Vous êtes sur la page 1sur 3

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Brianne Juliana
Mentor
Sandra Brekelmans
Klas
klasB
Datum
11/4/16
Stageschool BS de Springplank
Groep
6
Plaats
Eindhoven
Aantal lln 24
Vak- vormingsgebied: Geschiedenis
Speelwerkthema / onderwerp: Identieit
Persoonlijk leerdoel: Ik ga consequent reageren op het gedrag van de leerlingen.
Ik ga hard en duidelijk om stilte vragen wanneer ik stilte wil.
Ik ga goed gedrag complimenteren om dit goede gedrag te stimuleren.
Ik ga alle kinderen aan het woord laten, zodat iedereen gehoord kan worden.
Ik ga ervoor zorgen dat er vlot en rustig een kring gevorm wordt. Dit doe ik door duidelijk aan te geven wat ik van de kinderen verwacht.
Lesdoel(en):
De leerlingen weten de betekenis van identiteit en zouden deze kunnen
uitleggen. productdoel
De leerlingen vertellen over hun eigen voorwerp in de kring. productdoel
De leerlingen leren iets meer over elkaars identiteit. procesdoel
De leerlingen luisteren goed naar elkaar. procesdoel
De leerlingen stellen elkaar vragen. productdoel

Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze
leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

Kerndoel 56
De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor
aspecten van cultureel erfgoed.

Evaluatie van lesdoelen:


Ik vraag na de kringactiviteit of de kinderen vinden dat zij goed naar elkaar geluisterd
hebben. Ook vraag ik hen of zij weten waarom we deze les zo hebben gedaan. Ik vraag
hen ook of zij meer weten van elkaars identiteit.
Ik had de klas een vragenlijst kunnen laten invullen of zij het fijn hebben gevonden om dit
gesprek met de klas te hebben.
Na de les controleer ik nog een keer of de leerlingen de betekenis van identiteit kennen.

Beginsituatie:
De kinderen weten dat zij een voorwerp mee moeten nemen. De kinderen die dit niet bij hebben kunnen niet mee doen, omdat ik geen kinderen wil buiten sluiten,
bedenk ik dan voor hun andere taken, zoals onder andere het bijhouden van de tijd, het noteren van alle voorwerpen bij de kinderen.
De kinderen zitten vaker in de kring bij activiteiten. Zij kennen hier de regels van het luisteren naar elkaar, alhoewel zij toch vaak gaan praten met elkaar wanneer we in
kringverband zitten.
Ik verwacht dat de kinderen erg betrokken zullen zijn en elkaar veel vragen zullen stellen. Doordat de kinderen zelf een voorwerp mee moeten nemen, is de
betrokkenheid erg groot. De kinderen zijn al thuis bezig geweest met de les en kijken hier naar uit.
Bij het maken van de woordspin zullen de kinderen ook erg betrokken zijn verwacht ik. Ik weet niet of zij de betekenis van het woord identiteit zullen kunnen.
Lesverloop
Tijd

Leerinhoud

10 min

Betekenis
identiteit

Didactische handelingen
Leraar
Ik vertel de kinderen dat wij ons deze
geschiedenis les bezig gaan houden met
identiteit. Daarvoor wil ik eerst met de
kinderen een woordspin maken over het
woord identiteit; dit kan alleen als zij de
betekenis kennen.
Om dit te testen vraag ik eerst of iemand mij
kan vertellen wat identiteit betekent. Als er een
goed antwoord komt van n van de
leerlingen gaan we verder met het maken van
de woordspin, als dit niet is geef ik de
betekenis en vraag daarna of zij misschien
weten wat je identiteit dan allemaal bepaald;
hier mogen zij dan de woordspin mee
aanvullen.
Ik geef om beurten een kind de kans om een
woord op te schrijven. Ik zorg dat dit niet
langer duur dan 10 minuten.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De kinderen luisteren naar wat ik vertel. Ze antwoorden op
de vragen en maken daarna met elkaar de woordspin over
identiteit.

Materialen / Organisatie
Digibord

5 min

Mijn identiteit

Ik leg kort de opdracht uit. Ik pak mijn eigen


voorwerp en vertel mijn eigen verhaal rondom
dit voorwerp. Na mijn verhaal geef ik de
mogelijkheid tot het stellen van vragen.

De kinderen luisteren naar mijn verhaal over mijn voorwerp.


Als zij willen stellen zij mij nog kort wat vragen.

Digibord
Mijn voorwerp
De kinderen gaan in een
kring zitten

De kinderen vertellen om beurten hun verhaal. Tijdens de


andere verhalen zijn de kinderen stil en luisteren zij naar
elkaar. Als de kinderen willen, mogen zij vragen stellen.

Voorwerpen van de
kinderen
De kinderen zitten in de
kring

Na mijn eigen verhaal vraag ik of zij in een


kring willen zitten. Ik vertel hierbij dat ik nog
weet dat dit de vorige keer met mij erg mis
ging, maar dat ik nu denk dat zij het wel goed
kunnen.
40 min

5 min

Verhalen van
de kinderen

Afbreken van
de kring

Voor ieder kind is ongeveer 1,5 minuut. Ik (of


een kind datgeen voorwerp mee heeft) houdt
de tijd bij. In deze tijd moeten zij kort vertellen
over hun voorwerp en wat dit voor hun
betekent. In de laatste halve minuut mogen er
kort vragen gesteld worden door de rest van
de klas. Hierna gaan we door met de
volgende leerling.
Ik probeer er extra op te letten dat alle
kinderen gehoord worde en er goed naar
elkaar geluisterd wordt.
Voor het afbreken van de kring aan de klas
vragen of zij nu iets meer weten van hun
klasgenoten dan dat zij al wisten.
Ook vraag ik hen hoe zij de les ervaren
hebben, fijn/niet fijn. Eventueel neem ik een
korte vragenlijst af.
Ik stel nog controlevragen met betrekking tot
de definitie van identiteit.
Hierna vragen om de kring rustig af te laten
breken.

De klas beantwoord mijn vraag en geeft aan of zij wel of niet De kinderen gaan weer
meer weten van hun klasgenoten.
naar hun eigen plekken
De kinderen breken de kring af en gaan weer terug zitten op
hun eigen plekken.

Vous aimerez peut-être aussi