Vous êtes sur la page 1sur 10

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Jainey den Exter Blokand
Mentor
Maartje van Hofwegen
Klas
15C
Datum
13-4-16
Stageschool t Slingertouw
Groep
8
Plaats
Eindhoven
Aantal lln 29
Vak- vormingsgebied: Taal
Speelwerkthema / onderwerp: Spelling
Persoonlijk leerdoel:
- Ik wil duidelijk mijn grenzen aan kunnen geven bij de kinderen. Dit doel wil ik bereiken door voordat ik mijn les begin een aantal regels op het bord te schrijven
en deze te bespreken met de klas.
Lesdoel(en):
Evaluatie van lesdoelen:
Kerndoel 11
De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen
in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat
gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen:
regels voor het spellen van werkwoorden;
regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden;
regels voor het gebruik van leestekens.
-

De kinderen kunnen aan het einde van de les spellingsregels


toepassen op een woord door een fout woord te verbeteren.
De kinderen kunnen aan het einde van de les de persoonsvorm,
een voltooid deelwoord en een bijvoeglijk gebruikt voltooid
deelwoord in een zin aanwijzen.

De kinderen krijgen op het digi-bord telkens vier zinnen te zien. In elke zin is een
dikgedrukt woord fout geschreven. De kinderen moeten de zin vinden met het fout
geschreven woord erin.
Via Prowise kunnen de tegelijkertijd de antwoorden opsturen vanaf hun tablets. Ik kan
hiermee precies zien welke kinderen het wel of juist niet begrijpen. Als een kind een fout
heeft gemaakt leg ik die zin klassikaal uit en dit kind mag de volgende vraag vervolgens
proberen uit te leggen.

Beginsituatie:
De groep:
De groep waarvoor deze les is bestaat uit 29 leerlingen. Hiervan zijn er 2 autistisch en heeft een leerling PDGNOS. Deze leerlingen zijn hun aandacht snel kwijt en
zullen dus wat meer aandacht van mij vragen. Twee weken geleden heeft de groep voor mij een klimaatschaal ingevuld waaruit ik voor een deel kan zien welke kinderen
op hun gemak zijn in de klas en welke kinderen zich minder goed voelen in de klas. Het leek mij dan ook een goed idee kinderen die zich op hun gemak voelen te mixen
met kinderen die zich minder op hun gemak voelen in de klas. Dit zorgt waarschijnlijk voor wat gevarieerde groepjes en zo leren de kinderen met verschillende kinderen
samen te werken.
Actuele beginsituatie/voorkennis:
De kinderen hebben voor deze les een les rekenen gehad op de iPad. Bij deze reken les werken de kinderen rustig en zelfstandig. Ze zullen waarschijnlijk vrij rustig zijn
wanneer ik mijn les wil beginnen, want deze groep kan goed in stilte zelfstandig werken en deze rust vasthouden.
De kinderen hebben met de taal les van juf Maartje al uitleg gekregen over de persoonsvorm, bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord en het voltooid deelwoord.
Werkvormen:
De kinderen hebben vaker gewerkt met Prowise en weten dus hoe ze kunnen antwoorden via de tablets.
Lesverloop
Tijd

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar
Ik vertel wat ik verwacht van de kinderen deze
les en welke regels er gelden. Deze regels
schrijf ik op het bord. Als iemand zich niet aan
de regels houd volgt er strafwerk.
Ik leg uit wat we deze les gaan doen door te
beginnen met een voorbeeld vraag en de
lesdoelen met de kinderen te bespreken.
Ik zet n voor n de vragen op het digi=bord
en de kinderen beantwoorden deze tegelijkertijd
via Prowise.
Als ik zie dat er veel fouten worden gemaakt
bespreek ik dit klassikaal door.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De kinderen voegen eventueel nog regels of afspraken toe.

De kinderen beantwoorden de voorbeeldvraag en stellen


eventueel nog vragen over de opdracht.
Een kind dat de vraag goed heeft wanneer veel kinderen de
vraag fout hebben, mag proberen de rest uit te leggen wat
hij/zij heeft gedaan. Zo leren de kinderen van elkaar.

Nadat we alle vragen hebben beantwoord en


De kinderen vertellen wat ze van de les vonden en gaan na
besproken gaan we de les klassikaal evalueren. of de lesdoelen zijn bereikt.
Zijn de lesdoelen bereikt? Wat vonden jullie van
deze manier van lesgeven?

Materialen / Organisatie
Het bord

Digi-bord + de vragen (zie


bijlage 1)

Persoonlijke reflectie

Feedback mentor (inclusief handtekening)


Datum:

Bijlage 1

1. In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?


A. De auteur dichtte tot aan zijn dood.
B. Het lang verwachtte bezoek gaat vandaag plaatsvinden.
C. De getrainde honden worden vandaag ingezet.
D. Ze bloosde en keek naar de grond.
2. In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A. Ik bekijk het opgehangen spandoek.
B. Jan kan die kans wel schudden.
C. Wie heeft er op de stopknop gedrukt?
D. Ik betaste het voorwerp in het donker.
3. In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A. Irene pakte het muntstuk op.
B. Ik ben dol op fel gekleurde kralen.
C. Hoe haal je het in je hoofd?
D. De kauwgom kleefte aan de onderkant van de tafel.
4. In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A. Verslindt je slang de muis?
B. Buurvrouw Bets gristte de tijdschriften voor mijn neus weg.
C. Linda is veilig geland op het vliegveld.
D. Wie verwachtte dat?
5. In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A. Meld je allemaal even bij de receptie.
B. Die stinkenden schoenen zet je maar buiten!
C. Ik geniet van de ondergaande zon.
D. We peddelden zo hard als we konden.
6. In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A. Ik gebaarde dat ze mocht komen.

B. Vorig jaar fietste je nog op je kleine fiets.


C. In die tijd geloofde de meeste mensen in God.
D. Thuis heb ik een paar wandelende takken.
7. In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A. De aangeschafte artikelen mogen worden geruild.
B. Hij boor een diep gat in de muur.
C. Ze verloor al haar wedstrijden.
D. Word wakker, Randy!
8. In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A. Niet geschoten is altijd mis.
B. Ik bonk een uur geleden al op de deur.
C. Het stonk daar gisteren al.
D. De muziek klonk prachtig in de grote kerk.
9. In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A. Margo liet het brood nog wat langer reizen.
B. Ik lachte om wat hij zei.
C. De gestrandde reizigers werden door de reisleider toegesproken.
D. We praten vandaag over de gesplitste groep kinderen.
10. In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A. Heb je al ontbeten?
B. Ik wachtte, maar er kwam niemand.
C. De ingestorte schuurtjes waren gelukkig verzekerd.
D. We kochtten een groter huis.

(Een deel van de zinnen komt uit een Cito)

http://leestrainer.nl/cito/werkwoordencito/controletoets.htm

OGP3
Format voor toelichting lesontwerp
Domein: Taal (spelling) Rekenen/ wiskunde OJW BVO*
*omcirkel wat van toepassing is

Voor een meer uitgebreide beschrijving van de standaarden en criteria, zie bladzijde 2 van de OGP3-opdracht. Of via
https://www.fontys.nl/pabo/denbosch/competentieprofiel/Propedeusefase/index.html

Sta bewust stil bij jouw doelen voor de groep, zoals geformuleerd in de overdenking van de groep
Sta in je antwoorden aan terugkoppeling naar zowel (vakspecifieke) theorie als praktijk
Welke keuze(s) heb je in dit
opzicht gemaakt?

Waarom heb je deze keuze(s)


gemaakt?

Kerndoel 11 leerlijn 11
De leerlingen leren een aantal
taalkundige principes en regels. Zij
kunnen in een zin het onderwerp,
het werkwoordelijk gezegde en
delen van dat gezegde
onderscheiden. De leerlingen
kennen:
regels voor het spellen van
werkwoorden;
regels voor het spellen van
andere woorden dan
werkwoorden;
regels voor het gebruik van
leestekens.

Ik heb voor kerndoel 11


gekozen, omdat dit kerndoel
aansluit op waarmee de
kinderen op dit moment aan het
oefenen zijn. De kinderen zijn
namelijk aan het oefenen voor
de Cito eindtoets waarin
werkwoordspelling op deze
manier voor komt.
Ik wil ook dat de kinderen weten
waarom een woord fout is
geschreven en hoe ze die fout
kunnen verbeteren, want door
de regels te kennen kunnen ze
op die manier woorden
uitsluiten op de Cito.

B1. Leerdoelen stellen


3.4 passend leerinhouden
vanuit leerlijnen
3.11 Leerprocessen
observeren en registreren

De kinderen kunnen aan

het einde van de les


spellingsregels toepassen
op een woord door een
fout woord te verbeteren.
De kinderen kunnen aan
het einde van de les de
persoonsvorm, een
voltooid deelwoord en een
bijvoeglijk gebruikt
voltooid deelwoord in een
zin aanwijzen.

B3. Leeractiviteiten
begeleiden
2.6 Samenwerking,
zelfredzaamheid

Ik heb er deze les voor gekozen


de kinderen zelfstandig de vragen
te laten beantwoorden en pas na
het beantwoorden de vraag
klassikaal te bespreken. De
kinderen moesten dus eerst
zelfnadenken.

A3. Leiding geven aan het


groepsproces

Tijdens het nadenken over het


juiste antwoord liep ik rond door
de klas. Ik beantwoord geen

Ik heb voor het zelfstandig


werken gekozen, zodat de
kinderen zelf moesten
nadenken. Als de kinderen dit in
groepjes mochten doen, was er
een grote kans dat een kind uit
de groep telkens het goede
antwoord gaf. Op deze manier
kan de hele klas ook jou
antwoord zien op het digi-bord
waardoor de kinderen
gemotiveerd worden na te
denken.
Ik vind het belangrijk dat de
kinderen uiteindelijk ook
snappen waarom een bepaald
antwoord goed of fout is en
daarom wil ik dit bespreken.
Door een ander kind het juiste
antwoord uit te laten leggen
leren de kinderen naar elkaar te
luisteren.
Ik kies ervoor geen vragen te
beantwoorden tijdens het
invullen van de antwoorden,

1.1 zicht op groepjes


leerlingen
1.3 effectieve
leerkrachtcommunicatie

vragen, dit doe ik nadat iedereen


iets heeft ingevuld. De kinderen
krijgen per vraag ongeveer een
minuut. Als ik een kind hoor praten
tijdens het invullen van de
antwoorden kom ik terug op de
regels die wij aan het begin van de
les hebben opgeschreven.

A4. Interactie aangaan met


de groep

Aan het einde van de les wil ik de


les evalueren met de kinderen.
Hebben we de lesdoelen bereikt?
Was vonden jullie van de manier
van werken deze les? Hoe hebben
jullie gewerkt? Was alles duidelijk?

3.13 feedback aan leerlingen

door de kinderen, omdat ze we


de vragen toch klassikaal gaan
bespreken nadat iedereen iets
heeft ingevuld.
Ik vind het fijn om terug te
kunnen komen op de regels op
het bord, zodat ik weet
tenminste duidelijk ben
geweest.
Uit een onderzoek van Butler en
Nisan (1986) komt naar voren
dat het geven van
gendividualiseerde, specifieke
uitleg over de prestatie op een
taak de intrinsieke motivatie
verhoogt. (Evalueren: een
leerkans voor leraren en
leerlingen, 2000)
Het evalueren zorgt dus voor
meer intrinsieke motivatie, maar
het zorgt er ook voor dat ik weet
of deze manier van werken voor
de kinderen fijn is of niet.

B2 Leeractiviteiten
ontwerpen
3.6 werkvormen en
groeperingsvormen
4.5 leeromgeving inrichten

Bron:

De kinderen werken deze les


zelfstandig en op hun eigen plek.
Nadat iedereen een antwoord
heeft opgestuurd bespreken we
wat het juiste antwoord zou
moeten zijn en waarom de andere
antwoorden onjuist zijn.

Ik wil dat de kinderen op hun


eigen plek blijven werken,
omdat ze gewend zijn hier te
werken. Doordat de kinderen
gewend zijn daar te werken, zal
het niet zorgen voor onrust.

Struyf, E. (2000) Evalueren: een leerkans voor leraren en leerlingen


Leuven: Acco

Vous aimerez peut-être aussi