2012, ISBN:
978-0321802187) Pearson/Benjamin Cummings Science Publishing.
AMERONGEN, W.E. van: Kindertandheelkunde, Bohn Stafleu van Loghum, 2013, deel II.
VAN NIEUW AMERONGEN, A., Speeksel, speekselklieren en mondgezondheid, Bohn Stafleuvan
Loghum, 2009.
GARANT PR: Oral Cells and Tissues, Quintessence Publishing Co Berlijn, 2003.
42
VAN DER STELT, P.F.: Handboek tandheelkundige radiologie. Bohn Stafleu van Loghum,
1997(zie Studieweb onder Radiologie).
Syllabus Introductie in de Orale Kinesiologie, van Selms en Wetselaar 2013-2014
e
Handleiding afdrukken nemen, A.S.F. Koopmans, 1 cursusjaar, druk december 2004
Studiehandleiding De gezonde mond, Mondholte en kauwstelsel in de gezonde situatie, 20142015.
Werkschrift blok De gezonde mond, onderdeel Orthodontie, 2007.
Syllabus Orthodontische Diagnostiek, 2007.
Syllabus: Inleiding tot de kennis van het gebit (2 delen), Schuurs,A.H.B.
Dental Morphology (CD-ROM verkrijgbaar bij dr. A.J.P. van Strijp).
Studiehandleiding Orale Weefsels 2014 (zieStudieweb onder Orale Celbiologie, met opdrachten
voor werkgroepen orale celbiologie).
Overige informatie
Een deel van de cordinatie van dit blok wordt verzorgd door Mw. A. Verhoef.
Werkgroepen Orthodontie in Blok De Gezonde Mond:
Inschrijven voor de werkbesprekingen is niet vrijblijvend. Bij inschrijving wordt verwacht dat u ook
daadwerkelijk deelneemt aan het onderwijs. U kunt zich inschrijven voor het semester waarvoor u bent
ingedeeld door een e-mail te sturen naar m.janssen@acta.nl. (In de ACTA-adreslijst M. JanssenSchoonderwoerd). Door inschrijving verplicht u zich tot het volgen van 2 werkbesprekingen. Wanneer
u niet verschijnt bij het onderwijs zonder opgave van een geldige reden, riskeert u een aantekening
van onprofessioneel gedrag in het portfolio.
43
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_INFECTIE
Ac. Jaar (bep. aanm)
8.0
Nederlands
ACTA
dr. H.S. Brand
dr. H.S. Brand, prof. dr. E. Bloemena, dr. B.W. Brandt, dr. B.P. Krom,
prof. dr. B.G. Loos, dr. E.A. Nicu, dr. J.J. de Soet, dr. C.R. Scheres
: Hoorcollege, Digitaal Practicum, Werkgroep
Doel vak
Foundation knowledge
I : b(2), d(2), f(2), h(2), i(2)
II : c (2), d(2), f(2)
VI : a(2)
VII : (2)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In dit blok leert de student de wijze waarop celbeschadiging tot stand komt en participeren de
volgende deelgebieden: Microbiologie, Immunologie, Pathologie, Oncologie, Parodontologie. Er zal
aandacht besteed worden aan de cellulaire reacties die hierbij optreden. De wijze waarop microorganismen ziekten kunnen veroorzaken wordt behandeld. Vervolgens wordt aandacht besteed aan
de algemene aspecten van de ontstekingsreactie, die als gevolg van de weefselbeschadiging
ontstaat. Hierbij wordt het verschil tussen acute en chronische ontstekingen behandeld en het
weefselherstel en de pathologie daarvan als uiteindelijke uitkomst van een ontstekingsreactie. Als
belangrijk voorbeeld van een orale ontsteking zal gingivitis uitgebreid behandeld worden. De opbouw
en werking van het specifieke immuunsysteem wordt behandeld, waarbij ook aandacht zal worden
besteed aan de pathologie van het immuunsysteem. Tenslotte wordt een inleiding in de oncologie
gegeven, waarbij de algemene aspecten van de ontstaanswijze van tumoren en hun behandeling
behandeld worden.
Toetsvorm
Tentamen met open vragen en/of meerkeuzevragen
Literatuur
HOEDEMAEKER, Ph.J., e.a.Pathologie, 5e druk, Elsevier, 2003. (Engelstalig alternatief: KUMAR,
th
ABBAS, FAUSTO & MITCHELL. Robbins Basic Pathology, 8 edition, Saunders, 2007.
th
MARIEB, E.N & HOEHN K: Human Anatomy and Physiology, 9 edition (2012, ISBN: 9780321802187) Pearson/Benjamin Cummings Science Publishing.
BRAND, H.S. e.a., Algemene ziekteleer voor tandartsen, 3e druk. Bohn Stafleu Van Loghum
2012.
LINDHE, J. Clinical Periodontology and Implant Dentistry,5th edition, Blackwell Munksgaard 2009
(Nederlandstalig alternatief: van Steenberghe, D. e.a.
Parodontologie,
1ste druk, Bohn Stafleu van Loghum 2009).
Syllabus Pathofysiologie.
Overige informatie
Niet verplicht onderwijs
44
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_INTRO
Ac. Jaar (bep. aanm)
6.0
Nederlands
ACTA
drs. T.S. Ong
medewerkers uit diverse (wetenschappelijke) secties en
ondersteunende diensten
: Hoorcollege, Practicum, Stage, Werkgroep, Excursie
Doel vak
IV : e(1)
V : d(1), i(1)
VII :
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Het blok geeft de student een praktische kennismaking met de faculteit (inclusief wijze van studeren,
studentenvertegenwoordiging, onderwijskwaliteitsbewaking en mentoraat). Daarnaast krijgt de student
inzicht in de rol van de tandarts in de tandheelkundige gezondheidszorg.
Toetsvorm
Deelname aan de digitale taaltoets, werkgroepen en practica en het uitvoeren van opdrachten (o.m.
via Blackboard, poster) is verplicht. Ter verificatie dient de presentielijst van het Blok Introductie aan
het einde van het blok te worden ingeleverd. De beoordeling van de afsluitende Blackboard-opdracht
van het blok Introductie dient voldoende te zijn.
Literatuur
In dit blok wordt geen literatuur voorgeschreven, wel zal bij het uitwerken van opdrachten literatuur
worden geraadpleegd (mediatheek). Een deel van de collegestof wordt als hand-out uitgereikt.
Overige informatie
Zowel verplicht als niet-verplicht onderwijs.
45
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_MENSWET
Ac. Jaar (bep. aanm)
5.0
Nederlands
ACTA
mw. dr. I.H.A. Aartman
mw. dr. I.H.A. Aartman, prof. dr. C. van Loveren, dr. A.J. van Wijk
Doel vak
Foundation knowledge en de competenties:
II : b(2), c(2), d(2), e(2), f(2)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Het doel van dit blok is het belang van wetenschap voor de samenleving en voor de tandheelkunde te
begrijpen en te kennen. In dit blok maakt de student kennis met de principes van het bedrijven van
wetenschap, leert hij informatie te verzamelen en deze op een wetenschappelijk verantwoorde wijze te
gebruiken om daarmee problemen op te lossen dan wel vragen te kunnen beantwoorden. Een
introductie van de principes van wetenschappelijk redeneren in de tandheelkundige besluitvorming
maakt hiervan onderdeel uit.
Toetsvorm
Onderzoeksverslag, presentatie, peer assessment, opdracht wetenschapsfilosofie en digitale
statistiektoets. Aan de hand van de resultaten van bovenstaande onderdelen wordt het eindcijfer
bepaald, waarbij voor alle toetsonderdelen minimaal een voldoende moet worden behaald. De
mogelijkheid om in een groep aan het onderzoeksverslag te werken wordt slechts eenmaal per jaar
aangeboden. Het verslag moet uiterlijk op de laatste dag van het blok worden ingeleverd.
Indien het verslag niet voldoende is:
- Is het maximaal haalbare eindcijfer een zes.
Indien een student een onvoldoende beoordeling behaalt bij de peer assessment:
- Is het maximaal haalbare eindcijfer een zes.
- Krijgt de student een vervangende opdracht. Deze opdracht zal wederom bestaan uit het schrijven
van een verslag, maar nu aan de hand van een andere vraagstelling
Literatuur
Studiehandleiding blok Mens en Wetenschap & overige studiematerialen (zie Blackboard).
Petrie, A., Sabin,C.(2009). Medical Statistics at a Glance. 3rd edition. Blackwell Publishers. ISBN:
978-1-4051-8051-1.
Overige informatie
Studenten worden in groepjes van vier studenten ingedeeld om te werken aan een
onderzoeksverslag. Deelname aan de bijeenkomsten van deze groepjes is verplicht. Deelname aan
de werkgroepen gebeurt op basis van inschrijving en wordt ten zeerste aangeraden, mede omdat ook
in de werkgroepen zaken aangaande het onderzoeksverslag besproken worden.
46
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_MOLBIOPROC
Ac. Jaar (bep. aanm)
4.0
Nederlands
ACTA
dr. A.D. Bakker
dr. A.D. Bakker, dr. H.S. Brand, prof. dr. J. Klein Nulend,
dr. A.J.M. Ligtenberg, prof. dr. E.C.I. Veerman
: Hoorcollege, Werkgroep
Doel vak
II-b(3), II-d(3)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Ontwikkeling van het gebit, vormgeving van bot en kraakbeen, biochemie en moleculaire biologie,
genetica
Dit blok heeft tot doel de student bewust te maken van het feit dat de weefsels in het lichaam (inclusief
alle mondweefsels) gemaakt worden door levende cellen en continu aan verandering onderhevig zijn.
Een centraal punt is dat de student zich het belang realiseert van moleculair-biologische processen
die uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor het ontstaan en het goed functioneren van weefsels. Het blok
Moleculair biologische processen is een verdere uitbouw van het blok Cellen en weefsels. In dit blok
ligt de nadruk op de genetische aspecten, en de moleculaire processen die de aanleg van weefsels
bepalen en van belang zijn voor het functioneren van gezonde cellen en weefsels, in het orofaciale
gebied.
Toetsvorm
Tentamen met open vragen en meerkeuzevragen
Literatuur
th
MARIEB, E.N & HOEHN K: Human Anatomy and Physiology, 9 edition (2012, ISBN: 978
0321802187) Pearson/Benjamin Cummings Science Publishing.
Syllabus Moleculaire Biologie en Biochemie Orale biochemie.
DOW J, LINDSAY, G & MORRISON, J: Biochemistry, Molecules, Cells and the Body.
(1996 of latere versie)/ Addison/Wesley ISBN 0-201-63187-3.
BIJLSMA, E.K et al; Leerboek medische genetica, 7e druk. Elsevier gezondheidszorg, 2005 ISBN
9035227700.
Overige informatie
Niet-verplicht onderwijs
47
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_ORGAAN
Ac. Jaar (bep. aanm)
8.0
Nederlands
ACTA
dr. G.E.J. Langenbach
dr. G.E.J. Langenbach, dr. J.H. Ravesloot, dr. A.J.M. Ligtenberg
Hoorcollege, Practicum, Overig, Werkgroep
Doel vak
Foundation knowledge
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In dit blok leert de student de algemene principes van de bouw en functie van gezonde
orgaansystemen in het menselijke lichaam. De onderwerpen zijn de circulatie, ademhaling,
stofwisseling, waterhuishouding, regulatie en integratie, beweging, voortplanting en de eerste
embryonale ontwikkelingsstadia. Voorts wordt er een introductie op de anatomie van het hoofd-hals
gebied gegeven.
Toetsvorm
Tentamen: meerkeuzevragen of open vragen
Combinatie tentamen met een gesloten boekdeel en een open boekdeel
Literatuur
Studiehandleiding blok Orgaansystemen Het gezonde lichaam als functionerend systeem.
Syllabi Anatomie, Biochemie en Fysiologie behorend bij dit blok Orgaansystemen.
th
MARIEB, E.N & HOEHN K: Human Anatomy and Physiology, 9 edition (2012, ISBN: 978
0321802187) Pearson/Benjamin Cummings Science Publishing..
PROMETHEUS Hoofd, hals en neuroanatomie, M. Schnke, E. Schulte, U Schumacher,
Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2010.
DOW, LINDSAY and MORRISON. Biochemistry, Molecules, Cells and the Body, Addison Wesley
Longman (Pearson Education). 1996.
Overige informatie
Niet-verplicht onderwijs
48
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_LINTROKLIN
Ac. Jaar (bep. aanm)
1.0
Nederlands
ACTA
N. Naaraat
E. Tadjoedin, J.M. van Egmond, M.J. ter Wal, J. de Goede,
M.L. Ouwehand, H. Bussink, M.C. Kersten, A.R. Hooykaas,
N. Naaraat
: Hoorcollege, werkgroep en practicum
Doel vak
III : g(1)
V : d(1), h(1)
VII :
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In deze lijn wordt de student bewust gemaakt van het belang van een goede kennis en kunde in het
toepassen van (hyginische) maatregelen en protocollen in de tandheelkundige kliniek.
Toetsvorm
De lijn introductie kliniek wordt als afgesloten beschouwd indien de werkgroepen en practica gevolgd
zijn over Axium, gezondheidvragenlijst, boxinrichting, uitgifte/ inname materialen, uitruimen box.
Bovendien dienen de voorbereidende (BlackBoard) opdrachten hiervoor uitgevoerd zijn.
Literatuur
Studiehandleiding lijn introductie kliniek
ACTA zorgnet
Infectiepreventie in de tandheelkundige praktijk
Overige informatie
Een voldoende voor de lijn Introductie kliniek is een voorwaarde om toegelaten te worden tot
(onderwijs in) de kliniek. Dit maakt het een toegangseis voor het oefentraject van de Lijn
tandheelkundige vaardigheden I, klinische vaardigheden. Een voldoende resultaat voor de lijn TV I,
klinische vaardigheden is als kwalitatieve eis verbonden aan het bindend studieadvies (zie OER
Bachelor, deel B, artikel 7.2) en is tevens toelatingseis voor de lijn Tandheelkundige preventie (Ba 2).
49
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_TVICOMM
Ac. Jaar (bep. aanm)
1.0
Nederlands
ACTA
N. Naaraat
E. Tadjoedin, J.M. van Egmond, M.J. ter Wal, J. de Goede,
M.L. Ouwehand, H. Bussink, M.C. Kersten, A.R. Hooykaas,
N. Naaraat, externe instructeurs sociale tandheelkunde
: werkgroep en practicum
Doel vak
I : a(1), b(1), f(1)
III : f(1)
IV : d(1)
VI : d(1)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In dit onderwijs maakt de student kennis met de basisprincipes van de communicatie. Deze principes
worden toegepast en geoefend in de werkgroepen gesprekspractica en tijdens onderwijs in de kliniek.
Het onderdeel communicatie wordt in de lijn Tandheelkundige Vaardigheden I aangeduid als lijnthema
De Nieuwe Patint 1.
Toetsvorm
De lijn TV I, communicatie wordt als afgesloten beschouwd indien aan de volgende criteria voldaan is:
- Alle onderdelen van de lijn TV I, communicatie moeten zijn gevolgd.
- Alle voorbereidende practica moeten zijn gevolgd.
- Alle (BlackBoard) opdrachten van lijnthema De Nieuwe Patint 1 moeten zijn uitgevoerd.
- De 4 gesprekspractica moeten zijn gevolgd.
Literatuur
Syllabus: Lijnthemaboek De Nieuwe Patint, handleiding bij het practicum.
Syllabus: Gespreksvoering Tandheelkundige Vaardigheden 1.
de
EIJKMAN, M.A.J. et al, Patintenvoorlichting en Mondgezondheid, 3 druk. Houten: Bohn Stafleu
Van Loghum 2006.
Brochure: Mondverzorging: een bewuste keuze, Ned. Ver. Voor Parodontologie.
Brochure: Parodontitis, Ned. Ver. voor Parodontologie.
Overige informatie
De gehele Lijn TV I maakt deel uit van het dossier boorlicentie .De boorlicentie is een toegangseis
voor de lijn Preventie en behandeling (Ba3). (Zie voor een verklaring van het dossier boorlicentie OER
Bachelor, deel B, artikel 4.6.3).
50
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_TVIHIP
Ac. Jaar (bep. aanm)
1.0
Nederlands
ACTA
N. Naaraat
E. Tadjoedin, J.M. van Egmond, M.J. ter Wal, J. de Goede,
M.L. Ouwehand, H. Bussink, M.C. Kersten, A.R. Hooykaas,
, N. Naaraat
: Hoorcollege, werkgroep en practicum
Doel vak
IV : b (1)
V : d(1), h(1)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
De student dient na het volgen van dit onderdeel van de Lijn TV I de richtlijnen van de Werkgroep
Infectie Preventie voor de tandheelkunde te kennen en de achterliggende theorie te begrijpen. Het
gaat er hier om het onderscheid tussen regelgeving, goed gedrag en wetenschappelijke basis
betreffende Hygine en Infectie Preventie te kunnen maken. De lijn bestaat uit een inleidend college,
werkgroepen en een wetenschappelijk onderzoek in de vorm van een practicum op het vakgebied
Hygine en Infectie Preventie. De lijn wordt afgesloten met een presentatie. De student zal
voornamelijk op basis van literatuuronderzoek en de bij dit blok aanbevolen literatuur de volgende
punten onderzoeken:
wat zijn de risicos van tandheelkundige behandelingen voor patint en behandelaar?
waarom zijn er bepaalde regels binnen de hygine en infectie preventie?
waarop zijn de regels gebaseerd, welk bewijs is er dat de regels noodzakelijk zijn?
wat wordt bereikt door het toepassen van de regels?
Toetsvorm
a: er wordt een verslag geschreven.
b: er wordt een mondelinge presentatie gegeven van de onderzoeksresultaten
ondersteund door een powerpoint presentatie.
c: studenten beoordelen elkaars bijdrage aan het schrijven van het onderzoeksverslag
en van de presentatie (peer assessment).
Een groep van 4 studenten werkt schriftelijk een hygine opdracht uit in een onderzoeks-verslag en
presenteert dit verslag aan docenten en medestudenten. De leden van de groep beoordelen elkaars
inzet in de totstandkoming van het verslag en van de presentatie door middel van een peer
assessment.
Literatuur
Zorgnet, Richtlijn van de WIP voor de tandheelkunde 2007
Infectiepreventie van A tot Z, D.M. Voet, 2011
Overige informatie
Een voldoende voor de Lijn TV I, HIP is (samen met de Lijn Introductie kliniek) een voorwaarde om
toegelaten te worden tot (onderwijs in) de kliniek. Dit maakt het een toegangseis voor het oefentraject
51
van de Lijn TV I, klinische vaardigheden. Een voldoende resultaat voor de Lijn TV I, HIP is als
kwalitatieve eis verbonden aan het bindend studieadvies (zie OER Bachelor, deel B artikel 4.7).
52
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_TVIKV
Ac. Jaar (bep. aanm)
2.0
Nederlands
ACTA
N. Naaraat
E. Tadjoedin, J.M. van Egmond, M.J. ter Wal, J. de Goede,
M.L. Ouwehand, H. Bussink, M.C. Kersten, A.R. Hooykaas,
, N. Naaraat
: Hoorcollege, werkgroep en practicum
Doel vak
I : a(1), b(1), d(1), f(1)
III : f(1)
IV : d(1)
V : d(1), h(1), i(1)
VI : d(1)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
De lijn TV I, klinische vaardigheden bestaat uit pactica en werkgroepen die worden aangeduid als het
lijnthema De Nieuwe Patint (DNP).
De lijn TV I, klinische vaardigheden omvat de volgende onderdelen:
Gebitsreiniging op Fantoom
Klinische Vaardigheden I, communicatie
Klinische Vaardighden II, gebitsreiniging bij medestudent
Toetsvorm
Toets Gebitsreiniging op Fantoom: Preklinische Vaardigheidstoets op fantoom
Klinische Vaardigheden 1: Communicatietoets in een klinische setting
Klinische Vaardigheden 2: Vaardigheidstoets in een klinische setting
Toelating tot de Toets Gebitsreiniging op Fantoom:
- 85% aanwezigheidsverplichting bij practica DNP 1 t/m 8.
Toelating tot de Klinische Vaardigheidstoets 1:
- Alle onderdelen van de lijn TV I, communicatie moeten zijn gevolgd.
- Alle voorbereidende practica moeten zijn gevolgd.
- Alle (Blackboard) opdrachten van lijnthema De Nieuwe Patint 1 moeten zijn uitgevoerd.
- De 4 gesprekspractica moeten zijn gevolgd.
Toelating tot de Klinische Vaardigheidstoets 2:
- Een voldoende voor de Toets Gebitsreiniging op Fantoom.
- Alle voorbereidende (Blackboard) opdrachten moeten zijn uitgevoerd.
- Alle voorbereidende practica moeten zijn gevolgd.
- De HIP-toets moet zijn behaald.
53
Literatuur
Syllabus: Parodontale diagnostiek en Behandelingsplanning, P.G.G.L. van der Avoort, R.A.M.
Huffels en U. van der Velde. Uitgave juni 2002 (13e, gewijzigde druk).
Syllabus: Lijnthemaboek De Nieuwe Patint, handleiding bij het practicum, 2011.
AVOORT, P.G.G.L. VAN DER, et al. Professionele Gebitsreiniging, Houten: Bohn Stafleu van
Loghum 2011.
EGELBERG, Badersten, Periodontal Examination. Kopenhagen: Munskgaard.
Syllabus: Gespreksvoering Tandheelkundige Vaardigheden 1
de
EIJKMAN, M.A.J. et al, Patintenvoorlichting en Mondgezondheid, 3 druk. Houten: Bohn Stafleu
Van Loghum 2006.
Brochure: Mondverzorging: een bewuste keuze, Ned. Ver. Voor Parodontologie.
Brochure: Parodontitis, Ned. Ver. voor Parodontologie.
Overige informatie
Een voldoende voor zowel de Lijn Introductie kliniek als de lijn TV I, HIP is voorwaarde om toegelaten
te worden tot onderwijs in de kliniek. Dit maakt het een toegangseis voor het oefentraject van en de
toets Klinische Vaardigheden 1 en 2.
Een voldoende voor de toets gebitsreiniging op fantoom is een toelatingsvoorwaarde voor het
oefentraject van de toets klinische vaardigheden 2.
Een voldoende resultaat voor de Lijn TV I, klinische vaardigheden is als kwalitatieve eis verbonden
aan het bindend studieadvies (zie OER Bachelor, deel B, artikel 7.2) en is tevens
toelatingsvoorwaarde voor de Lijn Tandheelkundige preventie (Ba 2).
De gehele Lijn TV I maakt deel uit van het dossier boorlicentie. De boorlicentie is een toegangseis
voor de lijn Preventie en behandeling (Ba3). (Zie voor een verklaring van het dossier boorlicentie OER
Bachelor, deel B, artikel 4.6.3).
54
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_TVIPREPTST
Ac. Jaar (bep. aanm)
2.0
Nederlands
ACTA
N. Naaraat
D.R. Bakker
Practicum
Doel vak
V : h(1), i(1)
VI : g(1)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
De student leert zelfstandig motorische vaardigheden aan op de Simodont.
Toetsvorm
Preklinische motorische vaardigheidstoets op de Simodont.
Literatuur
Syllabus: Handleiding CEP prepareren en restaureren.
Penning C., Amerongen J.P. van, Kloet H.J. de, Loveren C. van. Carislaesies: diagnose en
behandeling. ACTA, laatste editie.
Informatiebulletin cariologie.
Overige informatie
De gehele Lijn TV I maakt deel uit van het dossier boorlicentie. De boorlicentie is een toegangseis
voor de lijn Preventie en behandeling (Ba3).(Zie voor een verklaring van het dossier boorlicentie OER
Bachelor, deel B, artikel 4.6.3).
55
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_TVIRESTTST
Ac. Jaar (bep. aanm)
2.0
Nederlands
ACTA
N. Naaraat
E. Tadjoedin, J.M. van Egmond, M.J. ter Wal, J. de Goede,
M.L. Ouwehand, H. Bussink, M.C. Kersten, A.R. Hooykaas,
N. Naaraat
: Practicum
Doel vak
V : h(1), i(2)
VI : g(1)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In dit onderwijs leert de studentvaardigheid te krijgen in het werken met restauratiemateriaal
composiet, daarbij rekening houdend met ergonomische concepten.
Toetsvorm
Preklinische motorische vaardigheidstoets op fantoom.
Bij practica is de student verplicht ten minste 85% van de bijeenkomsten bij te wonen en zich op deze
bijeenkomsten terdege voor te bereiden. In het geval de student minder dan 85% heeft bijgewoond
dient het practicum opnieuw te worden gevolgd, eventueel kan de examencommissie aanvullende
opdracht(en)laten verstrekken.
Literatuur
Syllabus: Handleiding CEP prepareren + restaureren.
Penning C., Amerongen J.P. van, Kloet H.J. de, Loveren C. van. Carislaesies: diagnose en
behandeling. ACTA, laatste editie.
Informatiebulletin cariologie.
Overige informatie
De gehele Lijn TV I maakt deel uit van het dossier boorlicentie. De boorlicentie is een toegangseis
voor de lijn Preventie en behandeling (Ba3). (Zie voor een verklaring van het dossier boorlicentie OER
Bachelor, deel B, artikel 4.6.3).
56
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_TVIVORMD
Ac. Jaar (bep. aanm)
8.0
Nederlands
ACTA
N. Naaraat
D.R. Bakker, E. Tadjoedin, J.M. van Egmond, M.J. ter Wal,
J. de Goede, M.L. Ouwehand, H. Bussink, M.C. Kersten,
A.R. Hooykaas, , N. Naaraat
: Hoorcollege, Practicum, Overig
Doel vak
I : a(1), b(1), d(1), f(1)
III : f(1)
IV : d(1)
V : d(1), h(1), i(1)
VI : d(1)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
De vormingsdoelen bestaan uit het oefentraject van de Lijn Tandheelkundige Vaardigheden IDe Lijn
Tandheelkundige Vaardigheden I kent 3 lijnthemas:
Lijnthema prepareren, restaureren
Lijnthema De Nieuwe Patint
Lijnthema de 3e dimensie
Toetsvorm
Voor elk thema dienen presentaties uitgevoerd te worden. Deze worden afgetekend op een lijnthema
formulier. De formulieren die bij betreffende lijnthemas behoren dienen op een vastgestelde datum te
zijn afgetekend en ingeleverd. De datum is op het betreffende lijnthemaformulier aangegeven.
Bij practica en werkgroepbijeenkomsten is de student verplicht ten minste 85% van de bijeenkomsten
bij te wonen en zich op deze bijeenkomsten terdege voor te bereiden.
In het geval de student minder dan 85% heeft bijgewoond dient het practicum opnieuw te worden
gevolgd, eventueel kan de examencommissie aanvullende opdracht(en) laten verstrekken.
De studiepunten die verbonden zijn aan de vormingsdoelen worden slechts toegekend wanneer aan
alle opdrachten is voldaan. Dat betekent dat alle lijnthema formulieren volledig afgetekend moeten zijn
ingeleverd bij het secretariaat van de prekliniek.
Literatuur
Thema 1: Prepareren en restaureren
Syllabus: Handleiding CEP prepareren + restaureren.
Penning C., Amerongen J.P. van, Kloet H.J. de, Loveren C. van. Carislaesies: diagnose en
behandeling. ACTA, laatste editie.
Informatiebulletin cariologie.
Thema 2: De nieuwe patint
Syllabus: Parodontale diagnostiek en Behandelingsplanning, P.G.G.L. van der Avoort,
R.A.M. Huffels en U. van der Velde. Uitgave juni 2002 (13e, gewijzigde druk).
Syllabus: Lijnthemaboek De Nieuwe Patint, handleiding bij het practicum, 2009.
57
58
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_CARIO
Ac. Jaar (bep. aanm)
7.0
Nederlands
ACTA
dr. M.D. Lagerweij
dr. M.D. Lagerweij, dr. W.E.R. Berkhout, dr. B.P. Krom, dr. E. Zaura,
prof. dr. C. van Loveren, dr. J.J. de Soet, dr. A.J.P. van Strijp,
dr. C.J. Kleverlaan, prof. dr. F.J.M.Roeters, prof. dr. A.J. Feilzer.
: Hoorcollege, Werkgroep, Practicum
Doel vak
I : d(3), h(2), i(2), j(2)
IV : d(2)
VI : d(2), g(3), i(2), I(2)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, artikel 2.1.
Inhoud vak
Trefwoorden in dit blok zijn:
cariologie, radiologie, microbiologie, materiaalkunde, carismanagement, carisepidemiologie,
carisdiagnostiek, carispreventie, wortelcaris, caris invasief behandelen, eigenschappen
composiet, adhesief-systemen, overige restauratiematerialen, microbile biofilm, microbieel
metabolisme, etiologie.
In dit blok leert de student de theorie van de cariologie, de preventieve en restauratieve behandeling
van caris ter voorbereiding van het (pre)klinisch lijnonderwijs.
In dit blok wordt samengewerkt door de secties cariologie, radiologie, preventieve tandheelkunde en
tandheelkundige materiaalwetenschappen. De etiologie, pathogenese en preventie wordt door
cariologie verzorgd en de microbiologische aspecten van het carisproces wordt door de sectie
preventieve tandheelkunde verzorgd. Het deel rntgendiagnostiek van caris wordt verzorgd door
radiologie, die de theorie aanleert ter herkenning van anatomische structuren op een rntgenfoto. De
restauratieve behandeling van carislaesies en andere soorten van weefselverlies wordt door de
sectie tandheelkundige materiaalwetenschappen verzorgd, waarbij hechting van restauraties met
verschillende adhesief-systemen aan de tandweefsels een belangrijk onderdeel vormt. Ook worden de
samenstelling en eigenschappen van de diverse restauratiematerialen besproken in relatie tussen de
fysische eigenschappen en esthetiek.
Toetsvorm
Tentamen: meerkeuzevragen en openvragen.
Literatuur
Cariologie
Penning C., Amerongen J.P. van, Kloet H.J. de, Loveren C. van. Carislaesies: diagnose en
behandeling. ACTA, laatste editie (NB. Exclusief de hoofdstukken die materiaalkundige aspecten
behandelen; zie daarvoor het boek: Introduction to dental materials, van Noort).
Loveren C. van, Weijden G.A. van der. Preventieve tandheelkunde. Bohn Stafleu Van Loghum,
2000.
Cariologie, Informatiebulletin (CEP) ACTA (Studiewebversie, laatste editie).
59
Materiaalkunde
van Noort R., Introduction to dental materials. 4th edition. Elsevier Health Sciences 2013.
Microbiologie
Essential Microbiology for Dentistry; 4th edition. Ed: Samaranayake. Publisher: Churchill
Livingstone
Radiologie
Stelt P.F. van der (ed.) et al. Tandheelkundige Radiologie. Bohn Stafleu VanLoghum, 1995. Boek
is beschikbaar via Blackboard.
CAL programmas Anatomical Landmarks, Looking for Caries, e.a.
Handleiding Radiologie practicum/ werkbesprekingen.
Overige informatie
Een voldoende resultaat voor dit blok is een van de voorwaarden voor het dossierexamen
boorlicentie. De boorlicentie is een toegangseis voor de lijn Preventie en behandeling (Ba3). (Zie voor
een verklaring van het dossier boorlicentie OER Bachelor, deel B, artikel 4.6.3).
60
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_ENDO
Acad.Jaar
7.0
Nederlands
ACTA
dr. A.R. zok
drs. A.K. Braun, dr. A.R. zok, dr. H. Shemesh, prof. dr. A.J. Feilzer,
dr. C.J. Kleverlaan, dr. A.L.L.J. Bronckers
: Hoorcollege, Practicum, Werkgroep en Werkcollege
Doel vak
I : c(3), d(3), e(3), g(2), h(3), i(2), j(3), l(1)
II : b(2), c(2), d(2), f(2)
III : d(2)
VI : i(2)
VII : (2)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Uitgaande van de biologie en fysiologie van gezonde endodontische weefsels leert de student in dit
blok de gevaren waaraan het pulpodentinale complex blootstaat te onderkennen en wat hiervan de
gevolgen kunnen zijn. Daarbij komen aan de orde de preventie, de pathofysiologie, de etiologie, de
epidemiologie van de endodontische en periapicale aandoeningen en de differentile diagnostiek van
de pijn van endodontische en/of periapicale oorsprong, en van pijn niet geassocieerd met
endodontische/periapicale ontstekingen (pulpitis, parodontitis apicalis). Tevens zal aandacht worden
gegeven aan de rol van micro- organismen bij de etiologie en duurzaamheid van de behandeling.
Uitgaande van een gedegen diagnostische vaardigheid zal het indicatiegebied van de
pulpabehandelingen (waaronder caris profunda), de wortelkanaalbehandeling, endodontische
chirurgie en extractie op basis van de gestelde diagnose vanuit een multidisciplinair perspectief
worden onderwezen.
Het belang van een goede rntgenopname voor de diagnostiek en de endodontische behandeling
wordt belicht. De techniek om verschillende wortelkanalen in 1 element rntgenologisch van elkaar te
onderscheiden komt aan bod, alsmede de diagnostiek van pulpa-gerelateerde en nietpulpagerelateerde pathologie in het periapicale gebied. In samenwerking met de discipline
materiaalkunde zal het gedrag van de gebruikte materialen en instrumenten in het lichaam, de
mogelijke invloed van deze materialen op de (mond)gezondheid, de diagnostiek van materiaalkundig
falen van deze materialen en de invloed van behandelomstandigheden op de kwaliteit van de
wortelkanaalvulling en coronale restauratie worden onderwezen. Tevens doet de student kennis op
van de instrumenten en materialen die een belangrijke rol spelen bij de wortelkanaalbehandeling.
Leerdoelen:
De student:
herkent normaal en afwijkend beeld van het endodontium en de periapicale weefsels, en is in staat
om de mate van afwijking te beoordelen;
is in staat om gevaren voor de gezondheid van de tandpulpa en de maatregelen voor preventie
hiervan te benoemen;
is in staat om de etiologie en het verloop van pulpitis, van pulpanecrose en van periapicale
ontsteking te beschrijven, en het verband hiertussen aan te geven;
61
Toetsvorm
De studiestof van het blok Endodontologie wordt in een bloktentamen met meerkeuze- en/of open
vragen getoetst.
Het bloktentamen bestaat voor 60% uit vragen van Endodontologie en 40% uit vragen van
Materiaalkunde.
Voor de uitwerking van een aantal opdrachten in het kader van de digitale cursus casustiek
endodontologie (DCCE) kunnen 0.5 tot 2 bonuspunten worden verdiend. Deze bonuspunten kunnen
alleen verdiend worden:
door studenten die meedoen met de eerste gelegenheid van het tentamen, direct nadat het
onderwijs van het blok gevolgd is;
door studenten die voor het bloktentamen een voldoende cijfer (5.5 of hoger) gehaald hebben.
Deze bonuspunten worden opgeteld bij het cijfer van het bloktentamen (het eindcijfer voor dit blok kan
niet hoger worden dan het cijfer 10). Verdere informatie over de beoordeling van de uitwerking van de
opdrachten in de DCCE kunt u vinden onder het kopje toetsing op Blackboard.
Literatuur
Thoden van Velzen S.K., Wesselink P.R. (red.) et al., Endodontologie. Houten/Diegem: Bohn
Stafleu Van Loghum 3e druk, 2010.
Syllabus wortelkanaalbehandeling ACTA 2014.
Wesselink P.R., Peters L.B. De peri-apex. In: Tandheelkundige Radiologie, Eds Stelt P.F. van der,
Arnold L.V., Duinkerke A.S.H., Sanderink, G.C.H. Houten-Antwerpen, 1995: Bohn Stafleu en Van
Loghum. (Blackboard > Lijn Preventie en Behandeling, Radiologie > Boek Tandheelkundige
Radiologie).
Duinkerke A.S.H., Poel A.C.M., van der. Endodontische diagnostiek. In: Tandheelkundige
Radiologie, Eds Stelt P.F., van der, Arnold L.V., Duinkerke A.S.H., Sanderink G.C.H. Houten
Antwerpen, 1995: Bohn Stafleu en Van Loghum. (Blackboard > Lijn Preventie en Behandeling,
Radiologie > boek Tandheelkundige Radiologie).
Handleiding endodontologie materiaalkunde (Blackboard > Endodontologie> Studiemateriaal)
Eventuele aanvullende literatuur zal voor aanvang van het blok via Blackboard bekend worden
gemaakt.
62
Overige informatie
Hoorcollege (niet verplicht), practicum (op inschrijving), werkgroep en werkcollege (niet verplicht),
casustiek (verplicht).
63
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_FUNCTIEKR
Ac. Jaar (bep. aanm)
7.0
Nederlands
ACTA
drs. J.V. Laverman
drs. J.V. Laverman, dr. C. Kleverlaan, prof. dr. A. J. Feilzer
Hoorcollege, Practicum
Doel vak
I : c(4), d(3), e(3), i(3)
VI : g(3), l(3)
VII : (4)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In dit blok leert de student hoe functieverlies van het kauwstelsel kan ontstaan alsmede wanneer en
hoe functieverlies door middel van solitaire, indirect vervaardigde restauraties kan worden
gecompenseerd. In de eerste helft van het blok ligt het accent op de behandelstappen
indiceren, prepareren, afdrukken en op de vervaardigingproceds van (metaal) porseleinkronen. In de
tweede helft wordt dieper ingegaan op het passen, plaatsen, het onderhoud en de nazorg van kronen.
Daarbij speelt het kritisch kunnen beoordelen, en indien nodig, het kunnen komen tot een betere
kroonrestauratie, een belangrijke rol.
Daarnaast doet de student ook kennis op van de materiaalkundige, technische, esthetische, en
biologische aspecten van de materialen die een belangrijke rol spelen bij het indiceren en
vervaardigen van indirecte restauraties, zodat hij uit de verschillende vervaardigingtechnieken een
weloverwogen keuze kan maken en de regie over het gehele proces (inclusief de tandtechnische
aspecten) kan voeren. Ook leert de student dat het behandelresultaat niet alleen wordt benvloed door
de keuze van de materialen die bij het vervaardigen van kronen en bruggen worden gebruikt, maar
tevens door de wijze waarop de tandarts met deze materialen omgaat.
Ten slotte maakt de student kennis met de mogelijkheden om gemigreerde gebitselementen door
middel van orthodontisch verplaatsen geschikter te maken als pijler voor kroon- en brugwerk. De
student leert dat het behandelresultaat niet alleen wordt benvloed door de keuze van de materialen
die bij het vervangen van kronen en bruggen worden gebruikt, maar ook door de wijze waarop de
tandarts met deze materialen omgaat. Het preklinisch practicum kronen en bruggen en de daarbij
behorende werkbesprekingen zijn ondergebracht in de lijn Tandheelkundige Vaardigheden IIb.
Toetsvorm
Tentamen met open en/of meerkeuzevragen
Literatuur
Studiehandleiding blok Functieherstel met Kronen.
LAVERMAN, J.V. ,CD-rom: Digitale Syllabus Kronen & Bruggen. ACTA, 2004 uitgezonderd:
1. Theoretische achtergronden: spuitafdruk, restaureren na de endo.
2. Practicumopdrachten: (stift)opbouwen en de driedelige brug.
LAVERMAN, J.V. Volledig keramische restauraties. Houten: Prelum, 2007. ISBN-13: 978 90 8562
048 8.
SHILLINGBURG HT, SATHER DA, WILSON EL, CAIN JR, MITCHELL DL, BLANCO LJ,
KESSLER JC. Fundamentals of fixed Prosthodontics. Fourth Edition, Quintessence Publishing
Co., 2012.
64
KARLSSON, S., Nilner, K., Dahl, B.L. Nederlandse redactie: Prof.dr. M.A.J. van Waas Een
moderne kijk op kroon- en brugwerk. Houten: Prelum, 2007. ISBN-13: 978 90 8562 019 8.
BARTLETT D, RICKETTS D. Indirecte Restauraties. Nederlandse redactie: dr. A. van Dalen.
Houten: Prelum, 2009.ISBN 978 90 8562 068 6.
LAVERMAN, J.V. De spuitafdruk. Naslagwerk. Houten: AccreDidact, 2012. ISBN
9789089760777.
NOORT, R. van, Introduction to dental materials. 4th Revised edition. Elsevier Health Sciences
2013.
Handleiding voor het Materiaalkundepracticum. ACTA.
GRABER T, VANARSDALL R. Orthodontics. Current principles and techniques. Third edition,
2000. Chapter 19 (Adult Orthodontics).
Overige informatie
Niet-verplicht onderwijs
65
66
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_VORMFUNC
Ac. Jaar (bep. aanm)
3.0
Nederlands
ACTA
mw. dr. G. Aarab
dr. ir. J.H. Koolstra, prof. dr. F. Lobbezoo, drs. P. Wetselaar.
Hoorcollege, Werkgroep
Doel vak
I : d(3), i(3),
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In dit blok worden de bouw en functie van het kauwstelsel bestudeerd. Patinten in een
tandheelkundige praktijk ervaren soms problemen met het uitvoeren van de normale
bewegingsfuncties van het kauwstelsel als gevolg van bijvoorbeeld pijnlijke kauwspieren. Vandaar dat
goed inzicht in de normale bewegingsfuncties van het kauwstelsel op basis van de anatomie van groot
belang is voor de tandarts. Daarnaast is voor een goed begrip van de occlusie en articulatie van een
individu een ruimtelijk inzicht in de bewegingsmogelijkheden van de onderkaak essentieel. Met een
goede kennis van de occlusie en de articulatie kan bijvoorbeeld worden voorkomen dat een
tandheelkundige behandeling aanleiding geeft tot breuk van een restauratie en/of een gebitselement.
Toetsvorm
Bloktentamen met open en/of meerkeuzevragen
Literatuur
Anatomie
Syllabus: Functionele Anatomie van het kauwstelsel, Eijden, TMGJ van, Langenbach, GEJ.
ACTA, 2008.
COO-programmas: Functionele Anatomie van het kauwstelsel Kauwspieren en kaakgewricht
Zenuwvoorziening van Hoofd-hals.
Schnke M, Schulte E, Schumacher U. Anatomische Atlas Prometheus, deel hoofd, hals en
neuroanatomie, 2e uitgebreide en herziene druk. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2010. ISBN
978-90-313-8461-7.
Collegedictaat/handouts (via Studieweb)
th
MARIEB, E.N. & HOEHN, Human Anatomy & Physiology, 9 edition. Pearson/ Benjamin
Cummings 2012 (ISBN: 978-0321802187).
Orale Kinesiologie
NAEIJE, M. Loon, L.A.J. van.Craniomandibulaire functie en dysfunctie. Houten: Bohn Stafleu Van
Loghum 1998.
Collegedictaat/handouts (via Studieweb)
Overige informatie
Niet-verplicht onderwijs
67
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_ZIEKMENS
Ac. Jaar (bep. aanm)
9.0
Nederlands
ACTA
mw. dr. D.E. van Diermen
mw. dr. D.E. van Diermen, dr. J. Hugtenburg, drs. J.A. Baart,
prof. dr. J.H. Ravesloot
: Hoorcollege, werkcollege, practicum
Doel vak
I : a(2), b(2), f(2)
VI : a(3), e(2), h(2)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In dit blok maakt de student kennis met een aantal relevante ziektebeelden (hart- en vaatziekten;
longziekten; diabetes; stollings- en bloedingsziekten; leverziekten), waarbij de normale fysiologie uit
het 1e jaar kort herhaald wordt. Meer aandacht zal besteed worden aan de pathofysiologie en de
klinische verschijningsvormen van deze ziektebeelden en de farmacologische behandeling ervan. De
algemene principes van farmacologie zullen besproken worden. Veel nadruk wordt gelegd op de
anamnese als hulpmiddel om de opgedane medische kennis ook bij de patinten in de praktijk te
brengen. Tevens zal een introductie worden verzorgd in de theorie achter de lokale verdoving en zal
geoefend worden met de praktische beginselen hiervan. Ook zal een cursus basale reanimatie met
Automatisch Externe Defibrillator (AED) worden gegeven.
Toetsvorm
Parate kennistoets van de algemene farmacologie, fysiologie, ziekteleer en lokale anesthesie.
Digitaal tentamen, gesloten boek met meerkeuze- en Jumboldvragen die casustiek behandelen en
zowel vraagt naar klinische verschijnselen, geneesmiddelen als medisch-tandheelkundige interactie
van de behandelde ziektebeelden.
Met thema-opdrachten zijn bonuspunten voor het tentamen te behalen. Deze bonuspunten gelden
alleen voor het tentamen wat meteen volgt op het onderwijs, en vervallen daarna.
Literatuur
Studiehandleiding blok De zieke mens Ziekteleer & Tandheelkunde.
th
MARIEB, E.N & HOEHN K: Human Anatomy and Physiology, 9 edition
(2012, ISBN: 978-0321802187) Pearson/Benjamin Cummings Science Publishing.
SITSEN, J.M.A. (red.), Farmacologie, 4e herziene druk. Utrecht: Wetenschappelijke uitgeverij
Bunge 2009.
BRAND, H.S., Diermen, D.E. van, Makkes, P. (red.), Algemene Ziektenleer voor tandartsen, 3e
herziene druk. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2012.
BAART, J.A., BRAND, H.S. (red). Lokale anesthesie in de tandheelkunde. 2e herziene druk.
Houten: BohnStafleu Van Loghum 2013.
CVZ. Farmacotherapeutisch Kompas 2011 of 2012. Houten: Prelum Uitgevers, 2012.
Recente relevante publicaties in wetenschappelijke tijdschriften.
68
Overige informatie
Aanwezigheidsverplichting introductiecollege, reanimatiepracticum, themadag lokale anesthesie en
patintendemonstraties.
69
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_LTANDPREV
Ac. Jaar (bep. aanm)
6.0
Nederlands
ACTA
drs. A.R. Hooykaas
drs. B.P. Fox, drs. M. M. Galesloot, drs. J. de Goede,
drs. A.R. Hooykaas, drs. G. de Jong, drs. M.F. Langedijk,
drs. A.E.W. van Leeuwen, dr. D. Kara, drs. M.C. Kersten,
drs. A. Verhoef, drs. H.P. Wiegman
: Hoorcollege, Practicum, Overig, Werkgroep, Werkcollege
Doel vak
I : a(3), b(2), c(3), d(3), e(2), f(3), g(2), h(2), i(3), j(2), k(2), l(2)
II : a(3), e(2), f(2)
III : a(3), b(3), c(2)
IV : d(3)
V : d(3), g(4), h(2), i(3)
VI : a(3), d(3), e(3), g(3), k(3), l(2), v(2)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In deze lijn leert de student op cariologisch- en parodontaal gebied:
Het uitvoeren van (vroeg)diagnostiek
Het schatten van risico
Een behandelplan opstellen en uitvoeren
Uitgebreide vaardigheden op fantoom in een klinische setting
Specifiek wordt hieronder verstaan:
1. Het volgens protocol uitvoeren van een nauwkeurig periodiek mondonderzoek.
2. Het bepalen van DPSI.
3. Caris- en parodontaal-diagnostiek op rntgenfotos.
4. Het kunnen schatten van risico op caris en op parodontale afwijkingen.
5. Carisdiagnostiek en -management tot het moment waarop invasief ingrijpen
noodzakelijk wordt geacht.
6. Het begeleiden van- en sturen op zelfzorg door de patint, waarbij gebruik wordt
gemaakt van gedragsveranderende technieken zoals Motivational Interviewing.
7. Het instellen van preventieve maatregelen en de uitvoering van een parodontale
behandeling bij patinten met een DPSI-waarde t/m 3-.
8. Het aanleggen van een patintdossier in Axium.
9. Indien noodzakelijk verwijzen naar een andere behandelaar.
De Lijn tandheelkundige preventie bestaat uit twee onderdelen van een half jaar.
Tijdens het eerste deel (d.i. het aanlooptraject naar de patintenbehandeling) worden de kennis en
kunde, opgedaan in de Lijn TVI, verdiept.
Het betreft hierbij klinische oefeningen op fantoom, patintbehandeling op medestudenten en
assisteren bij patintenbehandelingen.
Wanneer de student aan het eind van dit aanlooptraject heeft aangetoond genoeg kennis en
vaardigheid te hebben, mag hij zelf een patint behandelen.
70
De student verzamelt gedurende de periode dat hij patinten onder behandeling heeft in totaal 3
casussen betreffende vroeg-diagnostiek van caris en de (preventieve) behandeling daarvan. En
casus wordt als onderdeel van het blok Diagnostiek in jaar 3 gepresenteerd.
Toetsvorm
Beoordeling van de patintenbehandeling en de klinische oefeningen vindt plaats volgens het ABGZsysteem.(A: assisterend niveau, B: beginnend niveau, G: gevorderd niveau, Z: zelfstandig niveau).
Om een voldoende beoordeling aan het einde van de gehele Lijn tandheelkundige preventie te krijgen
moet aan de volgende eisen voldaan worden:
1. De student kan de volgende verrichtingen tijdens de (voorbereiding op) patintenbehandeling op het vereiste competentieniveau uitvoeren:
een periodiek mondonderzoek;
een behandelplan opstellen;
een zorgadvies aan de patint voorleggen en begeleiden;
caris- en parodontaal risico schatten met de bijhorende prognose;
gebitsreiniging;
hyginische- en ergonomische principes toepassen.
2. De student kan de patintenzorg op het vereiste competentieniveau verlenen;
3. De patinten zijn gedocumenteerd;
4. De fantoomlijn is op voldoende niveau afgelegd;
5. De patintbehandeling op medestudenten is op voldoende niveau uitgevoerd;
6. Aanwezigheidsplicht, bij de (klinische) practica ten minste 85%;
7. De student gedraagt zich gedurende de lijn professioneel.
Bij de (klinische) practica is de student verplicht zich terdege voor te bereiden.
Literatuur
Syllabus Lijn tandheelkundige preventie.
Syllabus Parodontale diagnostiek en behandelplanning, Avoort P.G.G.L. van der,
Huffels R.A.M. en Velden U. van der. Uitgave juni 2002, 13e, gewijzigde druk.
Professionele gebitsreiniging, Avoort P.G.G.L. van der, Endstra L. , Bohn, Stafleu v Loghem, 2011.
Syllabus Contemporary orthodontics, 3rd ed. St.Louis: Mosby 2000.
Syllabus Gespreksvoering Tandheelkundige Vaardigheden I.
Patintvoorlichting en mondgezondheid, Eijkman M.A.J., 3e druk, Houten: Bohn, Stafleu v Loghem,
2006.
e
Dental Caries, Fejerskov,O., Kidd, E., 2 druk, 2008.
Penning C., Amerongen J.P. van, Kloet H.J. de, Loveren C. van. Carislaesies: diagnose en
behandeling. ACTA, laatste editie.
Loveren C. van, Weijden G.A. van der. Preventieve tandheelkunde. Bohn Stafleu Van Loghum,
2000.
Roeters J., Kloet H.J. de. Esthetische tandheelkunde. STI, 1998.
Cariologie, Informatiebulletin (CEP) ACTA (Studiewebversie).
Advies carispreventie, Uitgave Ivoren kruis.
Overige informatie
De ingangseisen voor de 2e jaars Lijn tandheelkundige preventie zijn:
een voldoende resultaat voor de Lijn TV I, klinische vaardigheden
een voldoende voor de Lijn TV I, HIP.
Een voldoende voor de Lijn tandheelkundige preventie is een toelatingseis voor de Ba3 Lijn Preventie
en behandeling.
71
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_TVIIABOOR
Ac. Jaar (bep. aanm)
3.0
Nederlands
ACTA
mw. dr. M.A. Klaassen
drs. B.P. Fox, drs. M. M. Galesloot,
drs. J. de Goede, drs. G. de Jong,
mw. drs. M.F. Langedijk, drs. A.E.W. van Leeuwen, dr. D. Kara, drs. M.C.
Kersten, mw. dr. E.T. Tadjoedin,
mw. drs. A. Verhoef
: Overig
Doel vak
I : d(3)
V : d(4), h(4), i(3)
VI : g(3)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Tijdens het practicum van de lijn Tandheelkundige Vaardigheden II A doet de student ervaring op met
de materialen en instrumentarium die een belangrijke rol spelen bij de behandeling van de
cariologische problemen. Het onderwijs omvat de diagnostiek, preparatie en restauratie van natuurlijke
carieuze gebitselementen en de rol die zij vervullen in het tandheelkundig behandelplan.
Toetsvorm
Tijdens het practicum worden de volgende toetsen afgenomen:
molaarexcaveer-/restaureertoets Klasse II.
Bij practica en werkgroepbijeenkomsten is de student verplicht ten minste 85% van de bijeenkomsten
bij te wonen en zich op deze bijeenkomsten terdege voor te bereiden. In het geval de student minder
dan 85% heeft bijgewoond dient het practicum opnieuw te worden gevolgd, dan wel kan de
examencommissie (een) aanvullende opdracht(en) laten verstrekken.
Literatuur
Penning C., Amerongen J.P. van, Kloet H.J. de, Loveren C.van. Carislaesies: diagnose en
behandeling. ACTA, laatste editie.
Loveren C. van, Weijden G.A. van der. Preventieve tandheelkunde. Bohn Stafleu Van Loghum,
2000.
Roeters J., Kloet H.J. de. Esthetische tandheelkunde. STI, 1998.
Cariologie, Informatiebulletin (CEP) ACTA (Studiewebversie).
Handleiding CEP prekliniek Cariologie 2e studiejaar (Blackboardversie).
Noort R. van, Introduction to dental materials. 4th edition. Elsevier Health Sciences 2013.
Overige informatie
De gehele Lijn TV IIA maakt deel uit van het dossier boorlicentie. Het dossier boorlicentie is een
toegangseis voor de lijn Preventie en behandeling (Ba3). (Zie voor een verklaring van het dossier
boorlicentie OER Bachelor, deel B, artikel 4.6.3).
72
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_TVIIAENDO
Ac. Jaar (bep. aanm)
3.0
Nederlands
ACTA
mw. dr. M.A. Klaassen
drs. B.P. Fox, drs. M. M. Galesloot, drs. J. de Goede, drs. G. de Jong,
mw. drs. M.F. Langedijk, drs. A.E.W. van Leeuwen, dr. D. Kara,
mw. drs. A. Verhoef
: Practicum
Doel vak
I : d(1), e(2), h(1), i(1), j(1)
V : d(4), h(4), i(3)
VI : g(2), i(3),
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Tijdens het practicum van de Lijn Tandheelkundige Vaardigheden IIA doet de student ervaring op met
materialen en instrumentarium die een belangrijke rol spelen bij de behandeling van de
endodontologische problemen. Het onderwijs omvat preparatie en restauratie van het dentino-pulpale
complex van natuurlijke gebitselementen.
Toetsvorm
Tijdens het practicum wordt de volgende toets afgenomen:
endodontische behandeling van het dentino-pulpale complex (beoordelend).
Bij practica en werkgroepbijeenkomsten is de student verplicht ten minste 85% van de bijeenkomsten
bij te wonen en zich op deze bijeenkomsten terdege voor te bereiden. In het geval de student minder
dan 85% heeft bijgewoond dient het practicum opnieuw te worden gevolgd, dan wel kan de
examencommissie aanvullende opdracht(en) laten verstrekken.
Literatuur
Thoden van Velzen, S.K., Wesselink ,P.R., et al. "Endodontologie, Houten / Diegem: Bohn Stafleu
Van Loghum 3e druk, 2010.
Digitale Syllabus wortelkanaalbehandeling 2014-2015, ACTA.
Werkboek lijn Endodontologie 2014-2015, ACTA.
Overige informatie
n.v.t.
73
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_TVIIAMOLEX
Ac. Jaar (bep. aanm)
1.0
Nederlands
ACTA
mw. dr. M.A. Klaassen
drs. B.P. Fox, drs. M. M. Galesloot,
drs. J. de Goede, drs. G. de Jong,
mw. drs. M.F. Langedijk, drs. A.E.W. van Leeuwen, dr. D. Kara, drs. M.C.
Kersten, mw. dr. E.T. Tadjoedin,
M.C. Kersten, mw. dr. E.T. Tadjoedin, mw. drs. A. Verhoef
: Practicum
Doel vak
I : d(3)
V : d(4), h(4), i(3)
VI : g(3)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Tijdens het practicum van de lijn Tandheelkundige Vaardigheden IIA doet de student ervaring op met
materialen en instrumentarium die een belangrijke rol spelen bij de behandeling van de cariologische
problemen. Het onderwijs omvat de diagnostiek, preparatie en restauratie van natuurlijke carieuze
gebitselementen en de rol die zij vervullen in het tandheelkundig behandelplan.
Toetsvorm
Tijdens het practicum worden de volgende toetsen afgenomen:
excaveer- en restaureertoets/presentatie.
Bij practica en werkgroepbijeenkomsten is de student verplicht ten minste 85% van de bijeenkomsten
bij te wonen en zich op deze bijeenkomsten terdege voor te bereiden. In het geval de student minder
dan 85% heeft bijgewoond dient het practicum opnieuw te worden gevolgd, dan wel kan de
examencommissie aanvullende opdracht(en) laten verstrekken.
Literatuur
Penning C., Amerongen J.P. van, Kloet H.J. de, Loveren C. van, Carislaesies: diagnose en
behandeling. ACTA, laatste editie.
Loveren C. van, Weijden G.A. van der. Preventieve tandheelkunde. Bohn Stafleu Van Loghum,
2000.
Roeters J., Kloet H.J. de. Esthetische tandheelkunde. STI, 1998.
Cariologie, Informatiebulletin (CEP) ACTA (Studiewebversie).
Handleiding CEP prekliniek Cariologie 2e studiejaar (Blackboardversie).
Noort R. van, Introduction to dental materials. 4th edition. Elsevier Health Sciences 2013.
Overige informatie
De gehele Lijn TV IIA maakt deel uit van het dossier boorlicentie. Het dossier boorlicentie is een
toegangseis voor de lijn Preventie en behandeling (Ba3). (Zie voor een verklaring van het dossier
boorlicentie OER Bachelor, deel B, artikel 4.6.3).
74
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
TVIIAVORMD
Ac. Jaar (bep. aanm)
1.0
Nederlands
ACTA
mw. dr. M.A. Klaassen
drs. B.P. Fox, drs. M. M. Galesloot, drs. J. de Goede, mw. drs. G. de Jong,
drs. M.F. Langedijk, drs. A.E.W. van Leeuwen, dr. D. Kara, drs. M.C.
Kersten, mw. dr. E.T. Tadjoedin,
mw. drs. A. Verhoef
: Hoorcollege, Practicum, Werkgroep
Doel vak
I : d(3), e(2), h(1), i(1), j(1)
V : d(4), h(4), i(3)
VI : g(3), i(3)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Tijdens het practicum van de Lijn TV IIA doet de student ervaring op met materialen en
instrumentarium die een belangrijke rol spelen bij de behandeling van de cariologische- en
endodontologische problemen. Het onderwijs omvat de diagnostiek, preparatie en restauratie van
natuurlijke carieuze gebitselementen en de rol die zij vervullen in het tandheelkundig behandelplan.
Toetsvorm
Tijdens het practicum worden de volgende toetsen afgenomen:
1. excaveer-/restaureertoets-presentatie(diagnostisch)
2. endodontologische behandeling van het dentino-pulpale complex (beoordelend)
3. molaarexcaveer-/restaureertoets Klasse II
Bij practica en werkgroepbijeenkomsten is de student verplicht ten minste 85% van de bijeenkomsten
bij te wonen en zich op deze bijeenkomsten terdege voor te bereiden. In het geval de student minder
dan 85% heeft bijgewoond dient het practicum opnieuw te worden gevolgd, dan wel kan de
examencommissie aanvullende opdracht(en) laten verstrekken.
Literatuur
Penning C., Amerongen J.P. van, Kloet H.J. de, Loveren C. van.Carislaesies: diagnose en
behandeling. ACTA, laatste editie
Loveren C. van, Weijden G.A. van der. Preventieve tandheelkunde. Bohn Stafleu Van Loghum,
2000
Roeters J., Kloet H.J. de. Esthetische tandheelkunde. STI, 1998.
Cariologie, Informatiebulletin (CEP) ACTA (Studiewebversie).
Handleiding CEP prekliniek Cariologie 2e studiejaar (Blackboardversie).
Noort R. van, Introduction to dental materials. 4th edition. Elsevier Health Sciences 2013.
Thoden van Velzen, S.K., Wesselink ,P.R. , et al. "Endodontologie, Houten / Diegem: Bohn Stafleu
Van Loghum 3e druk, 2010.
Digitale Syllabus wortelkanaalbehandeling 2013-2014, ACTA.
Werkboek lijn Endodontologie 2013-2014, ACTA.
75
Overige informatie
De gehele Lijn TV IIA maakt deel uit van het dossier boorlicentie. Het dossier boorlicentie is een
toegangseis voor de lijn Preventie en behandeling (Ba3). (Zie voor een verklaring van het dossier
boorlicentie OER Bachelor, deel B, artikel 4.6.3).
76
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_TVIIBKRNI
Ac. Jaar (bep. aanm)
4.0
Nederlands
ACTA
drs. J.V. Laverman
drs. J.V. Laverman
Practicum, Overig
Doel vak
V : h(4)
VI : g(3), l(3)
VII : (4)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
De student leert hoe hij een frontelement moet beslijpen voor een totale kroon. Daarnaast leert de
student hoe hij een beslepen gebitselement van een tijdelijke kroon kan voorzien.
Toetsvorm
Praktische toets: preparatie voor solitaire kroon.
De student is voor de lijn geslaagd indien:
a) de verplichte onderdelen (werkstukken, werkbesprekingen) op het einde van de lijnperiode door de
staf zijn afgetekend (oranje kaart) n
(b) de kroontoetsen met goed gevolg zijn afgelegd.
Literatuur
LAVERMAN JV. Digitale Syllabus Kronen en Bruggen. ACTA 2004 uitgezonderd:
1. Theoretische achtergronden: restaureren na de endo, en
2. Practicumopdrachten: (stift)opbouwen en de driedelige brug.
LAVERMAN JV. Volledig keramische restauraties. Houten: Prelum, 2007. ISBN 978 90
8562 0488.
SHILLINGBURG HT, SATHER DA, WILSON EL, CAIN JR, MITCHELL DL, BLANCO LJ,
KESSLER JC. Fundamentals of fixed Prosthodontics. Fourth Edition, Quintessence Publishing
Co., 2012.
KARLSSON S. Nilner K, Dahl BL. Onder Nederlandse redactie: prof. dr. MAJ. Van
Waas. Een
moderne kijk op kroon- en brugwerk. Houten: Prelum, 2007. ISBN 978 90
8562 019 8
BARTLETT D, RICKETTS D. Indirecte Restauraties. Nederlandse redactie: dr. A. van Dalen.
Houten: Prelum, 2009. ISBN 978 90 8562 068 6.
Overige informatie
De student is verplicht ten minste 85% van de practica bij te wonen en zich op deze bijeenkomsten
terdege voor te bereiden.
77
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_TVIIBKRNII
Ac. Jaar (bep. aanm)
4.0
Nederlands
ACTA
drs. J.V. Laverman
drs. J.V. Laverman
Practicum, Overig
Doel vak
V : h(4)
VI : g(3), l(3)
VII : (4)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
De student leert hoe hij een frontelement moet beslijpen voor een totale kroon. Daarnaast leert de
student hoe hij een beslepen gebitselement van een tijdelijke kroon kan voorzien.
Toetsvorm
Praktische toets: preparatie voor solitaire kroon.
De student is voor de lijn geslaagd indien:
a) de verplichte onderdelen (werkstukken, werkbesprekingen) op het einde van de lijnperiode door de
staf zijn afgetekend (oranje kaart) n
(b) de kroontoetsen met goed gevolg zijn afgelegd.
Literatuur
LAVERMAN JV. Digitale Syllabus Kronen en Bruggen. ACTA 2004 uitgezonderd:
1. Theoretische achtergronden: restaureren na de endo, en
2. Practicumopdrachten: (stift)opbouwen en driedelige brug.
LAVERMAN JV. Volledig keramische restauraties. Houten: Prelum, 2007. ISBN 978 90
8562 0488.
KARLSSON S. Nilner K, Dahl BL. Onder Nederlandse redactie: prof. dr. MAJ. Van
Waas. Een
moderne kijk op kroon- en brugwerk. Houten: Prelum, 2007. ISBN 978 90
8562 019 8
BARTLETT D, RICKETTS D. Indirecte Restauraties. Nederlandse redactie: dr. A. van Dalen.
Houten: Prelum, 2009. ISBN 978 90 8562 068 6.
Overige informatie
De student is verplicht ten minste 85% van de practica bij te wonen en zich op deze bijeenkomsten
terdege voor te bereiden.
78
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_TVIIBWERKB
Ac. Jaar (bep. aanm)
1.0
Nederlands
ACTA
drs. J.V. Laverman
drs. J.V. Laverman
Practicum, Werkgroep
Doel vak
V : h(4)
VI : g(3), l(3)
VII : (4)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1
Inhoud vak
De student leert hoe hij een gebitselement moet beslijpen voor een metaal(porselein)kroon, of voor
een volledig keramische kroon. Daarnaast leert de student hoe hij een beslepen gebitselement van
een tijdelijke kroon kan voorzien.
Toetsvorm
Aanwezigheid bij de werkcolleges is verplicht, de verplichte werkstukken moeten worden ingeleverd.
De student is voor de lijn geslaagd indien de verplichte onderdelen (werkstukken, werkbesprekingen)
op het einde van de lijnperiode door de staf zijn afgetekend (oranje kaart).
Literatuur
LAVERMAN JV. Digitale Syllabus Kronen en Bruggen. ACTA 2004 uitgezonderd:
1. Theoretische achtergronden: spuitafdruk, restaureren na de endo, en
2. Practicumopdrachten: (stift)opbouwen en driedelige brug.
LAVERMAN JV. Volledig keramische restauraties. Houten: Prelum, 2007. ISBN 978 90
8562 0488.
KARLSSON S. Nilner K, Dahl BL. Onder redactie van prof. dr. MAJ. Van Waas. Een moderne kijk
op kroon- en brugwerk. Houten: Prelum, 2007. ISBN 978 90 8562 019 8.
BARTLETT D, RICKETTS D. Indirecte Restauraties. Nederlandse redactie: dr. A. van Dalen.
Houten: Prelum, 2009. ISBN 978 90 8562 068 6.
Overige informatie
De student is verplicht ten minste 85% van de practica bij te wonen en zich op deze bijeenkomsten
terdege voor te bereiden.
79
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_DIAGNOS
Ac. Jaar (bep. aanm)
4.0
Nederlands
ACTA
dr. A.J.P. van Strijp
dr. W.E.R. Berkhout, dr. S. Bizzarro, R.A.M. Huffels, dr. M.D. Lagerweij,
prof. dr. B.G. Loos, prof. dr. C. van Loveren, E.A. Nicu, S. Paraskevas, dr.
A.J.P. van Strijp, W.J. Teeuw, A. Verhoef, I. Zerbo
: Hoorcollege, Werkgroep
Doel vak
I : d(3), e(3), h(3), i(3), j(3)
II : a(3), b(3), c(3), d(3), e(3), f(3)
IV : d(3), e(3)
VI : d(3)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
- Etiologie en vroegdiagnostiek van caris
- Rntgendiagnostiek
- Carisrisico
- Gebitsslijtage
- Casustiek op gebied van cariologie
- Epidemiologie parodontologische afwijkingen
- Parodontium classificaties
- Rntgendiagnostiek parodontium
- Niet-plaque genduceerde gingivale ontstekingen
Toetsvorm
Actieve participatie aan het programma wordt getoetst middels een presentatie en een schriftelijk
verslag van een eigen of aangeleverde casus. Het resultaat van het verslag dient voldoende te zijn.
Peer assessment (studenten beoordelen elkaars bijdrage in de werkgroep) bepaalt of ieder lid van de
werkgroep voldoende inzet heeft getoond bij het tot stand komen van het verslag. Bij een
onvoldoende beoordeling van de peer assessment wordt geen eindcijfer bekend gemaakt en krijgt de
student een alternatieve opdracht.
Het blok wordt afgesloten met een tentamen waarvan de uitslag geldt als eindcijfer.
Literatuur
Studiehandleiding blok Diagnostiek 2014-2015.
Penning C., Amerongen J.P. van, Kloet H.J. de, Loveren C. van. Verhoef. A. Carislaesies
Diagnose en behandeling. Prelum, 2007.
Loveren C. van, Weijden G.A. van der. Preventieve tandheelkunde. Op weg naar een doelmatige
aanpak. Bohn Stafleu Van Loghum, 2000.
Ivoren Kruis. Advies Preventie van erosieve gebitsslijtage. 2008.
Fejerskov O., Kidd E. Dental Caries. The disease and its clinical management Blackwel 2008.
Beertsen W. et al. Parodontologie. Bohn Stafleu en van Loghum, 2009.
Collegestof gegeven in dit blok.
80
Overige informatie
Werkgroepen Cariologie zijn verplicht.
81
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_FUNCTIEBRG
Ac. Jaar (bep. aanm)
4.0
Nederlands
ACTA
drs. J.V. Laverman
drs. J.V. Laverman
Hoorcollege
Doel vak
VI : g(3), l(3), m(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In dit blok komt het functieherstel van het tandkaakstelsel aan bod waarbij een of meer ontbrekende
gebitselementen worden vervangen door middel van een brug op natuurlijke pijlerelementen. De
student leert de theoretische achtergronden die een rol spelen bij het vervaardigen zowel van
conventionele als van adhesiefbruggen, evenals de beperkingen en mogelijke problemen die hierbij
kunnen optreden.
Daarnaast komen in dit blok de theoretische aspecten van het restaureren van endodontisch
behandelde gebitselementen aan bod.
Toetsvorm
Bloktentamen met gesloten en/of open vragen
Literatuur
LAVERMAN JV. Cd-rom: Digitale syllabus Kronen en Bruggen. ACTA 2004.
MANNOCCI F, CAVALLI G, GAGLIANI M. Adhesieve restauratie van endodontisch behandelde
gebitselementen. Onder Nederlandse redactie: Peter Bolhuis. Houten: Prelum, 2009. ISBN 97890
8562 058 7.
LAVERMAN JV. Volledig keramische restauraties. Houten: Prelum, 2007. ISBN 978 90
8562 0488.
KARLSSON S, NILNER K, DAHL BL. Een moderne kijk op kroon- en brugwerk. Onder
redactie van prof.dr. MAJ, van Waas. Houten: Prelum, 2007. ISBN 978 90 8562 019 8.
SHILLINGBURG HT, SATHER DA, WILSON EL, CAIN JR, MITCHELL DL, BLANCO LJ,
KESSLER JC. Fundamentals of fixed Prosthodontics. Fourth Edition, Quintessence Publishing Co.,
2012.
Collegestof en stof van werkbesprekingen uit de lijn TV III.
LAVERMAN, JV., REE MH. Restaureren na endodontische behandeling. Naslagwerk Houten:
AccreDidact, 2012. ISBN 978-90-8976-083-8.
Overige informatie
Niet-verplicht onderwijs
82
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_MTI
Ac. Jaar (bep. aanm)
4.0
Nederlands
ACTA
mw. dr. D.E. van Diermen
mw. dr. D.E. van Diermen, dr. J. Hugtenburg, prof. dr. J.H. Ravesloot
Hoorcollege, werkcollege, Practicum
Doel vak
I : a (4), b(3), f(3), g(2)
V : i(2)
VI : a(4), e(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Dit blok is een voortzetting van het blok de Zieke Mens en zal ziektebeelden behandelen die nog niet
aan bod gekomen zijn zoals infectieziekten, maagdarmziekten en endocriene ziekten. Er zal dieper
worden ingegaan op het uitdiepen van de medische anamnese in relatie tot de behandelde
ziektebeelden. De interacties van geneesmiddelen met de mondgezondheid komen aan de orde. Ook
wordt het oefenen in reanimatie herhaald, aangevuld met een training in bloeddrukmeten.
Toetsvorm
Parate kennistoets van de algemene farmacologie, fysiologie, ziekteleer en lokale anesthesie.
Digitaal tentamen, gesloten boek met meerkeuze- en Jumbold vragen die casustiek behandelen en
zowel vraagt naar klinische verschijnselen, geneesmiddelen als medisch-tandheelkundige interactie
van de behandelde ziektebeelden. Een paktoets is altijd onderdeel van het tentamen.
Het gevolgd hebben van het reanimatiepracticum en de patintendemonstraties is een voorwaarde
voor de eindbeoordeling van het blok.
Met het maken van 3 themaopdrachten zijn 0.9 bonuspunt voor het tentamen te behalen. Deze punten
gelden alleen voor het tentamen direct volgend op het onderwijs. Hierna vervallen de bonuspunten.
Literatuur
Studiehandleiding blok Medisch Tandheelkundige Interactie-1.
Marieb, E.N. & Hoehn, K, Human Anatomy & Physiology, 9e druk. Pearson Benjamin
Cummings 2012.
Sitsen, J.M.A. e.a. (red), Farmacologie, 4e druk. Utrecht: Wetenschappelijke uitgeverij
Bunge 2009.
Neal, M.J., Medical Pharmacology at a glance , 7th edition, Oxford, Blackwell Sciences, 2012.
e
Brand, H.S., Diermen, D.E., Makkes, P. (red), Algemene Ziekteleer voor tandartsen, 3
druk. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2012.
Recente relevante publicaties in wetenschappelijke tijdschriften.
CVZ. Farmacotherapeutisch Kompas 2010 of 2011. Houten: Prelum Uitgevers, 2011.
Overige informatie
Aanwezigheidsverplichting bij introductiecollege, reanimatiepracticum en patintendemonstraties
83
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_PAROII
Ac. Jaar (bep. aanm)
4.0
Nederlands
ACTA
mw. dr. M.L. Laine
mw. dr. M.L. Laine, dr. B. Brandt, prof. dr. W. Crielaard, dr. B.P. Krom, mw.
dr. E. Zaura, dr. F.J. Bikker, prof. dr. E.C.I. Veerman
: Hoorcollege, Werkgroep, Werkcollege
Doel vak
I : a(3), b(3), d(3), e(3), f(3), i(3), j(2)
II : a(2), b(3), c(3), d(3), f(3)
IV : d(3)
VI : d(3), e(3), k(2)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Het onderwijs omvat de biologie, microbiologie, biochemie en fysiologie van parodontale weefsels, de
pathofysiologie van parodontale ontstekingen, de effecten van parodontale behandelingen, de
ecologie van de mond, virulentiefactoren van orale bacterin, microbile diagnostiek, antimicrobile
middelen, orale schimmelinfecties, aangeboren afweer in speeksel, speeksel en ziektebeelden,
halitosis.
Toetsvorm
Aan het einde van het blok vindt het bloktentamen plaats. Dit tentamen bestaat uit meerkeuzevragen
en/of open vragen.
Literatuur
Beertsen W., Quirynen M., van Steenbergen D. van der Velden U. Parodontologie eerste editie,
Bohn Stafleu van Loghum, 2009.
Samaranayake L. Essential Microbiology for Dentistry fourth edition, Churchill Livingstone
Elsevier, 2012.
Van Nieuw Amerongen A. et al., Speeksel, Speekselklieren, en Mondgezondheid, Bohn,
Stafleu van Loghum, 2004.
Overige informatie
Niet-verplicht onderwijs
84
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_TANDWET
Ac. Jaar (bep. aanm)
5.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. C. van Loveren
prof. dr. C. van Loveren, mw. dr. I.H.A. Aartman, dr. W.E.R. Berkhout
Hoorcollege, Overig, Werkgroep
Doel vak
I : j (2)
II : b (3), c(3), d(3), e(3), f(3)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Het hoofdthema van dit blok is evidence based tandheelkunde. Het blok bouwt voort op het blok Mens
en Wetenschap. De student leert op een wetenschappelijk verantwoorde wijze problemen op te lossen
en (patinten)vragen te beantwoorden. De student leert om te gaan met kennis en informatie. Er wordt
aandacht besteed aan klinische besliskunde en de impact hiervan op gebitsgezondheid. Een
belangrijk onderdeel is dat de student inzicht krijgt in het effect van zijn/haar (rntgen) diagnostisch
kunnen en in de gebitsgezondheid van de patint.
Er zal veel aandacht geschonken worden aan de systematiek van het vinden van wetenschappelijke
antwoorden op klinische vragen. Voor dit alles is het goed kunnen lezen van wetenschappelijke
literatuur en een goed begrip hebben van uitkomstmaten van onderzoek een must. Ook hiermee zal
geoefend worden.
Trefwoorden van het blok zijn: diagnostische testen, wetenschappelijke literatuur voor therapie/preventie-,
oorzaak-/risico-,
prognoseen
diagnostiekvragen
(gerandomiseerd
gecontroleerdonderzoek, cohort- , patient-contole, dwarsdoorsnede onderzoek, systematieche
literatuuroverzichten en meta-analysen), richtlijnen voor de praktijk, analytische besliskunde en
utiliteiten (getalsmatige waardering van gezondheid), expertsystemen, decision aids en pico-vragen.
Toetsvorm
- Presentatie van een uitgewerkte vraag volgens de principes van evidence based tandheelkunde
(50%)
- Tentamen (50%)
Zowel tentamen als presentatie moet voldoende zijn.
Let op:
De student krijgt eenmaal de gelegenheid om volgens rooster de (niet verplichte) werkgroepen te
volgen en wel tijdens het semester waarin de student zich voor dit cohort (met het blok Tandarts en
Wetenschap en het Bachelorprofiel) heeft ingeschreven. Aparte inschrijving voor de werkgroepen is
daarom niet nodig.
Literatuur
Literatuur (artikelen) waarmee in het blok wordt gewerkt, wordt aan het begin van het blok opgegeven
in de Blackboardcursus.
85
Overige informatie
Studenten die voor september 2010 het blokonderwijs hebben gevolgd, worden beoordeeld op basis
van het volgende :
- Bewijs van deelname aan het programma looking for caries (15%)
- Inleveren van opdrachten (15%)
- Presentatie van een uitgewerkte vraag volgens de principes van evidence based
tandheelkunde (35%)
- Tentamen (35%)
- Tentamen moet voldoende zijn.
86
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_TPS
Ac. Jaar (bep. aanm)
4.0
Nederlands
ACTA
dr. R.C. Gorter
dr. R.C. Gorter, dr. J. den Dekker, prof.dr. G.J.M.G. van der Heijden,
gastdocenten
: Hoorcollege, Practicum, Werkgroep
Doel vak
Foundation knowledge en de competenties:
III : a(3), b(2), c(3), e(2), f(3)
IV : a(2), b(3), c(2), d(3), e(3)
V : f(2)
VI : v(2)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In dit blok wordt de gezonde mens in relatie tot zijn omgeving bestudeerd, voor zover dit relevant is
voor de tandheelkunde. Het onderwijs omvat een inleiding tot basisbegrippen van de sociale
wetenschappen (psychologie en sociologie) in relatie tot de tandheelkundige zorgverlening. Tevens
komen de ethiek van het tandheelkundig handelen, wettelijke kaders, epidemiologie en de organisatie
van de tandheelkundige gezondheidszorg aan de orde. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan
voorlichtingskunde, aan communicatie met de patint en aan aspecten die gerekend worden tot
Professioneel Gedrag. Ook wordt aandacht besteed aan het als tandarts kunnen signaleren van het
vermoeden van (kinder-)mishandeling en hoe daarmee om te gaan.
Toetsvorm
Openboektentamen met korte essay-vragen, plus individuele bijdragen aan practica en werkgroepen.
Een voldoende voor het gesprekspracticum is voorwaarde voor verkrijgen van eindcijfer.
Literatuur
Studiehandleiding blok Tandarts, Patint en Samenleving.
e
EIJKMAN, M.A.J. et al., Patintenvoorlichting en mondgezondheid, 3 druk. Houten: Bohn Stafleu
Van Loghum, 2006.
DEN DEKKER, J., Mondzorg in sociaal perspectief, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2012.
Syllabus (via Studieweb): Psychologie voor de arts, 2009.
Syllabus Gespreksvoering TPS, plus syllabus Gespreksvoering uit De Nieuwe Patint, bachelor 1.
NUY, M.; B. Gordijn; G.J. Truin, De prudente tandarts. Ethische reflectie in de
tandheelkunde. Amsterdam: SWP, 2002.
Collegedictaat / handouts (via Studieweb).
Overige informatie
Practica zijn verplicht, werkgroepen op inschrijving
87
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_WETSTAGE
Ac. Jaar (bep. aanm)
16.0
Nederlands
ACTA
dr. T.J.M. van Steenbergen
dr. T.J.M. van Steenbergen, dr. A.J. van Wijk
Hoorcollege, Overig, Bijeenkomst
Doel vak
II : a(3), c(3), d(3), e(3)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Dit blok is bedoeld om studenten een wetenschappelijke verdieping te geven en hen kennis te laten
maken met wetenschappelijk onderzoek. Door niet alleen over onderzoek te lezen, maar ook door het
zelf uitvoeren ervan wordt een kritische wetenschappelijke houding bevorderd. Dit is o.a. van belang
om nieuwe ontwikkelingen goed te kunnen beoordelen. Het blok bestaat uit een cursorisch deel en
een onderzoekstage. In het cursorisch deel (dat van een beperkte omvang is) vindt
verdiepingsonderwijs plaats in het vakgebied waar de stage plaats vindt. In de onderzoekstage doet
de student een eigen (deel)onderzoek of verricht een uitgebreide literatuurstudie.
Toetsvorm
Het blok wordt afgesloten met een scriptie (bachelorthesis). De beoordeling geschiedt op basis van de
wijze van uitvoering van het project (50%), de scriptie (30%) en de eindpresentatie (20%).
Elk van deze drie onderdelen dient met een voldoende afgesloten te worden.
Literatuur
De gebruikte literatuur wordt door de student grotendeels zelf verzameld en wordt bepaald door het
gekozen project.
Overige informatie
Gedurende het blok maakt de student zoveel mogelijk deel uit van de afdeling/sectie van waaruit het
project wordt begeleid. Aan het eind van het blok presenteert iedere student de uitkomsten van
zijn/haar project en beschrijft de resultaten van het onderzoek in een scriptie.
88
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_LPBCARIO
Ac. Jaar (bep. aanm)
6.0
Nederlands
ACTA
drs. A.R. Hooykaas
drs. B.P. Fox, drs. M. M. Galesloot, drs. J. de Goede,
drs. A.R. Hooykaas, drs. G. de Jong, drs. M.F. Langedijk,
drs. A.E.W. van Leeuwen, dr. D. Kara, drs. M.C. Kersten,
drs. A. Verhoef, drs. H.P. Wiegman.
: Hoorcollege, Practicum, Overig, Werkgroep
Doel vak
I : a(4), b(3), c(4), d(3), e(3), f(3), g(2), h(3), i(3), j(3), k(3), l(3)
II : a(4), e(3), f(3)
III : a(4), b(3), c(3)
IV : d(3),
V : d(4), g(3), h(4), i(3)
VI : a(4), d(4), e(3), g(3), h(3), k(3), l(3), v(2)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In deze lijn leert de student op cariologisch en parodontaal gebied:
Het uitvoeren van (vroeg)diagnostiek
Het schatten van risico
Een zorgplan opstellen en uitvoeren
Het invasief behandelen van caris binnen het kader van carismanagement
Uitgebreide vaardigheden op fantoom in een klinische setting.
Specifiek wordt hieronder verstaan:
1. Het volgens protocol uitvoeren van een nauwkeurig periodiek mondonderzoek.
2. Het bepalen van DPSI.
3. Caris- en parodontaal diagnostiek op rntgenfotos.
4. Het kunnen inschatten van risico op caris.
5. Het kunnen inschatten van het risico op parodontale afwijkingen.
6. Carisdiagnostiek en -management inclusief invasief ingrijpen.
7. Het begeleiden van en sturen op zelfzorg door de patint, waarbij gebruik wordt
gemaakt van gedragsveranderende technieken zoals Motivational Interviewing.
8. Het instellen van preventieve maatregelen en de uitvoering van een parodontale
behandeling bij patinten met een DPSI-waarde t/m 3-.
9. Het aanleggen van een patintdossier in Axium.
10. Indien noodzakelijk verwijzen naar een andere behandelaar.
Binnen de Lijn preventie en behandeling, cariologie moeten competenties die eerder zijn behaald in
de Lijn preventie op een hoger niveau worden gebracht.
89
90
Loveren C. van, Weijden G.A. van der. Preventieve tandheelkunde. Bohn Stafleu Van Loghum,
2000.
Roeters J., Kloet H.J. de. Esthetische tandheelkunde. STI, 1998.
Cariologie, Informatiebulletin (CEP) ACTA (Studiewebversie).
Advies carispreventie, Uitgave Ivoren Kruis.
Tandheelkundige Radiologie, Eds Stelt P.F. van der, Arnold L.V., Duinkerke A.S.H., Sanderink
G.C.H.. Houten-Antwerpen, 1995:Bohn Stafleu en Van Loghum (via Blackboard)
Syllabus: opnametechniek , afd. Tandheelkundige Radiologie.
CAL programmas Anatomical Landmarks, Looking for Caries, e.a.
Overige informatie
Actuele informatie over de gehele opzet en organisatie rond de algemene OSCE 3e jaar , inclusief de
regelgeving is te vinden op het Blackboard.
De ingangseisen voor de Lijn preventie en behandeling, cariologie zijn:
- een voldoende voor het blok Parodontitis I
- een voldoende resultaat voor de Lijn tandheelkundige preventie
- een voldoende voor het dossier boorlicentie*
* Het Dossier Boorlicentie omvat de volgende onderdelen:
een voldoende resultaat voor alle onderdelen van de Lijn TV I
een voldoende resultaat voor het blok Cariologie en de harde tandweefsels
een voldoende resultaat voor de Lijn TV II A, met uitzondering van de endotoets
N.B.: Indien kennis en vaardigheden, door de student aangetoond bij de onderdelen van het Dossier
Boorlicentie , door hem of haar langer dan 6 maanden niet zijn toegepast, dient de student opnieuw
aan te tonen hier nog over te beschikken. Dit, voordat hij of zij binnen de kaders van het
carismanagement invasief mag behandelen.
91
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_LPBINTERV
Ac. Jaar (bep. aanm)
1.0
Nederlands
ACTA
dr. R.C. Gorter
drs. A.R. Hooykaas
Hoorcollege, Werkgroep
Doel vak
II : a(3)
III : f(3)
IV : d(3), e(3)
VI : d(3)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Van patinten wordt gevraagd dat zij hun (mond)gezondheidsgedrag veranderen. Vanuit de optiek dat
een goede begeleiding daarvan pas kan plaatsvinden wanneer de zorgverlener zelf weet wat het is
om gewoontegedrag te veranderen, is aandacht besteed aan eigen gedragsverandering, o.m. in het
Blok TPS. Samen met een medestudent als coach, kiest elke student een gedraging welke hij of zij
gedurende acht weken gaat verbeteren. Daarbij worden de zgn. SMART-regels als leidraad
gehouden.
Tijdens de Lijn Preventie en behandeling wordt de focus van de gedragsverandering gelegd bij de
patint. Nu is de student degene die de patint begeleidt bij verbetering van mondgezondheidsgedrag.
Samen met de patint stelt de student een gedragsveranderings-traject op, waarbij SMART-regels en
Motivational Interviewing nadrukkelijk onderdeel zijn.
Het traject eindigt met een rapportage over de voortgang bij de patint en de eigen rol als begeleider.
Toetsvorm
Eindrapportage (schriftelijk)
Literatuur
Eijkman MAJ, Duyx MPMA, Visser APh. (2006). Patintenvoorlichting en mondgezondheid.
Houten: BSL.
COVM Gresnigt Bekker (2011). Motivational Interviewing in de tandheelkundige praktijk. In: Baat,
C de, et al: Het Tandheelkundig Jaar 2011. Houten: BSL.
Plus: overige handouts.
Overige informatie
Verplicht onderwijs
92
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_LPBPARO
Ac. Jaar (bep. aanm)
3.0
Nederlands
ACTA
drs. R.A.M. Huffels
drs. R.A.M. Huffels, drs T.M.H. de Jong , hr. M. Rosema
Practicum, Overig, Werkgroep, Werkcollege
Doel vak
I : a(4), b(3), c(4), d(3), e(3), f(3), i(3), j(3), k(3), l(3)
II : a(3)
III : a(3), b(3), c(3), f(3)
IV : d(2), e(2)
V : g(3), i(3)
VI : d(4), h(3), k(3)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Gedurende het lijnonderdeel parodontologie worden onder intensieve, praktijkgerichte begeleiding
patinten met matige tot ernstige parodontale problemen behandeld (diagnostiek, initile parodontale
behandeling, herbeoordeling, nazorg). Het lijnonderdeel start met een aantal werkbesprekingen ter
voorbereiding op de patintenbehandeling. In de werkbesprekingen speelt een algemene
patintencasus met ernstige parodontale problemen een centrale rol in de diagnostiek en het
behandelplan.
Buiten de casus zal er ook een aantal specifieke onderwerpen worden uitgediept, zoals:
- Motivational Interviewing bij stoppen met roken (MI).
- Instructie mondhygine bij een patint met parodontitis.
- Effecten na initile behandelingen.
- Endo-paro problemen.
- Rntgendiagnostiek in het Paro-protocol.
Voor de patintenbehandeling worden drie fantoomoefeningen gewijd aan de onderwerpen:
- Klinische metingen.
- Ultrasone supra- en subgingivale gebitsreiniging, inclusief de reiniging van de furcatie.
Voor alle onderdelen binnen de Paro-lijn (incl. patintenbehandeling) geldt een aanwezig-heidsplicht
van 85%.
Toetsvorm
Een digitaal tentamen (Intree-toets)
Aan de hand van een digitale toets met ongeveer 30 meerkeuzevragen zullen de basiskennis uit het
1e en 2e jaar en de tot dan toe behandelde onderwerpen in de Paro/lijn worden getoetst. Een
patintencasus vormt hierin een rode draad.
NORMERING: voldoende 6 of hoger
93
94
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_LPBRADIO
Ac. Jaar (bep. aanm)
2.0
Nederlands
ACTA
dr. W.E.R. Berkhout
dr. W.E.R. Berkhout, dr. K. Syriopoulos,
drs. R. Hoogeveen, dr. G.C.H. Sanderink, dr. J. Poorterman
: Hoorcollege, Werkbespreking, Practicum, Stage
Doel vak
I : d(4), e(3), g(2), h(3), i(3), j(3), l(3)
II : a(4), f(3)
III : a(3), b(3), c(3), f(3), g(2)
IV : b(3), d(3)
V : d(4), g(3), h(4)
VI : b(2), d(3), f(3)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Opnametechnieken en de interpretatie van rntgenbeelden worden geleerd door middel van
fantoomoefeningen, stage op de kliniek van de sectie radiologie diagnostiekoefeningen en (digitale)
hoorcolleges. De student leert de basisdiagnostiek van de skeletale opbouw van het kaakcomplex
beschrijven. Om een goed diagnostisch oordeel te geven over de parodontale, cariologische en
endodontologische status van de patint, wordt de student geleerd om op verantwoorde wijze
intraorale rntgenopnamen te maken door het toepassen van de principes van de
bissectriceregeltechniek, de rechthoekregeltechniek en de bitewingtechniek met digitale
rntgenapparatuur, alsmede met de panoramische opnametechniek en diagnostiek bij uitgebreidere
afwijkingen of specifieke indicaties voor dit opnametype.
Overige onderwerpen die ter sprake komen zijn: condities die de kwaliteit van rntgenopnamen en de
detectie en diagnose van pathologie benvloeden, zoals het effect van de inschietrichting op het
rntgenbeeld, mogelijkheden en beperkingen van digitale radiologie en de verschuivingregel.
Toetsvorm
De eindtoets bestaat uit het voltooien van 10 dagdelen practicum en stage op de radiologiekliniek
(verplicht practicum) waarbij aantoonbaar is dat de gemaakte opnamen voldoen aan de gestelde
criteria (zie Blackboard) en het met een positief resultaat afronden van de theorie/diagnostiektoets.
De toetscriteria zijn gepubliceerd op Blackboard.
De theorietoets bestaat uit meerkeuze vragen:
De vragen beslaan de volledige stof zoals behandeld tijdens de lijn.
95
96
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_TVIIISTIFT
Ac. Jaar (bep. aanm)
1.0
Nederlands
ACTA
drs. J.V. Laverman
drs. J.V. Laverman
Overig
Doel vak
V : h(4)
VI : g(3), l(3), m(3)
VII : (4)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In deze lijn leert de student op fantoom een endodontisch behandeld element restaureren met een
kroon met (stift)opbouw. De bij de lijn behorende theoretische leerstof is ondergebracht in het blok
Functieherstel met bruggen. Om de student voor de practicumonderwerpen te briefen, zijn er table
cliniques in de lijn opgenomen.
Toetsvorm
De toets tijdelijke frontkroon met stiftverankering maakt deel uit van de Lijn TV III.
De student is voor de lijn geslaagd indien:
a) de verplichte onderdelen (werkstukken, werkbesprekingen) op het einde van de
lijnperiode door de staf zijn afgetekend (blauwe kaart);
b) de bovengenoemde toets met goed gevolg heeft afgelegd.
Literatuur
Cd-rom: Digitale syllabus Kronen en bruggen. Practicumopdrachten: (stift)opbouwen J.V.
Laverman. ACTA 2004.
Laverman, JV., Ree MH. Restaureren na endodontische behandeling. Naslagwerk Houten
AccreDidact, 2012. ISBN 978-90-8976-083-8.
Overige informatie
Bij de practica is de student verplicht ten minste 85% bij te wonen en zich op deze bijeenkomsten
terdege voor te bereiden.
97
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_TVIIIWERKB
Ac. Jaar (bep. aanm)
1.0
Nederlands
ACTA
drs. J.V. Laverman
drs. J.V. Laverman
Practicum, Werkgroep
Doel vak
V : h(4)
VI : g(3), l(3), m(3)
VII : (4)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In deze lijn leert de student fantoomelementen te beslijpen voor een driedelige keramische brug en
het vervaardigen van een tijdelijke brug. Daarnaast leert de student op fantoom een endodontisch
behandeld element restaureren met een kroon met (stift)opbouw en leert hij een eenvoudige
occlusieanalyse uit te voeren. De bij de lijn behorende theoretische leerstof is ondergebracht in het
blok Functieherstel met bruggen. Om de student voor de practicumonderwerpen te briefen, zijn er
werkbesprekingen en table cliniques in de lijn opgenomen.
Toetsvorm
De Lijn TV III kent twee praktische toetsen:
1. - brugpreparaties en
2. - tijdelijke frontkroon met stiftverankering.
De student is voor de lijn geslaagd indien:
a) de verplichte onderdelen (werkstukken, werkbesprekingen) aan het einde van de lijnperiode door de staf zijn afgetekend (blauwe kaart);
b) de bovengenoemde toetsen met goed gevolg zijn afgelegd.
Literatuur
Cd-rom: Digitale syllabus Kronen en bruggen. Practicumopdrachten: (stift)opbouwen en driedelige
brug. J.V. Laverman. ACTA 2004.
MANNOCCI F, CAVALLI G, GAGLIANI M. Adhesieve restauratie van endodontisch behandelde
gebitselementen. Onder Nederlandse redactie: Peter Bolhuis. Houten:
Prelum
Uitgevers 2009. ISBN 97890 8562 058 7.
LAVERMAN JV. Volledig keramische restauraties. Houten: Prelum, 2007. ISBN 978 90
8562 0488.
KARLSSON S, NILNER K, DAHL BL. Een moderne kijk op kroon- en brugwerk. Onder
redactie van prof.dr. MAJ, van Waas. Houten: Prelum, 2007. ISBN 978 90 8562 019 8.
SHILLINGBURG HT, SATHER DA, WILSON EL, CAIN JR, MITCHELL DL, BLANCO LJ,
KESSLER JC. Fundamentals of fixed Prosthodontics. Fourth Edition, Quintessence Publishing Co.,
2012
Laverman, JV., Ree MH. Restaureren na endodontische behandeling. Naslagwerk Houten:
AccreDidact, 2012. ISBN 978-90-8976-083-8.
98
Overige informatie
Werkbesprekingen en table cliniques zijn verplicht. Bij de practica is de student verplicht ten minste
85% bij te wonen en zich op deze bijeenkomsten terdege voor te bereiden.
99
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_TVIIIBRUG
Ac. Jaar (bep. aanm)
2.0
Nederlands
ACTA
drs. J.V. Laverman
drs. J.V. Laverman
Overig
Doel vak
V : h(4)
VI : g(3), l(3), m(3)
VII : (4)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In deze lijn leert de student fantoomelementen te beslijpen voor een driedelige keramische brug en
het vervaardigen van een tijdelijke brug. De bij de lijn behorende theoretische leerstof is
ondergebracht in het blok Functieherstel met bruggen. Om de student voor de practicumonderwerpen
te briefen, zijn er werkbesprekingen en table cliniques in de lijn opgenomen.
Toetsvorm
De toets brugpreparaties maakt deel uit van de Lijn TV III.
De student is voor de lijn geslaagd indien:
a) de verplichte onderdelen (werkstukken, werkbesprekingen) aan het einde van de
lijnperiode door de staf zijn afgetekend (blauwe kaart);
b) en zowel voor de toets brugpreparaties als voor de toets frontkroon met stiftverankering een voldoende is behaald.
Literatuur
Cd-rom: Digitale syllabus Kronen en bruggen. Practicumopdrachten: driedelige brug. J.V.
Laverman. ACTA 2004.
Overige informatie
De practica zijn verplicht. De student moet ten minste 85% van de practica bijwonen en zich terdege
op deze bijeenkomsten voorbereiden.
100
Ba3 Portfolio
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
:
:
:
:
:
:
T_PORTFOLIO
Ac. Jaar (september)
1.0
Nederlands
ACTA
mw. S. Berendrecht (Studieadviseurs)
Doel vak
II : a(4), b(2)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Gedurende de bachelor vindt een aantal individuele gesprekken plaats waarin de student reflecteert
op de eigen ontwikkeling en/of de studievoortgang. De verslagen van deze gesprekken verzamelt de
student in een portfolio.
Dit portfolio wordt door de student zelf bijgehouden en beheerd.
In het eerste studiejaar krijgt elke student een mentor uit het eerstejaars lijnonderwijs toegewezen (de
tandartsdocent die de student ook op de prekliniek begeleidt). In dit eerste cursusjaar vinden drie
gesprekken plaats tussen student en mentor.
Het eerste gesprek is een kennismakingsgesprek. Bij alle volgende gesprekken presenteert de
student een reflectieverslag waarin de vorderingen van de student door de student zelf zijn verwoord.
Vanaf bachelor 2 wordt de rol van mentor overgenomen door de studieadviseurs. De student stuurt
tweemaal per studiejaar (voor 01 februari en voor 01 juli) het volledig ingevulde portfolio naar de
studieadviseurs via de Blackboardcursus Portfolio of per email. De student krijgt te allen tijde via zijn
ACTA e-mailadres een reactie.
Toetsvorm
Het studiepunt wordt aan het eind van de bacheloropleiding toegekend indien de student tijdens de
bacheloropleiding minimaal zeven (studievoortgangs)gesprekken heeft gevoerd (dwz. ten minste
eenmaal per semester), het reflecteren voldoende is uitgevoerd en het portfolio naar tevredenheid van
de docentmentor en studieadviseur is ingevuld.
Overige informatie
Meer informatie over het portfolio is te vinden in de Blackboard cursus Portfolio (Studieweb> Bachelor
vakken>Bachelor 1>Portfolio Bachelor)
101
Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Cordinator
:
:
:
:
:
:
T_PG
Ac. Jaar (september)
1.0
Nederlands
ACTA
H. Bussink MSc
Doel vak
Student vertoont professioneel gedrag op alle competenties in Domeinen I t/m VI en Domein VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
Van tandartsen mag worden verwacht dat zij met voldoende kennis en vaardigheden te werk gaan. Dit
geldt als professioneel handelen. Tegelijkertijd worden zij geacht zich professioneel te gedragen.
Bij professioneel gedrag wordt uitgegaan van observeerbaar gedrag waarin de normen en waarden
van de beroepsgroep zichtbaar zijn.
Professioneel gedrag komt tot uitdrukking in woord, gedrag en uiterlijk en is van groot belang voor het
basisvertrouwen dat een patint in een beroepsbeoefenaar stelt.
Binnen dit gedrag worden drie dimensies onderscheiden, te weten:
1. Omgaan met taken en/of werk, dit heeft te maken met het zich houden aan afspraken,
bijhouden van het vakgebied, inzet, terugrapportage, eigen grenzen kunnen bepalen,
delegeren enz.
2. Omgaan met anderen, het betreft hier de communicatie en samenwerking met patinten,
personeel en collega's (in de beroepssituatie), staf en medestudenten (in de opleiding).
Hierbij gaat het bijvoorbeeld om respect, vertrouwen, specifieke communicatieve vaardigheden en
onderhandelingsvaardigheden.
3. Omgaan met zichzelf, dit heeft te maken met het vermogen kritisch naar zichzelf te kijken
(kunnen reflecteren), openstaan voor kritiek en het kunnen omgaan met feedback.
Toetsvorm
Het beoordelen van professioneel gedrag is in het eerste en tweede jaar formatief en bestaat uit het
geven van feedback aan de student over het getoonde gedrag. Minstens tweemaal per studiejaar
wordt de student beoordeeld op het vertonen van dit gedrag. Dat gebeurt per student door diverse
docenten zowel in de lijn als in de blokken.
Aan het einde van de bacheloropleiding dient de student de laatste twee beoordelingen voldoende te
hebben voor het verkrijgen van het studiepunt.
Overige informatie
Voor verdere informatie wordt verwezen naar het Studieweb.
102
Vakcode
Periode
Credits
Faculteit
Cordinator
:
:
:
:
:
T_VRIJESTUD
Ac. Jaar (september)
1.0
ACTA
mw. S. Berendrecht (studieadviseurs)
Doel vak
II : a(4), b(2)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B artikel 2.1.
Inhoud vak
In de vrije studieruimte geeft de student zichtbaar aan zelfstandig de grenzen van eigen kennen en
kunnen te verleggen door middel van het volgen van bij- en nascholing, het lezen van
tandheelkundige tijdschriften, etc.
Tijdens de opleiding wordt van de student een wetenschappelijke houding verwacht. Niet alleen
kennis, inzicht en vaardigheden zijn onderdeel van een wetenschappelijke houding maar ook de
attitude die gericht is op levenslang leren.
Een competente student is in staat om daar waar kennis en vaardigheden uitbreiding behoeft hier zelf
adequaat voor te zorgen.
Toetsvorm
De student moet kunnen aantonen wat hij aan scholing heeft. Deze scholing dient toetsbaar te zijn en
heeft een omvang van minimaal 28 studielasturen.
In de Blackboardcursus Vrije Studieruimte wordt een aantal opties genoemd. Bij andere invulling dan
de genoemde opties, dient vooraf goedkeuring te worden gevraagd aan de studieadviseurs.
Overige informatie
Informatie over de invulling van de Vrije Studieruimte is te vinden in de Blackboard cursus Vrije
Studieruimte (Studieweb>Bachelorvakken>Bachelor 3> Vrije Studieruimte)
103
104
105
106
107
1.
Toepassingsgebied
Regels en Richtlijnen zoals bedoeld in artikel 7.12b, derde lid, WHW, en vastgesteld door de
Examencommissie.
Deze Regels en Richtlijnen zijn van toepassing op de tentamens en examens in de bachelor- en
masteropleiding Tandheelkunde van de faculteit en sluiten aan bij de Onderwijs- en
Examenregelingen (OER) van deze opleidingen, vast te stellen door de decaan.
Deze regeling is van toepassing op een ieder die de opleiding in dit studiejaar volgt, ongeacht
het moment, waarop hij de opleiding is begonnen.
2.
Algemeen
1. De in de voor de betreffende opleiding geldende OER omschreven begrippen zijn ook van
toepassing op deze regeling. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan
toekent.
2. In het geval dat een bepaling in deze regeling in strijd is met een bepaling uit de voor de
betreffende opleiding geldende OER geldt de bepaling uit de OER.
3.
4.
Taken examencommissie
De taken van de examencommissie zijn geregeld in de wet. Hiertoe behoort het vaststellen van
regels over de uitvoering van de taken en bevoegdheden en het nemen van maatregelen met
betrekking tot
het op objectieve en deskundige wijze vaststellen of een student voldoet aan de
voorwaarden die de OER stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig
zijn voor het verkrijgen van een graad;
- het borgen van de kwaliteit van tentamens en examens;
- het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen binnen het kader van de OER om de uitslag van
de tentamens en examens te beoordelen en vast te stellen;
- het verlenen van vrijstellingen voor het afleggen van een of meer tentamens;
- het treffen van maatregelen in geval van fraude;
- het aanwijzen van examinatoren voor het afnemen van tentamens en het vaststellen van de
uitslag daarvan;
108
het uitreiken van het getuigschrift, met daaraan toegevoegd het diplomasupplement, ten bewijze
dat het examen met goed gevolg is afgelegd;
het verlenen van toestemming aan een student om een vrij onderwijsprogramma te volgen,
waarvan het examen leidt tot het verkrijgen van een graad;
het uitreiken van een verklaring van behaalde tentamens aan degene die meer dan n
tentamen met goed gevolg heeft afgelegd maar aan wie niet een getuigschrift kan worden
uitgereikt;
het jaarlijks opstellen van een verslag van haar werkzaamheden.
5.
6.
7.
109
8.
9.
Kwaliteitsborging
1. De examencommissie ziet toe op de kwaliteit van de tentamens en de examens.
2. De examencommissie hanteert bij het borgen van de kwaliteit van tentamens en examens het
ACTA Draaiboek schriftelijke en digitale tentamens en het ACTA toetsbeleid.
110
3. De student die een hulpmiddel, dat niet is aangewezen als een toegestaan hulpmiddel,
binnen zijn bereik blijkt te hebben tijdens het afleggen van het tentamen of bij bezoek aan het
toilet tijdens het tentamen, pleegt fraude.
4. Eten tijdens het afleggen van een tentamen is niet toegestaan.
5. Drinken van water zonder koolzuur uit een flesje zonder etiket tijdens de toets is toegestaan.
12. Surveillance bij tentamens
1. De verantwoordelijke examinator van het tentamen treedt als inhoudsdeskundige op tijdens
het surveilleren. Deze examinator is in ieder geval het eerste half uur van het tentamen
aanwezig, daarna is hij oproepbaar. Indien de verantwoordelijke examinator om dringende
redenen verhinderd is, dient hij zelf voor een daartoe bevoegde vervanger te zorgen.
2. Andere surveillanten dan de examinator worden door de examencommissie aangezocht en
treden op namens de examencommissie. Student-assistenten mogen slechts surveilleren in
aanwezigheid en onder toezicht van de verantwoordelijke examinator.
3. De examinator kan, bij gebruikmaking van een gemeenschappelijke tentamenruimte, de zorg
voor aanwezigheid van voldoende surveillanten overdragen aan het daartoe aangewezen
centrale organisatieonderdeel.
4. Per 30 studenten dient er een surveillant aanwezig te zijn, met een minimum van twee
surveillanten per tentamen.
5. De student is verplicht de aanwijzingen van de surveillant(en) te volgen.
13. Orde tijdens practica
1. De practicumleiding, dan wel de leiding van de onderzoeksgroep, zorgt ervoor dat ten
behoeve van de (practicum)proeven zo nodig assistenten worden aangewezen, die er op
toezien dat het practicum of onderzoek in goede orde verloopt.
2. De student is verplicht zich op verzoek van of namens de examencommissie te legitimeren
door middel van zijn collegekaart met pasfoto f zijn wettig legitimatiebewijs f zijn ACTA
toegangspas.
3. De student is verplicht de aanwijzingen van de practicumleiding, die voor of tijdens het
practicum worden gegeven, onverwijld op te volgen.
4. Een student die niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens het tweede of derde lid, kan
door of namens de examencommissie worden uitgesloten van verdere deelname aan het
desbetreffende practicum. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag wordt vastgesteld.
Voordat de examencommissie een besluit tot uitsluiting neemt, stelt zij de student in de
gelegenheid te worden gehoord.
14. Registratie van de uitslag
1. De uitslag van tentamens wordt geregistreerd door het onderwijsbureau van de faculteit.
2. De student kan kennisnemen van de beoordeling via VUnet door middel van een beveiligde
toegang.
3. De student kan beroep aantekenen tegen de wijze, waarop de beoordeling tot stand is
gekomen. Zie hiervoor het Studentenstatuut van de Vrije Universiteit of van de Universiteit
van Amsterdam (te vinden op de website van de VU en UvA).
15. Examen
1. Indien de tentamens van de tot de opleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg
zijn afgelegd, is het examen afgelegd.
2. In afwijking van lid 1 kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de kennis
en/of vaardigheden van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten
van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar
daartoe aanleiding geven, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen.
111
16. Judicium
1. Als een student uitmuntend of met (veel) genoegen heeft gepresteerd, kan een predicaat
cum laude worden toegekend. Het predicaat wordt op het getuigschrift vermeld.
2. Bachelor
a. Een bachelorstudent heeft uitmuntend (cum laude) gepresteerd als hij gemiddeld over alle
onderdelen van het examen een cijfer van ten minste 8 heeft behaald, geen cijfer lager
dan 7 heeft behaald en voor de Wetenschappelijke stage een cijfer van ten minste 8. De
student heeft alle tentamens in n keer behaald.
b. Bij de bepaling van cum laude worden de door de Examencommissie verleende
vrijstellingen niet meegewogen.
c. Er wordt geen cum laude toegekend als aan de student vrijstellingen zijn verleend ter
waarde van 60 EC of meer.
3. Master
a. Een masterstudent heeft uitmuntend (cum laude) gepresteerd als hij gemiddeld over alle
onderdelen van het examen een cijfer van ten minste 8, geen cijfer lager dan 7 heeft
behaald en voor de klinische en wetenschappelijk verdieping een cijfer van ten minste 8.
De student heeft alle tentamens in n keer behaald.
b. Bij de bepaling van cum laude worden de door de Examencommissie verleende
vrijstellingen niet meegewogen.
c. Er wordt geen cum laude toegekend als aan de student vrijstellingen zijn verleend ter
waarde van 20% van het totaal aantal studiepunten van de master.
17. Vrijstelling
1. Een verzoek om vrijstelling van het afleggen van een tentamen wordt uiterlijk zes weken voor
aanvang van het betreffende onderdeel ingediend bij de secretaris van de Examencommissie.
Het hiertoe bestemde aanvraagformulier voor vrijstelling is te vinden op het studieweb of op te
halen bij het onderwijsbureau. Zie voor de verdere procedure Bijlage A.
2. De Examencommissie kan na advies van de desbetreffende examinator te hebben
ingewonnen, vrijstelling verlenen van een tentamen of practicum op grond van een eerder,
maar niet langer dan 5 jaar geleden gerekend vanaf de datum van de eerste inschrijving voor
de opleiding, met goed gevolg afgelegd tentamen of practicum in het hoger onderwijs binnen
Nederland of daarbuiten, dat wat inhoud, niveau en studielast betreft overeenkomt met het
onderdeel waarvoor vrijstelling wordt verzocht.
3. Indien een student aan de eisen van bepaalde tentamens wenst te voldoen door studie aan
een andere faculteit of (Nederlandse of buitenlandse) universiteit, is vooraf goedkeuring van
de examencommissie vereist.
4. De Examencommissie neemt binnen twintig werkdagen na ontvangst van het verzoek (of
indien deze periode geheel of gedeeltelijk in de academische onderwijsvrije periode valt,
binnen twintig werkdagen na afloop van die periode) een gemotiveerde beslissing. De termijn
kan worden verlengd, indien de vereiste informatie niet tijdig is gekregen. De verzoeker wordt
van de opschorting op de hoogte gesteld.
5. De verzoeker wordt van het besluit schriftelijk in kennis gesteld.
18. Afwijkingen van de reguliere programmas
1. Een verzoek om af te wijken van het curriculum moet schriftelijk en met reden omkleed
ingediend worden bij de examencommissie. De examencommissie beslist binnen een maand
na ontvangst van het verzoek. Op het verzoek wordt in ieder geval negatief beslist, als er
geen vervangend onderdeel wordt gevolgd van tenminste hetzelfde niveau en omvang als het
te vervangen onderdeel.
2. Het verzoek om een onderdeel van de opleiding te volgen aan een andere universiteit in
binnen- of buitenland behoeft goedkeuring van de examencommissie vr aanvang van het
onderwijs aan die andere universiteit. Indien goedkeuring wordt verkregen, worden de
112
studieresultaten die worden behaald aan die andere universiteit in het persoonlijk
studieprogramma van de student ingepast.
3. Een student die is ingeschreven voor een opleiding aan de UvA/VU kan zelf uit
onderwijsonderdelen die door de UvA/VU worden verzorgd, een programma samenstellen,
waaraan een examen is verbonden. Een dergelijk programma behoeft toestemming van de
examencommissie die tevens aangeeft tot welke opleiding van de UvA/VU het programma
wordt geacht te behoren voor de toepassing van de wet.
19. Getuigschrift, cijferlijst en diplomasupplement
1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie
een getuigschrift uitgereikt, nadat het College van Bestuur heeft verklaard dat aan de
procedurele eisen voor afgifte is voldaan. Het getuigschrift wordt in ieder geval ondertekend
door de voorzitter van de examencommissie en de student.
2. Op het getuigschrift, dan wel op een bijgeleverde cijferlijst op het diplomasupplement worden
de tot het examen behorende onderdelen en de behaalde resultaten vermeld. Daarenboven
worden de niet tot het examen behorende onderdelen vermeld waarin, voordat de uitslag van
het examen is vastgesteld, op verzoek van de student is gexamineerd, mits die onderdelen
met goed gevolg zijn afgelegd.
3. Bij de uitreiking van het getuigschrift behoort de kandidaat persoonlijk aanwezig te zijn.
4. Uitreiking van het getuigschrift vindt doorgaans plaats in de maand volgend op de datum van
afstuderen.
5. Aan degene die zijn studie afbreekt, wordt op verzoek een verklaring uitgereikt waarin de
tentamens zijn vermeld die met goed gevolg zijn afgelegd alsmede de praktische oefeningen
die met goed gevolg zijn doorlopen. De verklaring wordt ondertekend door de voorzitter en
ambtelijk secretaris van de examencommissie.
20. Fraude bij examens en tentamens
a. Fraude
Onder fraude wordt verstaan elk handelen of nalaten van een student dat erop is gericht het
vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of
gedeeltelijk onmogelijk te maken.
b. Fraude tijdens schriftelijke tentamens en/of toetsen
1. Wanneer tijdens het afleggen van een schriftelijk tentamen fraude wordt geconstateerd of
vermoed, tekent de examinator dit in het bijzijn van de student terstond aan op het
antwoordblad. Na afloop van het tentamen maakt de examinator een schriftelijk verslag op
van de geconstateerde of vermoede fraude. Daarbij is de examinator of surveillant
bevoegd de bij de fraude gebruikte materialen of apparatuur als bewijsstuk in te nemen,
voor zover en zo lang als voor controle noodzakelijk is.
2. Onder fraude wordt in ieder geval verstaan:
a. tijdens het tentamen/toets in het bezit zijn van hulpmiddelen (voorgeprogrammeerde
rekenmachine, mobiele telefoon, boeken, syllabi, aantekeningen etc.), waarvan de
raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan;
b. tijdens het tentamen/toets afkijken of, binnen of buiten de tentamenruimte uitwisselen
van informatie;
c. zich tijdens het tentamen/toets uitgeven voor iemand anders;
d. zich tijdens het tentamen/toets door iemand anders laten vertegenwoordigen;
e. zich voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit
stellen van de opgaven van het desbetreffende tentamen;
f. fingeren en/of vervalsen van enqute- of interviewantwoorden of onderzoekgegevens.
113
114
6. Wordt een zeer ernstige vorm van fraude vastgesteld, dan kan de examencommissie aan het
College van Bestuur voorstellen de inschrijving van de student definitief te beindigen.
7. Door de examencommissie wordt geen vrijstelling verleend voor een tentamen dat,
gedurende de periode waarin de student is uitgesloten van het deelnemen aan tentamens,
aan een zusterfaculteit is afgelegd.
8. De student kan rechtstreeks beroep aantekenen tegen de beslissing van de
examencommissie bij het College van Beroep voor de Examens binnen zes weken na
bekendmaking van de beslissing.
9. In spoedeisende gevallen waarin deze Regels en Richtlijnen met betrekking tot fraude niet
voorzien, beslist de examencommissie, met inachtneming van de beginselen van een
behoorlijke procedure.
22. Jaarverslag
Voor 1 december stelt de examencommissie een verslag op van haar werkzaamheden
over het voorafgaande studiejaar. De examencommissie doet het jaarverslag toekomen aan
de decaan. Desgevraagd kan het jaarverslag of delen daarvan ter beschikking worden gesteld
aan belanghebbenden.
23. Maatstaven
De examencommissie c.q. examinator neemt bij beslissingen tot richtlijn de volgende
maatstaven, en weegt bij strijdigheid het belang van de ene maatstaf tegen de andere af:
1. het behoud van kwaliteits- en selectie-eisen van een examen of tentamen;
2. doelmatigheidseisen, onder meer tot uitdrukking komend in een streven om onnodig
tijdverlies voor studenten bij de voorbereiding van een examen of tentamen zoveel mogelijk te
voorkomen;
3. mildheid ten opzichte van studenten die door omstandigheden buiten hun schuld in de
voortgang van hun studie vertraging hebben ondervonden.
24. Wijzigingen van deze regels en richtlijnen
Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopend studiejaar,
tenzij de belangen van de studenten hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad.
25. Niet-voorziene gevallen / hardheidsclausule
Indien bij deze Regels en Richtlijnen in enige situatie niet wordt voorzien of in gevallen waar de
bepalingen van deze regeling onredelijk en onbillijk uitwerken voor de student , beslist
deExamencommissie.
26. Inwerkingtreding
Deze Regels en Richtlijnen treden in werking op 1 september 2014.
Aldus vastgesteld door de Examencommissie op 8 juli 2014.
Bijlage A
Procedure aanvraag vrijstelling ACTA
Bijlage B
Regels en Richtlijnen preklinische toetsen
Bijlage C
Regels en Richtlijnen toetsen Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek en Lijn academische
groepspraktijk
115
Bijlagen
Bijlage A
116
Bijlage B
1.
Algemeen
1. De toetsen waarop deze regels en richtlijnen van toepassing zijn, zijn de toetsen uit de lijnen
Tandheelkundige Vaardigheden I, II A, IIB, III en Tandheelkundige Preventie.
2. Voor de organisatie van de toetsen (data, specifieke aanwijzingen en regels etc.) wordt
verwezen naar de studiehandleidingen van de betreffende lijnen op Blackboard.
3. Een toetsgelegenheid waar een student zich voor heeft ingeschreven wordt als gebruikt
beschouwd, ook al is hij niet in staat geweest deel te nemen.
4. Eventuele wijzigingen in data van toetsgelegenheden worden minimaal n week voor de
toets kenbaar gemaakt. Ook de examencommissie wordt hiervan op de hoogte gesteld.
2.
3.
117
Toetsbeoordeling en feedback
1. Het toetswerkstuk wordt door twee docenten onafhankelijk van elkaar beoordeeld. Het
eindoordeel wordt gegeven op basis van consensus.
2. Zodra alle werkstukken beoordeeld zijn, wordt de uitslag op n van de prikborden of via
Blackboard bekend gemaakt.
3. De student krijgt na de toets, op een door de practicumleiding vastgesteld moment, inzage in
en feedback op het beoordeelde werk.
5.
Slotbepaling
Indien bij deze regels en richtlijnen in enige situatie niet wordt voorzien, beslist de
examencommissie.
118
Bijlage C
1.
Algemeen
De hieronder vermelde regels en richtlijnen zijn van toepassing op de toetsen en de
bijbehorende reflectieverslagen uit de lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek en de Lijn
academische groepspraktijk.
2.
Aantal gelegenheden
Er zijn twee toetsgelegenheden per academisch jaar.
3.
4.
Uitslag en feedback
De definitieve uitslag van de toets wordt pas bekend gemaakt als zowel de toets als het
reflectieverslag beoordeeld zijn. Een voorlopige uitslag wordt na overleg met de toetsdocenten
gegeven. De definitieve uitslag wordt uiterlijk 5 werkdagen na het inleveren van het
reflectieverslag bekend gemaakt. Daarna vindt binnen 10 werkdagen feedback op de toets en
het reflectieverslag plaats.
5.
Gedetailleerde informatie
is te vinden op de BlackBoardcursus van de betreffende lijn.
*****
119