Vous êtes sur la page 1sur 35

De grote Immoweb-enqute 2011:

De Belgen en hun huis


Immoweb heeft samen met Netto van De Tijd een grote nationale enqute georganiseerd om de
relatie van de Belgen met hun woning te analyseren. De vragen werden gesteld aan de gebruikers van
Mijn Immoweb en de lezers van Netto tussen 1 en 15 augustus 2011.
De enqute werd online afgenomen en omvatte 130 vragen.
We verzamelden in totaal 15.085 antwoorden (enqute 100% volledig ingevuld).
Alleen de volledig ingevulde vragenformulieren werden geanalyseerd.
Onze steekproef is globaal beschouwd representatief, weliswaar met een lichte oververtegenwoordiging
van Brussel.
Van de 15.085 personen die hebben deelgenomen aan de enqute, woont:
54% momenteel in Vlaanderen
32% momenteel in Walloni
14% momenteel in Brussel
De leeftijdscategorien zijn correct vertegenwoordigd in verhouding tot het Belgische gemiddelde, met
een lichte ondervertegenwoordiging van de leeftijdscategorie van 20 tot 30 jaar.
Deelnemers aan de enqute tussen 20 en 30 jaar: 19%
Deelnemers aan de enqute tussen 30 en 39 jaar: 26%
Deelnemers aan de enqute tussen 40 en 60 jaar: 55%

GROTE ENQUETE 2011 - Page 1

1. Inleiding
45% van de Belgen die deze enqute invulden, is jonger dan 40. Bovendien stellen we vast dat bijna 25%
van de Brusselaars die hebben deelgenomen aan de enqute, jonger zijn dan 30.

43% van de Belgische huishoudens onder de 30 jaar haalt geen maandelijks netto inkomen van 2.000
euro, voor 30-39-jarigen is die verhouding 28%, boven de 40 is het 27%.
De veertigplussers zijn het meest welgesteld: 20% van hen heeft een inkomen per gezin van meer dan
4.000 netto per maand.
62% van de Limburgse gezinnen beschikt over een inkomen tussen 2.000 en 4.000 netto per maand
tegenover 45% van de Brusselse gezinnen.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 2

Karakteristieken van de typische Belgische woning


Meer dan n huurder op twee beschikt over een oppervlakte tussen 51 en 100 m (tegenover 1
eigenaar op 5) en 8% heeft minder dan 50 m, vooral in Brussel. De huurders die in Brussel wonen leven
dus op een kleinere oppervlakte dan de rest. De huurders leven meestal (66%) in een appartement dat
beschikt over 1 of 2 kamers.
Wat betreft de eigenaars, leeft 60% onder hen in een woning met een oppervlakte tussen 100 en 200
m. In 65% van de gevallen gaat het om een huis of een villa en in 76% van de gevallen heeft deze
woning minstens 3 kamers.
We merken dat de eigenaars bij een even grote woning over meer kamers beschikken dan de huurders.
41% van de huurders vindt dat hun woning in heel goede staat is, ten opzichte van 65% van de
eigenaars.
De eigenaars zijn dus tevredener over de staat van hun woning dan de huurders (net als over de isolatie
en de elektrische installatie). En het feit of ze al dan niet werken hebben uitgevoerd in hun woning heeft
geen invloed op deze mening.
10% van de ondervraagde huurders vinden dat ze in een onbewoonbare of grondig te renoveren
woning leven
Bijna 60% van de ondervraagde Belgen leeft in een woning die ouder is dan 30 jaar.
In Waals-Brabant vinden we het meeste villas met het grootste aantal kamers en de grootste
bewoonbare oppervlakte.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 3

2. DE HUURDERS
50% huurders in Brussel
Een van de ondervraagde Belgen op drie is huurder, met uitzondering van Brussel, waar dat aantal klimt
tot n op twee.
De meerderheid (58%) van de huurders vinden we terug bij de Belgen jonger dan 30. Statistisch gezien
vertegenwoordigen de 30- tot 40-jarigen het gemiddelde - 68% onder hen is eigenaar- en de 40-plussers
vertegenwoordigen het grootste deel 82% is eigenaar.
Bijna de helft van de huurders leeft alleen tegenover slechts 20% van de eigenaars.
30% van de huurders zijn vrijgezel terwijl 55% van de eigenaars getrouwd zijn.

Een huurder heeft gemiddeld 1 kind en een eigenaar 1,5 kinderen.

Huurders verhuizen om de 5 jaar


Een huurder verhuist gemiddeld om de 5 jaar. Dit gemiddelde varieert wel volgens de provincie en de
leeftijd van de huurder.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 4

Gemiddeld 1.000 per maand voor huur en kosten


De Belgische huurders betalen gemiddeld 622 per maand aan huur. In de provincie Luik zijn de
huurprijzen het laagste ( 516) en in Waals-Brabant het hoogst ( 769).
De maandelijke kosten (gemeenschappelijke lasten, energie, verzekeringen en telefoonkosten geen
gsm) lopen gemiddeld op tot 398, met Limburg bovenaan de lijst ( 484) en Brussel op de laatste
plaats ( 326).
De gemiddelde huurder besteedt dus gemiddeld 1000 per maand om te kunnen wonen.
In Oost-Vlaanderen betalen de Belgen het meeste voor de elektriciteit: 79 per maand.
In West-Vlaanderen betalen de Belgen het meeste voor hun telecom: 68 per maand.
In Waals-Brabant betalen de Belgen het meeste voor hun woningverzekering : 48 per maand.
En in Luxemburg betalen de Belgen het meeste voor hun verwarming: 99 per maand.

En huurder op zeven besteedt meer dan de helft van zijn inkomen aan huur
Voor 31% van de Belgen bedraagt de huur een derde van het gezinsinkomen.
Voor 15% van de Belgen bedraagt de huur de helft of meer dan de helft van het gezinsinkomen. Dit
komt vooral voor in Brussel.
Voor 30% van de Belgen bedraagt de huur minder dan een kwart van het gezinsinkomen, wat vooral
voorkomt in West-Vlaanderen. Dit kan verklaard worden doordat er veel 60-plussers in deze provincie
wonen. Deze personnen hebben een hoger inkomen voor vaak een kleinere woning.
GROTE ENQUETE 2011 - Page 5

2 huurders op 3 willen eigenaar worden


70% van de ondervraagde huurders ziet zichzelf op termijn eigenaar worden.
Drie vierde denkt hier zelfs in te slagen binnen de twee jaar.
Van de 30% huurders die denken dat ze nooit eigenaar gaan worden, halen 2 op 3 financile redenen
aan.
Leeftijd en inkomen zijn de twee belangrijkste factoren om te overwegen eigenaar te worden.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 6

3. DE EIGENAARS
Slechts 29% van de Belgen jonger dan 30 jaar zou in staat zijn om geld te lenen
wanneer ze een woning willen kopen, en slechts 1% in Brussel?
Onze simulatie is gebaseerd op een hypothese waarbij de lening 80% bedraagt van de aankoopwaarde
van een pand (aankoopprijs + registratiekosten, namelijk 12% van de prijs), aan een vaste rente van 5%
en op een termijn van 20 jaar, voor de aankoop van een huis in de huidige provincie van de koper. De
gemiddelde prijzen van de panden per provincie komen uit het verslag Statbel Q2 2011.
Wanneer we als regel nemen dat de kosten voor de aflossing maximaal n derde van het
gezinsinkomen mag bedragen, is slechts 29% van de Belgen jonger dan 30 jaar in staat om geld te lenen
om een woning te kopen, tegenover 38% voor de 30 tot 40-jarigen.
Als we gaan vergelijken per provincie, merken we dat slechts 1% van de Brusselaars onder de 30 jaar zou
kunnen lenen om een huis te kopen. Henegouwen is daarentegen de provincie waar mensen jonger dan
30 het gemakkelijkste kunnen lenen om een huis te kopen.
Om toch een woning te kunnen kopen, merken we dat de Belgen kiezen voor een langere
aflossingsperiode. De 30 tot 40-jarigen nemen een lening op 25 jaar, degenen jonger dan 30 zelfs op 30
jaar.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 7

68% eigenaars
68% van de ondervraagde Belgen zijn eigenaar. We vinden proportioneel gezien het meeste eigenaars
terug in Limburg (80%) en in West-Vlaanderen (79%).

GROTE ENQUETE 2011 - Page 8

De Limburgers zijn Belgisch kampioen eigenaar zijn, maar hebben ook de


langste looptijd voor hun lening.
Als we de uitzonderlijke situatie van Limburg en zijn hoog aantal eigenaars eens van dichterbij bekijken,
merken we op dat de Limburgers, om een woning te kunnen aanschaffen, op langere termijnen gaan
lenen. Ze kopen ook vaker als koppel.

Vlamingen vaker eigenaar dan Walen ?


In Vlaanderen treffen weproportioneel gezien meer eigenaars dan in Walloni, met respectievelijk 74%
tegenover 67%. Ook worden ze vroeger eigenaar (43% van de Vlamingen zijn al eigenaar net voor hun
dertigste ten opzichte van 37% van de Franstaligen), ongeacht hun inkomen.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 9

Eerste aankoop op de leeftijd van 31 jaar


De gemiddelde leeftijd voor een Belg om een woning te kopen ligt op 31 jaar, maar we stellen vast dat
er regionale verschillen zijn. Zo kopen Vlamingen bijvoorbeeld later dan Walen.

25% Nieuwbouw
Globaal zegt 25% van de eigenaars dat ze hun woning hebben laten bouwen. Dat percentage varieert
sterk naargelang de provincie. In Brussel zijn de eigenaars die een woonst lieten bouwen het minst
talrijk met 6%, in tegenstelling tot Limburg waar 39% hun woning liet bouwen.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 10

37% van de eigenaars is niet aan zijn proefstuk toe. En eigenaar op vier
verkoopt zijn woning om een nieuwe te kopen.
Gemiddeld 63% van de ondervraagde eigenaars verklaart dat hij in zijn eerste eigen woning woont. Dit
percentage varieert volgens de leeftijd, aangezien 91% van de eigenaars jonger dan 30 aangeven dat het
hun eerste woning is, tegenover 55% van de 40-plussers.
Onder de37% van de Belgische eigenaars die aangeven dat het al hun tweede eigen woning is waarin ze
wonen, verklaart 64% van hen dat ze hun eerste woning hebben verkocht om de volgende te kunnen
kopen.
In Henegouwen verkopen eigenaars het vaakst hun vorige woning om zich een nieuwe te kunnen
aanschaffen.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 11

Leningen : Walen lenen meer dan Vlamingen


Gemiddeld leent een Belg op een periode van 20 jaar, aan een vaste rentevoet, met een partner en
moet hij nog 15 jaar afbetalen.

De vaste rentevoet blijft het meeste succes hebben (54% koos hiervoor bij een aankoop tussen 2009 en
2011), maar toch daalt het marktaandeel, vooral ten voordele van de variabele rentevoet (30% koos
hiervoor tussen 2009 en 2011).
Franstaligen blijven eerder trouw aan de vaste rentevoet dan Nederlandstaligen (68% tegenover 62%).
De ondervraagde Belgen kopen meestal een woning samen met een partner. Toch koopt 20% van de
Belgen alleen, vaker in Walloni dan in Vlaanderen.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 12

30% van de Belgen leent tussen 75 en 100% van de waarde van hun huis. We merken een sterke
evolutie op van Belgen die meer dan 100% van de verkoopprijs lenen (een verdubbeling tussen de
periode 2000-2005 en 2009-2011). De Belgen lenen steeds hogere bedragen .
Zo merken we bijvoorbeeld op dat in Vlaanderen (behalve in Limburg) het aantal leningen voor 100% of
meer van de waarde van de woning tweemaal lager ligt dan in Walloni. Dit kan samenhangen met het
feit dat de leeftijd voor een eerste aankoop hoger ligt in Vlaanderen.

We merken ook dat Franstaligen een groter deel van de verkoopprijs lenen dan Nederlandstaligen. Er
zijn namelijk 11% van de Franstaligen die meer dan 100% van de waarde van hun woning lenen,
tegenover 5% bij de Nederlandstaligen.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 13

Belang van de eigen middelen en het steuntje in de rug


De gemiddelde Belg betaalt tussen 10 en 20% van de koopsom met eigen middelen.
De Belg onderhandelt steeds minder bij de aankoop van een woning. Tijdens de jaren 70 onderhandelde
nog 74% over de prijs, ten opzichte van 40% vandaag. Bovendien vermindert het aantal Belgen dat meer
dan 15% op de verkoopprijs heeft kunnen afdingen systematisch.
4% van de Belgen verklaart een deel van de verkoopprijs van hun woning in het zwart te hebben
betaald voor een woning die aangekocht werd tussen 2009 en 2011, ten opzichte van 10% in de jaren
90. In de meeste gevallen (68%) bedraagt het deel dat in het zwart werd betaald minder dan 10%. Ook
hier zien we een daling.
37% van de Belgen geven aan dat ze bij de aankoop van hun woning een steuntje in de rug hebben
gekregen van een ouder of een ander familielid. De financile steun bedraagt in 35% van de gevallen
minder dan 10% en in 33% van de gevallen tussen 10 en 20%.
Met 45% worden de Brusselaars het vaakst financieel ondersteund door ourders bij de aankoop van een
woning, tegenover 31% in Henegouwen. Opmerkelijk is dat in 5% van de gevallen Brusselaars meer dan
50% van de aankoopprijs ontvangen.

We constateren dat met de jaren de financile steun afneemt, wat verklaard zou kunnen worden door
de snellere prijsstijgingen van vastgoed in vergelijking met opbrengst van spaaargeld.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 14

En derde meer lasten voor de eigenaars


De ondervraagde eigenaars betalen 33% meer dan de huurders voor het aflossen van hun lening (lasten
inbegrepen). De gemiddelde aflossing voor een lening incl. kosten liggen 33% hoger dan de gemiddelde
huur.
Opvallend is dat de huurprijs globaal genomen een groter deel van het gezinsinkomen uitmaakt bij de
huurders dan de terugbetalingen bij de eigenaars. Een verklaring daarvoor kan te vinden zijn in het feit
dat het inkomen van de huurders over het algemeen bescheidener is. Maar het is ook verbonden aan de
leeftijd en aan het alleen wonen, meer afgetekende tendenzen bij de huurders.
Bij woningen die even groot zijn, liggen de kosten voor energie bijna 30% hoger voor de eigenaars.
56% van de Belgen verwarmt met gas, 25% met stookolie, en 16% met elektriciteit. Mensen die
verwarmen met hout en steenkool (3% van de Belgen) geven de laagste kosten aan bij woningen van
gelijke grootte.

32% van eigenaars met meer dan n woning


32% van de ondervraagde Belgische eigenaars geeft aan dat ze nog ander vastgoed bezitten dan hun
hoofdverblijfplaats. Dat percentage stijgt tot 40% voor de veertigplussers. In Waals-Brabant vinden we
het grootste aantal Belgen die een of meerdere andere woningen bezitten (37%).

GROTE ENQUETE 2011 - Page 15

Bijna n eigenaar op 10 bezit een tweede verblijfplaats


9% van de ondervraagde Belgen beschikt over een tweede verblijfplaats. Voor de helft van hen bevindt
die verblijfplaats zich aan zee. We merken een verschil op tussen het noorden en het zuiden wat betreft
de keuze van de locatie van de tweede woning, want in het noorden bezit 60% een woonst aan zee
tegenover 30% in het zuiden.
30% van de Belgen die een tweede verblijfplaats bezitten, verhuurt die.
40% van de tweede verblijven werd gefinancierd met eigen middelen, tegenover 30% met een
hypothecair krediet. We stellen variaties vast in functie van het gewest. In Vlaanderen maken de Belgen
meer gebruik van eigen middelen (44%) en hypothecaire kredieten (32%) dan in Walloni,
respectievelijk 36% en 26%. In Walloni daarentegen wordt vaker gebruik gemaakt van erfenissen dan in
Vlaanderen, met 26% tegenover 11%.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 16

En eigenaar op 5 bezit een opbrengsteigendom


20% van de ondervraagde eigenaars geeft aan te beschikken over opbrengsteigendommen. In Limburg
vinden we het grootste aantal Belgen dat n of meerdere opbrengsteigendommen bezit.

Opbrengsteigendommen worden in 95% van de gevallen verhuurd


De Brusselaars financieren die opbrengsteigendommen grotendeels via hun groepsverzekering. De
Vlamingen hoofdzakelijk met eigen middelen (hun investeringen en beleggingen inbegrepen). De Walen
doen een beroep op erfenissen, hypothecaire kredieten en persoonlijke beleggingen.
We stellen een paar verschillen vast in de financieringsmethode voor een tweede verblijf of voor een
opbrengsteigendom. Erfenissen bijvoorbeeld vertegenwoordigen een groter aandeel in het geval van
een opbrengsteigendom dan bij een tweede verblijf.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 17

Financiering van tweede verblijven

Financiering van opbrengsteigendommen

GROTE ENQUETE 2011 - Page 18

Vastgoed : een winstgevende investering ?


50% van de ondervraagde eigenaars is van mening dat vastgoed een investering is die meer rendeert
dan andere investeringen.
In Oost-Vlaanderen vinden we het grootste percentage eigenaars die daarvan overtuigd zijn (59%). In
Henegouwen daarentegen denkt het kleinste percentage eigenaars dat vastgoed minder rendabel is dan
een andere investering, (7%).

Vastgoed als investering

Vastgoed als investering volgens leeftijd

GROTE ENQUETE 2011 - Page 19

Uitgevoerde werken
65% van de eigenaars heeft in de laatste 5 jaar werken uitgevoerd in hun woning. In meer dan de helft
van de gevallen doen ze een beroep op een geregistreerde aannemer. We stellen vast dat 35% van hen
de werken zelf uitvoert.
De werken vonden hoofdzakelijk plaats in de slaapkamers (52%), de keuken (52%) en de badkamer
(51%).

De eigenaars hebben ook genvesteerd in energiebesparing en duurzame ontwikkeling, voornamelijk


door werken uit te voeren als het vervangen van de ramen, het isoleren van het dak en het vervangen
van de verwarmingsketel.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 20

45% niet genteresseerd in de premies?


Van de eigenaars die thuis werken hebben uitgevoerd, verklaart bovendien 46% dat de premies die ze
hadden kunnen krijgen, geen enkele rol hebben gespeeld bij de keuze voor hun investering.

Het budget voor deze werken bedraagt in 38% van de gevallen tussen de 10.000 en 30.000 euro.
Verder werden het budget en de timing volgens hen globaal genomen gerespecteerd in respectievelijk
87% en 79% van de gevallen.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 21

4. TEVREDENHEID
Hoe kiest de Belg zijn woning ?
De ligging van de woning lijkt alle stemmen te krijgen bij de keuze voor een woning, gevolgd door de
grootte en de bereikbaarheid ervan (makkelijke toegang tot de woning). Onderaan het lijstje zien we
het sociaal gemengde karakter en de taal die in de gemeente wordt gebruikt, wat voor de Belgen minder
belangrijke criteria blijken.

Huurders zijn weinig gevoelig voor de stijl van het pand, Brusselaars vinden mobiliteit belangrijk.
De bouwstijl is een criterium dat een grotere rol speelt voor eigenaars dan voor huurders. Daarnaast
merken we op dat bepaalde criteria in functie van de provincie belangrijker worden dan andere. Dat is
bijvoorbeeld het geval in Brussel, waar mobiliteit en het sociaal gemengde karakter belangrijker zijn, en
in Waals-Brabant, waar proportioneel gezien meer belang wordt gehecht aan de taal die in de gemeente
wordt gesproken dan in andere provincies.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 22

En zijn ze tevreden?
Over het algemeen zijn de eigenaars tevredener over de algemene staat van hun woning dan de
huurders.
41% van de Belgische huurders verklaart dat hun woning in zeer goede staat is, en 28% zegt dat ze moet
worden opgefrist.
Omgekeerd verklaart bijna 10 % dat hun woning grondig moet worden gerenoveerd of dat ze zelfs
onbewoonbaar is.

De eigenaars hebben dan weer meer vertrouwen in de staat van hun huis, want 65% van de Belgische
eigenaars vindt dat zijn woning in zeer goede staat is, en 18% vindt dat ze moet worden opgefrist.
Niettemin denkt 3% dat hun woning grondig moet worden gerenoveerd.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 23

Goed gesoleerd ?
Er is ook een verschil tussen eigenaars en huurders wat betreft de tevredenheid over de isolatie van hun
woning. Slechts 16% van de huurders vindt hun woning zeer goed gesoleerd, tegenover 29% bij de
eigenaars.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 24

En de elektriciteit ?
Over de elektrische installatie vindt 27% van de huurders dat ze in zeer goede staat is tegenover 51%
van de eigenaars.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 25

Verder heeft het feit dat eigenaars werken hebben uitgevoerd aan de isolatie en elektriciteit in hun
woning geen invloed op hun indruk over de staat van hun woning.
Wat betreft de staat van de keuken en het sanitair, vindt 28% van de huurders dat die zeer goed is
tegenover 56% van de eigenaars.

Eigenaars over het algemeen tevreden


De meerderheid van de Belgische eigenaars is tevreden over hun woning. 13% geeft ze 10 op 10, terwijl
de meerderheid (30%) kiest voor een 8 op 10.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 26

Ze zijn ook tevreden over de verschillende omgevingscriteria, zoals hieronder gellustreerd.

Als we inzoomen op de criteria die in het algemeen zorgen voor de grootste tevredenheid, de buurt
(42%) en de makkelijke bereikbaarheid (47%), stellen we verschillen vast in functie van de provincie.
Het is zo dat de inwoners van Waals-Brabant het meest houden van hun buurt (53%), terwijl de
inwoners van Henegouwen het minst tevreden zijn over hun buurt.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 27

Over de bereikbaarheid van hun woning zijn de Brusselaars het meest tevreden (50%). In Waals-Brabant
vinden we het grootste percentage inwoners dat niet tevreden is over de bereikbaarheid van zijn
woonst.

Hoe zit het met de attesten?


We stellen vast dat 58% van de huurders niet weet of hun eigenaar een conformiteitsattest bezit voor
de elektrische installatie, tegenover 31% die antwoorden van wel. Het minst op de hoogte op dat gebied
zijn ze in Brussel (66% weet het niet), terwijl het grootste percentage inwoners dat positief antwoordt
zich in West-Vlaanderen bevindt.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 28

Van de eigenaars bevestigt 48% dat ze over een conformiteitsattest voor de elektrische installatie
beschikken. In Luxemburg bevestigen de meeste eigenaars dat (62%), terwijl blijkt dat het de Luikenaars
zijn die op dat gebied nog de meeste inspanningen moeten leveren: 27% verklaart dat ze niet over een
dergelijk attest beschikken.

Wat betreft het energieprestatiecertificaat, verklaart daarentegen 71% van de Belgische eigenaars er
geen te hebben. Die zijn het talrijkst in Brussel (84%), in Antwerpen vinden we dan weer het grootste
aantal eigenaars dat wel over dit certificaat beschikt.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 29

Bij n op vijf is er al eens ingebroken


19% van de ondervraagde Belgen verklaart al eens het slachtoffer te zijn geweest van een inbraak. We
stellen een klein verschil vast tussen eigenaars en huurders, want er wordt vaker ingebroken bij
eigenaars dan bij huurders, respectievelijk 21% en 14%.
We merken ook een verschil naargelang de provincies. In Brussel wordt het vaakst ingebroken, 25% van
de Brusselaars werd al eens het slachtoffer van een inbraak, terwijl we in Luxemburg en in OostVlaanderen het kleinste percentage slachtoffers van inbraken optekenen.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 30

5. TOEKOMSTVERWACHTINGEN
9 Belgen op 10 overtuigd van groei vastgoedmarkt
Bijna 9 op de 10 ondervraagde Belgen denken dat hun woning in waarde zal stijgen in de komende 10
jaar. We stellen vast dat de personen jonger dan 30 optimistischer zijn op dat vlak (94%) dan de
zestigplussers, waarvan nog maar 83% dit denkt.
Deze indruk is over het geheel genomen gelinkt aan hun perceptie van de evolutie van de
vastgoedmarkt, en niet zozeer aan de waarde van hun woning zelf.
Bijna 9 op de 10 Belgen hebben ook vertrouwen in hun capaciteit om hun lening terug te betalen/hun
huur te betalen. We merken opnieuw een verschil op in functie van de leeftijd: bijna 20% van de
personen jonger dan 30 is ongerust over hun terugbetalingen in de toekomst, tegenover 10% van de
vijftigplussers.
De huurders (des te meer als ze ouder zijn) hebben proportioneel gezien minder vertrouwen dan de
eigenaars met betrekking tot hun capaciteit om de huur te betalen, met respectievelijk 72% en 95%
vertrouwen.
In West-Vlaanderen vinden we het grootste percentage Belgen dat vertrouwen heeft in hun
toekomstige terugbetalingen (92%), in Brussel heeft men het minste vertrouwen (80%).

GROTE ENQUETE 2011 - Page 31

Groter, steeds groter voor de Belgen jonger dan 30


74% van de Belgen jonger dan 30 droomt ervan om in de toekomst een grotere woning te hebben. Van
de zestigplussers daarentegen wil 58% in de toekomst in een kleinere woning wonen. Het zijn de
Brusselaars die met 63% en ongeacht hun leeftijd het talrijkst dromen van een grotere woonst, terwijl
dat percentage in Limburg maar 30% bedraagt.
De inkomens hebben niet echt een invloed op die grootse droom.

... maar kleiner voor de kinderen...


40% van de veertigplussers denkt dat hun kinderen in een kleinere woning zullen wonen dan zij. 47%
van de Belgen jonger dan 40 denken daarentegen dat hun kinderen in een woning zullen wonen die
even groot is als de hunne.
Dat verband is omgekeerd evenredig met hun inkomstenniveau. Hoe bemiddelder de Belgen zijn, hoe
meer ze denken dat hun kinderen in een kleinere woning zullen wonen dan zij. Dat geldt nog meer in
Vlaams-Brabant en in Limburg, terwijl de Brusselaars en de Luikenaars het meest optimistisch zijn over
de grootte van de woonst waarin hun nageslacht zal wonen.
De vrouwen zijn over het algemeen overigens optimistischer dan de mannen op dat gebied.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 32

Een woning kopen? Steeds moeilijker!


9 op de 10 ondervraagde Belgen denken ook dat hun kinderen een woning zullen kopen, maar met
steeds meer moeite.
Bij 10% Belgen die denken dat hun kinderen geen woning zullen kopen, vinden we 3 keer meer huurders
dan eigenaars.
De eigenaars hebben dus meer vertrouwen in de toekomst van hun kinderen dan de huurders, met
betrekking tot het verwerven van eigendom. Het inkomen speelt hierin een belangrijke rol, want hoe
bemiddelder de Belg is, hoe meer hij ervan overtuigd is dat zijn kind een huis zal kunnen kopen. De
meest pessimistische Belgen wonen in Brussel en de grootste optimisten in West-Vlaanderen.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 33

Alles wordt beter!


En jongere op twee onder de 30 is ervan overtuigd dat zijn levensstandaard in de toekomst zal
verbeteren.
Het inkomstenniveau heeft een rechtstreeks positief effect op de visie op de toekomstige
levensstandaard.
Het meest optimistisch zijn de Brusselaars: 60% denkt dat hij zijn levensstandaard zal verhogen, de
meeste pessimisten wonen in West-Vlaanderen (slechts 40% optimisten).
Voor de Belgen ouder dan 40 geldt dat hoe hoger het salaris is, hoe stabieler ook de perceptie van de
toekomstige levensstandaard, terwijl die verlaagt voor de lagere inkomens.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 34

Banken worden meer tegen elkaar uitgespeeld


De ondervraagde Belgen spelen de banken vandaag meer tegen elkaar uit: 55% van de Belgen vraagt
vandaag offertes in 3 of meer dan 3 verschillende banken, tegenover 35% in de jaren 90.

Steeds meer verkopen door vastgoedmakelaars


Het aandeel particulieren die zelf hun huis verkopen daalt ten voordele van agentschappen die in de
laatste tien jaar steeds verder zijn blijven groeien.

Minder tijd om een eigendom te vinden?


Vandaag kost het 30% van de Belgen minder dan 3 maanden tijd om een woning te vinden (tegenover
50% in de jaren 70). Toch lijkt het alsof we steeds meer de tijd nemen om te vergelijken en de juiste
beslissing te nemen.

GROTE ENQUETE 2011 - Page 35

Vous aimerez peut-être aussi