Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Productdoel: De leerlingen
kunnen aan het einde van de
les aan mij vertellen waarom
het voorwerp dat ze mee
hebben gebracht bij hun
identiteit hoort.
Ik heb de kinderen voor deze
les thuis allemaal iets mee
laten nemen waarvan ze
denken dat het bij hun
identiteit hoort.
Procesdoel: De leerlingen
kunnen de coperatieve
werkvorm binnenkringbuitenkring toepassen als
deze genoemd wordt.
Dit is de coperatieve
werkvorm die ik tijdens deze
les heb toegepast.
B3. Leeractiviteiten
begeleiden
2.6 Samenwerking,
zelfredzaamheid
Bij de binnenkring-buitenkring
splits ik de kinderen eerst in
twee groepen. Daarna zet ik
de twee groepen tegenover
elkaar in de kring. Als er dan
mensen overblijven bij n van
de kringen heb ik ervoor
gezorgd dat iedereen
tegenover iemand anders
komt te staan (de klas is een
even aantal dus dat is erg fijn).
B2 Leeractiviteiten
ontwerpen
3.6 werkvormen en
groeperingsvormen
4.5 leeromgeving inrichten
belangrijk vind.
Dit doe ik zo omdat ik aan de
reactie van de kinderen kan merken
of ze mijn les hebben begrepen en
of ze er iets aan hebben gehad. Ik
laat de kinderen op het einde ook
(als ze zelf willen) iets over hun
voorwerp vertellen en daarna gelijk
uitleggen waarom dit nu bij hun
identiteit hoort.
Dit doe ik zo omdat ik dan kan
kijken of de kinderen hebben
onthouden hoe deze werkvorm ging
en hoe ze dit moesten gebruiken.
Dit doe ik zo omdat ik graag mijn
lessen zo wil verbeteren zodat de
kinderen het fijn vinden. Vaak
vinden de kinderen het lastig om
tips te geven maar soms krijg ik ook
hele fijne tips zoals over het maken
van andere tweetallen.
Als de kinderen iets moeten doen
voor de klas (bijvoorbeeld een
spreekbeurt of een
boekbespreking) is het ook de
afspraak dat er tips en tops worden
gegeven. Door dit zelf ook toe te
passen speel ik ook in op de
belevingswereld van de kinderen.
Werkvormen en
groeperingsvormen staan bij
B.3 vermeld.
Ik ben begonnen met een
PowerPoint met vragen over
mezelf als een klein quizje.
Daarbij had ik ook antwoord
blaadjes gemaakt met een A,
B, C, groen en rood.
Tijdens de kern hebben de
kinderen hun eigen
voorwerpen bij om het visueel
te maken.