OGP3

Format voor toelichting lesontwerp

Domein: Taal Rekenen/ wiskunde OJW BVO*
*omcirkel wat van toepassing is

Voor een meer uitgebreide beschrijving van de standaarden en criteria, zie bladzijde 2 van de OGP3opdracht. Of via https://www.fontys.nl/pabo/denbosch/competentieprofiel/Propedeusefase/index.html
Sta bewust stil bij jouw doelen voor de groep, zoals geformuleerd in de overdenking van de groep
Sta in je antwoorden aan terugkoppeling naar zowel (vakspecifieke) theorie als praktijk

A1. Bespreken van en

omgaan met regels
2.1 fysiek en sociaalemotioneel veilige
leeromgeving

B1. Leerdoelen stellen

3.4 passend leerinhouden
vanuit leerlijnen
3.11 Leerprocessen
observeren en registreren

Welke keuze(s) heb je in dit

opzicht gemaakt?

Waarom heb je deze keuze(s)

gemaakt?

Ik zorg tijdens deze les dat de

leeromgeving veilig is door te
zeggen dat geen een werk stom of
lelijk is. Als een leerling zich hier
niet aan houdt moet hij of zij de
consequenties overzien, maar
aangezien ik een rustige en brave
klas heb, verwacht ik niet dat
leerlingen elkaars werk uitlachen
of belachelijk maken.

Ik wil dat leerlingen zich fijn

voelen in de klas en ook tijdens
deze les, want leerlingen
moeten de kans krijgen om hun
creativiteit te ontplooien. Waar
ligt mijn creativiteit? Als
leerlingen elkaar niet in hun
waarde laten en elkaar
uitlachen, dan durven ze zich
misschien niet meer op dat vlak
te ontwikkelen en hun
creativiteit te omarmen. Dit
moet naar mijn mening wel
kunnen.
Ik heb gekozen voor deze
doelen omdat de leerlingen een
doodle tekening gaan maken
(een blad vol kleine
tekeningetjes). Hierbij is
creativiteit sowieso van belang,
maar de vormen zie je terug in
de tekening en de leerlingen
behoren deze benamingen dan
ook wel weten Wat maak je
nou eigenlijk?, Wat voor soort
vormen zijn dat? en dat geldt
ook voor dikte, dat zorgt voor
diepte. Hoe zorg je voor
diepte?
Ik wilde product- en
procesdoelen omdat ik denk dat
je op deze manier het meeste
uit een les kan halen. Ze
ontwikkelen iets, maar ze leren
ook iets. Dit is de kern van het
onderwijs.

Ik heb voor deze les de volgende

leerdoelen vastgesteld:
- De leerlingen weten wat
voor vormsoorten je hebt
(geometrische en
organische). Dit kan ik
toetsen door te checken of
ze dit gebruiken in hun
doodle tekening welke
vorm heb je hier gebruikt?
productdoel
- De leerlingen kunnen
lijnen en diepte aangeven
d.m.v. dikte)
productdoel
- De leerlingen leren hun
creativiteit te gebruiken
procesdoel

B3. Leeractiviteiten
begeleiden
2.6 Samenwerking,
zelfredzaamheid

A3. Leiding geven aan het

groepsproces
1.1 zicht op groepjes
leerlingen

Tijdens deze les wordt er niet echt

gebruik gemaakt van werkvormen.
De les begint klassikaal. Wat is
doodle art?. Verder gaan de
leerlingen gewoon individueel aan
de slag en mogen ze elkaar tips
en tops geven. Dit is dan weer wel
een vorm van samenwerking. Dit
stel ik niet verplicht. Dit mogen ze
zelf bepalen. Ze kunnen van
elkaar leren op deze manier, maar
ze kunnen ook van elkaar ideen
opdoen.
Ik loop tijdens de les rond om de
leerlingen tips en tops te geven.
Ook stel ik gedurende de les
vragen over de inhoud van mijn
lesdoelen.

1.3 effectieve
leerkrachtcommunicatie

A4. Interactie aangaan met

de groep
3.13 feedback aan leerlingen

B2 Leeractiviteiten
ontwerpen
3.6 werkvormen en
groeperingsvormen

Ik geef de leerlingen tijdens de les

feedback zoals ik heb verteld over
competente A3, maar dit doe ik
ook na de les. Ik neem een aantal
tekeningen en laat de leerlingen
zien wat ik mooie voorbeelden
vind. Ik geef de leerlingen tips en
tops. Dit kunnen ze meenemen in
hun eigen werk.
Ik maak tijdens deze les niet echt
gebruik van
samenwerkingsvormen. Ik begin
de les met een klassikale uitleg en
brainstormsessie. Ik geef ze wat

Ik heb niet gekozen voor een

samenwerkingsvorm
gedurende de les, omdat ik
denk dat een tekenles
individueel moet zijn. De
leerlingen moeten zelfstandig
hun creativiteit ontdekken. Wat
vinden ze leuk? Wat kunnen ze
goed? Wat vinden ze mooi?
Daarnaast wil ik, als alle
tekeningen af zijn, ze allemaal
naast elkaar op de muur
hangen zodat je een hele grote
doodle-tekening krijgt.
Ik geef de leerlingen tops
omdat dit ze een goed en
zelfverzekerd gevoel kan
geven. Hierdoor versterkt
misschien ook de band tussen
mij en de leerling. Verder zullen
ze misschien meer open staan
voor het ontdekken van hun
creativiteit. Ik geef ze tips
omdat ze zo hun eigen werk
kunnen verbeteren. Door de
leerlingen vragen te stellen over
de inhoud van de lesdoelen,
weet ik of de lesdoelen zijn
behaald en of ze weten waar de
leerlingen eigenlijk mee bezig
zijn. Welke vormen gebruik je
nou eigenlijk? En hoe kan je
nou diepte in deze tekening
laten zien?
Ik geef de leerlingen tips en
tops omdat de leerlingen dan
misschien meer durven te
vertrouwen op hun creativiteit,
maar ook dingen anders durven
te doen, of andere dingen
durven uit te proberen of te
veranderen.
Ik kies er niet voor om
samenwerkingsvormen te
gebruiken, omdat ik vind dat
leerlingen zelfstandig aan de
slag moeten met hun eigen

4.5 leeromgeving inrichten

voorbeelden en tips. Daarna gaan

de leerlingen zelfstandig in hun
groepjes (zitplekken) aan de gang.
De leerlingen mogen elkaar
gedurende de les wel helpen of
complimenten geven. Deze manier
van tekenen staat niet in
methodeboeken en is ook niet als
tip meegegeven in de les. Ik heb
deze les zelf bedacht doordat ik op
Facebook, Instagram en Pinterest
veel leuke voorbeelden van doodle
art tegenkwam. Ik heb opgezocht
wat het is en waar deze manier
van tekenen vanaf stamt. Hierover
vond ik informatie op Wikipedia. Ik
ga tijdens de les ook vertellen
waar doodle art vanaf stamt.
https://en.wikipedia.org/wiki/Doodl
e

tekening om hun creativiteit te

ontdekken. Ik gebruik een
klassikale uitleg omdat dit
gemakkelijk is. De leerlingen
zien het bord allemaal en
kunnen vragen stellen waar
misschien alle kinderen wel iets
aan hebben. Verder kunnen alle
kinderen op deze manier
makkelijk de uitleg horen en
hou ik alle kinderen erbij. De
nabespreking is ook klassikaal
om dezelfde reden. Ze luisteren
naar elkaar en naar mij en het
is overzichtelijk voor de
leerlingen.