Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Lesdoelen:
-
Lesverloop:
Fase 1 (15): emo opwarming met hele groep
-
De leerlingen gaan in een kring staan. De juf zegt een emotie (boos, blij,
verdriet, moe,) n leerling start door die emotie zichtbaar te maken op
zijn/ haar gezicht. De volgende neemt de emotie over maar doet er een
klein schepje bovenop. De bedoeling is om de laatste leerling uit te laten
komen met een emotie die zichtbaar is in heel het lichaam en misschien
wel het uiterste is geworden van die emotie. (vb. starten met blij en
uitkomen bij euforisch). Dit wordt enkele keren gedaan.
De leerlingen gaan in een kring staan. Ze denken aan een beroep en aan
een emotie. De juf start met het zeggen van een zinnetje. Vb. Ik heb zon
zin in een boterham met salami! De leerling rechts van de juf reageert
hierop vanuit het beroep en de emotie dat hij/zij in gedachten heeft ,
vervolgens reageert de volgende leerling erop en zo wordt de kring
helemaal rond gegaan. De begin- en eindzin worden eens naast elkaar
geplaatst om te zien hoe ver of hoe dicht deze twee zinnen, na het
passeren van een hele kring, bij elkaar liggen.
Deze oefening kan nog eens herhaald worden, eventueel met een ander
beroep in gedachten en een andere emotie. Een vrijwilliger mag starten
met het zeggen van een zin.
Begroetingen
De leerlingen wandelen door elkaar in de ruimte, wanneer ze elkaar
tegenkomen begroeten ze elkaar. Ze proberen minstens 5 verschillende
manieren uit (hand schudden, pet afnemen, vuistje, high five, knieval,
handkus ).
Variant: de leerlingen doen hetzelfde maar bedenken nu een emotie die
ze in hun begroeting gaan leggen.
De leerlingen gaan in een kring staan en gaan ieder om beurt elkaar
begroeten met hun favoriete emotie en begroeting.
Jabbertalk
De leerlingen staan in een kring. In het midden is een cirkel getekend. (zie
grondplan) De juf duidt twee leerlingen aan die tegenover elkaar in de
kring staan. Ze krijgen ieder een emotie. De leerlingen starten jabbertalk
en laten terwijl hun emotie blijken. Ze wandelen langzaamaan naar de
cirkel. Hoe dichter ze bij de cirkel komen hoe meer diepgang de emotie
krijgt. Wanneer ze in de cirkel zijn gekomen laten ze de uiterste emotie
zien (van boos, naar heel boos, tot woede) en doen ze een kleine
jabbertalk conversatie. Wanneer de juf in haar handen klapt nemen ze
elkaars emoties over en wandelen ze langzaamaan uit de cirkel, maar wel
naar de andere zijn plaats. De emoties worden terug minder groot. Ze
eindigen waar de ander zijn emotie begon. Dan zijn twee andere leerlingen
aan de beurt.
Emotionele situaties (variant op b)
De juf duidt twee leerlingen aan die tegenover elkaar staan in de kring. Ze
geeft de leerlingen ieder een andere emotie. Bijvoorbeeld de ene krijgt
boos, de andere blij. De juf geeft een situatie vb. je bent aan het wandelen
op het strand. De leerlingen moet nu op een traag tempo richting de cirkel
in het midden van de kring stappen en terwijl improviseren rond de
opgegeven situatie. Ze doen hetzelfde zoals in b, maar zijn nu in een
concrete situatie bezig. In de cirkel gaan ze in de uiterste emotie een zeer
korte conversatie aan en daarna nemen ze elkaars emotie over en
Didactisch materiaal:
kunstwerken Dubuffet (art brut) , stoepkrijt
Bronnen:
-
Geraadpleegd op 15/05/2016;
https://www.studyblue.com/notes/note/n/identifications/deck/7950522
Geraadpleegd op 15/05/2016; http://amelieke.com/over-korstmannetjesen-lelijke-babys/#.Vz6xM-SxXZA
Geraadpleegd op 15/05/2016;
https://www.tes.com/lessons/yaZifkEzG0O2LA/50-vwo-abstractexpressionisme-europa
Grondplan:
Bij fase 2: emotionele situaties
blij
boos
boos
blij
Bijlagen:
kunstwerken van Jean Dubuffet
bang
verdriet