Vous êtes sur la page 1sur 21

Handboek

workshop
Waarom jong en oud samen
Inhoudsopgave

Workshop
Het promoten van het wonen in een huis met
ouderen door jongeren te laten ervaren hoe
het kan voelen om eenzaam en afhankelijk te
zijn van anderen.

Versie: 3.1
Plaats:

Instelling:
Avans hogeschool

Projectgroep 3
Breda
Namen groepsleden:
Startdatum:15-09-2016
Einddatum:14-10-2016
Shady Mansour
Marloes Veenstra
Nihal El Yazidi
Projectbegeleider:
Inge
Logghe
Docent:
Inge Logghe
Projectgroep: 3
Groepsleden:
Shady Mansour
Nihal el Yazidi

Inleiding.............................................................................................3
Hoofdstuk 1: Sociaal isolement: wat houdt het in, psychisch, sociale en
somatische aspecten..........................................................................4
Sociaal isolement wat houdt dat in?................................................................4
Psychische aspecten........................................................................................ 4
Somatische aspecten....................................................................................... 5
Hoofdstuk 2: Verschil/overeenkomsten jong en oud..............................6
Verschillen jong en oud.................................................................................... 6
Overeenkomsten jong en oud..........................................................................6
Hoofdstuk 3: Studerende jongeren......................................................7
Studiekosten.................................................................................................... 7
Gebrek aan woonruimte................................................................................... 7
Hoofdstuk 4: Leegstand van verzorgingshuizen....................................8
Verzorgingshuizen............................................................................................... 8
Wet- en regelgeving............................................................................................ 8
Prognose............................................................................................................. 9
Welke werkvormen worden er gebruikt?.............................................10
Programma workshop....................................................................................... 10
Interactief onderdeel......................................................................................... 10
Literatuurlijst...................................................................................11
Bijlage 1: Plan van aanpak.................................................................13
Groepsleden & opleiding................................................................................... 13
Persoonlijke leerdoelen..................................................................................... 13
Definitieve keuze onderwerp............................................................................. 13
Koppeling met de minor Active Ageing.............................................................13
Doel workshop................................................................................................... 13
Bijlage 2: Draaiboek workshop...........................................................15
Bijlage 3: Samenwerking...................................................................16
Planning............................................................................................................ 16
Bijlage 4: Notulen.............................................................................17
To-do-list............................................................................................................ 20
Overige taken.................................................................................................... 20

Inleiding
Voor de minor Active Ageing is de opdracht gegeven om een workshop te geven over een
zelfgekozen onderwerp. De workshop zal gegeven worden aan de mede studenten van de minor
Active Ageing. Er is gekozen voor het onderwerp jongeren die bij ouderen wonen. Dit kan in een
verzorgingstehuis of op kamers bij een ouderen.
Studenten en ouderen samen in een huis laten wonen het is een nieuwe manier van op kamers
gaan. Dit concept wordt steeds vaker ingezet om studenten goedkoop of gratis te kunnen laten
wonen. Helemaal gratis is het uiteraard niet. De student moet hiervoor 30 uur per maand
vrijwilligerswerk in het verzorgingstehuis doen. Tenminste dat is hoe ze het in woonzorgcentrum
Humanitas in Deventer doen. De jongeren helpen de ouderen met verschillende klusjes en de
ouderen vinden het heerlijk dat de jongeren een stukje van de buitenwereld mee naar binnen
nemen. Er ontstaat een vertrouwensband tussen de jongeren en de ouderen, dat is mooi om te
zien (Van den Elsen, 2015).
Leegstand in verzorgingstehuizen komt steeds vaker voor. Door de kamers aan jongeren te
verhuren voorkom je de leegstand maar de jongeren brengt ook leven in de brouwerij. Maar wil je
dat als student wel? Kun je dan nog wel vrienden uitnodigen op je kamer? Is het storend als je om
5.00 uur terug komt van het stappen? Daarnaast bestaat er ook een negatieve steretypering over
ouderen. Ouderen zouden eenzaam en depressief zijn en minder competent dan jongeren
(Versteegh & Westerhof, 2007).
Met deze workshop willen we bereiken dat jongeren enthousiast worden over het wonen in een
verzorgingstehuis. Maar ook een beeld geven over sociaal isolement en wat het nu is om eenzaam
te zijn. Eenzaamheid komt behoorlijk veel voor in Nederland. 30 procent van de Nederlanders
boven de 18 voelt zich enigszins eenzaam. De mate van eenzaamheid is redelijk stabiel tot een
leeftijd van ongeveer 70. Van de mensen die 90 jaar of ouder zijn voelt 65 procent zich eenzaam
blijkt uit cijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (2014)
Doel van de workshop is dan ook: Jongeren laten zien en ervaren wat het is om eenzaam te zijn en
daarmee promoten waarom het van belang is jong en oud samen te brengen. Om een beeld te
vormen hoe het is om met ouderen samen te wonen is er een interview afgenomen met een stel
dat al een bepaalde tijd in een verzorgingstehuis woont.
Het bovenstaande doel sluit goed aan bij de minor Active Ageing. De artikelen die zijn gebruikt
voor het onderzoek beschrijven dat 40 procent van de ouderen vereenzaamt. Daarnaast is er in
een ander artikel beschreven dat jongeren samen wonen met ouderen in een verzorgingstehuis en
dit zou de vereenzaming tegen gaan.

Hoofdstuk 1: Sociaal isolement: wat houdt het in,


psychisch, sociale en somatische aspecten.
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de definitie is van sociale isolatie is en welke gevolgen
sociale isolatie heeft op verschillende aspecten. Er wordt vooral gefocust op de sociale, somatische
en psychische aspecten.
Sociaal isolement wat houdt dat in?
Sociaal isolement is een term die op verschillende wijze kan wordt gebruikt. In de workshop
verstaan we onder sociaal isolement het ontbreken van ondersteunende relaties in het persoonlijke
leven. Het gaat dan vooral om persoonlijke relaties met familie, vrienden en bekenden waar
mensen in geval van nood op terug kunnen vallen voor praktische, emotionele of gezelschapssteun
(Machielse, 2006). In de bovenstaande betekenis is sociaal isolement de tegenhanger van sociale
weerbaarheid. Mensen zijn sociaal weerbaar als zij beschikken over een netwerk met personen die
hen praktisch, emotioneel en sociaal kunnen ondersteunen en in staat zijn om dit netwerk bij
problemen te gebruiken (Machielse, 2006).
Uit onderzoek blijkt ook dat er geen belangrijke factor vast te stellen is die het ontstaan van sociaal
isolement kan verklaren of voorspellen (Hortulanus et al., 2001).
Echter is er sprake van verschillende persoonlijke problemen die met elkaar verweven zijn en zich
in de loop der tijd steeds meer opstapelen. Het gaat dan bijvoorbeeld om gezondheidsproblemen,
problemen met opleiding en werk, of financile problemen. (Machielse, 2006).
In veel gevallen is de problematiek al vroeg in het leven begonnen, bijvoorbeeld door
problematische omstandigheden in de vroegere gezinssituatie. (Machielse, 2006).
Soms zijn er bepaalde omstandigheden of gebeurtenissen aan te wijzen die een negatieve spiraal
in gang hebben gezet, zoals het overlijden van een dierbare, een echtscheiding, het verlies van
werk of een verhuizing. Het bestaande netwerk is door de gebeurtenissen kleiner geworden of
helemaal verdwenen. Wanneer mensen niet in staat zijn om de benodigde steun te mobiliseren en
nieuwe relaties aan te gaan, kunnen ze de regie over hun leven verliezen en in een sociaal
isolement terecht komen (Machielse, 2011).
In de moderne samenleving kunnen mensen minder terugvallen op vanzelfsprekende verbanden,
zoals familierelaties en relaties in de buurt, en moeten ze hun sociale leven meer zelf gestalte
geven (Giddens, 2002). Het functioneren in deze nieuwe situatie vereist sociale vaardigheden,
zelfvertrouwen en probleemoplossende vermogens (Appelhof & Walraven, 2002).
Sociaal isolatie neemt een aantal gevolgen met zich mee; een sterke eenzaamheidsgevoelen,
beperkte zelfredzaamheid , geen sociale steun , negatief zelfbeeld ,schaamte en ontkenning,
vervaging referentiekader en gezondheidsklachten. (Hortulanus, R., A. Machielse & L. Meeuwesen
(2003)
Psychische aspecten
Wanneer mensen geen deel uitmaken van sociale verbanden heeft dat een negatieve invloed op
hun levenskwaliteit. Het gemis aan voldoende ondersteunende relaties vormt een ernstige
bedreiging voor hun gezondheid en hun individuele welbevinden. (Sarason et al., 2001; Tomaka et
al., 2006). Wanneer de problemen zich opstapelen, raken de relaties met de sociale omgeving
steeds meer verstoord. Veel sociaal gesoleerde trekken zich steeds verder terug uit de
samenleving waardoor hun participatie en morele integratie nog minder wordt (Machielse, 2006).
Vaak weten ze de weg niet meer te vinden naar professionele instellingen en vertonen ze
zorgmijdend gedrag (Hortulanus et al., 2003; Machielse, 2006).

Sociale aspecten
Naarmate sociaal isolement langer duurt, wordt vaak een neerwaartse spiraal gezien waarbij ook
problemen ontstaan op andere levensterreinen, zoals verslaving, schulden of vervuiling (Machielse,
2011). Personen die het niet lukt een ondersteunend netwerk op te bouwen en te benutten, zijn
meer kwetsbaar dan personen die over een goed functionerend netwerk beschikken. Bij problemen
of tegenslagen staan ze er alleen voor of zijn ze aangewezen op professionele vormen van zorg en
hulpverlening. Vaak weten ze de weg niet meer te vinden naar professionele instellingen en
vertonen ze zorg vermijdend gedrag (Hortulanus et al., 2003; Machielse, 2006).
Somatische aspecten
Uit eerdere onderzoeken bleek dat zowel eenzaamheid als sociaal isolement een grotere kans op
overlijden met zich meebracht. Echter, uit dit onderzoek blijkt dat sociaal isolement wl een direct
effect heeft op de overlijdenskans bij ouderen, waar bij eenzaamheid enkel een indirect effect
geldt. Dat wil zeggen dat eenzaamheid leidt tot bijvoorbeeld een verminderd welzijn of
ongezondheid, wat vervolgens leidt tot een hogere overlijdens kans. (Steptoe, Shankar,Demakakos
& Wardle, 2013)

Langdurige eenzaamheid heeft fysieke en cognitieve gevolgen. Vanaf middelbare leeftijd hebben
eenzame mensen hogere bloeddruk; dit kan leiden tot diverse andere hartaandoeningen. Ook is er
een grotere kans op obesitas (zwaarlijvigheid) bij eenzame ouderen en roken zij vaker dan mensen
die niet eenzaam zijn. Verder zijn er meer slaapstoornissen bij eenzamen ouderen; slecht slapen
leidt tot gebrek aan energie, lusteloosheid of juist prikkelbaar zijn. (Cacioppo & Patrick, 2008)
Als mensen de ziekte van Alzheimer krijgen, is de voortgang van deze ziekte sneller bij eenzame
mensen. Het risico om te sterven is groter voor eenzame oudere mannen vergeleken met nieteenzame mannen. Voor vrouwen is dit risico ook groter, maar het verschil is minder groot dan bij
mannen. (Cacioppo & Patrick, 2008).
Verder is aangetoond dat eenzame mensen minder goed hun aandacht bij een bepaalde taak
kunnen houden, minder goed kunnen plannen en activiteiten cordineren. Deze veranderingen in
cognitief functioneren, maken het moeilijker voor hen om strategien te bedenken en uit te voeren
om hun eenzaamheid te verminderen. (Cacioppo & Patrick, 2008).

Hoofdstuk 2: Verschil/overeenkomsten jong en oud


Dit hoofdstuk wordt er ingegaan op de overeenkomsten en verschillen tussen jong en oud. Hoe
kijken jong en oud nu naar elkaar en hoe kunnen deze verschillende doelgroepen elkaar aanvullen.
Dit hoofdstuk geeft dan ook antwoord op de deelvraag: Waarom moeten jong en oud juist
samenwonen.
Verschillen jong en oud
In Nederland hebben we te maken een met samenleving die digitaliseert. Informatie komt steeds
vaker in digitale vorm naar buiten. Om volwaardig mee te kunnen draaien in de maatschappij heb
je kennis van internet en media nodig (Loos, 2012).
Volgens de laatste cijfers van het CBS maakt ruim 55 procent van de 65- tot 75-jarigen dagelijks
gebruik van het internet. Dat is vier keer zo veel als in 2005 (CBS, 2013). De ouderen (55 plusser)
wordt ook wel de digital immigrant genoemd. Dit zijn de ouderen die het gebruik van media en
internet aan moeten leren omdat ze er niet mee zijn opgegroeid (Loos, 2012).
Toch hebben we nog wel te maken met een duidelijk verschil van generaties.
De jongeren ofwel digital natives maken al sinds jongs af aan gebruik van media en internet.
Ouderen zouden dus wat minder competent zijn dan jongeren. Uit het empirisch onderzoek blijkt
dat ouderen zich ook als minder competent zien dan jongeren. Onder competent wordt verstaan de
algemene vaardigheden, bekwaamheid en efficintie. Jongeren zouden daar in tegen minder warm
zijn dan ouderen. Hiermee wordt bedoeld dat ouderen vaak warmer worden ervaren in de sociale
relaties die ze hebben. Ouderen zijn vriendelijker, betrouwbaarder en oprechter (Versteegh &
Westerhof, 2007).

Overeenkomsten jong en oud


Een veel gemaakte denkfout is dat eenzaamheid iets is dat alleen bij oudere voorkomt.
Eenzaamheid is iets van alle leeftijdsgroepen en zeker niet typerend is voor de ouderen doelgroep.
Bij ouderen kan het eenzaamheidsgevoel optreden omdat ze lichamelijk of geestelijk minder gaan
functioneren. Het behouden van sociale contacten is dan moeilijk, maar ook belangrijke
levensgebeurtenissen zoals het overlijden van een partner kan eenzaamheid veroorzaken (Geelen,
2016).
Bij jongeren ontstaat eenzaamheid door de druk die ze voelen van het hebben van sociale
contacten. Het gaat dan vooral om de inhoud van deze sociale contacten. Jongeren zijn op zoek
naar een relatie met intimiteit, maar de verwachtingen van die relatie ligt vaak zo hoog dat zij zich
er sneller eenzaam door kunnen voelen. Eenzaamheid is een begrip dat door iedereen anders wordt
ervaren. Hoe iemand omgaat met eenzaamheid of eenzaamheid ervaart, heeft te maken met
persoonskenmerken. De genetische bijdrage is rond de 50 procent. Een persoon die snel geneigd is
negatieve emoties te ervaren zal zich ook sneller eenzaam voelen (Eijkeren, 2015).
Hoe kijken de jongeren en ouderen nu eigenlijk naar elkaar? Er bestaan een hoop stereotyperingen
over jongeren. Zij zouden criminaliteit veroorzaken, gewelddadig zijn en veroorzaken overlast.
Ouderen daarentegen hebben te maken met de stereotypering ongelukkig, depressief, eenzaam en
kwetsbaar(Versteegh & Westerhof, 2007). Als het om depressiviteit en eenzaamheid gaat hebben
jongeren en ouderen veel met elkaar in gemeen. Ouderen zouden ongelukkiger en depressiever
zijn maar onderzoek spreekt dit tegen. Ouderen zouden net zo vaak of minder depressief zijn dan
jongeren (Versteegh & Westerhof, 2007). Op basis van de stereotypering die er is, bestaat er kans
op leeftijd discriminerend gedrag. Zo behandelen jongeren, ouderen vaak betuttelend omdat ze als
minder competent gezien worden en worden jongeren behandeld alsof ze geen warmte in zich
hebben. Zo beschrijft Hendrik Groen in zijn dagboek dat pubers zich niet graag mengen met oude
mensen. Ze voelen zich vaak opgelaten bij mensen die niets horen, zien en niets snappen. Kleine
kinderen daarentegen zijn wel een goede match. Dit komt vooral omdat kleine kinderen nog niet
geleerd hebben iets gnant te vinden aan ouderen (Groen, 2016). In dit voorbeeld zie je duidelijk
het leeftijd discriminerend gedrag terug en de negatieve effecten die deze stereotypering met zich
mee brengen (Versteegh & Westerhof, 2007).

Hoofdstuk 3: Studerende jongeren


Dit hoofdstuk geeft antwoord op de deelvraag: Wat is het voordeel voor studerende jongeren?
Waarom is het wonen in een verzorgingstehuis een goede optie voor studenten? En wat is de
invloed van het nieuwe leenstelsel op het huren van een kamer?
Studiekosten
Afgelopen jaar heeft er een grote verandering plaatsgevonden in het leenstelsel voor studenten.
Vanaf 1 september 2015 is er geen basisbeurs meer voor studenten. Er is wel een mogelijkheid tot
lenen, ook wel het studievoorschot genoemd. Het studievoorschot wordt na de studie een
studieschuld. De aflostermijn voor deze studieschuld is verhoogd naar 35 jaar en de rente is op dit
moment 0.01 procent (rijksoverheid, 2015). Door het wegvallen van de studiefinanciering is het
voor jongeren niet meer zo makkelijk om op kamers te gaan wonen (Dubbeling, 2015). De
studiefinanciering is voor studenten de grootste bron van inkomsten. Dat geldt voor 76 procent van
alle studenten. De studiefinanciering valt weg en de woonlasten zijn de afgelopen jaren gestegen.
De student betaalt gemiddeld 470 euro per maand aan woonlasten (Dubbeling, 2015). Nu is het
ook zo dat studenten meer kwaliteit willen tegen minder huurlasten. Daar staat tegenover dat de
afgelopen jaren de woonlasten alleen maar hoger zijn geworden. Er wordt dan ook verwacht dat
het aantal uithuiswondende studenten zal dalen met 4 procent in het studiejaar 2022 2023
(Dubbeling, 2015). Het gevaar van het leenstelsel zit in het feit dat studenten een ontzettend hoge
studieschuld op kunnen bouwen. Kunnen studenten dan niet wat meer gaan werken? De huidige
student geeft op dit moment aan dat meer werken invloed kan hebben op de resultaten binnen de
studie, met als ergste gevolg de studie niet binnen de geplande tijd te behalen (Klaasen, 2015).
Gebrek aan woonruimte
Op dit moment trekken een hoop mensen naar de grote stad toe. Van 2001 tot 2012 is er een
stijging van 25.000 bewoners (Manting, van Dam, 2015). De helft van deze instroom zijn jongeren
tussen de 18 en 25 jaar. Het feit dat de helft van de instoom jongeren tussen de 18 en 25 jaar is
heeft voornamelijk te maken met de deelname aan een studie. Deze studies zorgen ook voor de
komst van buitenlandse studenten. De groei van buitenlandse studenten is na de eeuwwisseling
ook gestegen. In de steden Eindhoven en Groningen is het aantal gegroeid van 30.000 in 2000
naar 60.000 in 2013 (Manting, van Dam, 2015). Waar studenten vroeger na hun studie terug naar
hun geboorteplaats gingen zoeken ze nu ook werk in de stad waar ze studeren. De stad is
tegenwoordig niet alleen maar aantrekkelijk voor studenten maar ook voor jonge gezinnen of de
oudere inwoners. Dat zorgt er dan ook voor dat er gebrek aan woonruimte is. Er komen meer
mensen de stad in dan dat er uit gaan (Manting, van Dam, 2015). Er werd aan bewoners van
studentensteden gevraagd om een kamer te verhuren aan een student. Dat resulteerde erin dat
veel studenten aan een studie begonnen zonder over een woonruimte te beschikken. Mochten zei
wat vinden dan was dit vaak een kleine kamer met gedeelde woonvoorzieningen (Dubbeling,
2015).
Op dit moment is er een trend gaande om oude panden en verzorgingstehuizen om te bouwen tot
studentenwoningen (Dubbeling, 2015). In verzorgingshuizen is er tegenwoordig veel ruimte over.
Volgens de laatste cijfers van het CBS blijkt dat gemiddeld 18 procent van de verpleegtehuizen
leegstaat. Dit komt voort uit de hervorming van de langdurige zorg en door het beleid van de
overheid om ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen (Ploeger, 2016). In Deventer is een
project gestart waar jongeren gratis wonen, daar staat wel tegenover dat zei 30 uur per maand in
het verzorgingstehuis vrijwilligerswerk doen (van de Berg, 2016). In Nederland ontstaan er meer
van dit soort initiatieven. Solink is een van deze stichtingen. Bij deze stichting kunnen serieuze
studenten zich inschrijven voor een kamer bij een oudere (50 +) thuis en kunnen ouderen een
kamer aanbieden. De betreffende student woont dan in bij de ouderen thuis. Solink zorgt ervoor
dat de juiste match gevonden word tussen de student en de ouderen. Dit door middel van een
consult met een medewerker van Solink. Deze medewerker kijkt naar de gezamenlijke interesses
en selecteert op basis daarvan een aantal kamers voor de student. Een kamer via Solink kost de
student meestal tussen de 290 en 340 euro (Solink, 2016). Dat is beduidend minder dan de 470
euro die Dubbling in haar artikel naar voren haalt (2015).

Hoofdstuk 4: Leegstand van verzorgingshuizen


Het scheiden van wonen en zorg, ofwel extramuralisatie. Een term wat tot 2013 de oplossing leek
te zijn, maar door een gewijzigd beleid en strengere toelatingseisen krijgen mensen minder snel
toegang tot verzorgingshuizen. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoeveel verzorgingshuizen
Nederland telt en hoe groot de omvang is. Verder worden de veranderingen in de wet- en
regelgeving beschreven die een aandeel hebben omtrent dit onderwerp.
Verzorgingshuizen
Een verzorgingshuis biedt huisvesting voor mensen die niet volledig zelfstandig kunnen wonen.
Volgens ZorgKaartNederland (2016) zijn er ongeveer 2345 verzorgingshuizen in Nederland.
Daarvan is de gemiddelde kamergrootte 57m2. In de onderstaande figuren (figuur 1 en 2) is te
zien hoe de verdeling is van de grootte van de kamers (Brugman, 2014)
Figuur 1: Gemiddelde oppervlakte wooneenheden

Figuur 2: Grootte van kamers provinciaal

Wet- en regelgeving
Zorgzwaartepakketten (ZZP)
Een ZZP-indicatie bepaald op welke zorg de persoon recht heeft. Per 1 januari 2013 zijn er aantal
wijzingen zijn geweest, namelijk de zorgzwaartepakketten 1 en 2 zijn vervallen voor nieuwe
clinten. Mensen die voor 1 januari 2013 een ZZP 1 of 2 indicatie hebben gekregen behouden dit
recht. Per 1 januari 2014 is het zorgzwaartepakket 3 ook komen te vervallen (Overzicht
wijzigingen AWBZ en Wmo, 2016).

Wet Maatschappelijke ondersteuning (WMO)


Vanaf 1 januari 2015 zijn de gemeentes verantwoordelijk voor de ondersteuning thuis. Het is de
bedoeling dat mensen zo lang mogelijk in hun thuissituatie kunnen blijven wonen en zelfredzaam
blijven. Iedereen in Nederland kan aanspraak maken op hulp en/of hulpmiddelen. Dit is geregeld in
de Wmo (Mansour, 2015).
De voorzieningen die geregeld zijn in de WMO zijn:

begeleiding en dagbesteding;

ondersteuning om de mantelzorger tijdelijk te ontlasten;

een plaats in een beschermde woonomgeving voor mensen met een psychische stoornis

opvang in geval van huiselijk geweld.


Wet Langdurige Zorg (WLZ)
Per 1 januari 2015 is Algemene Wet Bijzonder Ziektekosten (AWBZ) komen te vervallen. In plaats
hiervan is de Wet Langdurige Zorg (WLZ) gekomen.
Mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben kunnen beroep doen op
deze wet. Hiervoor is wel een WLZ-indicatie nodig. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) bepaalt
of de persoon in aanmerking komt voor deze indicatie. Het CIZ beoordeelt onafhankelijk (is niet
verbonden aan een verzekeringsmaatschappij) hoeveel en welke zorg er nodig is (Mansour, 2015).
Prognose
Door gewijzigd beleid en strengere toelatingseisen worden ouderen gedwongen om
verzorgingshuizen te verlaten en/of zelfstandig te wonen. Volgens Het Kadaster kan er ongeveer
drie miljoen vierkante meter aan verpleeg- en verzorgingshuizen, verspreid door heel Nederland,
leeg komen te staan als deze ontwikkeling zich voortzet.

Welke werkvormen worden er gebruikt?


1. Korte verhalen/casussen
In het begin van de workshop zal er gebruik gemaakt worden van korte verhalen/casussen. Het
doel hiervan is de studenten meteen de ernst van de situatie in te laten zien. Door de casussen
hopen we dat we het probleem meteen beelden maken zodat studenten het zouden kunnen
betrekken op situaties die ze zelf wel eens meegemaakt hebben of van hebben gehoord.
Vervolgens zullen we vertellen wat het onderwerp van de workshop is en wat het doel is van de
workshop.
2. Ervaringsgericht leren.
Voordat we gaan beginnen aan de inhoud krijgen alles studenten of een blinddoek of watjes. De
watjes moeten in de oren en de blinddoek voor de ogen. We pakken dus een stuk ervaringsgericht
leren. Door te ervaren hoe lastig het kan zijn om niet te zien of niet goed te horen is het makkelijk
te begrijpen wat voor gevolgen die kan hebben voor je sociale contacten of het sociaal isolement
waar veel ouderen in zitten.
3. Discussie/interactieve werkvorm
Tijdens het presenteren van de inhoud proberen we de studenten ook vragen te laten
beantwoorden. Zo voelen ze hoe lastig of anders het is om een interactie aan te gaan met een
bepaalde fysieke handicap. Na het presenteren van de inhoud mogen alle studenten de handicap
verwijderen. Er zal dan een gesprek komen over de invloed die de handicap met zich mee bracht.
Hierbij zullen wij een aantal vragen stellen en de studenten stimuleren om hierover in gesprek te
gaan met elkaar.
4. Filmpje
Na deze discussie zullen we een filmpje laten zien van iemand die in een bejaardentehuis woont.
Hiermee laten we de studenten zie hoe het is om met ouderen in hetzelfde gebouw te wonen.
Hoeveel contact hebben jong en oud nu eigenlijk samen? En waarom zou iedere jongeren dit
moeten proberen? Het geeft een beeld van de realiteit.
5. Korte verhalen/casussen
We pakken nu weer dezelfde werkvorm als in het begin om de workshop positief te beindigen.
Deze keer pakken we succesverhalen/casussen om de jongeren te laten zien wat het positieve
effect is van jong en oud samen brengen.

Programma workshop
Informatieve inleiding
Korte stukjes + gebeurtenis over eenzame ouderen (5 minuten)
Het doel hiervan is om meteen een statement te maken over de ernst van eenzaamheid.
Inhoud
-

(10 minuten)
Jongeren en studeren;
Ouderen en sociaal isolement;
Leegstand verzorgingstehuis;
Waarom jong en oud samen moeten wonen.

Discussie (5 minuten)
Alle studenten krijgen tijdens het vertellen van de inhoud een handicap. Er kan gekozen worden uit
blind zijn of slecht horen. Na het vertellen van de inhoud zullen we een aantal vragen stellen over
de ervaringen die studenten hadden met betrekking op de handicap die ze hadden. Hierin wordt er
een koppeling gemaakt met eenzaamheid/sociaal isolement.
Interactief onderdeel
Filmpje interview (8 minuten)
Hoe is het nu om in een verzorgingstehuis te wonen? Een interview met een jongeren (23) die daar
nu een jaar woont.
Slot

10

Positieve verhalen + gebeurtenissen over ouderen die niet eenzaam zijn. (2 minuten)

11

Literatuurlijst

Berg, F. van den. (2016) Van Zorghotel Tot Wereldhuis: Waar Werk Jij Straks? Zorginstellingnieuwe-stijl
BTSG bibliotheek. (2016, 3 januari). Overzicht wijzigingen AWBZ en Wmo. Geraadpleegd op, 14
oktober, 2016, van http://www.btsg.nl/infobulletin/wijzigingen-awbzwmo-2013.html
Brugman, L. (2014). Leegstand, herbestemming en verzorgingshuizen: een verkenning door de
oogharen heen. Geraadpleegd op, 14 oktober, 2016, van
http://www.binnenlandsbestuur.nl/Uploads/2014/12/artikel-zorgvastgoed-barometer--2
.pdf
Cacioppo, J. T., & Patrick, W. (2008). Loneliness: Human Nature and the Need for Social
Connection. New York City, Verenigde staten: W.W. Norton & Company.
CBS. (2013). Internetgebruik ouderen fors toegenomen. Geraadpleegd op:
https://www.cbs.nl/nl- nl/nieuws/2013/50/internetgebruik-ouderen-fors-toegenomen
Dubbeling, D.J.(december 2015). Uitbreiden of vervangen van studentenwoningen? Nieuw
studievoorshot kan student thuishouden. Geraadpleegd op:
http://repository.tudelft.nl/islandora/object/uuid:e35960df-1c79-4faa-ba7379ea260cb6b8/?collection=research
Eijkeren, M. van. (2015) Psychopraktijk , doi:10.1007/s13170-015-0053-5
Elsen, W. van den. (2015, 22 april). Studenten wonen in verzorgingshuis. Geraadpleegd van
https://www.zorgvisie.nl/huisvesting/nieuws/2015/4/studenten-wonen-in-verzorgingshuis1750561w/
Geelen, R. (2016) Eenzaamheid, doi:10.1007/s12632-016-0017-0
Goes, R. (z.d.). Leegstandrisico van verzorgingshuizen. Geraadpleegd op, 14 oktober, 2016, van
http://www.kcwz.nl/doc/zorgvastgoed/Leegstandsrisico-in-verzorgingshuizen-reactie.pdf
Groen, H. (2016). Pogingen iets van het leven te maken. Het geheime dagboek van Hendrik Groen
83 jaar,. Amsterdam, Nederland: Meulenhoff.
Klaasen, M. (2015) De invloed van de invoering van het studievoorschot op de intenties van
scholieren en studenten met betrekking tot het maken van studie gerelateerde keuzes.
Geraadpleegd op: 06 oktober , 2016, van http://essay.utwente.nl/67995/
Loos, E. F. (2012, 22 mei). Toegankelijke gezondheidsinformatie: een kwestie van leeftijd?,
doi:10.1007/s12439-012-0011-3
Machielse, A (2006). Sociaal isolement of maatschappelijk actief. Geron, Tijdschrift over ouder
worden en maatschappij, 2, 8-10.
Machielse, A. (2006). Theories on social contacts and social isolation. In: Hortulanus, R., Machielse,
A. & Meeuwesen, L., Social isolation in modern society, pp. 13-36. London/New York:
Routledge.
Machielse, A. (2011). Sociaal isolement bij ouderen: een typologie als richtlijn voor effectieve
interventies. Journal of Social Intervention: Theory and Practice
Machielse, A. (2011). Bestrijding van sociaal isolement bij ouderen. In: Openbaar Bestuur,
Tijdschrift voor beleid, organisatie en politiek 21(9), pp. 18-22
Mansour, S. (2015). Regelgeving. Geraadpleegd op, 14 oktober, 2016, van
http://gztshadymansour.weebly.com/regelgeving.html

12

Manting, D. Van. (2015). De stad: magneet, roltrap en spons. Bevolkingsontwikkelingen in stad en


stadsgewest. Den Haag, Nederland: Planbureau voor de Leefomgeving.
Ploeger, D. Skipr (2016) Jonge buren brengen leven in de brouwerij ,doi:10.1007/s12654-0160083- 8

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. (2014, 14 april). Bijna veertig procent van de
volwassen Nederlanders voelt zich eenzaam. Geraadpleegd op,
http://www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Algemeen_Actueel/Nieuwsberichten/2013/
Bijna_veertig_procent_van_de_volwassen_Nederlanders_voelt_zich_eenzaam
Rijksoverheid.(2015). Inwerkingtreding wet studievoorschot hoger onderwijs. Geraadpleegd op, 02
oktober, 2016, van
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/studiefinanciering/documenten/brieven/2015/0
4/01/inwerkingtreding-wet-studievoorschot-hoger-onderwijs.
Solink. (2016) Financin voor studenten. Geraadpleegd op, 01 oktober,2016, van
http://solink.nl/studenten/financien/
Steptoe, A., Shankar, A., Demakakos, P., & Wardle, J. (2013, 25 maart). Social isolation, loneliness
and all-cause mortality in older men and women.. Geraadpleegd op, 03 oktober, 2016, van
http://www.pnas.org/content/110/15/5797.full?tab=author-info
Versteegh, E., & Westerhof, G. J. (2007, februari). Wederzijdse stereotypen van jongeren en
ouderen en hun relatie met zelfbeeld en zelfwaardering. Geraadpleegd op, 04 oktober,
2016, van www.bsl.nl/shop/tijdschrift-voor-gerontologie-en-geriatrie-0167-9228.html
Zorgkaart Nederland. (2016). 2346 verpleeghuizen en verzorgingshuizen in Nederland.
Geraadpleegd op, 14 oktober, 2016, https://www.zorgkaartnederland.nl/verpleeghuisen- verzorgingshuis

13

Bijlage 1: Plan van aanpak


Groepsleden & opleiding
Student
Shady Mansour
Nihal Yazidi
Marloes Veenstra

Opleiding
Gezondheidzorgstechnologie
Verpleegkunde
Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Persoonlijke leerdoelen
Marloes
1.
2.

Tijdens de workshop kan ik duidelijk en rustig spreken zodat iedereen mijn uitleg in een
keer begrijpt.
Aan het eind van deze periode kan ik een wetenschappelijk schrijfstijl en taalgebruik
hanteren zodat de informatie professioneel en prettig leesbaar overkomt.

Nihal
1.
2.

Gedurende het project ben ik in staat om vaker samen te werken mijn projectgenoten.
Aan het einde van deze periode ben ik in staat om het verhaal te kunnen schrijven dat een
samenhangend geheel is.

Shady
1. Ik doel aan het eind van dit project in staat te kunnen zijn, me aan mijn eigen deadlines te
kunnen houden.
2. Ik wil tijdens deze workshop meer input hebben in het sturen van het project. Dit kan door
middel van afspraken die ik vaststel met mijn groep zodat ik mezelf organisatorisch te kan
ontwikkelen.

Definitieve keuze onderwerp


De eerste week is er gebrainstormd over een onderwerp voor de workshop. De eerste keus was:
Jongeren/studeten wonen samen met ouderen (65+) in verzorging tehuis, huis of flat.
Er is op zoek gegaan naar informatie over dit onderwerp en er bleek veel informatie over te vinden.
Daarnaast hadden we een contactpersoon die in een woning met ouderen woont. Er is daarom ook
meteen voor dit onderwerp gekozen en er is niet verder gekeken naar andere onderwerpen. In
samenspraak met de docenten is besloten dat het niet nodig was om nog naar andere onderwerpen
te zoeken.

Koppeling met de minor Active Ageing


Hoe worden we zo gezond mogelijk oud? Tijdens de lessen van Lowie kwam naar voren dat het
hebben van sociale contacten van belang is voor het welzijn. Als ouderen met jongeren worden
gekoppeld, betrek je ouderen meer bij de maatschappij.
Hierdoor krijgen ouderen weer het idee dat ze meedoen. Daarnaast ontstaat er een vorm van
sociale cohesie tussen de. Ze komen meer in contact met andere mensen wat
eenzaamheid/depressie tegen kan gaan.

Doel workshop
Het promoten van het wonen in een huis met ouderen door jongeren te laten ervaren hoe het kan
voelen om eenzaam en afhankelijk te zijn van anderen.

14

Kernvraag: Is het samenwonen van jongeren en ouderen de oplossing voor sociale isolatie en de
leegstand van verzorgstehuizen.
Deelvragen:
Wat is het voordeel voor studerende jongeren?
Hoe komt het dat er zoveel verzorgingstehuizen leeg staan?
- Waarom moeten jong en oud juist samenwonen?
Sociaal isolement: wat houdt het in?

15

Bijlage 2: Draaiboek workshop


Informatieve inleiding
Korte stukjes + gebeurtenis over een eenzame ouder (5 minuten)
We willen in het begin meteen een soort statement maken over de eenzaamheid onder de ouderen.
Dit doen we in de vorm van een aantal korte verhaaltjes/nieuwsberichten aan te halen over
eenzame ouderen.
Verschillende casussen die voorgelezen worden:

Vrouw wordt 10 jaar na dood gevonden in woning Rotterdam. De vrouw moet 74 jaar
geweest zijn toen ze is overleden. Ze is gevonden door bouwvakker die in het huis moeten
zijn.

Man (53) drie jaar na zijn dood gevonden in zijn woning. Niemand had iets door omdat de
huur nog wel betaald werd. Dit liep namelijk via automatische incasso.

Agnes (75) heeft een mantelzorger die eigenlijk niet haar echte familie is. Op een gegeven
moment is de mantelzorger het zat, ze heeft er geen zin meer in. Agens zit nu al twee
dagen met een niet verschoonde broek en heeft al een dag niets gegeten.

Dit is vrij droge stof en daarom geven we alle studenten een handicap. Er mag gekozen worden
tussen niet goed horen of niets meer zien. Of studenten krijgen watjes in hun oren of ze krijgen
een blinddoek om. Het doel hiervan is om de studenten te laten ervaren hoe het is als je dus
inderdaad niets meer ziet of niet goed hoort.
Wat doet dat met je? Zou zon fysieke beperking ook invloed kunnen hebben op eenzaamheid of
het minder/niet aangaan van sociale contacten? Dat zijn allemaal vragen die we na het presenteren
van de inhoud zullen vragen. We willen het presenteren van de inhoudt wel een beetje interactief
houden dus we zullen af en toe wat vragen stellen. Hierdoor voelen studenten nog beter hoe het is
als je stof niet kan volgen. Of hoe het voelt om te vragen of iemand iets kan herhalen.
Inhoud (10 minuten)
De theoretische inhoudt van het handboek zal hier verteld worden.
Discussie
Vragen die gesteld kunnen worden?
Hoe begeleid je nu een discussie?
Filmpje interview 7min
Slot: Positieve verhalen van ouderen die in de flat.

Hij woont in het verzorgingstehuis, maar hij scheelt gemiddeld 90 jaar met zijn
medebewoners. Eron is een maand oud en daarmee de jongste bewoner van de Molenhof
in Zwolle. Heeft hij toch ineens een heleboel omas!

Een van de bewoners in het verzorgingstehuis dwaalt s nachts vaak door de gangen. Na
het stappen heeft Jordi (student) een wijntje gedronken met de bewoner en haar daarna
terug in bed gelegd.

De jongeren brengen weer een beetje leven in de brouwerij. Lekker samen spelletjes doen
of wandelen als het mooi weer is. Nu schiet dat er vaak bij in, omdat de verzorging geen
tijd heeft.

16

Bijlage 3: Samenwerking

Voor het uitwerken van deze workshop hebben we samengewerkt in een multidisciplinair team.
Nihal studeert Verpleegkunde, Shady studeert Gezondheidszorgtechnologie en Marloes studeert
SPH. In het begin gingen we erg goed van start. Het idee voor de workshop was al erg snel
gevonden en iedereen was het hier unaniem mee eens. De sfeer in de groep was ook meteen goed.
Iedereen luisterde naar elkaars inbreng en alles werd in overweging genomen. Belangrijke
besluiten die we moesten maken gebeurde altijd in overleg. We hebben eigenlijk tijdens de hele
samenwerking niet veel nadruk gelegd op deadlines en planning. Hierdoor moesten we de laatste
week flink wat inhalen. Achteraf hebben we dan ook allemaal geconcludeerd dat we de volgende
keer een duidelijke planning moeten maken en elkaar wat strengen aan moeten spreken op de
deadlines. Tijdens de lesmomenten op school werd er veel gebrainstormd en het daadwerkelijk
typen en uitwerken deed iedereen individueel. Het was misschien een goed idee geweest om wat
meer vaste momenten in te plannen om face to face samen te werken.
Er is tijdens de samenwerking wel een soort taakverdeling ontstaan. Iedereen is verantwoordelijk
voor zijn/haar eigen toebedeelde stuk. Daarnaast zijn er nog specifieke taken toebedeeld. Shady
heeft het verslag nagekeken op spelling en zinsopbouw. Nihal heeft de bronnen verwerkt en
Marloes was verantwoordelijk voor de vormgeving van het verslag.

Planning
Weken
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5

Week 6
Week 7
Week 8

Wat hebben we gedaan?


Brainstormen onderwerp
Leerdoelen opstellen en plan van aanpak
afmaken.
Wetenschappelijke artikelen zoeken en deze
uitwerken volgens de opdracht die op
Blackbord staat.
Deelvragen verdeeld en een start gemaakt met
het handboek.
Iedereen moet zijn onderdelen van het
handboek afhebben zodat we die van elkaar na
kunnen kijken.
Vormgeving van handboek moet af zijn zodat
we daar in kunnen werken.
Inhoud van de workshop bedenken. Welke
werkvormen gaan we gebruiken?
Het handboek moet helemaal compleet zijn.
Interview afnemen met een jongeren die in
een verzorgingstehuis woont.
Workshop geven.

17

Bijlage 4: Notulen
Notulen 1e bijeenkomst workshop

31-8-2016

Aanwezig:
Nihal El Yazidi
Shady Mansour
Marloes Veenstra
Voor deze periode moeten we een workshop gaan verzorgen voor de klas aan de hand van een zelf
gekozen onderwerp. Er is niet lang gebrainstormd in de groep omdat wij al snel een onderwerp
hadden dat goed was.
Er is gekozen voor het onderwerp:
Ouderen en jongeren die samen wonen in een flat of verzorgingstehuis.
We moeten een handboek gaan maken maar wat komt daar nu in? Hoe komen we aan informatie?
Er is gebrainstormd en er kamen een aantal punten naar boven.
-

We moeten het werkveld betrekken. Dit willen we doen door middel van een interview.
Marloes kent iemand die met ouderen woont in een flat.
Misschien kunnen we de gemeente benaderen over deze projecten?
Misschien ook wat ouderen interviewen over hun ervaringen?
Waarom is deze manier van wonen goed? Waarom werkt het?
Wat zijn de kosten van zon project?
Doel workshop is pleidooi houden voor het wonen met ouderen en in de workshop willen
we dat onder andere doen door de studenten de laten ervaren hoe het is om eenzaam te
zijn.

De laatste vraag die we ons moeten afvragen komende week is: wat willen we dat andere van dit
onderwerp weten?
Er is ook een poster gemaakt die we aan de klas hebben gepresenteerd. Er kwamen geen vragen
ook niet van de docent dus we hebben een goed onderwerp te pakken.
Afspraken voor volgende week:
We gaan allemaal minimaal n nieuwsbericht zoeken over dit onderwerp.
Plan van aanpak opsturen voor 2 september naar Inge.

Notulen 2e bijeenkomst

7-9-2016

Aanwezig:
Marloes
Een tip om mee te beginnen: Opdrachten die je moet doen staan bij de week erna!
Deze bijeenkomst ging het om het opzoeken van literatuur en het opstellen van je doelen. Per
persoon moet je twee leerdoelen opstellen. Deze komen terug in je handboek.
In het handboek moeten minimaal 10 bronnen zitten. Dit moeten onderzoeksrapporten of
wetenschappelijk artikelen zijn.
Waar kun je dit soort bronnen vinden?
Pupmet
Springer
Cinall
Vilans
Zorg voor beter
Zorg en welzijn

18

Movisie

In je handboek moet duidelijk de link met de minor naar voren komen.


Het is ook van belang dat je de vraagstelling en het onderwerp gaat afbaken. Dat ging wat lastig
deze week omdat Nihal en Shady beide ziek waren. Er is wel gebrainstormd
Afbakenen onderwerp:
Kijken we naar ouderen die alleen wonen in bv een huis?
Kijken we alleen naar ouderen die in een aanleunwoning wonen bij een verzorgingstehuis?
Kijken we naar ouderen die echt in het verzorgingstehuis zelf wonen?
Hoe ervaren ouderen het samenwonen met jongeren of kijken we andersom? Hoe ervaren
jongeren het?
Kijken we naar eenzaamheid door te kijken naar de alledaagse bezigheden? Wat doet een
oudere zowel op een dag? Hoeveel sociale contacten heeft iemand? Waar bestaan die
contact momenten dan uit? Wanneer voel je je nu eenzaam als oudere?
Welke zoektermen heb ik gebruikt bij het zoeken in de les
Sociale kwetsbaarheid
Eenzaamheid
Jong en oud woont samen
Leestip van Inge: Het geheime dagboek van Hendrik Groen.
Afspraken:
Marloes geeft aan waar Nihal en Shady de opdracht voor volgende week kunnen vinden
Nadenken over persoonlijke leerdoelen
Allemaal n wetenschappelijk artikel zoeken en deze uitwerken volgens de opdracht bij
week 3

Notulen 3e + 4e bijeenkomst

14-9-2016 / 21-9-2016

Aanwezig:
Nihal El Yazidi
Shady Mansour
Marloes Veenstra
Deze twee notulen zijn samengevat omdat we in deze twee lessen voornamelijk zelfstandig
gewerkt hebben aan het zoeken van de juiste literatuur en het verwerken hiervan.
We hebben gezamenlijk 1 artikel uitgekozen om uitgebreid uit te werken. Dit hebben we bewust
gedaan omdat dit artikel ging over de overeenkomsten en verschillen tussen jongeren en ouderen.
Dit vonden we een interessante invalshoek voor het handboek. Na de 4 e bijeenkomst is dan ook
besloten dat hier een hoofdstuk van gemaakt zal worden.
Bron artikel: Versteegh, E. & Westerhof, G.J. GEEG (2007) 38: 24. doi:10.1007/BF03074821
Ook hebben we gekeken naar de andere literatuur die er is gevonden. Wat vinden we bruikbaar en
wat minder. Door het kijken naar de literatuur hebben we kopjes kunnen maken in het handboek.
Onderwerpen waar we ons op willen toespitsen:
Studerende jongeren hoe duur is het om op kamers te gaan. Vooral nu de
studiefinanciering een lening is geworden. Hoe zit het met het tekort aan
studentenwoningen? (Marloes)
Leegstand in verzorgingstehuizen hoe groot is dit probleem nu eigenlijk? Hoe komt het
dat er zoveel verzorgingstehuizen leeg staan? (Shady)
Sociaal isolement onder ouderen. Dit gekeken naar drie gebieden psychische, somatische
en sociale aspecten. (Nihal)
Waarom zouden jong en oud samen moeten wonen? De overeenkomsten en verschillen in
kaart brengen. (Marloes)

19

Afspraken:
Iedereen begint aan zijn eigen onderdeel en zet dit op Dropbox zodra dat klaar is.
Marloes neemt contact op met Femke zei woont in een verzorgingstehuis in Eindhoven. We
gaan een afspraak maken om haar te interviewen.

Notulen 5e bijeenkomst

28-9-2016

Aanwezig:
Nihal El Yazidi
Shady Mansour
Marloes Veenstra
Deze les hebben we wat meer gekeken naar de workshop zelf. Hoe gaan we dit vormgeven? Wat
zijn de doelen die we hebben met de workshop?
Doelen:
Aan het eind van de workshop weten de studenten van de mogelijkheid om samen te wonen met
jong en oud
Aan het eind van de workshop hebben de studenten ervaren hoe het zou kunnen voelen om in een
sociaal isolement te zitten.
Aan het eind van de workshop zijn alle studenten enthousiast over het samenwonen van jong en
oud!
Welke werkvormen zouden we willen gebruiken?
Een verhaalvorm werkt vaak goed vooral als je daar bepaalde emoties aan kunt koppelen.
We willen een filmpje maken van het interview.
We willen de workshop interactief houden dus misschien wat opdrachten erin verwerken
Idee: Elke student krijgt een handicap en dan moeten ze een opdracht uitvoeren. Denk hierbij aan
een boterham smeren of een kopje water drinken. Meteen bedachten we of we het doel ervaren
van een sociaal isolement dan wel goed te pakken hebben?
De workshop mag maximaal 35 minuten duren dat is inclusief kort nabespreken.
En belangrijk er moet iemand uit het werkveld aan het woord zijn. (hiervoor hebben we het
interview/filmpje)
Eventuele indeling workshop:
Korte stukjes/gebeurtenissen over een eenzame ouderen
Inhoud
Filmpje
Interactief onderdeel
Afspraken:
Voor vrijdag (30-10) moeten alle delen van het handboek af zijn en op Dropbox staan
zodat alles bij elkaar gezet wordt door Marloes.
Shady zal alle stukken doorlezen en nakijken op spelling en schrijfstijl.

Notulen 6e bijeenkomst

5-11-2016

Aanwezig:
Shady Mansour
Nihal El Yazidi
Marloes Veenstra
Shady heeft een To do list gemaakt er is onderling besproken wie wat zou gaan doen.

20

To-do-list

Titelblad (volgens Elling) (zie map overig op dropbox)

Voorblad (volgens Elling)

Inhoudsopgave

Hoofstukken toevoegen

Koppen van hoofdstukken verwerken

Pagina nummering

Inleiding
o

Wat is de link met de minor?

Bronnen volgens APA

Plan van Aanpak


o

Persoonlijke leerdoelen (Nihal en Shady)

Literatuur APA

Hoofdstuk 2
o

Tip: Elk onderwerp een apart hoofdstuk

Werken met koppen (makkelijker voor de inhoudsopgave)

APA

Leegstand verzorgingshuizen ontbreekt (Shady)

Hoofdstuk 3
o

Wat is de indeling van de workshop? (meer uitgewerkt)

Doel?

Wat zijn onze deelvragen?

Literatuurlijst
o

APA!

Overige taken

Spellingscheck
Inhoudelijk controleren
Conclusie?

Van alle hoofdstukken een geheel maken


Afspraken:
Voor maandag 10-10 stuurt Nihal het concept handboek op naar Inge
Volgende week maandag gaat de les niet door maar werkt iedereen zelfstandig
Woensdag 12-10 om 13.00 uur interview afnemen bij Femke in Eindhoven.

21

Vous aimerez peut-être aussi