Vous êtes sur la page 1sur 5

Activiteitenvoorbereiding BAKO

Student(e): Arne Knockaert


Datum (data):28/11/2016
Kleuterklas: stapklas
(aantal kinderen: 6
Uur: van
13u10
tot 14u

School: Het Anker


Mentor: Juf Najat
Duo-partner: Juf Daphne
Ander lokaal dan de klas:/

Belangstellingscentrum: De Sint
Activiteit: Wiskundige initiatie
Onderwerp: Boomhaard.
Beginsituatie (algemeen):
De kleuters zijn vertrouwd met ik als leerkracht. Het BC is al ingeleid. De kleuters zijn het gewoon om gezelschapspelletjes te spelen. De kleuters
hebben al eens boomhaard gespeeld. De kleuters kennen de regels en afspraken wat ze mogen doen en wat niet . De helft van de kleuters zijn kinderen
met autisme, de andere helft van de kinderen zijn er kinderen met gedrags- en emotionele problemen. Hoe groter de groep is om een spel te spelen, hoe
moeilijker het wordt. De kleuters kunnen zeer moeilijk klassikale activiteiten doen
Ontwikkelingsdomein

: denkontwikkeling en taalontwikkeling

Ontwikkelingsaspect ontwikkelingslijn
OA 61 (DENO) kennis en ervaringen structureren
OL2: Met hulp voorwerpen sorteren op basis van n
opvallend kenmerk (bijvoorbeeld de kleur) of twee
eenvoudige kenmerken combineren (bijvoorbeeld kleur en
aantal tot drie)
OA70 Auditieve boodschappen interpreteren en er gepast op
reageren
OL1: boodschappen begrijpen die in concrete situaties
voor de kleuter zelf bedoeld zijn
OA71 Ervaringen verwoorden
OL3: woorden en eenvoudige zinnen gebruiken die dicht bij
de eigen leefwereld liggen

Wat wil je met de kleuters bereiken? (Concretisering van de ontwikkelingslijn.)


De kleuters herkennen hetzelfde kleur.
De kleuters vertellen welk kleur de voorwerpen hebben.
De kleuters begrijpen het spel door de uitleg van de leerkracht.
De kleuters spelen samen tegen de raaf voor een gedurende tijd.
Controlevraag: Vind je deze concretisering duidelijk in je activiteitenvoorbereiding terug?

1/5

Activiteitenvoorbereiding BAKO
Leerplandoel(en): (leerplan noteren + doelen)( deze worden ontwikkelingsdoelen in buitengewoon onderwijs)
MUZO BE 13.1 kleuren onderscheiden en ordenen (classificeren en seriren)
WIS MR 5 Dingen sorteren op basis van een kwalitatieve vergelijking volgens n of twee gemeenschappelijke kenmerken.
Ervaringssituatie: ontwikkelingondersteunend leren
Beginsituatie van de individuele
kleuter(s)

Differentiatievorm

T is een oudste kleuter met


type 9. Hij heeft nood aan
structuur, duidelijkheid,
visualisatie. Hij kan moeilijk
neerzitten en om zijn beurt te
wachten

0 materiaal
0 instructie
0 begeleiding
0 moeilijkheidsgraad
0 groepsgrootte
0 tempo
0 interesse
0 doelen
0

Concrete differentiatie

Da is een oudste kleuter.


Wiskundig is hij niet sterk,
heeft zijn tijd soms nodig. De
kleuren kent hij al goed.
Daarnaast kan hij moeilijk
samenwerken met M

0 materiaal
0 instructie
0 begeleiding
0 moeilijkheidsgraad
0 groepsgrootte
0 tempo
0 interesse
0 doelen
0

Hij kent het spel al, ik leg


het spel snel uit en toon
het visueel voor zodanig
voor hem duidelijk is wat
hij moet doen.
Ik kies voor T een kleine
groep waardoor T minder
lang moet wachten en het
minder druk is in de
groep. Zo kan hij beter
concentreren en kan hij
op zijn niveau verder
spelen.
Ik kies kleuters die goed
doorspelen zodanig T niet
te lang moet wachten
waardoor hij het spel kan
uitspelen
Ik maak twee
verschillende groepen
zodanig hij niet aan M kan
storen. Dat is en blijft een
moeilijke relatie.
Ik leg het spel nogmaals
kort uit en toon het voor
zodanig hij goed weet
welke regels er zijn.
Ik zet hem naast mij
zodanig ik hem in het oog

Kritische reflectie

Een spel spelen gaat


moeilijk. Hij kan niet blijven
zitten, na 2 minuten is hij van
zijn stoel. De volgende keer
hem naast mij zetten!
Daarnaast wil hij steeds de
blauwe druiven. Hij bleef met
de dobbesteen gooien tot hij
blauw had.
Daarnaast speelde hij nog
vaak vals! Hij nam zomaar
stukken fruit omdat het voor
hem het spel veel te lang
duurt

Het spel verliep vlot. Hij


vraagt heel wat aandacht. Hij
deed goed mee, geen
voorvallen met M. Hij was
rustig, geconcentreerd en
heel actief bezig. Hij blijft
zitten en wil er samen voor
het doel gaan.

2/5

Activiteitenvoorbereiding BAKO

B is een oudste kleuter met


type 3. Hij is heel druk, zeker
als hij na het weekend weer in
klas komt. Hij neemt ook
zaken uit kinderen hun handen
om het zelf te doen.

W is een kleuter die het spel


vaak speelt. Hij speelt het spel
heel traag

M is een oudste kleuter met


type 9. Hij heeft nood aan
structuur, duidelijkheid,
visualisatie. Hij kan moeilijk
neerzitten en om zijn beurt te
wachten

0 materiaal
0 instructie
0 begeleiding
0 moeilijkheidsgraad
0 groepsgrootte
0 tempo
0 interesse
0 doelen
0

0 materiaal
0 instructie
0 begeleiding
0 moeilijkheidsgraad
0 groepsgrootte
0 tempo
0 interesse
0 doelen
0

0 materiaal
0 instructie
0 begeleiding
0 moeilijkheidsgraad
0 groepsgrootte
0 tempo
0 interesse
0 doelen
0

kan houden en hij


eventueel mijn deel ook
kan doen( zo wordt hij
extra gestimuleerd om
deel te nemen)
Ik werk met een kleine
groep zodanig hij snel aan
de beurt kan komen
Ik kies voor een rustige
groep zodanig hij niet
moet opvechten tegen
andere drukke kleuters.
Ik begeleid hem aan de
hand van positief
bevestigen als hij het
gewenste gedrag uitvoert.
Ik maak de groep klein
zodanig hij met andere
kleuters kan spelen. Het
is dan ook niet erg dat hij
iets trager speelt.
Ik zet een zandloper en hij
moet binnen de tijd
gedaan hebben
Hij kent het spel al, ik leg
het spel snel uit en toon
het visueel voor zodanig
voor hem duidelijk is wat
hij moet doen.
Ik kies voor M een kleine
groep waardoor Mminder
lang moet wachten en het
minder druk is in de
groep. Zo kan hij beter
concentreren en kan hij

B was nog steeds


druk. Vandaag was hij
moe en prikkelbaar en
had helemaal geen
zin om te werken in
klas. We hebben het
geprobeerd maar we
hebben het stilgelegd

Verliep vlot! Hij was


gemotiveerd door de
zandloper om sneller te
werken.

Een spel spelen gaat


moeilijk. Hij kan niet blijven
zitten, na 2 minuten is hij van
zijn stoel. De volgende keer
hem naast mij zetten!
Daarnaast speelde hij nog
vaak vals! Hij nam zomaar
stukken fruit omdat het voor
hem het spel veel te lang
duurt. Plots zei hij dat hij
moe was en begon te wenen
3/5

Activiteitenvoorbereiding BAKO

Opbouw van de activiteit


Timing
Fase/
Werkvorm en
gradatie
groeperingsvorm
2
INLEIDING
KLASSIKAAL/
RITUEEL

op zijn niveau verder


spelen.
Ik kies kleuters die goed
doorspelen zodanig Mniet
te lang moet wachten
waardoor hij het spel kan
uitspelen

en niet meer mee te doen

Inhoud
Klasritueel:
Ik neem het klasritueel van de klas over. Ik zit in de kring en ik wacht tot het stil is. Als
dit niet lukt dan zing ik het liedje: toen werd het still,.

Ruimtelijke organisatie
en speelleermiddelen
Ruimtelijke organisatie:
Kring
x

INLEIDING

KLASSIKAAL/
MEEDELEN

xxxxxx

Activiteit
Ik haal Kamiel mijn handpop uit samen met een cadeau. Ik vraag wat hij meegebracht
heeft. Hij vertelt dat deze vannacht bij zijn schoentje lag maar dat het helemaal niet
van hem is. Ik laat de kleuters reageren( zij zullen zeggen dat het van Sinterklaas en
zwarte piet is) Kom laten we het opendoen. Kamiel kijkt verbaast. Ik heb dat niet
gevraagd en ik ken dat niet! Kennen jullie het? Ik zou het wel eens willen spelen!

Speelleermiddelen
Kamiel
boomgaard

Ruimtelijke organisatie:
10

MIDDEN

KLASSIKAAL/
MEEDELEN

GROEP/
SPELEN

Ik haal het spel uit, Ik laat de kleuters alles klaarmaken zodanig we er aan kunnen beginnen. De
kleuters vertellen zelf wat je moet doen in het spel. Het spelbord bestaat uit 4 bomen elke boom
hoort een stuk fruit bij. In het midden van het spelbord staat de raaf. Naast het spelbord heb je
een kleurendobbelsteen en 4 soorten fruit in verschillende kleuren. Elk stuk fruit heeft een eigen
kleur. De kleuters sorteren eerst op basis van kleur de stukken fruit en leggen die op de juiste
boom. Wanneer dit gedaan is gooien ze met de dobbesteen. Ze doen dit elk om zij beurt. Zij
kijken welk kleuter erop staat. (rood, geel, groen of blauw) en nemen dat kleur. Wanneer ze de
raaf gooien dan moeten ze een puzzelstukje van de raaf nemen en in het midden leggen.
Het doel van het spel:
De kleuters werken samen tegen de raaf om zo te winnen. Dit doen ze aan de hand van alle
stukken fruit in hun bakje krijgen.

Kring
x
x

x
X

Speelleermiddelen
Kamiel
boomgaard

We spelen samen het spel.

We spelen tweemaal het spel zodanig alle kleuters aan elkaar gewoon kunnen
4/5

Activiteitenvoorbereiding BAKO
worden.
GROEP/
OPRUIMEN

We ruimen het spel samen op. We nemen alle stukken fruit en leg ze in het mandje.
Als alle stukken in de mandjes zijn, leggen we ze in de doos.
Ruimtelijke organisatie:

SLOT

KLASSIKAAL/
VERTELLEN

Kamiel: En hoe was het spel? Vond je het leuk? Wie is er gewonnen? Ik heb jullie zien
spelen en jullie hebben goed samengewerkt tegen de raaf!

Kring
x
xxxxxx
Speelleermiddelen
Kamiel
boomgaard

5/5

Vous aimerez peut-être aussi