Vous êtes sur la page 1sur 4

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e)
Brianne Juliana
Mentor
Sandra Brekelmans
Klas
klasB
Datum
8-3-16
Stageschool BS de Springplank
Groep
6
Plaats
Eindhoven
Aantal lln 24
Vak- vormingsgebied: Taal
Speelwerkthema / onderwerp: Spelling
Persoonlijk leerdoel:
Ik ga consequent reageren op het gedrag van de leerlingen zodat de les rustig kan verlopen.
Ik ga de stof duidelijk en overzichtelijk overbrengen zodat de leerlingen de spellingsregels goed meekrijgen.
Lesdoel(en):
De kinderen kunnen woorden met heid correct schrijven. productdoel
De kinderen herhalen woorden met age en oge. procesdoel
De kinderen werken samen aan het bedenken van woorden die eindigen op
heid. procesdoel
De kinderen bedenken samen minimaal 5 woorden die eindigen op heid.
productdoel

Evaluatie van lesdoelen:


Ik kijk naar het aantal fouten dat nog gemaakt is bij het dictee, hieraan kan ik zien of mijn
uitleg goed is overgekomen of niet en of de leerlingen de spelling van de woorden met
heid, -age en oge kennen. Met de leerlingen die veel fouten hebben gemaakt, bespreek
ik de fouten nog een keer kort na aan de instrcutietafel.

Beginsituatie:
De kinderen hebben de woorden met age en oge al gehad.
Dit is de eerste keer dat ze uitleg krijgen over woorden met heid.
Door de activiteit met de naambordjes vooraf kan het zijn dat de klas wat onrustig is.
Door een samenwerkend leren activiteit toe te voegen ga ik ervan uit dat de betrokkenheid groter is.
Lesverloop

Tijd

Leerinhoud

3 min

Introductie
(stap1)

8 min

Samenwerke
nd leren.

Didactische handelingen
Leraar
Begin met het opzeggen van het rijmpje:
nu maken we even tijd, oor de volgende
spellingsmoeilijkheid
Vraag of de kinderen weten over welke
moeilijkheid het zou kunnen gaan. Schrijf tijd
en heid op.
Vandaag gaan we woorden leren schrijven
die eindigen op heid. Als kapstok woord
hebben snelheid.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De kinderen luisteren naar de uitleg.

Ik vertel de kinderen dat ze zelf woorden gaan De kinderen luisteren naar de uitleg.
bedenken die eindigen op heid.
Vertel dat ze hier 5 minuten de tijd voor krijgen De kinderen bedenken per tafelgroepje woorden die
en laat de timer zien en start deze.
eindigen op heid.
Ik vertel dat ik als de timer afgaat verwacht dat
ze weer stil zullen zijn.
Deel per tafelgroepje een iets groter vel uit.
Loop rond terwijl de kinderen de woorden
bedenken. (deel de tafelgroep rechts in
tween.)
Bespreek gezamenlijk de woorden die de
kinderen per groepje bedacht hebben.

Materialen / Organisatie
Digibord

Digibord
Lege bladen
Pennen

8 min

Instructie
(stap2)

Ga naar het volgende blad op het digibord


(2/13)
Lees de woorden snelheid en moeilijkheid
langzaam voor.
Ik vraag per woord of een leerling de woorden
in klankgroepen kan komen verdelen op het
bord.
Ga naar het volgende blad op het digibord
(3/13)
Ik leg uit dat we bij deze woorden heit horen
op het einde, maar dat je heid schrijft.
Ik leg uit dat heid een achtervoegsel is. Je
plaatst dit achter een woord om aan te geven
dat iets gebeurt is zoals in het woord staat,
bijvoorbeeld snel of moeilijk.
Ga naar het volgende blad op het digibord
(4/13)
Laat het filmpje zien van snelheid.
Bespreek het filmpje door te vragen wat ze
gezien en gehoord hebben in het filmpje.
Ga naar het volgende blad op het digibord
(5/13)
Bekijk de woorden aardigheid, hoeveelheid,
oudheid, boosheid en zekerheid. Spreek alle
woorden langzaam uit. Laat vervolgens
telkens n van de kinderen het woord
verdelen in klankgroepen.
Bespreek hierbij ook de andere
spellingsmoeilijkheden. zekerheid, oudheid
en aardigheid. (Gebruik de volgende paginas
van het diabord (6/13) (7/13) (8/13))

De kinderen luisteren naar de uitleg.


Sommige kinderen verdelen de woorden op het bord in
klankgroepen.

Digibord

12 min

Proberen
(stap3)

Ga naar het volgende blad op het digibord


(9/13)
Ik begin met het langzaam uitspreken van
garage en vraag aan de kinderen of zij nog
weten waar de spellingsmoeilijkheden zitten.
Deze bespreek ik met hen. garage (10/13)
Vertel de kinderen dat we nu het dictee gaan
doen en vraag twee kinderen de werkboeken
uit te delen.
Ga naar het volgende blad op het digibord
(11/13)
Vraag de kinderen hun pen te pakken en om
stil te zijn.
Neem het dictee af. Lees steeds rustig de
zinnen op en herhaal het woord dat
opgeschreven moet worden. Let op leerlingen
die niet snel genoeg meeschrijven en herhaal
voor hen indien nodig de zin en het woord.
Kijk het dictee samen met hen na. Vertel hen
dat ze een nakijkpotlood moeten pakken en
laat de antwoorden zien op het bord. Vragen
naar het aantal fouten dat de kinderen
gemaakt hebben en inventariseren.
Sluit de les af door per tafelgroepje iemand de
werkboeken op te laten halen. Vertel de klas
hoe ze gewerkt hebben en vertel eventueel
wat de volgende keer anders moet en wat ze
al goed hebben gedaan.

De kinderen luisteren naar de uitleg.


Twee kinderen delen de werkboeken uit.
De kinderen maken het dictee.
De kinderen kijken het dictee na.
Per tafelgroep worden de werkboeken opgehaald.

Digibord
Werkboeken
Pen
Potlood

Vous aimerez peut-être aussi