Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Factsheet
Bijzondere situaties
bij identificatie van een patiënt
Pas als de juiste persoon aan het juiste nummer is gekoppeld, kan er sprake zijn
van betrouwbare gegevensuitwisseling met behulp van het burgerservicenummer
(BSN). Als door omstandigheden de identiteit van de patiënt niet kan worden
vastgesteld, mag het BSN van deze patiënt niet worden gebruikt in de
gegevensuitwisseling en dus ook niet in het declaratieverkeer. Gebeurt dat wel
dan bestaat de kans dat er foute BSN’s in omloop raken en dat er gegevens van
de verkeerde persoon worden uitgewisseld. En als er (tijdelijk) geen BSN
beschikbaar is, moeten de medische gegevens aan de hand van identificerende
persoonsgegevens (geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum, postcode en
huisnummer van het woonadres) worden vastgelegd in de zorgadministratie.
Er wordt niet van deze (hoofd)regel afgeweken als een patiënt geen geldig
wettelijk identiteitsdocument kan of wil tonen vanwege één van de genoemde
redenen. Totdat de patiënt aan de wettelijke verplichting tot legitimatie heeft
voldaan, mogen geen gegevens worden vastgelegd en uitgewisseld met behulp
van het BSN.
Factsheet
Bijzondere situaties bij identificatie van een patiënt
U mag het BSN van de patiënt ook niet gebruiken voor berichten naar andere
zorgaanbieders.
U mag het BSN van de patiënt niet gebruiken voor declaraties aan de
zorgverzekeraar. Uitzonderingen:
• Voor de driemaandelijkse abonnementsdeclaraties van alle patiënten van
huisartsen mag de huisarts volstaan met het gebruiken van een BSN bij de
declaratie. Het is niet verplicht om alle patiënten eerst te identificeren
alvorens deze financiële afhandeling gedaan kan worden. Er is in dit geval
geen zorg in het spel, dus geen sprake van het leveren en uitwisselen van
zorginformatie, alleen van een declaratie. Daarom kan volstaan worden met
een BSN.
• Als een zorgaanbieder nog declaraties heeft van voor de inwerkingtreding van
de Wbsn-z en via initiële vulling al wel beschikt over BSN’s, mag hij in die
situatie wel declareren op basis van het BSN.
Telefonische en e-mailconsulten
Het is bij deze vormen van zorgverlening fysiek onmogelijk een wettelijk identiteits
document te tonen.
Het gaat hier om een normale procedure in het zorgproces, waarbij de
zorgaanbieder vanuit zijn professionele verantwoordelijkheid de afweging maakt of
de gevraagde zorg verleend kan worden zonder de fysieke aanwezigheid van de
patiënt en dus zonder dat de meest betrouwbare methode van identificatie van
een patiënt (met behulp van het wettelijk identiteitsdocument) heeft kunnen
plaatsvinden.
Gaat het om een nieuwe patiënt, een patiënt waarmee de zorgaanbieder nog
geen behandelrelatie heeft, dan kan de identiteit niet worden vastgesteld aan de
hand van een wettelijk identiteitsdocument. Toch zal de zorgaanbieder zich in deze
gevallen, in verband met het verlenen van zorg, zeker willen stellen van de
identiteit van de patiënt. Daarom kan de zorgaanbieder vragen naar bepaalde
persoonsidentificerende gegevens (voornamen, geslachtsnaam, geboortedatum,
postcode van het woonadres en huisnummer van het woonadres).
Omdat de identiteitscontrole niet aan de hand van een wettelijk
identiteitsdocument heeft kunnen plaatsvinden zal gegevensuitwisseling dan niet
op basis van het BSN plaatsvinden, maar op basis van identificerende
persoonsgegevens.
Factsheet
Bijzondere situaties bij identificatie van een patiënt
In deze gevallen is het voor de zorgaanbieder niet mogelijk het BSN op te vragen.
De zorgaanbieder legt voor deze patiënten (tijdelijk) bepaalde identificerende
persoonsgegevens vast (voornamen, geslachtsnaam, geboortedatum, postcode
van het woonadres en huisnummer van het woonadres). Zodra er alsnog een BSN
aan de patiënt is toegewezen, moet de zorgaanbieder dit nummer toevoegen aan
de patiëntgegevens. Als ook de identiteit van de patiënt is vastgesteld, is het
vanaf dat moment mogelijk de gegevens van de patiënt met behulp van het BSN
uit te wisselen.