Vous êtes sur la page 1sur 4

Naomi Wijnen, s1390422

Assignment 4 09/03/2016
a) would you die for ?
i. family: 4
ii. friends: 1
iii. country: 3
iiii. humanity: 2
b)
i. Ja, omdat eten veel kan zeggen over cultuur en op het moment dat je verschillende
wereldgerechten eet, je meer kennis krijgt over dergelijke culturen. Hetzelfde met muziek, als
het echt typische muziek is van een volk en je luistert ook daar naar in plaats van je eigen
muziek uit je eigen cultuur, ben je meer cosmopolitan.
ii. Ja en nee, het gaat namelijk om de interesses die jullie delen. Op het moment dat je een
versheidene vriendengroep hebt, maar weinig wereldse interesses delen en het op het lokale
interesses houdt, dan ben je niet cosmopolitan. Als je een vriendengroep hebt die alleen
bestaat uit mensen van dezelfde soort (stel blanke middenklasse mannen van +/- 30 jaar) en
jullie delen wereldse interesses (reizen veel, komen op die manier in contact met andere
culturen etc.) dan ben je wel cosmopolitan.
iii. Ja, maar dan hangt wel af wat je mening is over mensenrechten. Op het moment dat je
onderscheid maakt tussen groepen mensen, ben je geen cosmopolitan. Op het moment dat je
geen onderscheid maakt, en dus niet in hokjes denkt en iedereen gelijk ziet, ben je het wel.
iv. Ja, een cosmopolitan is een wereldburger (heeft veel gereisd of toont veel interesse in
andere culturen) en zou culturele of etnische diversiteit als iets moois zien, maar ook iets zien
wat de mens deelt met elkaar.
v. Ik denk van wel, maar wat het precies is zou ik niet kunnen zeggen. Een cosmopolitan zou
geen pvv stemmen geloof ik, aangezien deze partij zeer populistisch is en een cosmopolitan
zich eerder tot de elite zou classificeren, ook al zou hij/zij zich niet willen classificeren, maar
door dit niet te willen toch doet.
vi. Ja, loyaliteit tot vrienden zegt iets over of je een diverse vriendengroep hebt of niet en op
wat voor manier jullie interesses delen. Loyaliteit tot je land maakt je niet kosmopolitisch,
want je loyaliteit is grensoverschrijdend als wereldburger. Je hebt wereldse waarden, die ook

grensoverschrijdend zijn, en niet alleen gelinkt aan de lokale waarden binnen je inner circle,
maar juist buiten je comfort zone.
vii. Ja, je interesses liggen over de hele wereld en zijn dus niet alleen provinciaal.
c)
i. Ras komt nog steeds terug, ondanks het argument dat culturele verschillen doorslaggevend
zijn, omdat er geen goede betekenis is gegeven aan het concept ras binnen de moderne
antropologische notie van cultuur. Doordat er binnen de antropologie geen onderscheid werd
gemaakt in ras, maar er naar culturele verschillen werd gekeken, is de kijk naar verschillen
binnen ras naar de biologische school gegaan (Visweswaran 1998: 70).
ii. Moderne regeringen volgen volgens Foucault in plaats van het oude culturele principe
power over death tegenwoordig het principe power over life. Dit terug koppelend naar het
concept ras, kan je zeggen dat sinds deze verschuiving er meer mensen stierven door
genocides en oorlogen door het categoriseren van mensen. Doordat men bevolkingen wilden
optimaliseren, ging men onderscheid maken in welke groepen wel recht hadden hierop en
welke niet, en zo werden mensen dus gecategoriseerd (species body, de bio-politiek van de
populatie en body as a machine, de anatomie-politiek. Dit tweede gaat om het optimaliseren
van de bevolking en dit kon door de procedures van macht die de disciplines karakteriseren
(de anatomie-politiek van het menselijk lichaam). De bio-politiek (species body) was het
lichaam doordrongen van mechanismes van het leven en die dus dient voor de basis van
biologische processen (Foucault 1980: 139-140)). Vaak werden er biologische assumpties
gemaakt, en de verschillen tussen mensen waren hierop gebaseerd. Oorlogen werden niet
gevoerd om het voortbestaan van de vorst te garanderen, maar juist het voortbestaan van een
bepaald deel van de bevolking, het gaat om de overleving van een bepaald soort groep (ras)
(Foucault 1980: 136-137). Foucault spreekt over Hacking besprak het concept normaliteit,
alles wat van dit begrip afweek moest gecorrigeerd worden.
iii. Het concept dual loyalty komt naar voren wanneer een burger, een persoon met een
permanente verblijfsvergunning of een groep concurrerende of politieke tegenstrijdige
allianties houdt tussen staten. Het concept houdt in dat een persoon meer dan n politieke
voorkeur/verbintenis en zijn/haar loyaliteit in meer dan n plaats kan liggen. Dit begrip hangt
samen met racisme, omdat het als problematisch wordt gezien. Het wordt vaak gebruikt om
de potentile bedreiging van diaspora s en of migrantengemeenschappen aan te duiden
(Baron 2009: 1025). Burgerschap en mensen met een permanente verblijfsvergunning
behoren loyaliteit tot de staat te tonen, en alles wat deze loyaliteit zou kunnen aantasten (zoals

vreemdheid door iemands buitenlandse of diaspora-status) kan voor een variatie aan
normatieve, theoretische en empirische problemen zorgen voor deze assumptie. Terwijl
iedereen met dual loyalty te maken kan krijgen in hun persoonlijke levenssfeer (tussen klasse,
religie, gender etc.), maar toch wordt het gezien als een modern politiek probleem met
potentile uitdagingen tot de autoriteit van de staat en de veiligheid van de staat niet kan
worden gewaarborgd. Ook heeft het concept dual loyalty rechtstreeks betrekking tot de
fundamenten van de moderne staat en burgerschap, op de manier waarop identiteit wordt
verstaan zowel binnen als buiten de landsgrenzen (Baron 2009: 1026).
Contemporary politics should be based on discourses that recognize pluralism to be a fait
accompli, to recognize change and for migrants and hosts to respect the diversity of
populations. This is easier said than done, but I suggest that future debates and government
policies relating to identity, security and the insidious nature of the dual loyalty discourse
take into account that homogeneity is not a security solution, and dual, and indeed multiple,
loyalties are the norm (Baron 2009: 1041-1042).
iv. Does cosmopolitanism necessarily exclude any form of racism? Use the other readings
for today, including what you find out about nation and nationalism to explore a
possible answer to the question. Use core quotes from Wade (2001), Cheah (2006) and
Vertovec & Cohen (2002).
En vraag in Cheahs artikel is of we in een wereld leven die genoeg met elkaar verbonden is
om instituties te kunnen voortbrengen die op een wereldwijd niveau kunnen reguleren en er
ook een wereldwijd niveau van solidariteit bestaat die invloed heeft op de manier waarop deze
instituties functioneren (Cheah 2006: 486). The progressive implications of a
cosmopolitanism arising from the social experience of global cities a cosmopolitan
corporate work culture, the sophisticated consumption patterns of this high-income bracket,
and the global culture of its growing immigrant population from the Third World, who are
needed to support the lifestyle of the former group are, however, dubious (Cheah 2006:
492). Cheah vervolgt hierop met te zeggen dat de enige vorm van solidariteit voortkomt door
ondernemingen die wereldwijd opereren en zorgen voor gevoelens van vooruitgang en
professioneel eigenbelang. Toch is het niet duidelijk bij hoeveel van deze migranten een
gevoel van verbondenheid hebben (Cheah 2006: 493). Kortom, Cheah (2006: 491)
concludeert dat het gevoel van een globaliserende wereld, waarbij dus mensen, goederen,

gebeurtenissen (zoals klimaatverandering) meer verbonden zijn, niet hoeft te leiden tot een
kosmopolitische vorm van politiekvoering die de natiestaat vervangt.
Races and nations can both be constructed as sharing a unity of substance, e.g., blood,
which is, however, subject to complex processes of hierarchical classification in terms of
greater or lesser purity (read as equivalent to moral value). Complex ideas about propriety
define interactions (e.g. sex, marriage, friendship) between different categories as approved
or disapproved: disapproved interactions lead to contamination or loss of purity (Wade
2001: 849). Om dus enige vorm van racisme uit te kunnen sluiten, zou je hieruit kunnen
leiden dat we hiervoor categorisering uit vorm van eenheid uit ons denken zouden moeten
zetten.
Nationalism, along with a paradoxical combination of postmodern relativism (which
celebrates identity) and fundamentalism (which celebrates exclusivity) are all reactions to the
ultra-state practices of transnational communities, movements and networks. Transnational
practices are, in short, a necessary but insufficient condition for the growth of a successful
cosmopolitanism (Vertovec & Cohen 2002: 16). Vertovec en Cohen zijn van mening dat
kosmopolitisme de werktuigen heeft om de muren die mensheid scheiden te verbannen, zo
zou racisme ook kunnen verdwijnen.

Vous aimerez peut-être aussi