Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Alles begon vanaf 31 voor Christus: het Romeinse rijk werd geboren.
Octavianus aan de macht = verandering!
- slag bij Actium: Octavianus verslaat aartsrivalen Marcus Antonius +
Cleopatra, op 32 jarige leeftijd wordt Octavianus heerser over een groot
rijk.
- de Romeinse republiek wordt een Romeins keizerrijk: Octavianus
verwerft de controle over de drie steunpunten van het rijk = schatkist,
senaat en leger (mn het creren van een beroepsleger in dienst van de
keizer betekent een versterking van de militaire macht lokale
bewindvoerders van individuele legioenen.
- krijgt van de senaat de titel Augustus = aanduiding voor een
hoge, bijna semi -goddelijk statuut van de keizer.
- Stelde de traditionele Romeinse godsdienst in ere en tilde het
niveau van zedelijk leven der
Romeinen op.
- Expansie van het rijk onder Augustus:
van Engeland tot Egypte
van Nederland tot Marokko
tussen de 60 70 miljoen inwoners
grote diversiteit van volkeren en culturen en dus van tradities,
talen en locale
godenvereringen.
Aantal punten van eenheid in het Romeinse Rijk
1. Taal:
- in het Oosten is de officile taal Grieks en in het Westen is de
officile taal Latijn.
- alle bestuurlijke documenten werden in beide talen geformuleerd
- enkel in het leger werd Latijn gesproken
- men kon van de ene kant van het rijk naar de andere kant reizen met de
kennis van beide
talen.
2. rechtssysteem:
- reeds in 450 voor Christus was men begonnen met de codificatie van
het wettelijk systeem.
- in het begin was het Romeins recht nauw verbonden met de
religieuze praktijken.
- door de groeiende omvang van het Rijk, diende men steeds meer
rekening te houden met de rechten en plichten van het individu de
rechtswetenschap werd meer en meer een wetenschap op zichzelf (los
van religie) = de wetgevers waren verplicht brede concepten ivm
rechten en plichten van het individu te ontwikkelen
3. architectuur:
- wegennet:
* de uitbouw van het wegennetwerk vindt plaats bij de aanvang van
de expansie
* reeds in de derde eeuw voor Chr waren er geplaveide wegen,
snelle interventie
voor militaire doeleinden (ook van belang voor handel)
vrouw
actief in de politiek, retoriek, administratie
minderwaardig aanschouwd)
actief in het huishouden. Voornaamste taak was het
van de kinderen (en dan nog liefst
boeren, loonarbeiders, leenboeren
* loonarbeiders = werkzaam op de bezittingen van de
rijken
* leenboeren = bij een gelukte of niet gelukte oogst
wordt verwacht
een vaste opbrengst te leveren aan de
leenheer en ze gaan gebukt
onder de last van taksen:
hun leven is geen pretje
vaak vluchten ze uiteindelijk naar de stad =
plattelandsvlucht
Vrouwen:
spinnen, weven, meid, verzorgster, winkelierster, vis- of
vleesverkoopster = verondersteld zelf in eigen
levensonderhoud te
voorzien
Hoe kon men opklimmen?
- mannen: carrire maken in de burgerlijke administratie of in het leger.
- sinds Augustus zijn er diensten ontwikkeld die veel arbeiders
vereisen:
graanverdeling, brandweerlui, onderhoud van publieke
gebouwen en straten
- beroepsmilitair:
gerekruteerd uit oudere, meer beschaafde provincies
20 jaar dienst
2. Sociaal
Hoeksteen van de Romeinse maatschappij is de familie. Ook de virtus
wordt hoog in het vaandel gedragen = mankracht/ moed/ gedrevenheid
en loyaliteit tegenover Romeinse staat/goden / pater familias
a) pater familias:
- Hij was de baas in huis met een absolute macht over zijn vrouw, zijn
kinderen en zijn slaven. Ook als de kinderen volwassen waren, bleven zij onder
zijn gezag (hoewel dit niet zo heel vaak voorkwam gezien de lage
levensverwachting). In de oudere generaties cirkelt alles rond de Pater
familias.
b) vrouw:
- onder het gezag van de pater familias, door huwelijk kwam ze onder
voogdij van haar echtgenoot = emancipatio
- taken:
* huishouden draaiende houden
* in de eerste plaats zorgen voor het nageslacht, vanaf een jonge
leeftijd waardoor vele onrijp waren en in het kraambed stierven
* bruidschat: dochters waren duur en omwille van deze financileeconomische reden beslisten de vaders omtrent hun toekomstige
echtgenoot
c) kinderen:
- onderscheid tussen rijk en arm
Rijk:
opvoeding jongens = aansporing tot studie in de retorica (wat
men leerde; redeneren, zich uitdrukken, overtuigen, bepaalde
terminologie en als doel: carrire in ambtenarij/rechtssysteem/
politiek)
opvoeding meisjes = tot 12j en daarna voorbereiding op het
huwelijk
b) militaire hervormingen:
- kleine troepenaantallen door meer legioenen: daling van het
gevaar voor het opstand tegen de keizer
- uitbouw van de cavalerie/ ruiterij: stijging van de flexibelere
legermacht om dreigend buitenlands gevaar te voorkomen: barbaren aan de
Rijn en Donau
c) religieuze maatregelen:
- edicten tegen de christenen:
Resultaten:
a) bestuurlijk:
- tetrarchie verdwijnt volledig in 324
- verdubbeling van de bureaucratie te hoge financile kosten
als de coloni niet in staat zijn de belastingen te betalen, verlaten
ze hun land en vestigen ze zich in de stad
lokale stadsbestuurders worden dan verplicht de taksen uit eigen
zak te betalen. Men heeft niet enkel te lijden van oorlogen, hongersnood en
plagen, maar men wordt ook belast met de verantwoordelijkheid voor
watervoorziening.. = vroeger was de verantwoordelijkheid van een
gemeenschap een privilege, nu was het een ondraaglijke last geworden.
b) militair:
- geen spectaculaire verbetering
c) religieus:
- slaagde er niet in de christenen klein te krijgen
2. Constantijn
a) Maakte een bliksemcarrire:
* op 21-jarige leeftijd is hij medekeizer geworden door het huwelijk met de
dochter van Maximianus
* in 310 vermoordt hij Maximianus
* in 312 verovert hij Rome op zijn schoonbroer, volgens zijn christelijke
biografien met
behulp van de christelijke God. Verslaan van Maxentius in 312
in de slag bij de Milvische
brug.
* in 324 liquideert Constantijn zijn medestrijder Lucentius, waardoor hij de
volledige macht in handen kreeg.
* in 326 brengt hij Maximianus vrouw en zoon om het leven.
b) treffen maatregelen:
* financile orde op zaken stellen door het erfelijk maken van
bepaalde beroepen:bepaalde
jobs gaan over van vader op zoon.
alle jobs met betrekking tot: landbouw, bakkerijwezen en
zeevaart = jobs
met betrekking tot voedselvoorziening
doel: continuteit omtrent graanvervoer en
voedselvoorziening + Constantijn probeert de mensen te
responsabiliseren, maar wel op een manier dat het niet
meer leuk is.
* religieuze hervormingen: tolerantie edict van 313 (Vicomedi)
Resultaten:
a) bestuurlijk:
- stabiliteit in het beleid
- financile zekerheid
b) religieus:
- Constantijn gaat een belangrijke rol spelen inzake religieuze
(christelijke)
aangelegenheden.
3. Echter
a) barbaren blijven aankloppen aan de grenzen van het rijk:
* bestrijding: grote financile kosten
* soms kan men ze terugslaan, soms liet men ze toe.
- geleidelijk aan aanvaarding in het leger:vijand van buiten wordt
meer en meer de vijand van binnen = een proces van vervreemding was op
gang gekomen ( in tijden van oorlog kunnen ze zich nog altijd keren tegen het
Romeinse rijk)
- niet overdrijven: opgravingen aan de kant van de Rijn tonen aan
dat door de Germanen heel wat Romeinse gewoontes en gebruiken waren
overgenomen: het gaat niet om 2 compleet verschillende werelden.
*onder druk van de volksverhuizingen vanuit het Oosten vanwege de
Hunnen vanuit Centraal-Azi onder leiding van Atilla, voelden de Germanen zich
bedreigd en proberen het gebaar te ontvluchten door de Rijn over te steken en
het Romeinse Rijk binnen te dringen voortdurende druk + bij nederlaag zijn de
Romeinen verplicht toestemming te geven tot de vestiging in het Romeinse Rijk
= begin van de inkrimping van het Romeinse Rijk
4. Beschrijf de vier groepen die karakteristiek zijn voor het jodendom ten
tijde van Jezus.