OGP3

Format voor sterkte-zwakte-analyse bij lesontwerp LEVENSBESCHOUWING

Domein: Taal Rekenen/ wiskunde OJW BVO*
*omcirkel wat van toepassing is

Voor een meer uitgebreide beschrijving van de standaarden en criteria, zie

bladzijde 2 van de OGP3-opdracht. Of via
https://www.fontys.nl/pabo/denbosch/competentieprofiel/Propedeusefase/index.html

Sta bewust stil bij jouw doelen voor de groep, zoals geformuleerd in de
overdenking van de groep
Denk in je antwoorden aan de terugkoppeling naar zowel (vakspecifieke) theorie
als praktijk

B1. Leerdoelen stellen

De student kiest in zijn
lesontwerp voor passende
leerdoelen (proces- en
product) die aansluiten bij
leerlijnen en het bestaande
onderwijsprogramma van de
stagegroep.

Wat ging goed?

Wat mag beter?

Ik had verschillende doelen

opgesteld:
Productdoel:
- De kinderen leren wat Witte
Donderdag inhoud en wat
we dan vieren. Ze leren dit
koppelen aan hun eigen
ervaringen (verraad).

Doordat ik na een tijdje

doorhad dat de kinderen
niet meer te vertellen
hadden over het onderwerp
verraad, ben ik
overgeschakeld naar het
onderwerp pesten. Een van
de kinderen vertelde dat hij
zich verraadde voelden
toen hij gepest werd. Geen
van zijn vrienden kwam
voor hem op.

Procesdoel:
- Kerndoel 34: De leerlingen
leren zorg te dragen voor de
lichamelijke en psychische
gezondheid van henzelf en
anderen.
De kinderen zijn in staat
om hun gevoelens over
verraad te uiten. Ze vertellen
elkaar over hun ervaringen
en stellen elkaar vragen.
Al bovenstaande doelen heb zijn
behaald in deze les. De kinderen
konden op het einde van de les hun
gevoelens over verraad aan elkaar
uitleggen en vertellen hoe ze zich
hierbij voelden.
B3. Leeractiviteiten
begeleiden

In deze les zit de coperatieve

werkvorm kring. Hierdoor kunnen de

Toen dit onderwerp naar

voren kwam, ben ik hier in
het gesprek op doorgegaan.
Hier zijn mooie verhalen
uitgekomen, maar ik week
af van de eigenlijke
opdracht. De volgende keer
ga ik, nadat ik zeker weet
dat ik alle verhalen over
verraad gehoord heb pas in
op het onderwerp pesten.

De student toont aan dat hij in

staat is om in de lesuitvoering
coperatieve werkvormen te
hanteren. De student toont
aan dat hij leerlingen hulp
biedt bij het leerproces,
rekening houdend met de
kenmerken van de groep. Hij
bevordert de samenwerking
tussen leerlingen en de
redzaamheid van individuele
leerlingen.

A3. Leiding geven aan het

groepsproces
De student toont dat hij
samenwerking leren tijdens de
onderwijsactiviteiten bevordert
en laat expliciet zien dat hij
kinderen aanspreekt op
gedrag, hen positief stimuleert
en zicht houdt op alle
groepjes leerlingen.

kinderen elkaar en mij goed zien.

Ook krijg je zo een hechtere groep;
de kinderen durven in deze setting
meer persoonlijke verhalen te
vertellen.
Ik heb er bij deze les voor gezorgd
dat alle kinderen goed naar elkaar
zouden luisteren. Dit werd goed
gedaan, omdat sommige verhalen
van de kinderen nogal persoonlijk
waren. Alle kinderen wilden graag
weten welke ervaringen de ander
had meegemaakt. Vooral toen het
ging over het pesten van een van de
jongens uit de klas, werd het stil en
kwamen er vragen. Dit was precies
waar ik op gehoopt had. Ik werd
helemaal gelukkig toen n van de
kinderen zei dat er in deze klas niet
gepest werd. Iedereen kon dat
beamen. Ik weet niet of dit een
betrouwbare conclusie is, want
kinderen die gepest worden zullen
geen vinger opsteken. De jongen die
dit zei was de jongen waarin bij het
sociogram uitkwam dat hij buiten de
groep stond. Ik weet nu dus wel dat
deze jongen geen last heeft van het
feit dat hij buiten de groep staat en
hij wordt niet gepest.
Ik heb deze les weinig tot geen
kinderen aan moeten spreken op hun
gedrag. Doordat het over een
persoonlijk onderwerp ging dat nogal
gevoelig kan zijn, waren alle
kinderen erg betrokken. Wanneer er
wel iets tegen elkaar gezegd werd,
keek ik het desbetreffende kind even
aan. Het stoorde de les dus niet,
maar ik zorgde er wel voor dat het
duidelijk was wat ik wilde.
Nadat ik klaar was met mijn les had
ik nog wat tijd over. Ik had met de
kinderen afgesproken dat we nog
een stukje van De Passion konden
kijken als daar nog tijd voor was. Dit

hebben we dan ook gedaan.

Ik heb de kinderen vragen laten
stellen over de verhalen waar hun
klasgenoten over vertelden. Hierdoor
krijg je meer diepgang in het
gesprek; kinderen leren elkaar
vragen te stellen en interesse te
tonen in elkaar. Ze leren op deze
manier elkaar ook op een andere
manier kennen omdat dit de wat
meer diepgaande gesprekken zijn.
Doordat ik in de kring zat, kon ik zien
of de kinderen goede meededen.

A4. Interactie aangaan met

de groep
De student toont aan dat hij
vanuit een onderzoekende
houding gesprekken voert met
de leerlingen door actief te
luisteren. De student
evalueert de
onderwijsactiviteiten met
kinderen en hij geeft feedback
aan leerlingen op het
samenwerkingsproces en/of
op de gestelde doelen.

Ik heb de kinderen zelf het klaslokaal

laten verbouwen; op deze manier
werken ze samen om uiteindelijk een
kring te vormen. Hierin kon ik zien
wie meteen de leiding op zich
namen. Het verbaasde me dat er
geen gesteggel kwam over hoe alles
moest staan. Een van de meiden
nam de leiding op zich; ze vertelde
iedereen waar alles moest staan en
toen dat stond vertelde ze haar
klasgenoten dat ze stil moesten zijn
en op moesten schuiven als er nog
kinderen tussen moesten. Ze waren
binnen de tijd klaar en hadden de
opdracht op een goede manier
uitgevoerd.
In deze les werd er ontzettend veel
gebruik gemaakt van interactie;
zowel tussen de leerlingen onderling
als tussen mij en de leerlingen. Dit
kwam vooral door de coperatieve
werkvorm kring. De kinderen
moesten vragen aan elkaar stellen
om meer te weten te komen over de
anderen. Ik vroeg ook door als de
kinderen niet echt een vraag konden
bedenken. Ik luisterde naar de
kinderen en naar wat ze te vertellen
hadden en liet de klas en eventueel
mezelf hierop reageren.
Door in de afsluiting kort een

Ik heb niet in mijn

lesvoorbereiding gezet dat
ik met de kinderen zou
reflecteren op het doel dat
zegt dat de kinderen weten
wat Witte Donderdag is. Dit
heb ik in de praktijk wel
gedaan. Dit moet ik dus de
volgende keer absoluut in
mijn lesvoorbereiding
zetten!

B2 Leeractiviteiten
ontwerpen
De student toont in het
ontwerp aan dat hij
coperatieve werkvormen
hanteert.
De student maakt zichtbaar
dat hij voor aanvang van de
lesactiviteiten benodigde
materialen en leermiddelen
klaar zet.

conclusie te trekken over het gesprek

en de kinderen hier hun mening over
te laten geven, weet ik of de kinderen
het eens zijn met hetgeen wat ik
gezegd heb.
Ik observeer verder tijdens het
gesprek of we het lesdoel
daadwerkelijk gehaald hebben;
stellen de kinderen elkaar vragen en
hebben alle kinderen iets over hun
ervaringen met verraad verteld?
Dit is gelukt, de we hebben dit doel
behaald.
In deze les zat de coperatieve
werkvorm kring. De kinderen zijn
hierdoor actiever bij de les, ze
kunnen iedereen goed zien en op die
manier durven ze meer van zichzelf
te vertellen omdat iedereen op
dezelfde hoogte zit.
Ik heb de kinderen zelf het lokaal
laten verbouwen; dit hebben ze
gedaan binnen de tijd die ik
aangegeven had. Hierdoor zorg ik
ervoor dat de kinderen samen
overleggen. Hierdoor kon ik ook zien
welke kinderen meteen het voortouw
namen en de rest van de klas
aanstuurden. Ze waren binnen de tijd
klaar met het klaarzetten van de
kring. Alles stond op de goede plek.