Vous êtes sur la page 1sur 4

BRIEF VAN WETHOUDER DE JONGE D.D.

31 MEI
2016 (KENMERK: BS16/00461 16bb4427)

KORTE REACTIE MET BELANGRIJKSTE


ONJUISTHEDEN IN DE BRIEF VAN WETHOUDER DE
JONGE 31 MEI 2016 (BIJLAGE 1)

Zie bijlage 1 voor de integrale brief.


(Onderstrepingen in de tekst door Van Deelen).

Voor de leesbaarheid is een nummering aangebracht. De


nummering hierna komt overeen met de nummering,
aangebracht in bijlage 1.

1.

1.

De Gemeente Rotterdam heeft bouwbedrijf Van


Deelen via een Europese aanbesteding de opdracht
gegund om de school te bouwen. Behalve de bouw
moet de aannemer ook de engineering doen en de
benodigde vergunningen aanvragen.

Het is feitelijk onjuist dat Van Deelen de engineering


moest doen en de benodigde vergunningen moest
aanvragen.
a.

b.

c.

Het ontwerp is gemaakt door of namens de


Gemeente Rotterdam. De
hoofddraagconstructie was al ontworpen. Van
Deelen schreef in op een uitvoeringsbestek.
Er moesten slechts nog werktekeningen en
productietekeningen worden gemaakt.
In het bestek (pagina 13) was oorspronkelijk
bepaald dat de architect (Spee) en
constructeur (Pieters Bouwtechniek) als
stelpost bij Van Deelen werden
ondergebracht. Spee en Pieters zouden de
werktekeningen maken. In de
bezuinigingsronde is deze stelpost eruit
gehaald. Spee en Pieters Bouwtechniek
kwamen rechtstreeks onder de Gemeente. De
gemeente heeft de werktekeningen gemaakt
(laten maken). Van Deelen slechts de
productietekeningen.
Van Deelen heeft geen enkele verplichting om
vergunningen aan te vragen. Dat is ook niet
voorgeschreven in het bestek.

2.

Vanaf het begin van de bouw zijn er


uitvoeringsproblemen en disputen geweest tussen
de gemeente en Van Deelen, o.a. over de
uitvoerbaarheid van de voorgeschreven vloer en
houtbouw.

2.

Het is feitelijk onjuist dat er al vanaf het begin


discussie zou zijn over de houtbouw. Deze discussie
is pas in februari 2016 ontstaan en vervolgens
direct gescaleerd. De gemeente vond zonder
onderbouwing, die tot heden ontbreekt, plots (zie
ook onderdeel 5 hierna) dat de houtconstructie zo
slecht was dat er geen enkele betaling meer zou
worden gedaan.

3.

In de vaststellingsovereenkomst is afgesproken
dat: 1) de opleverdatum wordt verschoven; 2) de
houtbouw conform de bestaande overeenkomst
wordt uitgevoerd en 3) dat er (zonder technische
noodzaak daartoe) een bestekswijziging wordt
opgedragen ten aanzien van de vloer.

3.

Dat er geen technische noodzaak bestond tot het


doorvoeren van een bestekswijziging is onjuist. Zie
als bijlage 2 de vaststellingsovereenkomst. De
voorgeschreven nog nooit eerder gerealiseerde
Holcon-vloer kon niet worden gerealiseerd. Dit was
een ontwerpfout. Waar Van Deelen dit al in een
vroegtijdig stadium aankaartte en zelfs voorstelde
een derde deskundige erbij te halen, hield de
gemeente lange tijd voet bij stuk, waarna Bouw- en
Woningtoezicht ingreep en de gemeente alsnog
bijdraaide. Van Deelen kreeg terecht een bedrag
van 1.000.000,00 bijbetaald en termijnverlenging.
Dit is niet gebeurd zonder technische noodzaak.
Waarom vrijwillig 1.000.000,00 betalen?
1/4

4.

De gemeente heeft uiteindelijk besloten de


geschillen te beslechten via een door beide partijen
ondertekende vaststellingsovereenkomst. In de
vaststellingsovereenkomst is afgesproken dat: 1)
de opleverdatum wordt verschoven; 2) de
houtbouw conform de bestaande overeenkomst
wordt uitgevoerd en 3)

4.

Het is feitelijk onjuist dat er in de


vaststellingsovereenkomst iets is opgenomen over
de houtbouw. Zie bijlage 2. De houtbouw was ten
tijde van het sluiten van de
vaststellingsovereenkomst 7 april 2015 helemaal
geen thema.

5.

Eind februari 2016 kondigde de aannemer aan dat


hij problemen had met het aanbrengen van de
gevelelementen. Volgens hem was het onmogelijk
deze gevel op de houtconstructie aan te brengen
en derhalve zou er volgens hem sprake zijn van
een ontwerpfout door de gemeente.

5.

Deze beschrijving van de gang van zaken is feitelijk


onjuist. Van Deelen heeft niet aangekondigd dat zij
problemen had met het aanbrengen van de
gevelelementen. De onderaannemer van Van
Deelen (Hexagon, waarover hierna meer) ging naar
de Gemeente, waarna de Gemeente op eigen houtje
(en zonder Van Deelen te informeren) Javi
Houtbouw liet meedenken. Vervolgens heeft de
Gemeente op basis van vermoedens van Javi
Houtbouw en Hexagon, Van Deelen gedwongen te
stoppen met het smeren van de dekvloeren en heeft
de Gemeente aangegeven niet meer te betalen,
omdat de houtconstructie niet zou voldoen.
Hexagon:
De onderaannemer voor de gevelelementen
(Hexagon) komt uit de koker van de gemeente.
Hexagon diende vanwege beperkte
maatvoeringsverschillen, die gebruikelijk zijn bij
houtbouw (zeker op deze hoogte), haar
tegelpatroon wat aan te passen, bijvoorbeeld door
op hoeken maatstukken te gebruiken. Dat weigerde
Hexagon, waarna Hexagon op hoge poten naar de
gemeente is gegaan met de mededeling dat zij haar
oorspronkelijke tegelontwerp wenst aan te houden
en daarin geen enkele concessie wenst te doen, en
met voorts de mededeling dat Van Deelen fouten
zou maken bij de bouw van de houtconstructie.
Javi Houtbouw:
Kennelijk heeft de gemeente zonder Van Deelen
dit te vertellen in dezelfde periode (februari 2016)
contact gezocht met Javi Houtbouw, een partij die
in beeld was als onderaannemer van Van Deelen,
maar het uiteindelijk niet is geworden. Javi
Houtbouw stelde tegenover de Gemeente kennelijk
dat er helemaal geen tolerantie mag zitten in de
houtconstructie, hetgeen feitelijk onjuist is en zelfs
door de eigen adviseur van de gemeente
(Raadschelders) wordt weersproken.
Raadschelders:
Deze is op zijn beurt in een vroeg stadium van het
project adviseur geweest van een onderaannemer
van Van Deelen, genaamd Derix. Derix heeft
Raadschelders aan de kant gezet en is verder
gegaan met een andere adviseur. Raadschelders is
pas ingeschakeld toen Van Deelen een kort geding
2/4

was begonnen.
De gemeente laat zich thans derhalve adviseren
door drie partijen, die vol frustratie zitten en een
geheel eigen belang hebben: Hexagon, Javi
Houtbouw en Raadschelders. Van Deelen raadt de
Gemeente dringend aan om een adviseur te nemen
van een gerespecteerd (groot) bureau, zoals Van
Deelen dat deed met Royal Haskoning DHV. Van
Deelen wenst ook gezamenlijk onderzoek, in plaats
van ieder voor zich.
6.

Daarom heeft de gemeente, toen Van Deelen de


houtbouw conform de vaststellingsovereenkomst
ter goedkeuring aanbood, de betalingen
aangehouden totdat meer duidelijkheid zou
bestaan over de kwaliteit van de houtbouw.

6.

Het is feitelijk onjuist dat Van Deelen de houtbouw


conform de vaststellingsovereenkomst ter
goedkeuring moest aanbieden aan de Gemeente. De
vaststellingsovereenkomst zag helemaal niet op de
houtconstructie. In de vaststellingsovereenkomst is
ook niets over de houtconstructie opgenomen. Van
Deelen hoefde tijdens het bouwproces de
houtconstructie ook helemaal niet tussentijds aan te
bieden, maar pas bij de oplevering. De Gemeente
stopte simpelweg met betalen, zonder dat zij
bewijst dat wat Van Deelen maakte (op dat moment
een project in aanbouw, een halffabrikaat dus) niet
goed was.

7.

In de ontvangen uitspraak van de rechter staat dat


de gemeente de (reguliere) termijnen moet
uitkeren aan Van Deelen. Dit mede omdat de
rechter heeft geoordeeld dat indien noodzakelijk
deze middelen op een later moment alsnog
teruggevorderd zouden kunnen worden van Van
Deelen. Van Deelen is veroordeeld tot het betalen
van een schadevergoeding aan de gemeente van
250.000,-.

7.

In het kort geding vonnis van 12 april is niet


geschreven dat de rechter geoordeeld zou hebben
dat reguliere termijnen moeten worden uitgekeerd,
mede omdat de rechter heeft geoordeeld dat,
indien noodzakelijk, deze middelen op een later
moment alsnog teruggevorderd zouden kunnen
worden van Van Deelen. Dit staat er niet (zie het
vonnis in de bijlage 3). Van Deelen had volgens de
rechter gewoon recht op de betalingen.
Verder is het feitelijk onjuist dat Van Deelen zou zijn
veroordeeld tot het betalen van een
schadevergoeding aan de gemeente van
250.000,00.
De rechtbank heeft slechts overwogen dat niet
uitgesloten is dat de gemeente in dit verband (de
houtconstructie) een tegenvordering heeft op Van
Deelen, welke vooralsnog door de
Voorzieningenrechter wordt geschat op
250.000,00.
Verder is ook bepaald: Of deze problemen, gelet op
de tussen partijen geldende overeenkomst c.a., het
gevolg zijn van wanprestatie van Van Deelen valt,
zonder nadere instructie waarvoor dit kort geding
zich niet leent, niet uit te maken. Kortom, geen
schadevordering, maar een voorlopig oordeel.

8.

De gemeente heeft tegen de uitspraak hoger


beroep aangetekend, omdat zij van mening is dat
de schade die is veroorzaakt door Van Deelen, veel

8.

Het is juist dat de gemeente hoger beroep heeft


aangetekend tegen het vonnis. Van Deelen zal op
haar beurt haar vordering van 771.980,00
3/4

hoger ligt dan de 250.000,- waartoe hij nu


veroordeeld is. Op de details van deze zaak kunnen
wij, om de rechtsgang niet te belemmeren, op dit
moment niet verder ingaan.

verhogen naar circa 2.000.000,00 (in verband


met investeringen, welke nog niet gefactureerd
waren ten tijde van de escalatie, alsmede
materialen die klaar staan bij
onderaannemers/leveranciers). Van Deelen zal
tevens betwisten dat een bedrag van circa
250.000,00 mag worden ingehouden vanwege de
gestelde problematiek met de houtconstructie.

9.

Na het kort geding is afgesproken dat de Raad van


Arbitrage met instemming van beide partijen een
opname van het reeds gebouwde verricht.

9.

Dit is feitelijk onjuist. Het verzoek aan de Raad van


Arbitrage voor de Bouw is een verzoekschrift van de
gemeente en geen gezamenlijk verzoek.

10.

Op basis van deze opname/0-meting wordt door


ingenieursbureau Raadschelders een rapport
opgesteld waarmee in beeld gebracht wordt welke
werkzaamheden noodzakelijk zijn om de schade te
herstellen en de bouw te voltooien, alsmede een
opgave van de daarmee gemoeide kosten.

10.

Het is juist dat in de spoedplaatsopname wordt


vastgesteld hoe Van Deelen het werk heeft
achtergelaten. Dat wordt gedaan door middel van
een fotorapportage, met een beschrijving (geen
oordeel!) van wat op de foto te zien is. Zie bijgaand
het eerste proces-verbaal, alinea 4 in de bijlage 4.
Het is onjuist dat een deskundige op basis van het
opnamerapport kan vaststellen welke
werkzaamheden noodzakelijk zijn om de schade te
herstellen en de bouw te voltooien. Het zijn
nogmaals niets meer dan fotos. De deskundigen
dienen in het werk zelf vaststellen welke functionele
en esthetische probleempunten er zijn. De
Gemeente verschuilt zich ten onrechte achter de
Raad van Arbitrage voor de Bouw.

4/4

Vous aimerez peut-être aussi