Vous êtes sur la page 1sur 126

t.

(
L"t \

ENDRIK TENWOUDE

,tj

ETABLISSEIUENTS CASTERMAN- Ii V.
oooRNrK-PAHrJs
*i*r i.

*
r
.
t:
\'lr---

DE TEMPELIER
r_g .,\
\--*d

lao {
HnNunm TEN\ryOUDE

DE TEA{PELIER
EEN VERHAAL UIT DE MIDDELEEU\ryEN

,i.. ,
Y.;,

ETABLISSEUENTS CASTERfAN
DBIINKERB.ITTEVTru

ITOORNII(
r9ri

, ::.
r' '
DE TEMPELIER
S$'
_; .1ry,.r
;_.

I.

DE PARL DER WOESTIJN.

De zon van Syrie wierp lootlrecht haar schroeientle


stralen op de zandwoestiin, die zich langs de oevers iler
Doocle Zee uitstrekt. Geheel tlie streek bootl, en bietlt
thans nog, hetzelftle schouwspel als ten tlicte van llfozes :
( Zwavel en zoat, zoodat zii niet meer bezaaid kan
wo.rden, nog eenig groen voortbrengen. > Het zantl tler
woestiin, door tle gloeientle hitte tot poecler gezengcl,
verheft zich warrelentl in cle lucht en vertluistert tlen
horizon. Geen loover, hoe bleek en spichtig ook, breekt
daar het eentonig vergezicht. En in tle wateren van het
meer leeft geen vischje ; geen vogel klapwiekt boven tle fi*.
l -'
zilte en stinkend.e golven. .'.-.
Alleen cle mensch, wiens vernuft zoo va,k zegevierentl
ilen strijd tegen tle weerspannige natuur aanbinclt, waagt
ztchin tlie benauwende eenzaamheid. Yegttig, viiftig' ja
honclercl personen vereenigen zich b$wijlen om tle
woestiin door te trekken en Arabi's ksstbare voort-
brengselen van't eene.gewest naar het'antler te voeren.
Zii bettienen zich van den kameel, het u schip der woes-
DE PAARL DER WOESTIJN.

tiin u, die niet slechts hunne riiktlommen, maar ook cten


onmisbnren watervoorraacl moet dragen.
In die karavanen ziet men al tle pracht van het
Oosten schitteren. Het eigenaartlig gewaatl van den
fuabier; zijne kostbare wa,pens, tlie in het scherpe zonne-
licht glinsteren I ile grillige vorm cler met veelkleurige
stofren beilekte kameelen tlit alles vormt een niet te
malen schouwspel.
-
Marr wee den reiziger, ilie in de woestiin vertloolt !
Zijn voorra,ed, water is spoefig uitgeput : vintlt hii geene
bron qp ziinen weg, dan sterft hii van d.orst op het
gloeientle nand..
'W'ie
beschriift daarentegen ile bliitlschap, waarmed.e
hii temiilden tler woestijn eene groep fijzrge palmen ziet
opdoemen,! u Een oasis ! u juicht hii rlan. En met gevleu-
gelden voet snelt hii voort in ile richting van het 31

groenende eiland. temitlclen der roode zandzea waar b[i


r-.!

sierl$ke stammen en onder wuivend. loover de retldende


bron haar troostlied murmelt.
Zk een oasis bevond. zich in dat getleelte der woes-
tiin, waarheen de lezer mij gelieve te volgen. 't '!V'as eer
I
heerliik oortl natuur hatl over clat Eilen clen rijktlom
harer gaven uitgestort. De bron, die er opwelde, rras,
bliikbaar sinds lange jaren, door eenmarmeren gebouwtje
beschut tegen de stralen der zon) onder welker invloetl
zg anders zeker uitgetlroogd ware. De Aratrieren
noemd.en dat gezegend plekje gronds * de paarl tler
woestiin en ind.erdaad : lroor den uitgeputten reizigei,.ff'
;
was het een kleinood van onschatbar-e waarde.
Op het oogenblik, clat tle gebeurtenissen, in dit verhaal
geschiltlerd, een aanvang nemen, rustte een groep krijgs-
lieden in tle schaduw der palmen. Hun aantal bedroeg
DE PAARL DER \ryOESTIJN. 9

omsfreeks viiftig. De meesten hatlden schild en helm ter


zii,le getegd en aten en tlronken terwiil hun paartlen in
den omtrek graasclen.
Uit hunne wapens, hunne uitrusting en geheel hun
voorkomen kon men opmaken, tlat het christen kriigs-
lieden w&ren. Trouwens, het rootle kruis op hun wapen-
rok liet nopens atat punt geen tw$fel over. 't W-aren
ritlders der Ortle van tlen Tempel, tlie met hunne schiltl-
knapen de woest$n doortrokken 0m de Saracenen te
bestriitlen; voor 't oogenblik keertlen z|i terug naf
't kamp der kruisvaarders, tusschen St. Jean d'Acre en
Ascalon gelegen.
De vermaartle ortle der Tempeliers bestonal toen onge-
veer zestig jaar ; zij was zeer riik en zeer machtig. Een
groot aantal rid.tlers, tot de edelste geslachten van alle
Ianden behoorend, maakten er cleel van uit ; zii stelden
zch ten doel, het Graf cles Zahgmakers aan de macht
tler ongeloovigen te ontrukken.
De Tempeliers verbonden zich, Yoor tlie heilige zaak
lrun bloetl en hun leven veil te hebben, en Yerzakten
verder aan alle werelilsch genot; geruimen tiid vormden
zj de bloem van het leger der kruisvaarders.
Doch in weerwil van hun heldenmoed en edele toewij-
tling was Jurusalem, de heilige Stact, wederom in tle
macht der Saracenen gevallen ; heviger dan ooit woetlile
de oorlog tusschen het Kruis en de Halve Maan.
De ongeloovigen werden toenmaals aangevoerd door
een voor de christenen gevaarliik viiantt. Salatlijn, de
u koning der koningen ), zoo noemde hii zich-zelf-7
-
stond aan 't hoofd van tluizend Arabische stammen en
-
was niet slechts dapper en etlelmoeilig, maar ook in
hooge mate schrand.er en bed.reven in ile kr$gskuntle.
10 DE PAATL DER woEsrIJN.
De eene statl van Palestina na tle anclere hatl voor
Salailiin hare poorten moeten openen.
De riililerliike Richarcl Leeuwenhart, koning van
Engeland, en rle wiize en voorzichtige Philippe-Auguste,
Frankrifks koning, haclilen zich met hertog Leopoltl van
Beieren en uret de Tempeliers en cle kruisvaartlers, uit
alle streken van Europa toegesneld, verbonden, om den
gevreesrlen sultan te bestriitlen. Ongelukkigerwifze leetl
Richard an eene slepende koorts, die langzaam doch
z eker zijne krachten ontlermlincle . Philipp e-Auguste tlacht

er ieeds heimeliik aan, terug te keeren naar Frankr$k,


waar staatsz ak en van h oog gewicht zij ne tegenwo ortligheiil
vereischten, en vele kruisvaarders wanhoopten aan den
goeclen uitslag hunner grootsche onderneming.
Dag en nacht wercl hun kamp bestookt ttoor benden
Saracenen, die snel als cte bliksem de yoorposten aan-
'alles
vielen, te vuur en te zwaarcl verwoestten en dan
even snel verdwenen als zij gekomen waren. Beter dan
iemantl waren cle Tempelieis, clie reeils lang in Palestina
wijlden, met d,eze wgze vn oorlogvoeren bekend; in
losse aftleelingen tloorkruisten zij de woestlin, cletten den
viiand afbreuk waar zij konden en streden overal met
dien onwankelbaren moed en tlie taaie volharding,
welke zii putten in hunne liefile tot tlen gekruisten
Zaligmaker.
De twee hoofd.en der Tempeliers rustten uit op eenigen
afstanit van hunne makkers en voerden een vertrouweliik
gesprek. De eene, iemand. van reeds gevorrlerden leeftiid,
leunde met zijn gepantserd.en arm op een der treden
van ilen put. Zijn hoofcl was bedekt met eene schar-
lakensche, met pelswerk afgezette muts, welke nijn
kort, nwart haar b$na geheel verborg. Zijn helm en z[in
.\
)

DE PAARL DERWOESTIJN. 11

z,wa,rd lagen naast hem, en een wlf tle linnerr mantel


omhulde ziine hooge,, forsche gestalte
Het voorkomen iles ridtlers boezemcle eerbieil in"Ste
oordeelen n,ar ziin door de zon gebruincl gelaat mfuest
hii reeds vele jaren in Palestina cloorgebracht hebben.
Twec liilteekens, het een op 't voorhoofcl', het ander''
dwars over de kaak, bewezen, dat hii aan zwa,re str$tlen
hatl d.eclgenomen.
Zijl gezel, ttie met ilen rng tegen een palm leunde'
*u*" rrog in clen bloei cter jaren. H wa$ even hoog en
forsch gebouwrl als ziin wpenmakker en clroeg dezelftle
kleecleren, clezelfcle wapenen. Ziine ook reetls gebruintle
trekken waren op*.tkeliik schoon. Lange, gouclblontle
haren golfclen over ziinebreecle schouders. ziine blalye,
heldere oogen rustten met eene uittlrukking van eerbied
en genegenheitt op elen ouderen ricliler'
Deze twee, krijgers wa,ren Hendrik YaII Arbourgt
grootmeester van fle orcte cler Tempeliers, en zlin neef,
Adhemar van Arbourg. .lL
1ti,
,

Ik zeg 11 hernam tle grootmeester na een oogen-


-
blik zwiigens, d.at wii meer tlan ne reden tot ongerust-
heid hebben. Ik spreek niet over cle gevaren en
ontberingen, waaraan wfi, Teinpeliers, blootstaan
: mlin
dappere-dh**ur wist vooruit, welk lot hem in Palestina
verbeiclcle, en niet hif zal zich beklagen" '
Doch meer
dan den onstuimigen moed Yan Saladijn' meer dan
tle

sterkte zliner legers, vrees ik den geest van moetleloos-


heid en ontevredenheitl, welke zich tusschen
de kruis-
vestig ik
vaarclers openbaart. op d,ien, r'iiantl, Ailhemar,,
uwe aandacht, 'opclat gif-zelf moget waken en u
niet
door hem laat besluiPen.
Tk-zelf., heer en oom, heb tlat treurig verschlinsel
-

.+9'
72 DE PAARL DER \ToESTIJN.
opgemerkt. Toen ik besloot, het kruis aan.te nemen en
naar Palestina te vertrekken om mn teergeliefilen
vad.er op te sporen, d.ie, toenik nog een kind. was, met
u den pelgrimstocht na&r 't Heilig Land onilernomen
had, popelde miin hart van geestdrift en bliiile verwach-
ting. fn den geest zag ik reeds de zonen van Mahomecl
overwonnen. Helaas ! clie schoone droom zou niet lang
duren. TV-at is er gewortlen van 't heilig vuur, tlat
Jerusalem in d.e macht tler kruisvaarders leverile ?...
Noocllottige tweedracht heerscht tusschen oze vorsten,
en het voorbeeld., dat z$ geyen, werkt in hooge mate
aanstekeliik op hunne legers. Gij alln, heer en oom,
zijt nog een waar ridtler d.es Kmises ; in uw biiziin voel
ik mif gelukkig... Denkt gii, dat een raadsbesluit rles
Hemels miin ctierbaren vader, inilien hii nog leeft, in onze
armen zal voeren ? Of moeten wii alle hoop opgeven ?
Gods wegen ziin wonderbaar, antwoordcle de groot-
-
meester. Gelooven en hopen wij ! De inlichtinseil, tlie
ik in den loop vn zoovele jaren kon verzamelen,
hebben mii nopens het lot uws eclelen vad.ers in smarte-
liiken twiifel gelaten. Sintls ilen ongeluksrlag, waarop
u.li gescheiden werden en d"e Saracenen miin broeder
gevankeliik naar het binnenland voerrlen, tenvift ik-zelf,
in miin bloetl bad.entl, ten gronde lag, heb ik niets meer
van hem Yernomen...
Op dat oogenblik wertlen tle ridilers in hun onderhoud
gestoortl door de kreten der schildwachten, die met
lossen teugel aangerend. kwamen.
Te paard, ridders van het Kruis ! met sterke
-
stem de grootmeester. "*l ;
Een oogenblik later waren zg gereed om d.en nade-
tlerenclen viiantl te ontvangen.
l
DA PARL DEK }VOESTIJN. 13
,
4
Aan den gezichteintler verscheen eone talr$ke beutltr I

Saracenen. Hunne wapens glinsterden in ile zolr) en oI] .,


hunue onvergeliikel$ke pa,arden ezeten rendell zii met
rte snelheid van den wind over cle zandvlakte. Op viiftig
schreden van de ridtlers gekouren bleve'n zii plotseling
staan, Hun aantal betlroeg misschien het tlubbele Yall
clat tler rid,tlers, maar niemantl dezer bekreunde niclt
daarom : zii wisten, dat hunne wapens ltun de overhand
go't'en op de zonen der woestiin, d,ie, insteale van helnr
en harnas, slechts wiide, lichte kleederen clroegen.
Dicht tegen elkander gedrongen bleven de riilders
onbewegel$k staan, terwiil tle viianct een zwerm vlr
plilen op hen afschoot. \Yoeclencl over de kalme houcling -':

der christenen, zwaaide de Saraeeensche aanvoerder


ziin kromzwaarrl en plaatste zich an 't hoofcl ziiner
kr[jgers, tlie oncler den kreet : u Allah ! n op de gele-
d"eren cler Tempeliers losstormilen.
'W'oestlin >
Dra was geheel de u Paarl der in eer
slagveld herschapen. Hevig n'as tle striicl; maar Gotl
schonk tle overwinning aan het Kruis. De ongeloovigert
vielen onder het zwaartl der Ternpeliers, geUjk de arell
ontler ile sikkel der maaiers. Tevergeefs trachtte iltl
emir, ilie hen aanvoerde en wontleren van dapperheitl
'Waar 't heetst
verrichte, hun moecl tl,a,n te Yuren.
gestreclen werd zg men ziin witten fulband, en ziin
kromzwaard velde menig christen soltlaat. Slechts
eenige der ziinen omringtlen hem nog; tle ancleren lagen
tloorl of zwaar gekwetst op deu grontl en werden door
de hoeven der paarclen vertreden.
Adhemar streed aan tle ziitle van ziin oom en drong
clieper-en-tlieper in tte sterk geilunile gelecleren tles
viianils cloor. Geen oogenblik verloor h den dappererl
14 DE PAARL DEK wOEsEIJN.
emir, met wien hU zich persoonliik wikle meten, uit
het oog.

- Mug ik?... vroeg hii aan den grootmeester, terwijl


hij met zijn zwaard naar den viiand. wees.
Henry van Arbourg knikte bevestigend., en alles, wat
hii op ziin weg ontmoette, ned.err*erpend, stoncr hii met
eenige sprongen van ziin edel paard vddr den saraceen.
De christen en de mahomeilaan maten elkancler met den
blik. Beiden waren jong, en sterk en onversaagd. Het
gevecht om hen heen had blina opgehouden met
I spanning
hieldmen vanr*eerszijden het oogop de twee t ampioenei
gevestigd.
Il{et ongeloofl$ke behentligheitl wist de emir Adhemars
s'lagen te ontwiiken; maar ook ile ridder gaf zich niet
bloot, en de lichte sabel des muzelmans verloor op het
stevig schilil van den Tempelier de scherpte harer siede.
trindeliik toch werd Adhemar aan den schouder
getroffen. Het bloed steeg hem van toorn naar d.e wangen,
en met beide handen zijn zwaard opheftend, wild;
hij
den emir den schedel klieven. Tevergeefs poogtte d
moslem, den slag te ontwiiken; ziin schiltl ontoi*t hem,
en zwanff gewond. viel hii van ziin paard.
De val van hun aanvoerder bracht panischen schrik
tusschen de saracenen teweeg; zii wierpen hunne wapens
weg en gaven zich oyer.
rntusschen was Adhemar neergeknield naast zijn
overwonnen viiand, die veel bloect verloor. Thoriger,
,
schildknaap des jongen ridders, haastte zich, een
verband gereed te maken I want hoe diep e' gevaarliik
de wonde ook was, de oude, ervaren dienaar
wanhoopte
er niet aan, den ongeloovige te redd.en.
Adhemar wilde den emir ondersteunen, maar dene
I

DE PAARL DER WOESTIJN. 15


I

beloonde hem ilaarvoor met een giftigen blik en tastte


naar ziin vreeseliik wapen, dat d.ien dag zoovele slacht-
offers gemaakt hatl. Maar uitgeput door het bloedverlies
liet hij de opgeheven vuist zinken en sloot de oogen.
Z'ijn dichte, zwarte baard en zijn tlonkergroen, met
kostbare gesteenten bezaaitl gewaatl waren met bloeil
besmeurd..
Diep medel$den vervulcle den ridtler.
Ook gij, sprak h naclenkend tot zich-zelven, ook
-
gii zijt gevallen als martelaar voor uw geloof, al is dat
geloof eene tlwaling I evenals zoovele duizenclen uwer
broeclers hebt gii voor een valschen profeet uw edel bloeil
vergoten. O, mocht het geloof in Jesus Christus, die
ons beveelt, onze viiantlen te vergeven, alle menschen
als broeders te beminnetr, u en de uwen verlichten !
Mocht de verdelgingsoorlog, dien wij op Palestina's
heiligen botlem voeren, spoetlig een eincl nemen !...

- Hoe is 't met den gewonde? vroeg de grootmeester.


Deze vraag kwam den riclder in zijne overpein zing
storen.
Met tte hulp van Boven, antwoordde hii, zullen wij
-
hem reclden. Gii zult mij, naar ik hoop, veroorloven,
dien overwonnen viianil in miine tent de noodige zorgen
te wliclen.
'Waarom
zoa ik u clat niet veroorloven ? sprak
Ilenry van Arbourg, die de gevoelens van zijn neef
wilcle peilen. Het oorlogsrecht maakt hem tot uw slaaf ;
ziin leven is in uwe handen en de wet wrzer Orcle verwijst
hem ter dootl. Maar wat wilt ge met dien ongeloovige
doen ? wat is er tusschen Adhemar den Tempelier en dien
rioslem gemeen? Laat hem sterven; zijn zwaatd, heeft
velen der onzen het leven benomen. . ,J:
1

16 DE PAARL DER woESTIJN.


I
Dat meent gii niet, oorn! riep Atlhemar uit. IJw I
-
hart spreekt een andere taal ctan tlie uwer lippen. Wat
ik met dien gewontle zal tloen ? Ik wil hem genezen elr
dan, z,oo mogellik, hem tot onzen heiligen gotlstlienst
bekeeren. Hij zal mij ctankbaat ziin voor de zgrgen, hem
gewiitl; tlankbaarheid baart liefde, en de liefdtr voert naar
et geloof, 's menschen kostbaarste goetl. Zie dat eilel
gelaat I 't is voor mii ile spiegel eeer groote ziel. fk zoll
rlien v$antl als een vriencl aan miine horst kunnen
{rukken ! Maar, ik weet het, oom : gij ilenkt zooals ih, etr
nt m[i niet beletten, clat werh van naasteliefile tc
verrichten.
Diep bewogen omhelstle tle grootmeester den etlelen
jonkman, *i*ns inborst hii door die hartle woorden op
tle proef hatt willen stellen.
M*tt legtle clen emir voorz,ichtig op eene rlraagbaar,
cloor de schilttknapen met hunne lansen en buigbare
takken 8,amgestelcl, er sloeg tlen weg naar het
kamp in.
\

...
' L;r' 'i

II.

DE GENEZING.

Noureddin, de gelrangen emir, bleef tlrie dagen


bewusteloos. Zijn ontwaken uit dien toestantl werd door
Ailhemar, ilie bii ziine spontle zat, met een vreugdekreet
begroet.
De muzelmatt wierp een woesten blik in 't rontl. Hii
meend.e wellicht, de speelbal v,u een akeligen droom te
zijn, en een tliepen zucht slakentl viel hli weiler in zifn
vorigen staat van bewusteloosheitl.
Gotl z$ dank ! sprak cle geneesheer, die bii den ,
-
ridiler stontl; het gevaar is geweken.
-- Ik vrees echter, zeitle Adhemar, dat de bittere
teleurstelling, die hem wacht, onze hoop zal ver$ilelen.
Die vrees, hernam cle geneesheer, is te eenenmale
-
ongegrontl; maar ziin gezond gestel en ziine wilskraoht
in aanmerking nemende, mogen wii niettemin met
betrouwen cle toekomst afwachten.
De man d.er wetenschap had geliik. Toen tle emir
benerkte, ilat hii in de macht ziiner viianclen IYafir gaf
DE TtsuPELrER. 2
18 DE GENEZTNG.

hii zich in de hitte der koorts over aan eene smart, welke
zich niet laat besehr$ven. Nu eens poogile hii, zich op de
knien te werpen, vouwde krampachtig de hantlen elr
stierile een vurig gebed tot zijn profeet; dan wer
schreide en snikte hii zoo hartverscheurend, tlat Atthemar
het niet kon verd.ragen en met betraanile oogen de tent
verliet.
Dan, men kon den ongelukkige geen oogenblik allrr
laten; in tle hevigheid ziiner smart wiltle hij telkens het
verband van nijne woncle rukken, en slechts met inspan-
ning van alle krachten hon men tlat verhoeden.
Allengs echter berlaarde die vreesql$ke opgewonden-
heid. Voortdurend rustte ziin blik op Ailhemar, die met
angstige bezorgdheiil aan r,ijne legerstecle waakte. In
zijne heklere oogenblikken gaf hif zich rekensehap yan
hetgeen tle Tempelier met zooveel lieftle voor hem deed,
en toen reetLs ontwaakte in zijn hart een gevoel van
dankbaarheitl voor dien grootmoedigen viiand.
Nog was er geen woord over zijne lippen gekomen.
-W"as
't dus voor Adhemar eene bliide verrassing, toen
tle zieke hem zekeren dag door een teeken verzocht, bii
zne sponde plaats te nemen. De jonge ridder haastte
zich, aan dat verzoek te voldoen, en luistercle met span-
ning. Met moeite richtte Noureclding zich half oF, en
met (le hand op 't kussen leunend zeicle hii met zwakke,
maa,r diepbewogen stem i
Ik dank u, o christen, voor alles, wat gif voor mii
-
gedaan hebt. Dat Allah u zegene, u en uwe nakome-
.-
jingen ! Dat de palm des vred.es uwe woon overlommere,
,,':**ilat gii op deze aard geercl en gelukkig ziin moget I Gii
kunt erop roemen, dat uwe kracht de mline overwonnen
heeft I want, bif tlen profeet : Nouredtlin, emir ya,n den
DE GENEZING. 19

Libanon, [eeft voor cle eerste maal in den str$tl tegen de


ongeloovigen het ontlerspit gedolven ! Geloof *ii,
nazarer, miin tlankbaarheiil is grenzenloos, want geen
rnond kan uitspreken wat g[i voor mfi doet. Het noodlot
heeft zich tegen mii verklaard I ik schaam mii, geklaagd
te hebben als een zwakke vrou\ry : Allah is groot, zgne
kindcren moeten zich aan ziin wil onderwerpen. G hebt
Nourecldins leven gered ; gii hebt hem orrder uwe eigen
tent als een broecler verpleegd, en zelfs getlurentle zlin
slaap weekt gif niet van zijne legerstede. In de hitte der
koorts,, toen de engel tles doods z$ne wieken over mii
nitbreitltlel z,ag ik u hier.'W'aanzinnig van toorn en smart,
wilcle ik het verband, dat, met miin bloed, den adem cles
levens in miin gemartekl lichaam weerhield, afrukken I
en gU, de v$and van miin geloof, hebt dien aanslag tegeu
mii-zelven met zacht geweld verhinderd. Ik droeg uwen
lantlgenooten, tlen Franken, achting toe, daar ik bli
ondervintling wist, dat zij dapper waren I maar gij, gU
-W'elnuo
hebt m$ geleercl, ja getlwongon, u te beminnen !
ik zweer b[i tlen baartl tles profeets, tlat nimmer te zullen
vergeten. Ik ril uw spoor volgen, zooals het lam dat
zijner moeder I zoolang iL b u zal toeven, zoolang ik
uw slaaf ben, zal ik op urye wenken gehoorzamen. En
mocht Altah mii ooit de vrifheitt schenken, dan zal ik
van die gouclen gaye slechts gebruik maken om u op
andere wiize mijne dankbaarheiil te betuigen.
B tlie laatste woorden greep de muzelman de hand.
iles Tempeliers en tlnrkte z,e lang en vudg aan zijn
hart.
-- Mn gotlstlienst, antwoorilite Atthemar tliep rge' r-
daan, beveelt m, den overwonnen viiand te sparen en
'
hem als een broecler te bejegenen. Ik heb niet meer dan

l'
'
20 DE GENEZING.

mn plicht gedaan, en tlat viel mii gemakkel[ik ten


opzichte van een viiantl, die mii zooveel achting inboe-
zemt. Ik weet, ilat Sii, moslim' uwe gevangenen tot
slavenarbeitl veroordeelt, ilat g$ ze als trekdierell. a,n
de ploeg spant, dat g hun nauwe{iks eenige lompen
gunt om hunne naaktheicl te dekken. Gii weet niet, wat
het is, den overwonneling met zachtheid te bejegenen.
Duizenden mljner broetlers zuchtenbii u in slavenketenen.
Gii rnishanclelt den weerloozen pelgrim, tlie uit verre
Ianden hierheen komt om te bitltlen op het graf van
zijn gottileliiken Zaligmaker. Dit alles heeft ons uaar
Palestina geyoertt; *iiwillen de heilige plaatsen aan uwe
macht ontrukkeu, onze gevangen broeclers bevrif tlen.
Meen echter niet, dat ik op miine beurt u tot slavernii
zal iloemen. Met teedere zorg zal ik u omringen tot
uwe krachten hersteld ziin, en zooveel mogeliik uw
droevig lot verzachten'
Zoo sprekende stond hii op en verliet de tent, om
Noureildin niet te vermoeien en niet langer ziine clank-
betuigingen te moeten aanhooren.
De Saraceen geuas langzaam' en iederen d.ag' werd ite
wientlschap fusechen de twee jonge kriigslieden inniger.
De grootmeester cler Orde hatl tlen r{dder verlof
gegeven, Nouled.ttin bii zich te houclen. Terwiil zi in de
schaduw der palmen naast elkanilet zaten, luisterale de
emir gretig naar de woorden van zlin vrientl, tlie heut
met heilig vuur over Gotl en den christen gotlsdienst
sprak. Zekeren dag verzocht Adhemar den muzelman,
.hem ziine levensgeschieclenis te verhalen.
Ik weet, zeide hii, tlat ik pasgesloteu wond.en open-
-
r$t; doch miin moncl zal woorden v&n tt'oost voor u
vintlen.
DE GENEZING. 2T

antwoordd.e Nouretldin, ik kan u niets


- Vriencl,
weigeren; al eischtet Sii mn leven, ik zou het gaa,rne
tcrn offer brengen om u nuttig te zijn...
u Ik ben geboren in Kurrtestan I het geslacht tler
Seldjouks 'behoort tot cle edelste van het lancl. Op zeer
jeugttigen leeftiiil verloor ik miin vacler en miine moeder.
tlaurvel$ks vier jaar oucl, wercl ik rloor Arabieren
gevondell en opgenomen vdtir het huis miins vaders, dat
de christenen vernieltl harltlen. Een dier fuabieren, met
na,me Abtlallah el Hakem, was 't hoofcl van zlin statn,
en claar Allah hem geene kincleren geschonken had,
besloot hii, m als zoon aan te nemen. In vrecle en geluk
sleet ih cle eerste jaren mfiner jeugd onder.het waakzaam
oog mijns pleegvaclers. Ik herinnerde mii weinig of niets
uit het eerste tijclperk mljner kintlsheid, maar van den
beginne af hacl ik m$-zelven \Touretttlin genoemd, zoodat
nriin rveldoener Tnij dien raam liet behoud.en. Abttallah
was teeder bezorgd voor mii, en van rnijn kant beminde
ik heur als een r.ader eu deecl rvat ik kon om hem m$ne
liefile en tlankbaarheitl te bewiizerr.
u Naurveliiks acht jaar oud, kon ik het wildste ros
beteugelen) ell reed.s als knaap rnaakte ik jacht op leeuw
oen t$ger. Ik clreef ile stoutrnoetligheitl tot in het ver-
rnetele; m&ar allen, grooten en kleinen, aclttten mii.
u Dit rvis, ik herhaal ,het, o vriend, de gelukkigste
tiitt van miin levett. Ifaar dat geluk is verdwenen; gelitk
iciler sterveling rnoest ik op mijne beurt uit clen bitteren
kelk tles rampspoeds drinken...
pleegvatler trok ten oorlog tegen tle Franken, w
" .Mijn
cn ik, ik weende van vertlriet omtlat hii, m$n leeft$tl in
aanmerking nemencle, mij niet toeliet, hem te vergezellen-
Dikrvlils bleef hij verscheitlene weken afwezig, maar bii
22 DE GENEzrNc..
nijn terugkeer bracht hij telkens de jubelmare eener
overwinning. W-erd ons bericht, ilat hii natlertle, dan
beklom ik den hoogsten palm, die zich naast onze tent
verhief, om hem eerder te ziett; en nauweliiks kreeg ik
hem itan in 't oog, of ik liet rni| naar beneden gliitlen,
sprong te paard en snelile clen griisaartl tegemoet, die
rnii ontroerd aan zijne borst drukte.
u Zekeren dug, moge ltii voor immer uit rniine
-
herinnering vertlwiinen ! hatl ik wer den palm
beklommeu elr liet den blik over de vlakte weiden.
Eensklaps zg ik aan' den horizon eene stofwolk
opriizen
> '- f)aar zijr zij! riep ik vrooliik uit I 't is vader met
zijne mauncu !
u Maar de kr[igers antrvtlortkleu niet op m[ine vreugde-
kreten; z'rviigenil schreclen zii voort. Toen zij genaclerd
waren zag ik in hun rnidclen eene clraagbaar, waa,rop
miin pleegvader, bleek en rnetbloetl besmeurtl, titgestrekt
l*9. lk boog rnli over hern, betlekte ziin gclaat met kns-
$en en schreicle heete tranen. Nog eenrnaal opende hii de
oogen, zag rnii teecler ailn, legrle mii tte hancl op 't hoofd
c,,n sprak lra,uw hoorbaar :
)) < Nouretltlin, m[in zooll, ili moet n verlaten ; Allah
-
heef mij ziin engel gezonilen erl roept mif tot de vreug'den
des Paratllises. f)enk aan tlo lessen llwrl r-ad.ers. Miit
uur is gekomen I ik kan u niet langer tot raadsrnan, tot
gicls op den $reg' tles lcvons strekken. \raarwel, miiu
ztlon ! u

" Hii rvikle zich oprichten om rnii voot de laatste maal


te ornhclzr)ll, doch 't fa,altle henr aan kraeht, en zieltogent{
viel hii in rnijnc armen...
Nouretldin zlyeeg' en beclekto zich het gelaat met de

-
DE GENEZING. 23

hanclen. Eindelijk deed hij eene poging om ziine aandoe-


ning te overmeesteren en hernam in dezer voege tlen
ilraacl van ziin verhaai :
u fs het niet overbodig, u te zeggen' wat er toen
-
gebeurde ? Met cle wanhoop in 't 'hart volgtle ik het
stotfeliik overschot mifns dierbaren vatlers naar ziine
laatste rustplaats. Nog klinkt mii tle liikzang, bif ziin graf
aangeheyelt, in de ooren... Ik was toen zeventien jaar
oncl, en reetls stond ik aall 't hoofcl van miin stam. Ik
haatte cle Franken, omclat zii miin vader getloocl hadd.en,
en wilctc net hun bloetl 4riin clorst n&ar wrake lesschen.
n Ifet geluk cler wapenen bleef mii trouw ; tle over-
winning volgtle overal miine schreclerl, ell Nourecltlins .L
i,.

llailI werd tusschetr cle zonen rler woestlitt met eere


"t.

genoemd. Sintls ch{e iaar hcb ik u otrYerpoosd bestredett,


rnaar nu heeft uwe tlapperheid, nwc kracht over
Nourerltlin gezegeviercl... Geloof mii echter, o vriend,
rtimmrrr heb ik miine harttl ilr 't bloed van een weerloos
viiantl getloopt, nimmer eelr geYangene op smadeliike
wijze be,jegen,l. Bii Mahomed, Allah's prof'eet ._ ik hetr
lr altiid ell overal met eerlifke \rypens bestreden' maar
ook steetls ell in elke omsta,ndigheicl clen moetl eens
viiancls gewaardeerd. u
fn zulke gesprekken.sleten de jongelieclen al clen tijd,
waafoyel Atlhemar . beschikken kon. Weltlra voelde
Nonretldin ziine vooroordeelen tegen clen ehristen gods-
dienst wankelen I ziin etlel hart helile mr-en-mr oYer
tot dat geheimzinnig geloof, welks voorschriften Atlhemar
ol) zoo verheven w$ze in beoefeuing bracht.

/.
III.

DE ZENDING.

Messire Thierry, grootmeester van cle orde cler 'l'em-


peliers, bevond zich in z$ne tent, met al tle weelde van
het Oosten versierd. De wanden derzelve rraren met
karmoz$nrood fluweel behangen. Temitlden cler ruimte
zg men, onder eenz$tlen, met goud geborcluurrte,n kroou-
lremel, eeil wiitlen zetel vau eigenaartligen vorm en
zeer kunstig bewerkt I boven clien zetel priikte op een
witten achtergrontl het roode kruis cter Orile. Hier-en-
dd,r stonden l*ge tafels en bankjes;' en wpens, stan-
daards en zegeteekenen van alle soort vormden het
voornaamste en edelste sieraatl van Thierry's vorstel$k
verblijf.
De beroemde grootmeester \ryas iemancl van hooge
gestalte, maar de vermoeienissen en ontberingen iles
oorlo$s hadden hem veel vermagefi,, Zrln scherpe blik
en de strenge uittlrukking van ziin tlool de zon gebruind
gelaat boezemden ontzag ell zelfs vreeze in. H[i wa,
r,eet naiiverig op zijne maclrt ; en om rle Ortle, aan
DE ZI]NDING. 25

welker hooftl hij stonil, te iloen eerbietligen en vreezen'


schroomile hii menigwerf niet voor mitltlelen, welke met
de plichten van 't hoofcl eener geestel$ke Ortle in geenerr-
deele strookten. Zijne terughoudenclheid was zoo groot,
zijn houiling , zijn optrerlen zoo geheimzinnig, dat zelfs
vele christenen in hem een toovenaar z,'agen. De Tempe-
liers vreesden Thierry, ctoch beminclen hem niet. Ziin
geza,g over de leilen cler ord.e was fonbepelkt : 't werd
beschouwd als eene misdaad, ziine bevelen te overtretlen.
De grootmeester hatl de yoornaamste waardigheiil-
bekJeetters der Ortle om zin troon vereenigcl. Twee
leeraars, twee groot-priors, een visitator, twee komman-
deurs en verscheidene a,rdere, meestal bejaartle ritlders
wachtten eerbiectig zwiigenil op zline bevelen. Wat
'I'hierry -ze betreft, met z\ln rlikste gewaad bekleed,
rlen gulden staf, het zinnebeeld z$ner waardigheid, in dtr
.hand, liet hii geruimen t$tl clen blik oYer cte vergatlering'
weiden.
Ritttlers der Orile van 't heilig Graf, sprak ltii
eintleliik langzaam en plechtig, luistert naar cle stemmrr
urrs grootmeester : 'dat zii tloor{lriuge tot uw hart I
Ik kom uit tle vergadering cler vorsten, clie over cle kruis-
vaard.ers bevelen. Hoort, lvat z[i besloten hebben'
' o Aangezi'en ;ile toestancl vatr Z$ne Majesteit Richartl,
koning vn Engeland, de kruisvaarders ietleren tlag
meer ontmoeitigt, en tlat de slepentle koorts, welke de
krachten van den Leeuw onderrnijnt, hem voor altiid
van 't slagveltl verw$dertt kan houden ; angezien
Zijne Majesteit Philippe, koning van tr'rankriik, vurig
verlangt, terug te keeren naar ziin eigen land, om e.etl
eincl te stellen ia,n d,roeve tweespalt tusschen z$nt:
onderdanen; aangezien einttel$k tle antlere hoofden der

j:.
26 DE ZENDING

kruisvaarders, zooals hertog Leopold van Oosterrriik en


Konrad van Montferr at, zioh om die retlenen te zwak
beschourven om met goetl gevolg tlen striitlvoortte zetteu,
hebben allen,, met uitzontlering van Richaril Leeuwen-
hart, besloten, vrede met Saladijn te sluiten en huruttl
troepen uit Palestina terug te trekken. De staatkuntle,
tlie ik volg, schreef mij voor, rnri ner te leggen bij ilat
besluit, hoewel ik er niet aan clenk, vretle te sluiten mct
een ongeloovige. 't Is beter, dat tlie zoogenamd.e Kruis-
vaarders den terugweg naar hun land aannemen : zii
hebben niet n tlienst aan onze Orcle bewezen, en ik
stel meer betrouwer in onze eigeu kracht tlan in de hu\r
van duizenden ma,nrten zond.er uroed eu volharding. Toch
za,l ik mij r-ereenigeu nret de voorrvaarden, die'metr
Salaclijn wil opleggen. f)en tijd, tlien mij zoo winnen, zal
ik gebruiken om huurlingen aan te werven en zoo onzo
strijdkraeht te vergrooten. En dan, dan zal ons zwaard
tneef d.an ooit cle gelederen cles vijantts clumetr ! De
vorsten heltben mij cle keuze van een onderhandelaar
opgetlragen : groot-kommancleur d'Arbourg, zencl mij
morgen uw neef, ilien ik rvaarttig keur,, als gezant rij
Salatlijn op te tredeu.
De groot-kommandeur rnaakte zwijgencl een buiging.
Heeren, sprak toen de grootmeester, gii kunt u
-
verrvijderen.
De ricttlers groetten eerbiedig en verlieten de tent.
I)en volgenden .l*g kwam Atlhemar zich t,ti Thierry
aannrelden.
Riilder, sprak d,eze, ik ben u.ilog eerre belooning
-
schultlig yoor uwe jongste heldendaad.
-_ Ik heb mr.in plicht gedaan, heer, antwoordtle cle
jonkman bescheiclen.
DE ZENDJNG. 27

-- Gii zijt niet hoovaardig, ridder : daaraan herkent


men den solilaat, die srijtlt yoor cle eer des Aller-
hoogsten Ter zake nu ; ik ben tevreden over uw
geclrag, en om u een blijk mijner volcloening te geven zal
ik u eene gewichtige zending toeve.rtrouwen. Ziehier
twee brieven : dien, welke op gewoon perkament'is
geschreven, zult g'ij terhantlstellen aan Broeder Zacha"-
rias, clen Kluizenaar van Engadtli; rte andere, ctie met
zijde is omhulel en met gouddraad gesloten, is besternd
voor tlen sultan. Laat u vergezellen tloor een tiental licht
gewapende mannen, en richt onverwijld uwe schreden
naar de woestijn van Engatttli. Maar ik denk eraau, dat
gtj tlen weg niet kent en d.aarom een g'ids van-noode
hebt. 'Wien zal ik daartoe aanrvijzen?
Thierry dacht een oogenblik na.
-- Bij St-Joris ! riep hij uit, ik heb den rechten rnan
gevonden. Wat dnnkt u van d.en slaaf, dien gij in uwe
tent vrrrpleegd hebt?'t Is, wel-is-lvaar, een ongeloovige;
maar zelf het reclelooze dier toont ziclt clankbaar voor de
zorgeu, clic men 't wiidt. Meent gij, op zijne trourv te
kunnen rekenen.
Ik sta voor henr in, antwoortlde Adhemar.
- rehu, neem dien Saraceen tot gids ; toont hij ziclt
-
weclerspannig, wil hij u verraden, $paar hem tlan niet.
Gij rnoet hern uatuurlijk als een cler onzen kleecten, ell
eenigen uwer reismakkers gelasten, hem in 't oog te
houclen. Ik twijfel er nict aan, dat hij tlen weg naa,r
Engaclcli kent, rvant naar ik v,lt n vernomen heb, is hij
nit tlie streek afkomstig . Zacharias cle Kluizen aar zal u tn,j
verder alles zeggen, wat gij T'eten moet. 't Is een heilige 'i
\
clie, ter oorzake van cle gave van voorzegging, welke hi.i
van cten Hemel outvangen heeft, niet slechtsbij de christe-
28 DE zENDING.

nen, maar ook bij de Sarracenen en zelfs bij Saladiju in


hooge achting staat. De sultan zal u ontva,ngen met alle
welwillenilheiil, waerop onze Orcle recht heeft. Ga nuo
ridiler Goil zij met u !
-

&

t
':
-'{

IV.
.T

DE GEVAREN DER REIS, T


-i
i4
-'l

J'.'

Eene kleine troep gewapende m,nnen bevond zich


opweg tusschen tle rotsen der rviltlernis yan Engailtli. De
steile, kale bergen, welke temidden dier sombere een-
-t
zaamheid oprezen, hadden iets dreigends, dat zich niet
gemakkel[jk laat schilaleren. 't W-as een cloodsch, een
ijzingwekkend landschap, Zeker oogenblik waren de
reiziger.s genoodzaakt, hun tocht te ond.erbreken; hier
gaapte een afgrond vddr hunne voeten, cl,r belemmerde '! 1

een rotsblok den smallen weg. * "l

Naar mate zrJ dieper in de wildernis doordrongen,


1
I
I

werd hun pail akeliger en smaller. Adhemar, was de I

aanvoerder van het troepje,


-hU
-- gaf zijnen mannen bevel,
af te stijgeu, hunne paartlen hij tlen teugel te leiclen en
alle getlruisch te vermijd.en,
Noureddin, licht gewapend, reed naast zijn vriend. De
jonge Saraceen clientle hem trouw als gicls in ilie geya,ar-
lijke streek en waakte met zorg over zrjn redder. De
Tempelier, die niet gewoon wa, aan de moeilijkhetlen en
30 DE GEVAREN DER REIS.

gevaren eener reis in het gebergte, had, in weerwil van


zijnijzeren gestel, veel moeite om zich staande te houden
en niet telkens oyer een der puntige steenen, waarmed.e
het patl bezaaitl wa$, te struikelen. Had Noureddin hem
niet krachtig ondersteund, 's'ker ware hij tlan meer dan
ns gevallen. ; 'i'

Hier vooral, sprak de emir, toen Atlhemar den


soldaten bevel gaf, clen marsch te onderbreken om eenige
mst te nemen, hier vooral moeten wij oog en oof ryjfld
geopentl houtlen.
_- 'Waarom? vroeg tle ritlder, terwijl hij met vorschen-
rlen blik clen omtrek ovrzag. Dreigen ons volgens uwe
meening nog andere gevaren dan die, waaraan wij tot-
nu-toe blootgestaan hebben ?
-_ Ongelukkigerwijze, ja, ant'woordde Noureddin; de
holen en ravijnen dezer bergen strekken tot schuilplaats
aan band.ieten, tlie Eblis, den gocl der cluisternis, aan-
biiklen en enkel van roof en moord leven. Een groot
aantal ongelukkigen, door ons of door ele christenen uit
de woonste hunner vaderen verdreven, hebben zich bij
hen aangesloten. Van alles ontbloot, aan tliepe ellende
ter prooi, hebben zij geen ander midtlel dan rooverij om
om hun ellentlig bestaan te rekken. Wij hebben echter
het gevaarlijkst cleel van den rreg achter ilen rugr otr
rlaar w{i goetl gewapend zijn zal men ons niet lichtelijk
aanvallen
Kent gii, vroeg Atlhemar, Broeiler Zacharias, d.ien
-
wij gaan opzoeken ?
_- TV'ie kent hem niet? luiiltle Noureddins wedervraag.
Nooit heift een sterveling in hoogere mate $an hli tle gave
yanvoorzeggingontvangen. Hij is christen, en toch eerbie-
cligen en vereeren hem de zonen des profeets. Meen niet,
DE GEVAREN DER REIS. 31

Atlhemar, dat l{ohameds volgelingen de mnnen, tlic


den stempel tler wijsheitl op 't voorhooftl dragen, hatetr
en yervolgen. Zoo dragen wij uw grooten Profeet van
Nazareth cliepen eerbiett toe, en wij bewonderen cle heer-
lijke mirakelen, cloor hem gewrocht I maar : u God is
-
Gocl, en Mahomecl is zijn grootste profeet. ,, Zoo spreekt
,Jlnsiyoll(, en tot clen clag, waarop uw overtuigencl woorcl
twijfel'ripens clen gotlstlienst mijner jeugd in mij ileetl
nprijzen, deelcle ik zijn geloof. Zacharias, de kluize-
-
lraa,r en profeet, is een man des vredes I n het Kruis
n cte Halve Maan zijn hem dankbaarheirl verschultligtt.
Saladijn zou de legers der Franken sinds lang vernietigcl
hebben, ware niet tle Kluizenaar beschermentl tusschen-
'beide getreclen. Naar men beweert is Zacharias weleer
groot en machtig tusschen zijne broeders, de christenen,
gerveest, eil heeft hij zich' in deze wililernis terugge-
trokken om voor zekere z,ware fouten boetb te plegen.
Onmeeiloogend kwelt hij zijn vleesch, opdat Goil hem
zijne misslagen YergeYe.
Ik verlang vurig, dien vromen kluizenaar te zien
-
en te spreken, hernam de Tempelier. Kom, laten wij
opbreken, teneinde, zoo mogeliik, vddr't aanbreken van
van den nacht zijn verblijf te bereiken.
Tegen den avontl kwam een heerlijk koeltje tle: uitge-
putte reizigers verkwikken. De maan verscheen aan den
wolkenloozen hemel en wierp haar zilveren licht op den
weg, dien Atlhemar en zijne mannen volgtlen. De grillig
gevormde rotsen botlen nu een tooverachtig schouwspel, '
ilat velen der solilaten eene huivering iloor tle letlen joeg.
Adhemar en $purecltlin wiltlen juist den scherpen hoek'
eener steile rots mslaan, toen zij een verward. gerucht en
wapengedruisch hoorilen. Ailhemar bleef staan, gaf zijnen
32 DE eEvAREN DER REIS.

nannen bevel, een winig achter te blijven, en verzocht


ilen Saraceen, met hem d,oor te rijden om te zien, wat er
nadertle of voorviel.
Nauwelijks hontlerd schred.en verder verbreedde zich
plotseling de weg en voerde lijruecht naar eenc iloor
'W'as
rotsen en bergen ingesloten vlakte. 't volle maa,n?
zoodat tle reizigers met n blik het schilalerachtig
tooneel, dat zich voor hen ontrolile, overzien konden.
Een Saraceen, wiens met edelgesteenten bezaaid
gewaacl in 't maanlicht schitterde, leunde tegen een
rotsblok. Een fraai bewerkt harnas beschermde zijne
borsten zijne armen. Aan tlen linkerarm droeghij eenrond,
gtpolijst schild, en met de rechterhanil zwaaide hij zijn
kromsabel tegen itti* mannen, die met dierenhuiden
bekleetl waren en geen anclere wapens tlan korte knotsen
hadden. De naar bloetl dorstende rooyers huilclen als
wiltle diererr. De dapperheid, waarmede de Saraceen
zich vertledigile, hieltl hen eenigen tiST op afstand en liet
den ridtlers toe, hem ter hulp te komen. Vtdr de roovers
zag hij Aclhemar en Nouredclin, wier nadering hij met een
kreet van blijtlschap begroette. Met een sabelhouw wierp
hij een der aanvallers ten'grontle, terwijl tle twee andere
d.oor den riililer en den emir neergeveltl wertlen. De drie
tlooden behoorden blijkbaar tot de bende rooYers, die,
zooals Nouretttlin verhaald. had, de wildernis onveilig
maakte. Zij hadclen tlen rijkgekleeden Saraceen als
eene vette prooi beschouwd, en zontler cle tusschenkomst
iler ridtler$ was h[j zeker onder hunne slagen gevallen.
Van zijne vijanilen verlost, stak de Saraceen zlin
sabel in tle schecle en schopte met verachting een der
lijken weg.
Honden ! riep hij kokend van gramschap. Bii den
- l
I

I
{
I
DE GEVAR,EN DER REIS. 33

profeet : 't ware voor mij eene schande geweest, voor


'nilk gespuis het onclerspit te moeten clelven. Maar ik zal
geheel 't gebergte doorzoeken, tr cle lichamen hunner
rotgezellen den gieren ter prooi werpen ! Geen rust zal
ik hebben vddrclat tle streek van bandieten gezaiverd is,
opdat de reiziger hier even veilig zijn als op de markten
van Bagdad en Bassora.
Hij sprak tleze wordqn op den toon van iemand, die
zich rran groote macht bewust is. Vervolgens \ilenclde hij
zich tot de ritltlers en sprak welwillentl, maar eenigszins
uit ile hoogte :
Duppere ila,zarers, hoe zal ik u raar eisch .mrjn
-
rlank betuigen? Yoorwaar, eer engel cles hemels heeft u
naar deze plek gevoerd. Vraagt wat gij wilt. in ruil voor
den mij bewezen clienst : Abou Beer, clie cle eer en het
geluk heeft, van den profeet af te stamm.en, beschikt over
onmetelijke rijktlommen, en d.uizenclen mannen gehoor-
zamen aan zijne bevelen. Salacltjo, Goil bescherme en
behoucle hem !
-
cloet Abou Beer aan zijne rechterhantl
-
zitten en leent goeilgunstig het oor aan rte woord.en van
. zijn mond. Yraagt clus ; zegt, waarmede hii uw hart kan
verbliiclen, en vddrilat de zon opuieuw ter kimme claalt
zullen ure verlangens verwezenlljkt zijn.
Spaar clie foaaie woorden, Saraceen, zeideAdhemar,
gebelgtl over den trotschen tocn cles moslems. T'oen wli
u ter hulp snelden wisten rvii niet, dat het bloecl van den
profeet in urve acleren stroomt en clat gii nederzit aan de
'rechterhantl des sultans. Wii zifn ricklers van het Kruis
en hebben u\\re r$kctrommen niet van-noode. Gij stonclt
alln tegenover drie viianclen, on in zulke gevallen is
het c1e plicht van elk ridder, dcn zwakke te verclecligen.
Maar hoe zult gij tlians uwe reis voortzetten? Ik zie, rlat
I]E TEIIIPEI,IER.
g4 DE GEVAREN DER REIS.

gii, in u'eerwil cler sehatten, waarop gij roemt, zelfs geen


paard bezit.
Christen, hernam d.e Saraceen,laat rnii u opmerken,
-
men, rloor een o\rermachtigen vliand aangevallen, niet
voorzichtig handelt, te paarcl te blijven. Ik heb 't miine
vrii laten loopen, opclat het, in geval ik het onclerspit
tlolf, dien schurken niet in hanclen zou vallen. Nooit
heeft een edeler dier het zancl der woestijn onder zijue
hoeven doen opwarrelen I trouwens, het gehoorz aamt
slcchts aan mij
Zoo sprekentle haakle hii van onder zijn gewaad een
zilveren fluitje tevoorschlin en bracht het aan c1e lippen.
Een schrille toon weerklonk, en een oogenblik later
hoorcle men in cle verte clen hoefslag van een paarrl. Met
de snelheicl van den wind naclercle eetr melkwit ros, dat
v66r ziin meester bleef staan en cle knien voor hem boog.
Wat zegt gij daarvan, christen ? r'roeg Abou Beer,
-
terwiil hii den slanken hals van 't clier sfreelcle.
I{ooit heb ik schooner paard gezien, moest
Adhemar bekennen.
'Weet,
o clappere vreemcleling, hcrnam d.e Saraceen,
die in d.en zad.el sprong, tlat dit paard tot het erlele ras
behoort, op welks bezit slechts Saladiin kan roemen. Hlj,
ite machtige, heeft 't mij als een bliik van hooge wel-
willendheiil geschonken. Maar 't is nu geen oogenblik om
uit te weitlen over de hoeclanig'heden van miin ros... Gii
weigert ilus alles, wat ik u heb aangeboden om u miine
dankbaarheitl te bewiizen; maar een onderpantl m[iner
vriendschap moogt gii niet van-de-hantl-wiizen. I.Teem
dezen ring en draag hem voortdurend te mijner gedach-
tenis. Evenals ik zrJt gii krljgsman, en het lot van
krligslierlen is veranclerliik als d.e wolken aan het uit-
DE GEVAREN DER REIS. 35

spansel. Mocht gii te een of anderen tifile in de macht


cler geloovigen vallen, toon dan dit kleinootl, en 't zal u
reilclen, al stond d.e,punt eener kromsabel u reeds op tle
keel. Zie, d.eze tloorelkanclergestrengelde letteren Yor-
men clen naam van Salattlfn : alles sitldert Yoor clien
na,a,m, welke mij reeds meermalen het leven geretl heeft.
Die naam was cle oorzaak miiner gramschap tegen ile
ellentlelingen, ttie gli overwonnen hebt. Zij wililen hem
niet cle eer bewiizeu, welke zelfs de roovers d.er woestiin
hem niet weigeren; toch hatl ik in tlie schurken moslim
herkentl... En thans, o na,z,'rer, clat Allah u bescherme!
Mocht het toeval ooit ulYe schreden naar Salatlifns kamp
leiilen, vra,ag dan naar Abou Beer, wiens erkenteliikheitt
n-waarts slechts met ziin leven nal eincligen.
abou Beer stak den Tempelier t1e hancl toe, gaf ziin
etlel paaril cle spoor, en IMs in een oogwenk achter tle
rotsen verdweneu.
V.

DE KLUIZENAAR VAN ENGADDT.

Zachafias,, de kluizenaar va,n Engad,di, bewoonde


cene tliepe grot temidden van het gebergte
Die grot was in tween verdeeltl. In de voorste ruimte
zag men een steenen altaar met een ruw bewerkt houten
kruisbeeld : dit rvas rle kapel cles vromen kluizenaars.
Op den achtergrond verleende eene kleine deur, uit ruwe
planken saamgevoegd, toegang tot een ancler vertrek,
hetrvelk den eremiit tot slaapkamer cliende. De groncl
was er geffend en met rvit zancl bestrooirt ; tlat zand.
besprenkelile Zachaias ierleren tlag met water, ttat hli
putte uit eerre bron, rvelke in de nabiiheid tler grot
tusschen de rotsen ontsprong. Ilit biezen gevlochten
rnatten, die hem tot naclrtleger clienden, bedekten in een
hoekje der celle den groncl.
Zacharias hatl vddr het beelcl tles gekruisten Zalig-
ruakers ziin avonrlgebecl gestort. Alvorens zich naar het
slaapvertrek te begeven, wilile h nog e\.en cle koele g;-i

rrachtlncht inademell, en begaf zich dns naar buiten. Zijt

rii
DE KLUIZENAAR VAN ENGADDI. 37
scherp en welgeoefend oog bemerkte onmidtlelliik een
troepje ruiters, wier helmen en schilden in 't maanlicht
glinsterden. 't scheen wel, dat hU rlie weemclelingen
verwaclrtte I in ieder geval was laat bezoek voor den
kluizenaar geene zeldzaamheid, want iilings keerde hii
terug binnen de grot, nam een langen stok van harsach-
tig hout, stak clien aan de vlam van z$n lampie aan, en
ging erme naar buiten.
De vrede zii met u, ridders van het Kruis ! riep hii
-
uret forsche stem d.en ruiters toe. Dat de Heer uwe
intrede in de kluize des vrecles zegene ! Dank zii God,
die u tegen cle gevaren eener moeiliike reize beschermd
heeft.
Toen reikte hii de hancl aan den jongen Tempelier,
die, getroffen tloor d.e hooge gestalte en het indrukwek-
kend voorkomen d.es griisaards, vol eerbietl bleef Btaan.
't scheen hem toe, die eclele trekken mr gezien te
hebben. Doch ryaar ?... Een onbeschriifl$k gevoel over-
rveldigile Atlhemars ziel. Een naam zweefd.e op zline
lippen, maar hii verstoutte zieh niet, hem uit te spreken.
Was 't een spel z$ner verbeeltling, een droom, eene
begoocheling ?. . .
De erem$t wekte clen jonkman uit zijn gepeins en
zeide glimlachentL :
Het schiint, heer riclder, tlat miin verbliif geen a,a,n-
-
gena,men indruk op u. maakt; ik meen althans, ontevre-
tlenheitl of teleurstelling op uw gelaat te lezen. W'at er
van zii, ik heet u welkom in miine kluize; neem aan wat
ik gulhartig te uwer beschikking stel, en toon mii niet
langer een gefronst voorhoofd.
Eern aarde vader, antwoordde cle Tempelier, ik
verzoek ll, miine houding te verschoonen. Ik ben niet
38 DE KLUIZENAAR VAN ENGADDI.

ontevred.en, niet teleurgesteltl. Laat m$ u openhartig


zeggen, clat geheeluwvoorkomen mii tliep heeft gtroffen;
ilat uwe trekken mif eell tlierbaar wezen te-binnen-
roepen...
's Menschen gelaat, hernam Zacharias, is als een
onrloorgrontleliik geheim uit ile l{anclen des Scheppers
voortgekomen : niet twee aangezichten ziin volkomen
tlezelfcle, maar vele bezitten eenige trekken van geliilre-
nis met elkander. 't fs in iecler geval nogel$k, tlat het
miine eenigszins geliikt op tlat van iemaucl, tlie u lief is...
Veroorloof mii thans, voor u en u'we mannen te zorgen.
Mii" verblijf is, zooals Sii ziet, niet zeer ruim; gelief het
rlus niet euvel te tluitlen, dat ik uwe reisgenooten hererg
in een andere grot, slechts eenige schretlen van hier,
waar ook de paarden een ontlerkomeir voor clen nacht
kunnen vinclen. W'at u betreft, glj zult ]rier bliiven. I\{ijne
cel is armoedig ingericht I maar gelijk al ilezulken clic
een rein hart met zich omclragen, zult gii er rustig
sluimeren.
Zacharias haastte zichnu, in ile behoeften der reizigerq
te voorzien. Daar hU ttikwijls bezoek ontving, had ltii
zijne voorzorgen genomen. De spiizen en tte clrank,
welke hif tlen ritlcler en zljnen mallnell opclischte, waretl
niet fijn, maar smakelijk en voedzaamt en beter tlan zii
het op zulke plaats konclen verwachten.
Adhemars reisgenooten sliepen reetls lang, toetr clo
ridrler, in cle voorste ruimte naast clen kluir'enaa gezetett,
nog in ernstig onelerhoutl met ziin gastheer gervikkeltl
was. Noureddin, die aanvanketijk geweigerd had, zijn
vriend te verlaten, had zich eindelijk op Atlhemars aar-
ttringen naar het ander vertrek begeven, oil eenige rust
te nemen.
DE KLUIZENAAR VAN ENGADDI. 39
\i
Na den eremijt het doel ziiner komst blootgelegtl te
hebben, haalcle cle Tempelier het perkament tevoor-
schfjn, dat cle grootmeester hem voor Zacharias toever-
trouwcl had. De kluizenaar opentle het schriiven en
itoorliep het in tten beginne zeey kalm; maar ptotseling
begon zgne hancl te beven en wercl hlj bleek als een
cloocle. Eene huivering voer hem door de lecten en met
een kreet van smart r,eeg hii bewusteloos ten gronde.
Ailhemar beurtle tlen griisaartl op, en wekte {oureiltlin;
beiden detlen wat in hun vermogen stond, om den kluize-
naar tot het leven terug te roepen. Eincteliik wercl hun
pogen met goeclen uitslag bekroond,. Zacharias opende
wer tle oogen, slaakte een tliepen zucht en liet zich,
tloor cle beide vrienden ondersteuncl, op ecn zetel vallen.
Is voorbli, kincleren, sprak h[i met zwakke stem I
-'t
eene plotseling opgckomen onpasselijkheiit... Ik gevoel
mii beter; begeeft u thans ter ruste en slaapt in vreile.
't fs nog tijtt.. .
Tevergeefspoogden Adhemar en Nouretlclin, tlen grifs-
aard oyer te halen, eyeneens verkwikking in clen slaap
te zoeken. Hii weigertle beslist, geleidtle ziine gasten
n,ar het ancler gecleelte tler grot, $af hun zlin zegen en
liet hen alln. Onhoorbaar schoof hij toen aan de buiten-
zije den grendel vddr cle deur,...

-'- ooo.'Eo+o-__--
r7
vl.

DE GEHEIMZINNIGE I(APEL.

Middernacht... De uoor*uimte rlel grot was sober


verlicht tloor een lampje, dat vddr het kruis hing; een
missaal lag opengeslagen op het altaar, aan welks voet
men geeselriemen ontwaarde. fn vurig gebetl verslonden
lag de griisaard, neergeknield op scherpe steentjes, welke
:E.T
hii, om zich getlurende het gebecl en de overweging zoo-
veel mogelijk te versteren, met opzet vddr het altaar had
gestrooitl. Het \,.uur cler koorts kleurtle zline wang:en, en
zwar hiigrle zijne borst. Hii leed, hii batt...
Driewerf heilige Gocl, smeekte Zaeharias, werp
-
een blik van barmhartigheitl op uw dienaar, clie uit cten
afgroncl zijner ellende tot U roept ! Zwaar heb ik gezon-
digtl, o Heer I tlat beken ik vddr Hemel en aarde. Yer-
geefs heb ik tot-nu-toe uwe barmhartig'heid ingeroepen I
vergeefs mlin lichaam verstorven, *tJr vleesch ver-
scheuril : ik gevoel, dat het uur, warop miiner ziele de
vred.e zal teruggeschonken worclen, nog verre verwijclertl
is. Dr, in die grot, rusten rnline kincleren, m$ne teer-
gelieftle zouen. Adhemars harte voelt zich cloor tle macht
DE GEHEII(ZINNIGE I(APEL. 4I
tler natuur tot mij aangetrokken; in miine, door het liitlen
misvormde trelcken heeft hii 't beekl zlins vaders herkend,
die hern verliet toen hij nauweliiks een woorcl kon stame-
len. Noured.din daarentegen schljnt in miine trekken
niets opmerkeliiks te vinclen I hii heeft mii niet herkentl,
de ongelukkige !... Helaas ! hii is nog in cle schad.uwe
tles ilods gezeten, in het akelig tluister, waarin ik hem
wiltle opvoeden. lv'ee mii, rampzalige! Het is mii niet
geoorlooftl, mii bekentl te maken, mijne zonen te omhel-
zen. Zal ik wel ooit den zoeten vadernam uit ilen montl
miiner kintleren hooren? Neen, ongelukkige, neen ! Sii
hebt uwe gatle, uwe kind.eren verloren,
- op.,deze
aard,e zalt gij hen niet weer in uwe armen sluiten. Z\1,
de onschuldigen, zouden zichmetwalg{ng van u af'keerenl
de woorden van teederheid zouden op hunne lippen ver-
sterven, als zii te weten kwamen, welk een vloek op uw
hoofd, o zondaar, rust. Gii alln, o Vacler die in de
Hemeleu ziit, gii alldn weet, wat ik geleden heb; in tle
stilte \.an den nacht heeft uw oor den kreet m$ner
smarte opgevangen. GU, Gii rvilt niet clen dood d.es
aondaars; G wilt, dat hii zich bekeere en leve. Eenmaal,
o Heer, zal uwe Barmhartigheid m$ vergeyen I eenmaal
zal ik deel hebben aan tle vreugd, welke clen bekeerden
zondaar naast d.en rechtvaardige in den Hemel verbeidt.
Help mli nu, o God, de nieuwe en zwre bepr:oeving te
dragen, die mij te wachten staat I sterk Adhemar, wien
ik, zin eigen vader, het hart rnoet verbriizelen, maer
die in onwetendheid moet blijven nopens den naam eens
ongelukkigen, veroordeelcl om tot aan het einil e zijner
dagen te lijtlen !...
Zoo bad de ongelukkige Zachanas... Einttelijk rees
hii op, schreerl toe op d,en wancl ter ziitte van het altaar,
42 DE' GEHEnrzrNNrL+E r(ApEL.

druktc op eereverborgenveer enopende zoo een cleurtje,


clat toegang tot een ander vertrek verlencle. Dr bleef
ile kluizenaar geruimen tiid. Vervolgens ging hii zacht
de-deur van cle grot, waar zgnegasten sluimeren, openen;
beiden sliepen vast.
l.Ia verloop van eenige minuten ontwaakte Ailhemar.
Groot was ziine verbazing toen hii cten erernijt bii zijne
legerstede neergeknield zg. De grijsaard had z$ne
rechterhantl op de borst des jongen riclders gelegd, err
hieltl in cle linker een lampje.
Spreek niet, zei de kluizenaar, ik heb u gewich-
-
tige rlingen te zeggel welke geen ander oor dan 't uwe
mag opvangen. Sla uw mantel om, en volg m|j.
Atlhemar rees op, en greep naar zijn zwaard,.
Dat hebt gii niet van-noode, fluistercle Zacharias;
-
op de plaats, waar wii heen gan, kunnen slechts gees-
teliike wapens dienen.
De Tempelier legcle r,ijn zwaard necler, en slechts
gewapend met eene dagge, rvelke hii in die gevaarl$ke
streek nirnmer aflegcle, volgcle lij zijn gastheer.
Onhoorbaar als schimmen slopen zii naar cle andere
grot. I)e Saraceen was niet ontwaakt.
-
Zachanas knielde ner vridr 't altaar en verzocht door
een teeken tlen ridder, z\in voorbeelil te volgen. Eerst
sprak hii eenige liturgische geberten cler katholieke Kerk
en ging toen over tot de boetpsalmen ; zijne tranen, zgne
snikken bewezen, hoe diep hij cloorthongen was van deu
geest tlier goddeliike potizii
Arthemar vereenigde zich van harte met Zachanas'
treffend en vurig gebed; de achting en cle eerbiecl, we-lke
hii tlen kluizenaar reeds toedroeg, 'werden in dat plechtig
uur nog sterker.
DE GEHEIMZINNIGE KAPEI,. 43

Nadat de griisaard geruimen td gepsalmotlieertl en


gebeden had, bteef hij eenige minuten in diep gepeins
verzonl<en.
In ginclschen hoek, sprak hij einclelifk, ligt een
-
sluier; wil hem nemen en hier brengen
De rictder haastte zich, an dat verzoek te voldoen.
Bli het zwakke licht der Iampe zg hij, dat de sluier
gescheurd was en op eenige plaatsen met ecile zwatt-
aclrtige stof besmeurcl. De kluiz,ena,tt beschouwcle hem
een oogenblik met cliepe ontroering I tranen lekten van
zijne wimpers. H vermande zich echter en zeide met
vaste stem : \
RidderAclhemar van Arbourg, zult gii blk va,n
-
mannenmoed. geven, als ik u ilingen openbaar, die uwe
zicl met onbeschrijfliike smart zullen vervullen? Is uw
betrouwen op tlen Heer, den Gocl tler heirscharen, sterk
genoeg ?

Verh aas cL over ctie geheim zinnige to e spr a ak antwo ortlcle


tle .ionl<man vastberaden :
Ik ben, wel-is-waar, jon$r en niet in het vuur der
-
beproeving gehartl; doch waarom zoucle ik geen betrou-
wen stellen op's Ifeeren macht en liefde, die mii tot-nu-
toe in alle gevaren beschermil hebben ? Schoon ik uwe
plannen mij-waarts niet ken, onderwerp ik mli gaa,rne
aan uwe lrevelen.
'Welnu,
hernam Zacharias, gii zult clen heerlljkstert
-
schat, welken de aarde draagt, aanschouwen. Helaas !
'Wist
ik-zelf ben niet waarclig, een blik erop te werpen... :l

g, o vriend, wat ik liitle ! Tevergeefs heb ik in dit


woeste oord. eene schuilplaats gezocht : mijn viiand heeft
ne onttlekt en vervolgt mii tot binnen de wanden dezer
sterktc...
44 DE GEHETT[zrNNrGE KApEL.

Zoo sprekende verzocht hii tloor een teeken den ritltler,


hem te volgen. H ging wer naar d.en wand terziide van
het altaar en opende het geheimzinnig deurtie; nu ston-
den zii vti6r een smalle, in de rots uitgehouwen trap.
Neem den sluier, sprak tle griisaartl. met eene van
-
smart trillentle stem; neem clen sluier en hind hem mii
vddr de oogen, want 't is urii niet geoorloofd,, den schat,
tlien ik u toonen wil, te aanschouw'en.
Zonder een woord te spreken gehoorzaamde Adhemar.
Toen begon Zacharias de trap af te dalen met eene
gezwindheid, die bewees, dat hii clen weg genoegzaam
kende om geen licht van-nooile te hebben. Hii hail eyen-
wel ten behoeve des ritlders, die hem langzaam volgile,
een brandend lampje meclegenomen.
Eintteliik kwam en zij aan een klein gewelf van onre-
gelmatigen vorm. De trap, ilie ?,ij afgedaald waren,
kwam uit in een der hoeken van die krocht, terwiil men
in een anderen hoel een tweetle trapje zg, tlat opwaarts
voerde. trintleliik bevontl zich in een derilen hoek ene
gothische deur, met grofgebeitelcle figuren en zinnebeel-
;
tlen oyerlatLen zij was \ran zwale nagels voorzicn en
met een iizeren staaf gesloten. Naar die deur richtte de
I
kluizenaar zijne schreclen op rlat oogenblik wankekle
hii...
Ontschoei u, sprak hii tot den ridder, want de
Plaatse, waar gli clen r.oet zet, is heilig. Ban alle
rvereldsche, alle vlceschel$ke gedachten uit uwen geest,
rvant zulke gedachten zijn hier zondig.
De ridtter ontschoeide zieh. Midtleterwijl bleef Zacha-
rias roerloos staan; een gebeil trilile op zijne lippen. Na
verloop v,n eenige minuten beial hii clen Tempelier,
tl.riemaal op cle clenr te kloppen I cleze gingvan -zelf. open,
DE GEHEIMZINNIGE KAPEL. 4T)

althans tle riiltter zg niemand. Onmirltlelliilc wertl hif


tloor eene r,ee .van licht overstroomcl en schier betlwelmcl
tloor clen tlamp van kostbaar reukwerk, tlat op zilveren
schalen brantltle. De plotselinge overgang van 't half-
cluister in 't volle licht verblintltle clen jonkman, tlie, ten
toppunt van verb azing en met heiligen schroom Yervulal?
eenige schreden achteruitweek.
Hii overmeestertle nochtans zijne ontroering, tratl bin-
nen en zt1, ilat hij zich in eene kleine gothische kapel
bevond, schitterentl verlicht iloor een groot aantal zilveren
lampen, met geurend.e olie gevulcl, tlie aan ketcns van
hetzelfile metaal aan het gewelf bevestigtl waren.
Evenals het grootste deel van cle zonderlinge woning
iles kluizenaars was de kapel in cle rots uitgehouwen.
Hier echter hatl de beitel van begaaftle kunstenaars iets
heerliiks gewrocht. Het fraaie gewelf rustte op slanke
zuilen in den stlil tler eeuw met etlel sieraacl getooitl, en
tegen elk clier twaalf kolommen, in twee riien verdeelcl,'
'ws het beeld. van een der twaalf Apostelen angebracht.
op den achtergrond. cler kapel, aan cle oostzljcle, ver-
hief zich het altaar, achter hetwelk een prachtig gortliiu
van met gouct geborduyrtte Persische z$de een nis ver-
borg 1 eleze bevatte wahrschlinliik de beeltenis van eeil
Heilige of een kostbare reliek.
Atlhemar viel op de knien en,batl met vuur. Maar
eensklaps wertl zijne aanttacht getrokken iloor het gol'-
tliin, clat onhoorbaar ter ziitte wercl geschoven, zontler
dat men zien kon, hoe en door wien. In tle nis, welke nu
openstoncl, zag hli een kastje van zilver en ivoor, met
vleugelcleurtjes, eene trouwe miniatuur-nalootsing van
een gothische kerk.
Terwijl Adhemar met sehroomvallige nieuwsgierigheirl
46 DE GEHEIMzINNIGE I(APEL.
den blik op het schriin liet rusten, gingen tle rleurtjes
open ; nu zag hii een groot stuk hout rnet ilit opschrift :
o Vera Cru, " (1).
Bii 't zien van die heitigste aller relieken' een tleel vall
tten kruisbalk, waarop tte Goil-Mensch clen laatsten snik
gegevenhacl, Yoer eene huivering Yan eerbiecl clen ritltler
door tle letlen. IIU boog zichzoo cliep, tlat zlin voorhooftl
clen groncl raakte, tr stortte volgentl gebeil :
u o wontlerb&re en heilige schat, waarop cle zalig-
maker tler wereltl ziin Bloetl heeft vergotenr w&t een
geluk voor mii' u te mogen aanschouwenr voor u in
tliepen ootmoetl neer te knielen ! In tlen geest zie ik den
calvarieberg vddr mii opriizer.; ik ziehet Kruis, waarop
miin Jesus zieltoogt... Geheel de natuur is bii dat
*rhoo**pel met schrik en iizing vervuld'1 't worclt nacht,
akelig duister zakt loodzwaar op het aarilriik... En Gif '
o zoonvan Gotl, Gii biitt nogvoor uwe beulen : ovader,,
smeeken nog uwe bleeke lippen, u vergeeft 't hun,
zii weten niet, wat z[i d.oen !... u In tle verte ratelt de
donder ; cle schichten ttes bliksemg klieven het zwerk, -
een kreet : u Het is volbracht ! u riist op uit rwe Borst" '
Jo, het werk tler Verlossing, U tloor clen hemelschen
Vader opgealragon, is volbracht. Met uw Bloetl hebt Gii
zijne lieitte tot ile kincleren der menschen bezegeltl... Op
d; puinen van 't heittentlom verheft zietr cle grootsche
'Wel-is-waar
tempel van een nieuwen, reinen gotlsdienst.
tloet Satan rog eene laatste poging om aiine macht over
de wereltl te hanclhaven, en iluizeilden martelaren sneven
aan den voet van 't Kruis; maal tle groote wegr cle weg
cloor Christils gebaantl, ligt open... Leen het oor aan miin

(1) Het 'Ware Kruis.


DE GEIIEIMZINNIGE I(APEL. 47

, gebetl, o Vacler, clie in cle Hemelen zijt; geef,'ctat de


gerlachte aau uw. eenigen zoon, clen Gekruiste van
Golgotha, nimmer uit mlin hart verdwiine. Schenk *ii
de overwinning in clen strifrt tegen de v$anden van miin
geloof ; en is't uwwil, dat ik voor die heilige zaakmijn
bloetl stqrte, neem mij dan op in 't verbliif der eeuwige
zalighcirt. Werp ook een blik van barmhartigheirt op mlin
teergeliefclen vacler, als hii nog tot de levenden behoort.
Geef hem kracht en moed, indien hii nog ver van zijne
dierbaren in slavenketenen zacht, Geleid mij tot lem,
optlatik zijne kluisters slake, hem schadeloos stelle lroor
alles, wat hii geleden heeft. faar, o Heer, uw Wil
geschiede, en niet cle m$ne !... o
Adhemar rees op, e' wiltle de kapel verlaten; maar
plotseling bleef hii als aan den groncl genageld staan.
Eene deur in clen linkerzljwand ging open en verleende
toegang tot een sober verlicht gewelf. ook ilie ruimte
was in de rots uitgehouwen, maar bood overigens eene
schrille tegenstelling met cle kapel. Een lampje wierp
zijn ros en spookachtis schljnsel op cle naakte, grauwe
rots'wanden, en 't geheel maakte op ilen' jonkman een
somberen, dooclschen indruk. atlhemar meende, een
grafkeltler vddr zich te hebben I vastberaden trad hif de
krocht binnen, 'waar een vochtige, kille lucht hem tegen-
yoer. Eerst vielzijn blik op eene witmarmeren graftombe,
die het midcten cler ruimte innam en opmerkelijk schoon
bewerkt ws. op een met arabesken riik versierde
' $arcophaag zag men de marmeren beeltenis van een man
in liggencle houding, met eene volletlige wapenrusting
bekleecl; de handen waren gevouwen op de borst, het
vizier neergeslagen. Aan zijne voeten kronkeltle eene
slang, welke clen kop oprichtte en cle puntige tong uitstak.
48 DE eEHEruztNNrGE KApEL.
De Tempelier trad nad.er ell las op eene zwartmar-
meren plaat het volgencle opschrift, in guklen letteren
aangebracht :

uHier rust Graaf Robert van fubourg, de afvallige.


u God hebbe zijne ziel ! u

adhemar slaakte een kreet en zeeg bewusteloos ten


grontle.
Toen hij werler tot zich-zelven kwam bevond. hii zich
in de kapel; een griisaard lag naast hem op de knien
en wiesch zline slapen met eene sterkriekende vloeistof.
Waar ben ik? kreunile Adhemar. En wie zrjt gij,
-
oude man, dien ik nimmer gezien heb ?
I.Timmer gezien ! herhaakle tle grijsaarcl metbevende
-
stem. Nimmer gezien!... Heer riclcler, hebt gii uw trou-
wen dienaar Leothard zoo spoetlig vergeten ?
De Tempelier sprong op en drukte ilen griisaard in
zgne armen.
Ja, gii ziit het, riep hli uit, de trouwe tlienaar der
-
Arbourgs! Met miin vader z\Jt gij naar 't lleilig Land
vertrokken en nu bewaakt gij zijn graf. O, waarom hebt
gii hem laten sterven, instecle van hem terug te voeren
in miine armen ?...
Helaas ! alle hoop, zijn teergeliefden vacler eenmaal
terug te vinden, 'was nu plotseling verdwenen.-w'elk eene
smart!... l\raar wat beduiclile het woorit u afvallige u?...
Dit zoa Atlhemar dra vernemen uit tlen mond varr
Leotharcl, die alles in werk stelcle om clen jongen riikler
te troosten.
'. - cooottoooo --
YII.

DE AFVALLIGE.

Graaf Robert van Arbourg bezat een d.er schoonste


kasteelen op de vruchttrare oevers van den Rhne I onder
elk opzieht kon hij tevreclen ziin met ziin lot, en dat was
h ook.
In het bezit van een onmetelfik vermogen, door allen,
' die hem kenden, geacht en geerd, hatl hff bovendien het
onwaard.eerbaar geluk, ziin huis bestieral te zien d.oor
eene liefdevolle, deugdzame gade, die zich met hart en
ziel wlfilile aan cle opvoccling van hun z,oonl den trots
ziinet ouders.
Zoo hatl Robert reeds vele jaren rn ongestoord. gel\rk
en tevredenheid geleefd, toen hij zich als 't ware pl.otse-
ling d.oor rte algemeene geesttlrift voor de Kruistochten
liet rnedeslepen, en gelofte tleetl, naar 't Heilig Lanrl te
vertrekken. De bqflen en tranen zijner yrouw waren niet ,i
j,r
bii machte, hcm van dat voomemen af te brengen.
Heeft niet Goil, sprak d,e graaf, mii tot-nu-toe met
-
zegeningen oyerstelpt en r de ruirnste mate alles geschon-
DE TEMPE.T,IE.
50 DB AI'\'IALI,IGB.
ken, wat 's ntetrscltett hart verltettgett kan ? W-aaronr
zoucle ik mlj niet dankbaar voor zoovele welclatlen toonen, '
cloor een werh, Hem z,oo aangella,m, te zijner eer te
onclernemen ?
Zekerentlag verliet tlus Robert aatr'thoofcl eeJrer bende
krijgslieden zijnslot, en sloeg tleu weg iu naar Palestina,
waar hij , lla eene lange elr rnoeilif ke reis, behoucleu
aankwam.
Dra hacl zich de l-ransche ctlelman eell groote faatu
van dapperheitl ver\yorven; hlj was de sehrik cler Sara-
cenen, wien hii herhaaltlelijk z\vare verliezen toebracht.
Helaas ! cle kans zolt keeren; op ziine beurt zou Robert
tle oubestentligheid vall aarclsr:h geluk leeren keutren.
In een bloeclig gevecht tegen de rnoslim n'erd hij met ziju
schiltlknaap Leothartl eu vele arulere ritlclers krfigsge-
vangen gemaakt. Zwaar gekuevelcl moestcru zii, ttoor eetr
nreedoogenloozen viiancl voortgezweept, deu rveg uattr het
birurenlancl inslaan.
Aclhemars vatlel en ziin trouwe gezel vielen iu hantlen
varreen riiken Tttrk, met name Alnransor, err wertlennaar
diens uitgestrekte bezittingen, niet ver v,ll cle wilclernis
van Engactcti, gevoerd. Almansor, een rnan varl gevortler-
tlen leeftlid, schepte behagen in tle hoofsche manierett
en 't edel voorkomell van den christen ridtler. Leothartl
rverd niet yan zijn meester gescheitten I rle Saraeeett
stekte beiden aan het werk in zijne praehtige tuinen,
\4'aarop hli niet rveinig trotsch \vas. Doch rvijl tle graaf
standvastig bleef n'eigeren, clen gotlsdienst t'att }lohametl
aan te nemen, en elk voorstel nopens clat punt met onver-
holen veraehting venvierp, werd tlc 'I'urk ietlerert ,lag
hard.er en l\'reeder voor hem en gaf den opzichter over de
slaven rle strengste bevelen. Instetle \:all weln'illentle
L

,
.\,

DE AFVALLIGE. 51

u'oorden kreeg toen Robert niets nreer tlan beleeiligingen


te hoorell, en werd niet zelilen wreed rnishantlelcl.
,.: .

Die ru\ye bejegening ws van hoogst verderfeliiken


invloecl op 's grayen karakter. Daar hii weleer niets dan
voorspoed gekentl hact, was hif nu tles te ge'roeliger voor
zlfn treurig lot. Hii.' cle fbrsche man in cle volle kracht des
levens, toontle zich zwak als eene vrouw etr weende en
zuchtte dag en nacht. Maar zljn hart keertle zieh niet tot
Goil. tle Brorule van allen troost, van alle kracht.
Zekeren morgen, terw$l tle graaf in tle tuiuen ziins
lneesters dicht b ee,nen grooten viiver arbeirlde, voer
Znlinra, Almansors nig kinit, met eell harer slavinnen
in en bootje op tlen helileren plas. Zii vermaakten zich
rloor het liclrte vaartuigje vrij sterk te laten sehommelen.
Eensklaps kwani een sehrille lireet tlen graaf uit zline
rlroeve mijmering wekken. Zulima'was in hetwatcr geval-
len, cn rle slavin lag haniteuwriugencl in tle boot op de
knieiiu. Zolrler een oogenblik te aa,rzelen wierp zich
Robert in tleu vifver, greep de drenkelinge en droeg haar
behouclen maar buiten kennis llaar rlen kant.
Almansors erkenteliikheitt jegens clen reclder van ziin
kinrlws gretrzenloos. Hii clrukte tlen graaf in ziine armen
en overlaadtle lteut met kostbare gescltenken. Van toeu
af nrocht Robert hem niet meer r.erlaten, ell clra gewentle
zieh deze aau het rveekeliik ett zitrneliik levetr der riike
rnuzehnalmen. Dra begon hij zijn vaclerlantl eu clegenen,
ilie reeht op ziinelieftle haddcn, te vergetetr, en helaas!
zijrr geloof wankeltle reetls...
Zekerct avond. zag men in tle tuinen vall Ahnansor
ontelbare lichten schittereni en weergalmcle het paleis
vail vreugclekreten. Vatr ntond tot monct vloog cle mare,
tlat de christen riclcler, Almansors slaaf, ziin geloof hacl
52 DE AFYALLIGE.

afgezworen en Zulima's echtgenoot geword.eu Yvas. Maar


in een hoekje der tuinen, waar geen feestlicht straalile,
wandeltle iemancl, aan onbeschriifl$k zielewee ter prooi,
rnet gejaagde schreclen op-en-necler : 't was Leothartl, cte
trouwe dienar. Hii, hij hatl ziin geloof niet verloochend.I
vruchteloos hatl hii d.en graaf gesmeekt, die lafheid niet
te begaan. Robert \ryas in woetle opgestoven en hatl
Leotharcl uit zijne tegenwoortligheicl vertlreven, ia, met
zijne tlagge betlreigtl.
HU is verloren, zuchtte ile reeds bejaarde schilil-
-
knaap, voor immer verloren ! Verre van hier, op den
oever van clen Rhne, beweenen zline edele gacle en ziin
jorrge zoon een dierbaren echtgenoot en vader, terwiil
rleze zjn Gotl, zljn vatlerlancl, zijn naam en tle ziinen
.yerloochent. Robert vatr Arbourg behoort niet meer tot
ile bloem der christen ritltlerschap. Ismal ?'oo noemen
-
hem thans cle ongeloovigen... Helaas ! waarom is hii niet
op het veltl van eere als martelaar yoor ziin geloof geval-
'W'aaromheeft
len! h[i niet, met wonden overdekt, iu miine
{rmen clen laatsten snik gegeven !... Nu is hii een afval-
lige, een eerl ooz,e, voor immer gevloekt. . . Ik ben een
arm en ongelukkig griisaard.; als een trouwe hond heb ik
over zgne schreden gewaakt, en nog zie ik hem, in ziin
rviiilen zetel bij het vuur, met ziin zoontje op cte knien.
Niet slechts in tlie heerlijke clagen van ongestoord geluk
en zoeten vrede ben ik hem trouw gebleven, maar ook
hier, toen de zweep vn tlen opzichter zijne schouders
striemtle en hii ond.er den last des arbeicls bezweek. En
nu heft hii z$ne dagge op tegen den trouwen clienaar, clic
zich vermeet, hem in herinnering te brengen, dat hii
christen is !...
Den volgentlen ilug liet IsmaI, vroeger graaf van
-
DE FVALLIGE 53

Arbourg, Leotharct roepen en ontving hern, uitgestrekt


-
op donzen kussens.
Wilt gii niet in mi|n geluk deelen? vroeg hlj. lY.erp
-
een blik in 't rond, en gii zult zien' dat ik onmeteliike
r$kdommen bezit. Geloof mii, worclt muzelmn I als v'oo-
danig kunt gii in uw hart Gotl even goed aanbidden als
iemand, die voor het aanschiin der wereld het christen
geloof beleidt. Open eindelijk tte oogen, Leotharcl I wacht
u, al het heerliike, tlat onder het bereik uwer hand ligt,
uit dweepzucht te versmad.en. Neem m$n voorstel aan,
en ik zal a niet meer als tlienaar bejegenen; gii zult miiu
vrientl zljn, in eer en geneucht neclerzitten aan mijne
rechterhancl.
Spaar die fraaie woorden, heer graaf, antwoortltle
Leotharcl onbeschroomd. AI moest ik van honger crr
ellende omkomen, nooit zal ik mn geloof in den Zalig-
maker der wereld verloochenen. Met cle hulpe Gocls za
ik als christen leven en sterven.
Ismal sprong op; het rood des toorns purpercle z$ne
\Yangen en z$ne oogen fonkelden.
Ellendige slaaf ! bulclertle hii, weet gii niet, dat ik
-
u tlwingen kan, rnij te volgen op den rveg, dien ik geko-
zen heb ? Ja, ik kan u doen folteren, u noodzaken, dat-
gene te vloeken, wat gij als heilig beschouwt. En mecrr
niet, tlat tlie bedreiging mii geen ernst is, dat ik u slechts
\rrees wil aanjagen. Hier, slaven, griipt en geeselt
hem !
Iaar Zulima wierp zich schreiend aan de r-oeten van
haar rampzaligen echtgenoot en smeekte om genade voor
tlen gr$saard.
Een lichtstraal clrong het hart van Ismal binnen; hii
clacht aan het rein en gelukkig verleden. Het bloetl steeg
54 DE AFVALLIGE.

hem wed.erom naar cle wangell, nraar clitmaal van


schaamte.
Hii gaf den slaven, clie zich reeds op Leothartl ge$'or-
pen hatlden, eerr u'enk; zij haastten zich, tlc zaal tc
verlaten.
Leothard, trouwe dienaar, sprak hii toen vriendelljk,
-
kunt ge rnij vergeven, zoo hard voor 11 te ziin geweesf ?
Zied,aar miine hand; en bij den profeet ik zal voor u
-
cen goed en liefclerijk meester ziin. Bliif clrristen, ik zal
uwer overtuiging geen geweld aantloen. En bitl voor mij,
Leotharcl als gii daartoe staat gevoelt.
- zal vooruu bidden,inhernam
Jo, ik de schilclknaap
-
rnet droeven ernst I ik zal voor lr bidtlen cn tlen Heer
smeeken, u op deu weg d.er waarheid en cles heils terug
te r-oeren. Ik.heb u niets te vergel'en ; gii helrt mij jaren
lang met rvelcladen overstelpt. Ifaar, hecr graaf, wii
moeten scheiden : 't is voor ons uiet raatlzaau, outl.er n
ak te wonerl. rk zal u eclrter niet geheel verlaten, maar
ll van-tijd-tot-tiitt eeu bezoek breugen. Gecloog, dat ik
rnijne schreclen naar cle woestiin \.an Engatltli richte;
wenscht gii te een of anderen tijde, mii te zion eil te
spreken, laat rnlj dan in cle holen clier rvildernis opzoekerr.
Met beuepen hart nam de grijsaartl afscheicl r.an ziirr
nreester, dien hij, trots zliu snootl gedrag, steeds nog
liefhatl.
\rlII.

ITIIROLI1Y I]N ITOET\IAARDIGIIEID.

Toeu Leothard vertrokkcn lvas viel fsrnal


'Vlrerd
iu een
staat r"an cliepe neerslachtigheid. hij nu reeds cloor
rvroeging getblterd ? Knaagtle reetls nu zfin geweteu ?...
Nauwellihs e.eu half jaar na Roberts afval or.erlectL
Ahnansor, eu eenige maanden later n'eeude cle ougeluk-
kige op het graf ya n Znlirna, clie hem cen zoorr j
l{ourecldin, naliet.
Somber te rnoede, altiid in zich-zelf gekecrd, schecu
nu cle afvallige een geheirn plan te o\-erwegen. Dikrviils
r,erwiitlerrle hij ziclt, rraln ilan telkens groote hoeveelhe-
den goud, zilver cu kostbare gesteeutcu metle eu keertlc
nir r.erloop yan tien of twaalf clageu in zijne woning
tt'r'ng. L'iit yerre strekeu had hif kunsteuaars en werklie-
derr outl,lodeu, clr dezet arbeidden te Eugpncldi, in
I-,eothalls grot, aau cle rvoilclerschoone, geheimzinnigcr
hapel, rlic. rrii hoogcr beschre\ren hebben. \roor ontzag-
golijken priis hatl hij vau de ougcloovigen de groote relick
lan 't heilig Kruis gekocht, rvelke hij achter lrtrt altaar
56 BERoU\ry EN BoETvaaRDIGHEID.

plaatste. Vervolgens liet hii voor zich-zelf. eerle graftombe


oprichten.
'.t: ''t= Het grootsch en rnoeillik werk tvas voltooicl, tot',lt
Ismal zekeren avond. bleek als een tloode en g'eheel
bniten nich-nelven de grot van Leothard k'wam binnen-
geiilit. Van smart en wanhoop tle hanclen wringencl, vitrl
hii vddr 't altaar op ile knien
Alles is verloren ! riep hli den hevig ontstelden
-
grijsaartt toe. De christenen hebben mijne woning Yer-
woest en miine slaven omgebracht. Miin zoon Nouredclin
is verdwenen. Wee rnii !... het uur tler wrake is gekomen.
Ik ben gevloekt geene vergifrenis voor mii, noch hier,
- 'Waarom zlet ge mif verwontlertl
noch lriernamaals !. ..
aan? Ga heen, miin adem is eene pest, welke het bloetl
irr rle aderen vergiftigt. Zie mn voorhoofd : ilraagt het
niet de sternpel des vloeks ?
De rampzalige rolde zich over den grond, slaakte een
vreeseliik gehuil, trok ziclt baartl en haren uit. Eintteliik
gelukte het Leothard, den wanhopige op te nemen elt
ilar ziine legerstede te dragen. Daar verloor de graaf
onmicldelliik ,ht bewustz$n I maanden lang zweefde hii
tusschen leven en dood, lnaar tle hulp tles Hemels en ele
trouwe zorgen van ziiu schiltlknaap zouclen hem redden.
Yan toen af ver'liet Robert tle grot vatt Engadtli niet
meer. Slechts nmaal trail hli de fraaie kapel binnen, orn
Mahometls tlwaalleer plechtig af te zweren. Ziin berourv
ws oprecht; hii legtle zit:h de strengste boetplegingen
op, kast$dtle zljn vleesch zoo onmeetloogencl, tlat slechts
een iizeren lichaam als 't nijne zulke folteringenverd,ra,gert
kon. Jaren lang hield hii zich voor iedereen verborgett,
behah.e voot Leothard, die niet ophield, voor zlin mee-
ter te bidtten. De overgevoeligheitt van clen graaf en dtr
BEROTT\4I EN BOETVAARDIGHEID.
.i)7
smart, die z\ln boezem verscheurde, dornpeklen henr irr
een staat van weemoettige miimering, die hem niet sleehts
bii de christenen, maar ook bii tle moslim, en vooral bif
dezen, hoog aanzien verschafte I men beschouwile hent
als een profeet, als een bevoorreeht wezen, met tletr
geest tles Allerhoogsten bezielct en hantlelend onder de
inspraken van Boven
Commancleur d'Arbourg had vruchteloos alles in
't werk gesteld om eenig spoor van zijn broetler te ont-
tlekken. Trouwens, hoe hatl hii kunnetr vernroetleu, dat
de kluizenaar Zacharias en Atlhemars vacler n ell
dezelfde persoon lryaren ? Slechts de grootmeester, wien
graaf Robert vroeger gewichtige diensten bewezen had,
kende het treurig geheim, clat in 't diepste van zljn hart
beclolven bleef. Diep metleliirlen met tlen ongelukkigen
ridder vervulde zijne ziel, en sincls lang hail hii beloofrl,
zich ten gunste cles boetelings om kwiitschelding van de
zwae zond.e van afval tot clen H. Stoel te wend.en. Wilile
lrij, door Adhemar naar de rvildernis van Engadclite zen-
den, ziin ouden vriend een nrlr vAn troost en gcluk
verschaffen?...
IM nnben gezien, welk een diepen inclruk de komst
van den jongen Tempelier, u'iens llaanl in den brief des
grootmeester vermelcl u'ertl, op den kluizenaar gemaakt
Iracl. Maar zgne hevige ontroering had nog eene andere
oorzaak : tle tegenwoordigheid van Nouredilin, dic op,
cenige schreden afstands van hem sluimercle. Ailhemar
hacl hem den naam van z$n reismakker gezgf}sn tevens
gevraagd, hoe hli Nouredtlin het gemakkelijkst van de
rvaarheid tles christend,oms zou kunnen overtuigen. Ook
hatl hii ilen kluizenaar in 't kort tle levensgeschieclenis
.r'an den Saraceen verhaald, zooals wii die reecls kennen.
58 BERouw El{ tsoET\TAARDIGHEID.

,\tlhemars verhaal ltras aan tle opetrittg van cle brieveu


voorafgegaan, ell daar hii 't omroottig hacl geoordeeld,
nin eigen naaill to noemen, kan cle bezrvliming clt s
armen vaclers, ttie op hetzelfde oogenblik ziiue twec
zollen terngvond, geene \rerwondering baren.
Naurvel$ks waren Aclheura,r ell tle jonge Saracec,n
ingesluimercl, of cle kluizenaar begaf zich tot heu.
Noureiltlin droeg vau ziine geboorte af eeu roocl teeken
in den vorm eener ster op.de borst, etr dat teeken moest
\ oor Zacharias allen twijfel llopens tle afkornst vau clen
.jtnrkman u'egrernen. Met bevettde hancl opeude ttii
't lichte kleedingstnk, ctat l{ourectclins boezem beclekte :
-Wederorn
's lcluizenaars hoop rverd niet telenrgesteltl.
tt,r prooi aan cte he'r'igstc ontroering, waariu sntart eu
irlijtlschall zich mengeltleu, verliet l,[i toeu ouhoorbaar
't gewelf en ging zich netlerwerpcll aan detr voet des
altaars, \\'aar u'ij hent invurig gebecl aattgetro{feu hebben.
Yt rvolgcrrs hatlhif de geheime deur geopencl en Leotharrl'
i.ett snel vatt alles op cle hoogte -gebracht.
f)e trouu'e dienaar n'eetttlo t'tt bliidschap el) u'ierp
zith in de nnen ziins mcesters. Robert c'u Leothard
lrcrnatlslaagcleu cen oogenltlik etr'kwatnen overeen, dat
Arlhemar voor 't oogenblik tleclt z\itr larter noch z\in
lrroeder zourvetlerziett, clat hij uit tlen mottd vatt Leothartl
rle geheele geschicdenis r.at tlen graaf zotl yernenlellr en
rlirt rnelr hern vervolEens tii,l zou latcrr om ziah rnet
't tlenkbeeltl l'an d.ett afval zlins vaclers eenigermate te
\-(irzoenen... IIet dat tloel harl Zacharias clen jonkman
nar de kapel geleitl.
'fen opzichte vau Nouretld.in zoll lllell autlers te werk
{dirall : deztr rlo(}. t onrnitlclell[ik ziirr rader lterkennen, *:
u-aut tle kluizenftar bescltottwtle het als eetr dnren plicht,
I}EROU\\' EIi BOETVAARDIGHEID. iI9
zelfl cle bekeering vau den jongelr rnuzelman tot het \\'flro
geloof voor te bereiden.
'fe'rrvijl r\tlhemar ben'ttsteloos in tle armen valr Leothartl
lag, rtrstte Nonretlctin lmiten zich-zelf van blljtlschap aatr
tleu boezeut ziins vatlcrs, rlic irem in rr.einigtr lvoordett
nllcs gezegcl hait.
J{ourettdin dacht sleclrts aan ziin geltk I toen tle klui-
zenaar hern zeitle, clat hli,, l-oor aller bestu'il, eenigerr tijrl
van ziin broeder gescheiden moest blfiveu, sternde hij, trots
ziin vurig r.erlangen, Aclhernar te omhelzen,, tlnariu toe.
Met otrbeschriifliike aancloeuing h.atl cle Ternpelir,r
naat' he't verhaal van tlen ontleu schiltlkna,ap geluisterd.
'I'oen ltii 'r.etnaur, rlat graaf Robert zijn Gnd etr ziiut:
farnilie verlooc,hentl hacl, n'ecnclt-. hii overr.loetlig, uraar
l1ecrl bitter t'oorcl ku.am o\rer zijte liltpen. En toctt
l,cotlrard, met alle welsprekerulheiil waartoe hii in staat
was, den terugkeer rran clen graaf tot het clrristen gelortf'
nrtln lLeroun', ziine strenge lloetr.aardigheid gcschiltlcrd
hatl. l'eek alle bitterheid uit rle ziel rles jongerr ricltlers,
rtrtt plaats trr uraken voor diep nretteliiilen ett etrrltietl ctt
tet'tlere lief'tlc.
O rnoeitler, r'iep hij uit. kontlet gii un crclttgettttot
-
ziinc zwal<heirl vergeverrl l![nal helaas ! un' trourv lrart
klollt niet rne'er; sintts laug sluimert gij op tlen oer"crr vart
rlen Rhne in tle schatln!\r cclls treurrvilgs... FIet verdritrt
()\-cl' rlt' afu'ezigheitl lran mijrr vatler, tlicn gii rlootl of
rr('\'Ang'err waattdet, lrtrcfit nwe tlagett r.erkort i tle sutart,,
zi.in rnisslag' te kennen, blecf lt gespaartl. () rnoetlcr',
\\'(,r'p vau nit dtn He.rnel een lllik van rnedeliiden op derr
Itoctrrliug'! u'ces zijntr voorspraak t ii God, ollrlat ziino
ziel \rarr allc suret gelouterd n'orrle, henr outlen atlcl
tt rngerlangc !
60 BERoU\ry EN B0ETVAARDIGHEID.

Slechts noode ontlerwierp zich Adhemar aan tle tlroeve


noodzakel$kheitl, gedurende eenigen tiitl van zlin vader
cn ziin broetler verwiidertt te blliven ; slechts de verzeke-
dng van Leothatcl, tlat tlie scheiding niet lang zou tluren
en clat zij voor 't zieleheil cles kluizenaars bevorderliik
w,s, kon hem eenigermate troosten.
Tegen den morgen voerde Leotharcl clen jongen
'Tempelier langs tlenzelfiLen geheimen weg terug naar
tle plaats, \yaar hif een korten sluimer genoten hact, en
clrong erop ,an, dat hii nog eenige uren rust zou nemen.
Adhemar cleecl alsof hij aan Leothartls raatl gehoor wilde
geven'; ma,r nanweliiks hatl dc grijsaartl cte cel verlaten,
of de iitltler sprong op en bcgon naar Zacharias en
Noureclclin te zoeken.
Maar vruchteloos ; zij rvaren verdwenen, en de schild-
wacht, die vtir de grot op-en-netler wandelde, had
niemantl gezien. Duizencl verschillende getlachten door-
krnisten het brein tles Tempeliers; hU bleef een w$le
lresluiteloos, rnar wierp zich einilelif k op ziiue legerstetT.e
cn viel in een koortsigen sluimer.
Toen h$ cle oogen opende lvas 't reeds laat in derr
morgell. Zijn eerste blik viel op Leothard, tlie met groote
schreden heen-en-u'eder liep en op 't ontwaken tles
jongen ricltlers scheen te wachten . Deze groette hem
vriendelijk.
De Heer zij met u, antrvoordde l-,,erothard hartel[ik.
-
Gij hebt lang geslapen, heer ridder, en geheel nw voor-
kornen zegt mij, clat de rust uwe krachten grootendeels
lrersteld heeft. Laten wij nu eerst gebruikmakenvan d eze
gilven cles Hemels; zet u neder hii dit steenblok, dat ons
voor tafel client.
Adhemar voldeed aan die uitnootliging en cleecl eer an
tsEROUW EN BOETVAARDIGHEID. 61

het eenvouclig rnaal, d.oor I-,eothard opgeilischt : d.atlels,


viigen en maskoeken, die op brood geleken, otr eene
flesch versterkentle u'ljn. Toen hii verzatligat was stekle
hem de bejaarde schildknaap een brief van clen kluizenaar
ter hantl. Dit schriiven luiilde als volgt :
u Dierbare zooll,
u Naar ik hoop en betrouw zal mii welilra het geluk
geschonken wordeu, u aan miin hart te mogen clrukken;
.bid intusschen met vuur en volharding yoor 't zieleheil
nws armen vaders. Nouredclin blft bU
- Uw broetler
mii ; de brief, aan dit schr[iven toegevoegd, zal u bii den
grootmeester verontschultligen. Vervul uwe zentling bii
Salatlijn en overhandig hem cte perkamentrol, welke
Leothard u geven zal. Gort zegene u ! u
IX.

SALADIJN.

Ilen heerliik sb,houwspel ontrolde zich voor Adhemar,


toen hii tegen den avond van den du,g, tvaarop hif Engatlcti
verlaten harl, Saladijns kamp bereikte. Eintleloozc riien
tentenverhievenzich in'eene vlakte, war alle praclrt, alle
riikdomrnen vall 't llforgenlancl opgehoopt. sehenen our
het kamp des machtigen sultans te sieren. De yoor-
naamste tenten waren met tlonkerroocle, lichtgele of
hemelsblauwe stoffen bekleetl, en op de palen, .waartegerr
zij uitgesparnen tvarell, priikten gulclen appels, halve-
rnauelr en zilveren wiuclu'{jzers. Bor.en tle tenten rvoeien
rljkgebordunrcle vlaggen, .welker goucl in tle stralen tler
onrtergaancle zon glinstertle. De tenten, die ziclt tloor
grootte of pracht onderscheidclen, ryaren door tallooze
anclere van kleinererl omvng en nrinder rijk voorkomerr
omringcl l r'olgens de schatting van tlen Tempelier kon
het uitgestrekte kamp minstens twintigduizend krligers
herbergen.
Een verwarcl en vervaarl$k gedruisch bereikte het
SALADIJN. 6:i

oor des rirlders; op allerlei speeltuigen, fluiten, trommels,


c.ymbalen enz,) n'ertl oorverdoovencle, n'anluidertdc
mnziek gcmaakt, terwijl eene mcnigte, met lange spercn
gen'apeltdc ruiters een soort van ( spiegelgevecht n te
zien gaven, waarbij meer dan n deelnemer gevftartiike
wonclen opliep
Aclhemar schreecl toe op rle eerste tenten c,n zwaaitle,
tot teeken vail vretlelievende becloeling, een wit vlagge,
aan de punt ziiner lans vastgemaakt, Dra u'ertl hii 0m-
ringd rloor eene groep Saraceuen, die ltem oncler lnitl
gesclrreeuw na&r eene groote tent gelciclclen. I)aar werd
hif ontvar)gen door een prachtig gekleecl Turk, clie op
een stapel zif clen crl fluweelen knssens in behagellfkcr
rust uitgestrekt lag. Bii montle \r'n eell tolk, tlie in ecr-
biedige houtling naast hem stond, vroeg tle moslem naar
het cloel van cles rictders komst I Aclhemar reikte hcm
't voor Salndiin bestemtl schrijven ovet, elr nauweliiks
kreeg cle'lurk detr naam tles sultnns, in Arabische letteren
geschreven, in 't oog, of hij boog zieh zoo ttiep, tlat zifn
voorhooftl tcn gronde raakte, en sprak toen r,eer hoofsch :
Omar ben Thabet, van clen stam van Asa, heet u
.rvelkom onder de tent ziins meesters ert bietlt u den yre-
clegroet. Wis staat gii bii de uazarers in groot aanzien, ':
anclers zoutlen zli u niet afger.aartligcl hebben tot tlen
-sultan, die netlerzit op clen troon tles profeets, tot hem,
'rviens 'woortlen gelijkeu op tte bloemen, rvelke dcn rantl .i

tler bronne sieren, tot den machtige, wiens verheven


nrn van ltet eelre einde dcr werelcl tot het antlere weel'-
ktinkt. Zlit gii misschien een tler vorsten, clie hct leger
tler Franhen aanvoeren en nn Salatliin witlen hulcligen ?
Het rood tler gramschap purperrle Aclhemars wangen;
maar hii bettrvong zich en antwoorcltle :
{;4 SALADIJN

vergist u, Saraceen, meenend.e, d.at ik een der


- Gij
vor$ten ben' die de christen legers auyoeren. Kunt gii
in lrw verrvaten trots gelooven, ilat een gekroontl hooftl
zich voor uw sultan komt buigen ? Ik ben een afgevaar-
rligde van 't kamp tler kruisvaarders en kom u uit ilaam
van miin meester tot tlen vrede tusschen het Kruis en de
I{alve-l[a,an nooiligen.
In ieder geval, hernam de Saraceen, met een spot-
-
lachje om cle lippen, treeclt gij tlus op als smeekelingen.
Wat ons betteft, wij behoeven geen vrede te sluiten I want
Allah heeft ons sterk en onverwinbaar gemaakt, en 't zotr
ons niet veel moeite kosten, cle nazarers uit 't lancl
'W'eet
onzer vaderen te vertlrijven. g'U niet, o zooll vn
't Westen, dat, wanneer Salatliin den kintleren der rvoes-
tiin nijn boog en zgne plilen toezenctt, duizenrlen en
rluizend.en ctappere mannen toesnellen, voor wie het een
spel is, uw legertje met n slag te verpletteren?
Ailhemar vormttezich een juistbegrip van den toestand,
rvaarin hii zich bevontl; hij bleef dus uitwentlig kalm en
antwoortltle op vasten toon :
Cii handelt niet w$s en edelmoedig, d.oor iemand,
rvien ziin ambt en ziine verantwoordeliikheitl niet toelaten,
u te antwoorden zooals Sii 't verd.ient, met uwe spotter-
nijen te bedroeven. Trouwens, ik heb van 't 'karakter
Ir\ys sultaus een te hoog denkbeeltl, orn niet overtuigd te
z$n, dat hii uwe houding en uwe taalstrengzouafkeuren.
't Strookt zeker niet met Salatlifns wil, dat g bonrl
sllreket over dingen, welke uw yerstancl te-boven-gaan.
Deze woorden schenen Omar bevreesd te maken.
Dappere christen, sprak h geslepen, 't lag niet
-
in miine bedoelins, u te kwetsen. Onze dichter Mansonr
zegt niet zonder reilen : u Vaak weet 's menschen hart
SALADIJN. 65

in ger:nendeele wat zijn mond uitspreekt u... Z'-ied,aar


rn$ne hand, en, bii den baartl des profeets : ik wil uw
vrienil zijn zooleng gti in ons micltlen toeft.
Aclhemar greep cle hem toegestoken hand., en van tlat
oogenblik af n'erd hif tloor d.en moslem met uiterste voor-
komentlheitl behantleltl.
Daar tte ritltler dien avond niet meer bif den sultan kon
toegelaten worden, maakte hU dankbaar gebruik van
Omars aanbod, den nacht ond.er zgne tent door te bren-
gen; voor het geleide des ridders had men reeds zotg
gedragen.
Van de hooge minaretten, temicltlen van het kamp in
hout opgetrokken, klonk ile stem cles imans (1) : u God
is Gocl, en Mahometl is ziin profeet. Geloovign, op ten
gebecle ! , En ctuizenclen krijgers knielilen ner vddr
hunne tenten. wettdden zich naar den hant van Melka en
lrogen zich in 't stof. Atlhemar, d.ie vroeg was opgestaan,
$''as getuige van dien godsdienstiiver, welken hU ziins
ondanks bewonderen ruoest. Ook hii boog de knie, om
den God tler heirschareru in cliepen ootnocrtl te ar-
bitldeu.
-!Y'as
't eeu lteerlijke morgell. In goud en purper stra-
lend rees langzaam de zon boven de blauwe bergen aan
tlen geziehteincler ; palmen, eeders cn cypres$en wuifden
statig in 't ochtendkoeltje, dat sterkenct door het loover
voer. Salailijns kamp lag in een dcrr schoonste streken
van Palestina, niet ver van tle woestiin. Een uitstekenil
klimaat, eene zuivere, kruidige luclrt en een rvonilerbaar
heerl$he planteugroei maakten tlat gewest tot een eden,
Voeg hierbli den luister vau het kamPr on gii zult begrii-

(1) Muzelmansch priester.


DE TEITPELIEE.
66 SLDIJN

pen,, rvelk een inilruk clat grootsch geheel op den jongen


ridiler moest maken.
Eerst laat in ilen morgen wertl hii cloor Omar naar
Salad$ns tent gevoertl.
Adhemar had zich vooraf een groot denkbeeltl van
't verblijf tles machtigen sultars gemaakt. H|i was dus
niet weinig verrvondertl toen Omar hem eene tent aa,ll-
wees, die zich van de andere slechts onderscheickle cloor
hare grootte en door cle ontelbare standaard.s, welke haar
als tropeeen van behaaltle over\vinningen sierden
's RitTders aantlacht werd vooral gehokkerr door eene
r,eer lange speer, wa&ralr eerle rouwvlag \ya,pperde met
't opschrift : u Saladijn, koning d.er konirgetr, Salad$n,
-
overwinnaa,r cler overwinn,r'en, ook Salatliin moet
sterven ! u Schilttknepen, officieren cn versphillende
beambten des sultans stonden aiur weerszijclen van derr
ingang der tent geschaard. Op eeu teekcn v,ll Omar ben
'fhabet trarl eell negerslaaf binnen ; hij krvam een oogen-
blik later terug en sprak eenige rvoorclen tot Omar, clie
den christen verzocht, hem te volgen. :.

De wanden van het zecr ruim vertrek, wafl,r zii nu den


voet zetten, rvaren met kostbare tapiiten behangeu. Een
rnalr, in ruime, witte klecderen gehulit en met een tul-
banit van dezelfde kleur om 't hoofcl, zat met gekruiste
beenen op een eenvouclig kussen ; hij droeg geen ander
sieraail dan een rooilzijden gorclel. Salaclljn, want
Adhemar stontl vddr clen u koning der koningell >, -
-
leunde met 't hoofd op tte hancl en scheen verrtiept in het
lezen van een lange perkamentrol, die ziin gelaat voor d"e
binnentredencle personen verborg. Hii was omringd door
zijne liifwacht en de voornaamste hoofrten van 't leger I
allen zwegen eerbiedig. Salaclljn liet tlen ritlcler eenige
:

SALDIJN . 67

minuten wachten en scheen niet te letten op Omar, die


vddr hem knieltle; m,ar plotseling rees h$ op, en wierp
rle perkamentrol ter z$tte. Nu za;g Adhemar 's vorsteu
eilel gelaat, w,a,rop de natuur tlen stempel van konink-
lijke majesteit geilrukt hacl.
Een kreet van verbaziug ontsnapte aan tle lippen tles
Tempeliers, en de sultan maaktevan ziin kant een gebaar
van bliide verrassing.
Bii 't hoofcl van tlen profeet, riep Salattljn uit, hii
-
is het ! I(om in miine armen, tlappere christen I want
Saladijns harte vloeit over van tlankbaarheid yoor tlen
recltler zijns levens. Zie mij an : ik ben het, dien gii in
de wiltlernis van Engatltli ter hulp kwaamt en die z$n
naam verborgen hield. Abou Beer, zoo noemile ik mii-
zch'en, was de opvolger v&n tlen profeet; ziin graf te
lletlina bevat niets meer clan cle asch zlingr beendereu.
Nu herkende Aclhemar clen krijgsmatt, welken hii met
l{ourecltlin tusschen de rotsen van Engacldi uit de handen
van roovers bevrijil hatl, en ctie gelukkige samenloop van
omstatdigheilen was voor hem biina een wa,&rborg voor
rlen goeden uitslag z$ner zendting. Hartel$k beant-
woorrkle hii tlen groet cles sulta,ns.
Gli zift hier welkom, als ilr cle woest$n het water
-
iler bronne den uitgeputten reiziger, hernam Salaclijn.
Zet u neder aan mn rechterziide, en zeg mii, rvat u
genoopt heeft, uw vriend te bezoeken. Om u'wentwille
zal ik een gunstig oor aan de voorstellen tler shristenen
leenen, want ik heb vernomen, clat g$ hun ontlerhantlelaar
zijr.
Adhemar steltle hem nu de brievcn ter hand, welke cle
sultan vluchtig doorliep. '

Van tlit alles, sprak hii toen, zal noch hed.en, noch
-
68 SALDIJN

morgen, noch overmorgen sprake z$n z deze drie dagen


wiid ik geheel aan u, en daarna zult gii tot de ul\'en terug-
keeren met een antwoorcl, dat u hoog aanzien tusschen
ulye broetlers verschaffen zal. Gii niet mij verwondertl
aan ?., . Ik raacl wellicht u]rye getlachte : het komt u zon-
iterling voor, ilat de machtige sultan van Egypte, Syri
en Palestina als een zwervend. Arabier in de woestiin
gaat rontlctolen e.n zoo onvoorzichtig zliu lcven lvaagt.
'W'elnu,
gij hebt zooveel recht op mijn vertrouwen, dat ik
n moet zeggen, welke beweegreden mii naar rlie onher-
bergzame streek gevoerd had. Luister dus :
u Toen miins vaders dood mii tot heerscher over het
Oosten maakte, was ik jong en vol geestdrift; miin hart
was verileeltl tusschen cle zucht na&r glorie en macht en
een oprechte lieftle voor tle volkeren, aan miine leiding
toevertrouwcl. Nu eens droomde ik van luisterrijke over-
winningen, li8t in-aller-iil tle grooten van mijn hof ontbie-
:
den en sprak < Hoe clenkt gij erover ? Moet ik het
zwaard trekken om nieuwe r$ken te veroveren, en zullen
tliegenen mijner ontlertlanen, tlie de wapens kunnen voe-
ren, mii volgen op het oorlogspatl?... n En de vizirs en
rle rvijzen bogen zich tot den grond en zeiden : u }ieer,
ruw r.olk brandt van ongecluld om voor ilw'e eer en groot-
heid z$n bloecl te vergieten I beveel, en wij allen volgen
u. > I)arr ryer hoorde ik spreken over cle wlize kali-
-
fen van Bagdail, clie den vrede beschouwd.en als het
eenig mitlclel om hunne onilerda,nen, waarliik gelukkig te
maken, hunne staten tot een hoogen trap van bloei op te
voeren, kunsten en wetenschappen zich ongestoord te
laten ontwikkelen; err wederom liet ik de wiizen ontbie-
:
rlen en sprak u Laat van heinde-en-ver kunstenaars
en geleerden komen ; ru$n - zrvaarcl bl$ft in de scheile I in
.-SALADUN.

de schatluw onzer palmen zal mlin volk een vredig, ge-


lukkig bestaan leiden. o En de wiizen raakten met hun
voorhoofilden gronel, enzeitlen : o Ileer, u*#iI geschietle;
want uwe w$sheid is een diamant van onvergeliikeliike
schittering en uwe woorden zijn zoet en sterkend als de
d.auw, welke den kelk der bloemen ontluiken doet. >
Maar ik rvas niet volcl,an oyer ilie antwoorden : wiltle ik
-
oorlog of witile ik vrede in beitle gevalleu was iko
moest ik hen gelooven, de verpersoon\ikte w$sheid,'W'at
zou ik kiezen ?. . .
o In rtiep gepeins verzonken rustte ik zekeren tlag in
de groote galer$ van ur$n paleix en liet verstrooitl d.en
btik op den zilveren straal eener fontein rusten. Ik had
bevel gegeven, niemand b mii toe te laten. Uit tlien
hoofde tlan ook sprong ik toornig op, toen het gordiin, dat
flen ingang tot tle galer$ afsloot, werd opgebeurd, en een
'Vt/'at
hooggebouwd grijsaartl op m$ toeschreed. u wilt g$'
cllendeling?o beet ik hem toe. Wie heeft
u u veroorlooftl,
hier ondanks mn verbod binnen te tretlen ? o
> o De goedertierenheid eens konings >, antwoortlde
-
de vreemtleling kalm, u is geliik de weldoend.e avond,
I
tlie zachtkens op het aartlriik nederclaalt mar ziin
toorn is geliik de bliksem, die uit zwarte wolken neder-
vaart er vredige stulpen tot asch verzengt. Ik ben
'lV'aaroffi,
Zacharias, de kluizenaar tler woestijn. o wiize
sultan, beleedigt gii mii? Ik ben hier op uw bevel. u
u Die kalme woorden des griisaards, ging Salad[in
voort, verbaastlen mii aanvankel$k... Indertlaad : ik had
Zachanas laten ontbieclen, om persoonl$k kennis temaken
met den eremiit, tlie n door tle moslim, n tloor de chris-
tenen zqo hoog wertl vereerd. _. Een oogenblik later
waren wii gezeten en spraken oYer aangelegenheden van
70 sALADTJN.

allerhoogst belang. Gii hebt Zacharias een bezoek


gebracht en weet dus, dat zifne woorden paarlcn zijn. Hii
heeft mij vele dingen gezegd, die onuitwischbaar in mijn
geheugen geprent bliiven
, Eenigen tlid voor ziine kornst hailt gii, nazarers, mij
geclwongen, de wapens op te nemen; het lot harl ten voor-
deele des oorlogs beslist, en sinils dien bleef miin zwaard
geen tlag in de schecle. In alle oprechtheid gaf ik zacha-
rias mijn leedwezen te kennen, niet bli machte te ziin,
miin volk cle weldaden des vredes te laten genieten, en
tle grifsaaril greep ilie gelegenheid te baat, om met edel
vuur en tliepe overtuiging uwe zaak b$ rnii te bepleiten.
Bii 't hoofd des profeets ! ik was op het punt, u zekere
clingen toe te staan, uraarvan il( noch vddr Allah, noclr
vtidr m$n volk tle verantrvoorclelijkheid lcou clragen.

zacharias. Nu eens richtte hij zline sclreden naar mijn


paleis, tlan wer ging ik hem in de eenzaamheid v&n
Engatltli een bezoek lrrengen, om nar de woord.eu
ziiner wiisheiel te luisteren. Om ziinentwille heb ik den
krnisvaarders menig verzoek toegestaau, dat ik zontter
rle ttrsstrhenkomst r-an tlen Man cler Woestijrt zeket.zoa
afgeslaan hebben. Toen gij mii niet ver van ziine grot
door roovers besprongen zaagt, hatl ik hem
iuist een
bezoek gebracht. Gii rcdclct mii r-:-ru een zekercn dootl;
maar nu, o miin dappete vrientl, is tle blilseru .ran Sala-
cl[ins gereclrtigheitt door cle holen vau Engatltli geva,reu
;
het zwaard. zii*er benle' heeft cle .n ikleriris cle pest
tler struikrooverii gezuiveril. 'arr

O *'Ce<>+--'.--

--c'CO

t
d

{
I'!:
I
X.

HET KAMP.

't Ging er leventlig toe iu het karnp van clen u koning


cler koningen )>. Door zijn gast vergezeld cloorliep de
sulta,n cle uitgestrekte, met tentcn bezaaitle vlakte, en
wercl overal cloor het gejuich ziiner tronwe solclaten
begroet. i\{ct dc forsche lcrljgsmuziek mengelclen zich
rvapengehletter en het geluid van clen hoefslag van tlui-
zentlen paarden.
Atlhernars aantl:rclrt rvercl r-ooral rloor dc liif\l'aclrt cles
sultans getrokken. Elk clcr lraartlen tan die uit viifhon-
iterd lnan bestaauale lieurbentle u'as het losgeltl van een
graaf rvaard. De ruitcrs watcu Georgische ell Circas-
sische slaven, marlnen in den vollen l-rloei clcs levens.
I{nttue hehnen err schiltlen blortken als wareu zij \'n
lonter zilvtrr; zij droegeu veelklenrige, kostbare gewaclen
en breetle, met gontl gebortluurde gorclels I hunne tul-
bantlcn \ryaren met pluimen en kleinootlin vcrsierd, eu l. ,:.

op het gevest en tle schede vatr hunnc Damaceensche


zn'aarclen cn dolkcn zag rnen cliamanten, robiinen, sma-
ragdeu en topazen fbnkclcn.

.14:
72 HET KAMP.
Adhemar vontl overal gelegenheid, ile gehechtheiil der
moslim aan hun sultan te bewondereu; zii tlroegen Sala-
dijn den diepsten eerbietl toe I in hun oog was h$ mr
rlan een sterveling, een v'ezen va,u hoogere ortle.
Op het oogenblik dat zii een minaret voorb$kwa,men
wierp zich iemantl van de hoogte iles torens en viel juist
vddr het paard tles sultans. Adhemar week ontsteld ach-
teruit enz,a,g een jongeling van na,uwelijks zeventien jaar
aan zijne voeten tlen laatsten snik geven. Salatl$n gaf
bevel, het liik op te nemen en weg te voerenr en zich tot
Atlhemar wendentle sprak hii :
Yolgens het woortl van clen ilichter is 's menschetr
-
hart met tluisternis vervuld, als het licht des geloofe hem
niet bestraalt I en hii voegt erblj, tlat het ware geloof
zelzamer is ilan paarlen en kostbare gesteenten. ,. Dene
jongeling is een dier rampzalige dwepers, die uit lie,fde
ert trouw jegens hun meester zich -nelf. van 't leven beroo-
ven, om{[es te eertler het Paratliis binnen te gaan. Tever-
geefs rloe ik wat in miin vermogen staat, om tlienootllotti-
ge d.waling te bestr$ilen : ik ben niet meer bij machteo
dengene te kast$den, die onder het zwaartl van Azral
gevallen is. De jongeling, dien gii zaagtsterven, behoort
tot een ailellljke familie, tlie van nu af bii het volkinhooge
eer st"aan zal.
Helaas ! znchtte Adhemar, warom moet rampzalige
-
dweepzucht zoo clikwiils, ju, onophoudelijk, 's menschett
kostbaar bloecl doeu stroomeu ?
-_ Op dat punt, hernam Salatlljn, ben ik het volkomeu
met n eens. Ik heb een afkeer van ttutteloos bloedver-
:
gieten. Geloof rn[i Saladlin is geen miunaar van tlen
ootlog ; h geliikt niet op zekere vorsten, die aan hun
dorst nnr kriigsroem dc bloem van hun r.olk ten offer
HET KAUP . 7?'

brengen. Veel liever zoutle ik mij kronen met den oliiftak


des vretles, danmet de van bloed druipende lauweren des
oorlogs,tlie ik gedwongen ben, te plukken.Zie ginds dat
liefliik en vredig landschap met ziine witte, half in
't groen vertloken huisjes. Nog is de geesel iles oorlogs
;
rriet over dat eden gevaren maar stel u voor, dat die
-het tooneel
heerl[ike vallei van den str$tt wortlt. 'Wat
zien wii dan ? Niets meer tl.an rookende puinen. zwartge-
blakertle muren; de riizige palmen en trotsche eeders,
tlie wii bervondertl hebben, z$n omgeworTn, de gronrl is
met tiiken bezaaitl... \Yelk een schouwspel !... Zieclaar,
o vriend., tle gevolgen des oorlogs. Maar wie heeft dien
geeselin Palestina's gelukkige velden gebracht ? Niemand
dan gii, christenen; gif verliet uw vaderlijk erfgoed, uwe
yrouwen en kinderell, en staakt den zilten plas over, oln
ons vredig geluk te komen verstoren, ons datgene tt: .

ontrooven, wat wij sinds eeuwerl rechtmatig bezeten heb-


ben. Ik weet, clat gii 't Graf van den Profeet Jesus, dieu
g u\y Zaligmaker noernt, wilt heroveren en een nieuw
koninhrijk Sicn groudvesten ; ik rveet, dat onder het
bewintl m$ner yoorgngers weerlooze pelgrims, clie dc
heilige Plaatsen wilileu bezoeken, mishantleld n\ln.-.tIaar
wat komt gii in dat ongelukkig Jerusalem zoeken ? De
tiid heeft onze rechten op de puinen ilier statl, welke gii
irr zoo lrooge eer houdt, bcvestigd. En elan zeggen niet
-
llwe heilige Boeken, tlat cle Profeet vau Nazareth van
den clood iB opgestaan en ten Hemel gestegen? W'elke
waa,rde kau voor u cle plaats hebben, waar hii geilurende
zijn leven tlen voet heeft gezet, daar gii zelfs niet weet,
op rvelke plek zijn stoffeliik overschot gernst heeft?
Er is veel rvaarheicl in hetgeen gli zegt, antrvoord-
-
de Atlhemnr; ik zie, dat gii het zwaarcl des woords een

.l

i",-.-,i
, .,,;, r.'t'
-'
7't HET KAMP.

behentlig weet te vocren, als dc kromsabel, die aan nw


gortlel priikt. n'Iaar wat zoutlt Sii cloen, als ceil verovc-
rar ziclt op nfekka cn ][edina n'ierp cu die steden, voor
rr zoo rijk aan heilige en tlierbarc herinuerinpl;en, aalr u\\.e
rnacht rvilclc ontwringen ?
-- Bii Allah, die over hemel eu aarde heerscht! riep
Salatliin uit, ik zon dien vermetele naar verdiensten kas-
tiitlen.
Het bloed rvas hcm lllr,ir ile wangen gestegen eu zijne
hancl omklemtle krampachtig het gevest vail ztJn
zwaard.
lVelnn, hernam de ricltler, gijverraadt en wederlegt
-
u-zelvel reeils tle geclachte aan zulk een aanslag wekt
;
n\ve verbolgenheitl. Is 't voor ons, christenen, niet zoo
met Jerusalem gelegen? Gii hadt een vader, dien g[i tee-
der mindet; zeg mij in alle oprechtheicl, welke gevoelens
nwe ziel overstelpten toen gii na afloop tler begrat'enis-
plechtigheitl de zaal bimrentratlt, \ya hij gervoonlijk
r-erleef, en vddr tle legerstetle stondt,, waarop zljne hanil
u voor de laatste maal had gezcgend : \vas uwe ziel toen
niet rnet heiligen schroorn ver\,'ultl? scheen 't n niet toe,
tlat hii voor'uw oog ging herler-en?... Al vonilt gii na
eene lange afwezigheicl de vaiterlijke woorl iarnrnerlijk
ver\voest, tch zoutle zii voor u tlierbaar en heilig blliven,
rrict-u'aar ? tch zondt gij, ter oorzake vau tle zoete herin-
neringen, aall clic plek verbond.en, haar nimmer ver-
geten.
Ik begriip volkomen, n'at gU zeggn rvilt, sprak
Salacliin, terwiil hif clen ritltler uet aandoening ile hantl
tlrukte I later zal ik u het bervijsler.eren, tlat ook Salactiin
clc nageclaclrt van dierbarc afgestorvcnellrvect te ecren...
Zoo sprekende $aren niti aan tle grens van het kamp
HET l(Allt,. 7 5
gekomen. Juist wiklen zu den lveg naar eer andere
aftleeling des legers inslaan, toen hunne aand.acht wertl
getrokken door een dof, regelmatig geluid en door eenc
stem, die op clen Tempelier een weemoedigen intlruk
maakte.
Dansende clerwischen ! ricp de sultan.uit. Vriend
-
Adhernar, wilt gii een zonrterling', voor u te eenenmale
nieuw schonwspel genieten ?
Salail$n sprong van ziin paard en ging te voet naa,r
een gebouw' va,n zeer eenvoudig voorkomen, in d.en vorm
eener kerh en rnet een slank torentje bekroonil. Op het
platdak vat tlat torentie stontl iemand, die onverpoosd.
met een houten hamer op eene breecle plank sloeg en
daarb$ met eentonige stem geberlen opclreunde.
Dat is de iman, sprak de sultan tot zgn gezel, d.ie
-
hem gevolgd was; hif roept'de geloovigen op tot biiwo-
ning van de plechtigheid, die onr.erwlilrt gaat beginnen.
Laten wlj binnentreden.
Het inwenclige van 't gebouw strookte alleszins uret het
uitweud.ige; ile rvanden waren met grove schilderingen
ell met sproken uit tlen Koran overdekt, Reeds warer
vele ttreschouwers aanrvezig, doch cerbiedig maakten zg
rtdmte voor den sultan en z$n gast. Atlhemars ltlik viel
onmitldellUk op zes mannen y&n verschillendeu leeftiid;
z\l hurktcu op een groot taplit en w,ren in vuilgrijze
mantels gehukl l hunne voeten wareu bloot, en slechts op
de kruin yan 't hoofd droegen zij eenig haar, dat in eeu J'\

korte vlechtuetlerhing. Zii hieltlen het zorgvuldig gescho-


ren hoofd gebogen, prevelden eeu gebed en lieten daarbif
een snoer glazen koralen tusschen de vingers glifdet.
'Ioen de stem des imans zich niet meer liet hooren, be-
gonnen de mannen luider-en-luider tc bidtlen, ell hurr
76 HDT Kl[P'

gemompel StnS eintleliik over in een geza,ngr dat op de


toehoortlers een moeiliik te beschr$ven indruk maakte.
Het rvertl in koor uitgevoeril, maar hatl niets van ile
waariligheiil, die onze kerkzangen kenmerkt. De melotl$
i: was nu eens tlroef-slepend, ilan wer opgeruimtl.
I
Eensklaps begonnen de zes mnnen allen tegeliik met
i.
het bovenliif heen-en-wer te schommelett. Die bewegrng
werd voortdurencl sueller, cle zang ietler oogenblik harts-
tochteliiker. Plotseling wicrpen zg hunne mantels af,
sprongen op en begonnen als razcnd met cle armen te
nwa,aien De verhitting, claardoor ontstaau, noopte eerl
viertal hunner, biina al hunne kleeileren af te werpen?
terwlil ze den twee anderen het schuim op den motrcl deecl
komen. Ecn oogenblik later stortten trvee der oudsteu
uitgeput nedern terrvifl de anderen een soort van gehuil
aarieven, dat ilen jongen ritkler met ijning vervulde.
't 'W'as een afkeerwokkencl schonwspel tlat mengsel
-
van rvaanzin en huichelarij. M*ar hetgeen rlu volgile
was nog walge,liiker : cle clerwischen schroeiclen elkander
rle voeten, de beenetr en ariclere lichaarnstleelen met roott-
gloeiende iizers, en bruldeu da,arb[i tlen lraam van Allah,
te wiens eere zij nieh tlie iisellike foltering aanrletlen.
dhemar was verheugd toen de sultan eindelifk het
gebouw verliet. Onbeschroorncl gaf hii Salatliin ziin a,fkeer
van dat gruwellik tooneel te kenneu, en ziin gevoelen
rroperls de u d.angende clerwischen > en hnnne n erken
vond, tot verbazing vau tlen ritltler, insternrning bii en
mahometlaanschen vorst.

-- <.cQffiOCro - -_
XI.

DE LEEUWI{NJACHT.

Saladiin noocligtte Atlhemar uit, hem tlen volgenden dag


op eene leeuwenjacht te vergezellen. De ritltler nam met
genoegen tlat voorstel aa.n, en vddr zonsopgang verliet
tte jachtstoet, samengestelit uit iten sultan, zijn gast, d.e
voornaamste officieren yan ziiu huis en een gecleelteziiner
liifwacht, het kamp. Eenige jaggrs, den Yorigen dag uit-
gezonalen door Salatt[in, hacltlen reeds ile plaats verkend,
welke de koning cler dieren tot verbliif hail gekozen. Niet
yer van eene beek, ttie zieh tloor d.en zantligen botlem
slingeriteen op vele plaatsen tloorcle zonws uitgeclroosd,
werd stilgehouden. De oevers waren oYer eene vr aan-
zienlifke breedte met lang, d,or riet begroeicl. Hier-en-tld,r
waren de stengels geknakt en zag men een soort Ya,n
pad, bliikbaar door den leeuw gebaantl, ilat n,a,r tle
teek aftlaalile. Onmittttelliik weral ttie plaats, door cle

verkenner aangecluid, omsingeltl l een z\ry'erm vau piilen


floot door het riet, en de jagers schreeuwtlen uit alle
krasht hunner longen. Plotseling hoortle men nu een dof
78 DE LEEUwENJACIIT.
gebrul, elr met reuzensprongell kwam een prachtige
leeuw uit hct riet tcvoorschiin. zich van alle zijilen atoor
viianden omringd zieude, bleef cle koning tler wilclernis
staan, schuclde toornig zgne manen en geeselde met den
langen staart zijne flanken
rJli*gs spantle saladlin zijn boog; de piil trof den
leeuw aan den schouder, en brullend vau woede en piin
wierp zich het gevaarllik dier op de rijen tler jagis.
Dezen lieten hunne paarclen een z[isprong maken en
begroetten den verbolgen vijancl met een zwerm van
schichten en piilen. De leeuw wercl aan hetooggetroffen,
en begon nu zoo akelig te brnllen, dat den jongen ridder
cene Irnivering door de leden voer. Ziende, rtat hii niets
tegen ziire aanvallers vermocht, wiltle het dier naar zijnc
schuilplaats in het riet terugkeeren; maar op een teeken
van Saladiin werd hii tloor eene mentgte jagers achter-
volgd en na korten, maar hevigen striirt neergeveld.
De overwinnaars wilden het dier opnemen, oD het aan
Salatlijnsvoeten ner te leggen, toen tlekreten der schild-
wachten, die op eenigen afstand uitgestelcl waren, tle
natlering van een nieuwen viiantl aankondigden. ,t W,as
de leeuwin, die op prooi was uitgega,an en bii haar terug-
keer het leger verlaten vontl. De jagers verschrokken; en
zond.er verd.er naar d.en leeuw om te zien, vluchtten uij
naar hunne makkers. 'Wat de leeuwin betreft, z$ sneld
met groote sprongen op het doode lichaam toe, besnuffelile
het van alle zijden en keek toen met fonkelend.e oogen
naar de viianden, die zich op eenigen afstand kringsge-
w$ze opgestelil hatltlen.
! riep ile sultan Adhemar toe.
-En Opg.let
opnieuw z[in boog spannend, schoot hii weder een
pgl af. I!{aar de leeuwinhacl saladijns bewegirig bemerkt;
DE LEEUWENJACHT. ?9
zi ontweek den piil en kwam recht op cle' sultan af.
Deze hatl geen tiid om de vlncht te **rn, en in
ee*
oogwenk hart nu de getergde reuzin den klauw in rlc
borst ya,n saladiins paartl geslagen, d.at steigerde ell
iloodelijk gewoncl met zijn i'uiter nederviel. Gelukkiger-
wgze wertl. [Salacl[in eenige schreden ver weggeslingertl,
terwijl het paard met zijne volle zwaarte op cle lewin
viel. vritirclat het dier zich kon oprichten wercl het door
Aclhemar met zijne lange speer doorstoken. -w'at tlen
sultan betreft, hii hacl geerr.letsel bekomen, en wist niet,
hoe den ridtler, die hem voor cle trveede maal het leven
had geretl, z[jn tlank te betuigen.
onder het gejuich van allen, clie he'omringclen,
keerrlen de sultan en zijtr gast terug naar het karnp.
Saladljn leickle den Tempelier naar ziine tent, omhelsdc
hem en zeide :
voor de twectle maal, o dappere vriencl, heeft tlc
-
sterkte Llws arms mij van den doocl gerert ; ile rlike sultan
van Syri en Palestina weet niet, hoe u te loonen ! Luis-
ter, o vriend, en overweeg wat ih u zeggen zal. De stem
tler volkeren roemt m$ne wlisheicl, .etr ik moet Allah
danken, tlie miin verstand verlicht. zooveel 't in miin
vermogen stoncl heb ik bijgertragen tot mliner onderdanen
geluk. Niet zooals slaven een clwingeland omringen zr1
hunnen koning; mUnvolk heeft m[i lief, en ik ben trotsch
op ziine liefde. IIiine tlenkwiize verschilt van cle uwe; ik
en mijne onderdanen beleiclen een ander geloof tlan gij ;
wii hebben 't zrvaard getrokkcn eu strijden voor onzen
godsdienst. Maar gelooft gij, dat een der twee partijen,
ilie in clwalingverkeert, door Allah, clie een goedertiererr,
barmhartige God is, voor hier eu voor hiernamaals ge-
vloekt kan wezen ?... En wie weet, of wii niet BETDEN
DE LET]UWENJCHT.

thvalen?... val mii niet in d.e ,rede, laat m$ openhartig


spreken, zooals het maruten betaamt. Atlhemr, zouilt g$
niet tle uitwentlige banilen kunnen verbreken, die u &an
't geloof tler christenen hechten ? Kunnen de riikdomment
**urr.ite ik u wil overstelpon, de macht, wa,armetle ik
u wil bekleetlen, u niet overhalen, het geloof te omhelzen,
itat m[i alln in staat stelt, u te verheffen tot tlen fng, I
tlien g$ vertlient ? .l

Bii dat voorstel wercl Adhemar bleek als een doode.H$ I


tlac,ht aan z[jn vad.er'..

-Giizijtmiigeenitankschulilig,owijzeSalatl{in'
antwoorrlA rrg met trillencle stem, voorhetgeen ikgeclaan
heb. Het bewustziin, niet aan miin plicht te kort te ziin
gebleYen, lyasyoor mii de zoetste belooning. Met een
blii
hart zou ik u verlaten hebben; ma,r nu hebt g$, zontler
het tewillen, d.at streelend gevoel in bitterheidveranderd'
Hebt gij waarl$k kunnen gelooYen, ttat ik voor
aardsche
r$kdommen *iir zieleheil aan het grootste gevaar zo11
boohtellen ? Haat g1i een zoo gering tlenkbeeld
van de
waardigheiel miins karakters ? Neen, o machtige
vorst,
nimmer zal Adhem,r, een Flankisch ritltler, het
geloof,

waarin h geboren is, het nig-ware geloof in den


Gekruiste van Golgotha, verloochenen ! uw hart
kan met
ile etlelste deugilen versiertl z\Jn; tle krone iler w$sheitl
kan uw scheclel ilrukken : den christen riiltler is 't slechts
geoorlooftl, voor u te bitltlen, opttat Gott u verlichte en u
eenmaalbarmharttgzli.Kent gii ditkruis op m[ine borst?
,t Is het kruis der zelfverloochening, het teeken des
heiligen bonds, waarvan ik tleel uitmaak. In miin vader-
land, waar tle naam vail mn geslacht met eerbie'l
genoemd wordt, bez,atik uitgestrekte goetleren.'w'elnu,
in de schoonste jaren mijns levens heb ik aan alle we-

*'
I

I
I

DE LEEU\ryENJACHT. 81

reldsche grootheid verzaakt en mij door een heiligen eetl


gebontlen.Ik begeer geenander sieraatl clan m[ine wapen-
rusting en 't roode kruis op miin mantel, die mij eenmaal
tot l$kwade zal clienen... Saladijn, met smart en veront-
waariliging wiis ik dus urve voorstellen van ile hantl; zij
vernederen n u, n mli. Zoutlt gii een moslem achten,
die, om rijkclom en maeht te verweryen, z[in geloof zoa
afzweren om christen te worden ?
Neen, riep Salatliin uit, ik zou hem verachten als
-
een schurftigen hontl !... Luister nu, christen : ik heb niet
in ernst gesproken; vergeef, tlat ik u op ile proef wiltle
stellen. Ik ken de Orde, waartoe gii behoort, r,eet goetl,
en vaak reeds heb ik er, onder d.en dekmantel van tleuild
en heiligheicl, verraad, snootlheid., lage hebzucht gevon-
den. Maar g, Aclhemar, glj zijt een man nar 't hart
van Salaillin I 't is voor mij een genot, zulke karakters
te ontmoeten. Tweemaal hebt ge mii het leven gered, etr
gij wilttet geen anclere belooning dan 't getuigenis yail
nw geweten. Nimmer zal ik u dus op waarttige w$ze
kunnen vergelclen u'at gii met etlele belangeloosheial voor
mii hebt geclaan. Maar gij zijt a1s afgezant iler christenen
tot mii gekomen, etr tlat stelt mii in cle gelegenheitl,
tenminste een deel mijner schulcl te kwliten : in zooverre
't m|i geoorloofd en mogelijk is, zal ik de voorstellert
uwer geloofsgenooten aannemen. Ziehier wat ik u toesta
en wat ik van u begeer : ik zal mij mondeling en schrif-
telljk verbinden, tle christenen, tlie tlen pelgrimstocht
naar Jerusalem onclernemen, krachtclailig te beschermen.
Geen ciins zal hun opgelegd worclen I over cle geheele
uitgestrektheitl miiner staten zullen cle wetten der gast-
vrijheid te hunnen opzichte geerbietligtl worden. Ik
veroorloof u, voor de uitoefening van den eeredienst
EE lEf,PELIE.

I I,\
't
.ii'
t-
82 DE LEEU\4rENJacrrr.
priesters aan te stellen, en binnen de muren van Jerusa-
lem een gebouw opterichtenomclepelgrims te herbergen,
welk gebouw rechtstreeksontler miine bescherming staan
zal. In ruil voor al ilie gunsten zult gii uwe legers uit
Palestina terugtrekken,
- op clie ne voorwaerde zal
er vrede zijn tusschen u en mli. W'at nu aangaat het
verzoek u\ry'er vorsten in betrekking tot de teruggaaf van
sommige steden, door mif veroverd, dat moet ik van tle
hand wijzen. In geen geval zoutlen zlj lang in uw bezit
blliven, en zoolang gii, Franken, u niet geheel en al uit
Palestina hebt teruggetrokken,'zal het in d,en boezem
mijns volks gisten.
Salatlljn stelde Atlhemar een ontwerp van overeenkomst
ter hand, etr cliep ontroercl nam de Tempelier afscheid
van den grootrnoetligen sultan.

- oo o cfEoooe
-

p*.
XII.

GEI,UK IN DE EENZAAMHEID.

Noureilclin sleet gelukkige dagen bii ziin vader. Even-


als Satrls zwaa,rmoeiligheid in Davitts tegenwooriligheicl
placht te w$ken, zoo verdwenen ook cle wolken van
Zachafias' voorhoofd als zijn blik op Nouretlclin rustte.
u De Heer heeft miin gebed verhoord en een blik van
barmhartigheid op ziin dienaar geryorpen. Hem zii eere
en dauk in der eeuwen eeuwigheicl !.. . u
Zoa batl h[i menigwerf aan den voet van z$n altaar.
Vervolgens greep hii clan Nouretklins arm en leidtle hem
naar zekere plek, waer h$, buiten ziine grot toevende,
b$ voorkeur verbleef. 't Was een open ruimte, biina op
den top lra,n eenwij hoogen berg. De groncl was er betlekt
met fi.in grs, waaruit ontelbare bloemkelkjes sierliik
opcloken. 't'W'as er niet drukkencl heet, ma,ar aangenaam
warm I waut tlat bekoorlijk plekje rva,s aan tlrie ziiden
omsloten door hooge rotsen, die het tegen de zengend.e
-(
stralen der rnidclagzon beschermclen. De zuivere, krui- j

dige lucht, clie men er ademd.e, werkte verkwikkencl en ..j


,4
84 GELUK IN DE EENZAAMHEID.

sterkentl op is menschen lichaam, en eene bron, ttie uit


een tler rotsen ontsprong, vormde een bruisend.en,
schuimend.en waterval, clie in een afgrond verlorerr
gtns.
Dr sleet Zacharias met Noureddin een gioot gedeelte
van ziin tlicl. De griisaartl onderwees den jonkman in
het christen geloof; ziine lessen werden gretig en met
eerbietl aangehoord, en clat is niet meer dan natuurliik :
welk woord vinilt gemakkel$ker toegang tot 't hart varr
een kintl, dan 't woord vn een clierbaar vacler, eene
teergelieftle moecler ? Gelukkig hU, tlie tot in hoogen
ouderdom in de schatkamer ziins harten de lessell van
Yrome oud.ers bewaart !
Yader en zoon boden, naast elkander op een rotsblok
gezeten, een treffend schouwspel. Het statig en indruk-
wekkentl voorkomen cles hooggebouwclen gr$saards, met
zijn langen, vollen, zilverwitten baard, rtie golventl
nerlerviel op zijne breecle borst, strookte alleszins met
het eilel, fier en toch zachtmoedig voorkomen van rlen
ionkman. Dikwiils spraken Eii over de liefilevolle beschik-
king cler Voorzienigheid, die een oud.en vad.er zijn welbe-
minden zoon in de armen voerd,e, en die niet gewild had,
dat cte eene broeder d.en anderen doodtle.
Ja, miin zoon, riep Zachanas nit, een Vacler vol
-
goetlheitl en liefde waakt over ons; slechts iln beproeft
Hli ziine kinrleren, als clet voor hun zieleheil nuttig of
nootlig is. Bewonder met mij den weg van 's menschen
leven van de wiege tot het graf. Als een zwak en hulpe-
loos kintleken komt hii ter werekl; maar God heeft in cler
oucleren hart eene grenzenlooze lieftle besloten, welke
toewif cling aan de kinderen baart. Zelfs de booswieht,
die van roof en moorcl ziin beroep maakt, voelt zijn hart
GELUK IN DE EENZAAMIIEID. 85

week worden bii tlen aanblik van z[in kind, rlat teedere
wezen, zijn eigen vleesch en bloecl, dat hU met ware
d.oodsverachting tegen elk geva,ar beschermen zal. De
zwakke vrouw aaruelt niet, haer leven op het spel te
zetten, als 't geklt, haar zoon, den schat harer liefde,
tegen wreede aanslagen te beveiligen ; zij venletligt hem
als eene getergde leeuwin henre welpen.
u Toen de snoocle, bloetlclorstige Herocles bevolen har[,
cle jonge kintlerkens te Bethlehem en in de omstreken te
dooden, opdat cle pasgeboren Koning d.er Joden met
zoovele andere onnoozele slachtoffers zea omkomen,
wierpen ziclt de moetlers op cle beulen en grepen met tle
bloote lrand het tegen hun kroost getrokk en zwa,ad. Zoo
waakt ile lieftle der ouders oyer het kind totdat het is
opgewassen en zich-zelf. kan helpen en beschermen, en
op de stervenssponde zegent nog hunne beventle hand
degenen, clie schreien en die z[i op aarde achterlaten.
, Was het geloof in 's menschen hart immer sterk
genoeg om hem in de ure d.er bekoring staandete houd.en,
welk geluk zou dan overal heerschen ! Goil heeft alles
met ond.oorgrontleliike wijsheid gemaakt; van de schep-
ping der wereld af heeft Hii alles z6 geschikt, dat de
mensch door anileren woorcl en voorbeelcl tot rechtvaar-
iligheitl en cleugcl wortlt aangetrokken. Zien wii, bijvoor-
beeld., tle patriarchen tler hooge ouclheicl : Abraham, tlie
niet aarzelde, zijn zoon te slachtofferen om aan clen Wil
z$ns Scheppers te gehoorzamen I Mozes, clie het uitver-
koren volk uit Egypte leitlde en 't Belooftle Lancl tleed
binnengaan; Davicl, de Koninkl{ike Harpenaar, en de
lange rif der profeten, ctie in fsral opstoncten en wier
streven het was, het volk op den weg des heils te houd.en. *
Maar het verblintle Isral u verhardde ziin hart u, yer-
86 GELUK IN DE EENZAAMIIEID.

achtte de waarschuwentle stem zijner profeten en gaf zich


over aan d.en gruwel tler afgotlerii . Zij toonilen zich den
eerenaam u uifverkorenen tles Heeren >, rraarop zii laat-
dunkentl roemden, on\il'aardig. Entoeh, omljn zoon, *ierp
ile Allerhoogste een blik van metlel$tlen en barmhartig-
heid op tlie ongelukkigen, die ondankbaren; toch liet IIii
zijte genacle werken, als de zoete dauw, welks geheim-
zinnige invloetl cte bloemkens iloet ontluiken. Hij zond,
hun Jesus Christus, z$n niger; Zoon, als het sterkste
en roerendste bewlis van zijne lieftle voor cle kinderen
cler menschen. Maar helaas ! weinigen slechts erkenrlen
in den menschgeword.en Gocl den beloofclen'Messias ; de
and.eren haatten"He4q"'eq wilden
F.* dootlen. Een kus
van ziin eerloozen tliscipel Jutlas verde Hem in ile macht
tler beulen. Men kCooptle tlen Zaligmaker met doornen,
verscheurtle met zweepslagen zijne schoucters, die wii-
willig den last van de zontlefi der werelcl torsten, De
Zoon van den levenclen Gotl stierf op clen kruisbalk, het
marteltuig voor roovers en moordenaars bestemd, ett
zieltogentle bad Hii nog voor zline vi)antlen. O, welk een
afstantl tusschen Christus en Mahometl !.., Dezen laatste
ware het onmogelifk geweest, zijtre leer te verapreid.en,
zonder zijn toevlucht te nemen tot iitlele welsprekenclheicl,
tot die eigenaardige, sterkgekleurde beelden, lya,rop de
Oosterlingen zootuk zijn, en tot afgrljseliik wapengeweld.
Zijne leerstellingen streelen de hartstochten, vleien de
zinnen. Hif heeft een gotlsdienst gesticlrt, berekentl op cle
losse zeen, het weekel$k karakter des volks, dat hii
voor zich wilile winnen, en verhaaltle ziinen volgelingen
wondere dingen, die hunne verbeelcling opzweepten en
rlie z\l blintlelings als zuivere warJreid aannamen. Na
door zijn gloeiencl woorcl de eerste oyerwirufngen behaalil
GELUK IN DE E ]NZAAMHEID. 87

te hebben, won hii cloor het zweard nieuwe aanhangers,


nieuwe koninkriiken. Zijne kr$gers trotseertlen garne
den cloocl, want uit tle mond. van hun ( profeet , hadden
zii de verzekering ontvangen, clat 's menschen lot van
de schepping cler wereltl af onberroepelijk is vastgesteld,
clat een iegelljk sterft op het uur, voor hem bepaakl . Deze
leer schonk Mohamecls volgelingen ttie verrnetele ctapper-
heicl, welke de meesten hunner thans nog kenmerkt.
'Wat-
,, een verschil met den godstlienst, tloor Jesus
Christus gepretlikt ! Niet cloor het vuur en het zwaard
won Hii iliscipelen. zijne heilige, zuivere Leer wertl
aanvankelifk cloor sleohts weinigen aangenomen; maar
in weerwil van de gruweliike vervolgingon, waaraan de
eerste clrristenen overal blootstonden, noa weltlra cle
Bliicle Boodschap tot de niteinclen tler aartle weerklinken;
2oo *p, ak Zacharias. Nouretltlin luistertle met teetle-
ren eerbied naar ilie vaclerllike lessen I met onuitspreke-:'.'S'
lk zielsverlangen verbeidtle hii clen clag, ,ou*rp het
-W'ater
cler wetlergeboorte over niin ootmoeclig gebogen
hoofd zou vloeien.

ao-O1I>C|o-.--
-
XIII.

RICHARD LEEUWENHRT.

Richartl, koning van Engelantl, was gelukkig herstelil


van ile zwate ziekte, die hem maanilen lang aan ziine
sponcle hatl gekluisterd.. Met schrik verra,m h!|, tlat cle
hoofden tler kruisvaarders een gezanl tot Salatllin afge-
vaardigcl hatltlen, oilvrede te sluiten. Zgn trots kwam in
opstand tegen die u lafheitl u, zooals hii 't noemde, en hii
w&s oyertuigd, datmen van zijne ziekte partlf hatl getrok-
ken om niet op veruet van zgn kant te stuiten. Richard
was y&n nature eerzuchtig, en uitermate fier op tlen bii-
naa,m u Leeuwenhart ); tlin hem ngne ongeloofl$ke
rlapperheid b ezorgtl hacl. Hli b eschouwde nch als verheven
boven de andere vorsten en berooftle zich d.aarcloor rran
den steun hunner vrientlschap I vooral hertogleopoldvan
Oostenrijk, dien hij in ziin overmoed zw&al hadgekrenkt,
was hem bitter viiantlig gezind (1).

(1) Hertog Leopold zou later op Richard onmeedoogend wraak nemen. Ter-
wijl tteze op zijn terugweg naar Engeland. door Leopoltls staten toog, wertl hij
op bevel des hertogs aangehouden on in een sterken toren opgesloten. Eerst ua
eene lange en harde gevagenschap wertl hii, tegen hoog losgeld, in-vrijheiil-
gestelil.
RICHARD LEEU}VENHART. 89

Philippe-Auguste, koning van Frankriik, cle hertog van


Oostenrifk en 't meerendeel der antlere hooftlen van de
kruisvaarders haclclen Richard reeds in cle eerste tlagen
ya,n zijn herstel het onherroepel$k besluit te kenuen
gegeven, met hunne troepen Palestina te verlaten. Richard
stoncl dus alln met z$ne Engelschen, en h[i vreesde,
ilat het mislukker van clen kruistocht hem geweten zou
worden. Voor de eerste maal zijns levens misschien
besloot hii toen, zich te vernederen, d.en ancleren vorsten
tle hanil der verzoening te reiken. IIet clat inzicht tiet hij
de vorsten tot eene plechtige s,menkomst noodigen.
Zij plachten bijeen te komen in een ruime, weelderig
versierde teut. Op tle groote banier, die vddr den ingang
wapperde, zag men eene maagd, met loshangend haar
en gescheurd.e kleederen, die als in wanhoop de hanclen
yvrong I d.eze maagd. wes een zinnebeeldige voorstelling
van Jerusalems verlaten en treurende Kerk. Oncler cle
beeltenis las men de woorden : Affiict spons ne
"
obliuisca,ris u z u Yergeet niet d.e treurencle bruid u.
De schildwachten, op korten afstand yan elkander
geplaatst, kregen bevel, niemand door te laten, optlat
geen onbescheiden oor de beraad.slagingen, die menig-
werf een stormachtig karakter aannamen, beluisteren
zoa.
Zekeren dag waren de vorsten in tlie tent yergaderil;
z$ wachtten op Richaril, tlie hen, zooals wii hooger
gezien hebben, tot eene samenkomst hatl genoodigd.
Geiiik het in zulke gevallen tlikwiils gebeurt, besprai<en
zij hartstochtel$k hunne grieven tegen clen afwezigen
koning. Men verhaakle elkender verschillende staaltjes
van ziin trots en verwatenheid I alles, zelfs de omstantlig-
heicl, ttat hii op dat oogenblik op zich liet wachten, werd
90 RICHARD LEEU\ryENTIART.

te ziinen natleele uitgelegcl. Men trachtte, elkancler in cle


slechte meening, clie de meesten van Richartl haclclen, te
versterken, en dat kostte waarlijk niet veel rnoeite.
De vergadercle vorsten waren oyereengekomen, hem
zeet koel te dntvan$en. Maar toen Iierwenhart binnen-
trad I toen zii die forsche, koninkllike gestalte zagen, ilat
edel en schander gelaat, nog bleek van het doorgestaan
liiden, dat helder oog, hetwelk clc troubailours cle u Ster
tler Overwinning , noemden, rezen z\l oP i ja, allen, zelfs
de achterclochtige Phtlippe-Auguste, zelfs cle hevig ver-
stoorde hertog van Oostenriik, en uit aller borst rees
rle kreet :

Gocl behoetle Engelanils koning ! Ileil, voorspoeil,


lang leven den dapperen Leeuwenhart !

Kalm en waarclig {ankte Richartl voor die hulcle eil


gaf ziine volcloening te kennett over het voorrecht, in het
miilclen yan zoovele roemrifke vorsten te mogen plaats
nemen.
Een oogenblik later vroeg hii 't woord I allen zwegen
eerbiettig, eR met helclere stem begon h in dezer
voege :
Machtige vorsten en heeren vn 't Ifuuis ) on:ze
IIoetler, cle heiligc Kerh, viert hetlen een groot feest I
het betaamt d.us haren zonen, elkancler de hantt der ver-
zoening te reiken. Richatcl t'att Engelanil is een kr$gs-
man, wiens tonge niet mind.er ruw is dan ziine vuist, en
die beter het zrvaaril tlan de luit iler vleiers iranteert.
IVlisschien trebben cle woorclen van nin moncl rneer ttan
n litl clezer hooge r-ergadering beleetligtl ; maar' ik
smeek het u : vinclt tlaarin geene beweegreclen om aan
't heilig doel, clat ons onder de groote banier cles Kruises
heeft_ saamgebracht, te very,aken ! Vergeet niet, dat wii
: -. ..
:,"- - ''
RICHARD LEEITWENIIART. 91

striiden voor Goc[, dat geheel de christenheid het oog op


ons houdt gevestigd. Richard heef t zich van allen luister
der koninkliike majesteit ontdaan I eenvoudig, biina
armoeclig gekleecl versch[int hij v<idr zgne broedersr .oD
hun vergiffenis te vragen. Neen, ik wil niet meer an ury
hoofcl staan i een uwer neme het opperbevel over, dat
Sii m|j uit eigen beweging hebt toevertronwd. Geeft mii
een zwaard eu eene lans; wiist mii eene plaats an
temidilen uwer wapenknechten, en ik zal strlitlen voor u
en voor de Kerk. Verbreekt niet de etlele banden, die
ons tot-nu-toe vereenigcl hebben I wacht u, den terugrveg
naar uwe Staten a,n te nemen, vdtirdat ouze vlag op
Sions muren wappert. Yerzaakt niet aan de grootschc
onderneming, die u met aardschen roem overstelpen en
iLe glorie d.es Hemels verzekeren moet. Wrokt niet langer
over Plantagenets onstuimig optreden, over de ruwheid
zgter woorden. Heeft hii ten opzichte van een uwer mis-
daan, dan is hlj tot alles bereid, om den beleetligde vol-
doening te geven. Zietdaar mljne hand : drukt ze, als uw
harte klopt yoor God en Kerk, als gij u inet roern wilt
ktonen, alp gij besloterr ziit, Richartl, uwen broeder, zijne
fouten te vergeven !...
Deze treft'encle woorclen werd,en uitlrundig toegejuicht ;
allerr rer,en op, en ilrukten Richard de hancl.
Toen nm cle koning rran Frankrijk op ziine beurt het
woord :

\4/U tl.anken Zijne }lajesteit, den koning van Enge-


-
lantl, voor zijne harteliike toespraak, en verzoekeu hem
wetlerkeerig, de betuigingvan onze oprechte vrienclschap
te aanvaarclen. Hij trette echter niet als smeekeling op ;
heeft zijn montt blfwiflen een rvoord gesproken, clateen lid
dezer vergaclering moest beleetligen, sintls lang hebben
92 RICHARD I,EEUwENHART.

wii hem die ondoorclachte uitilrukkingen vergeyen, zooals


het waren soldaten des Kruises betaamt. Neen, niet de
onstuimigheicl van ziin karakter noopt ons, naar Europa
terug te keeren. Een goed huisvacler zorgt op ile eerste
plaatsyoor zgne kinderen; hij verzadigt geene vreemden,
als zijn eigen kroost hongert. Het welzgn anzer volkeren
eischt onze tegenwooriligheid; hoe vurig wii ook verlan-
$en, tte heilige Plaatsen aan de macht van clen Islam te
ontrukken het belang der volkeren, ons door clen
Allerhoogste toevertrouwd, gebietlt ons, ,ilen terugweg
naar onz,e Staten aan te nemen. 't Zal or$ grooteliiks
verheugen als 't Richartl, onzen broeder, gelukt, het
Heilig Graf te veroveren, en wii zullen de eersten zijn
om die grootsche en roemriike overwinning toe te juichen
en hem te ilanken voor d.en onschatbaren d.ienst, aan de
christenheitl bewezen. Het behage Uwer Maiesteit,
kennis te nemen va,n dit schriiven des sultans I de voor-
stellen, welke Saladiin ons doet, pleiten yoor de edel-
moedigheid ziins harten en komen ons aannemel$k
voor.
Richard iloorliep snel het schriiven. Toorn dreef hem
't bloetl naar de slapen; hii kon zich niet langer
betlwingen.
GU ziit dus besloten, die voorstellen aan te nemen
-
eu het Graf des zaligmakers in de macht der ongeloovi-
gen te laten ? bultlertle hii.
Ja, antwoordde Philippe-Auguste, en dat besluit
worclt ons door de nooclzakelijkheid afgedwongen. 1'rou-
wen, wii zijn overtuigd, dat geen wa,pengewekl ons
gunstiger voorwaarden verschaffen kan. Dat de leden
dezer vergadering, die miin gevoelen d.eelen, de hand
oprteken !
RICHARD LEEUWENIIART. 93
Allen ileden het, behalve Richaril, ttie nu a,n ziine
verbolgenheid den vrijen teugel liet. zijne
-oogen schoten
bliksems, en met donderende stem riep hii uit :
'w'elnu,
ik heb gedaan wat heilige pricht mii vo'r-
-
schreef. Keert terug na,r uwe Staten; laat u, als jonge
meisjes, d.oor 't u heimwee > overwinnen, en roemt op
helclendaden, welke gii hadt MoETEN verrichten ! Deze
kruistocht, zoo roemrlik begonne n, zal het uitvaagsel der
samenleving tot spot strekken. Eens zult gii u het gelaat
met de handen moeten beclekken, a.ls men u met den vin-
ger aanlrijst, zeggende : u Die is in palestina, geweest ! n
onze legers ziin sterk en leiden aan niets gebrek, en tch
zwicht gii voor de Halve Maan. z"g niet aan Richard
Leeuwenhart, dat gii verplicht zyt, naar uw land terug
te keeren I want bii m[i. zwaartl dat is eene leugen !
rn uwe staten, konig van Frankrif- k, heerschen orde en
rnst i zi,, die uwe plaats bekleeilen, kwiiten zich behoor-
I$k van hunnen plicht. ook uw lancl, hertog van oosten-
riik, wordt in uwe afwezigheid door wijze**rrn*n bestiercl
;
uwe verantwoordeliikheid dienaangaande is volkomen
gedekt, en gii hebt niet de minste reden tot ongerustheid.
o, ,ik zou bloetl kunnen weenen bii cle geclachte aan het-
geen gU cloen wilt ! waarom ben ik niet omgekomen in
een der duizend gevaren, welke ik aan 't hoofd onzer
legers getrotseerd heb ?... Heeft m$ne houding, miin
woord u beleedigd, waarom dan wierp niet een u\ry.er mU
den handschoen vddr de voeten, zeggende : - G hebi
mii beleedigd, ik eisch voldoening ! u Maar dat hebt g$
niet gedaan. Terwiil ziekte en uitputting den Leeuw
gekluistercl hieltlen kwaamt ge biieen om elkaar te
beklagen, en gli zeittet : < wU zullen heengaan omdat hli
ons gebelgtl heeft. ., Gii hebt noch aalr uwen Goct, noclr
94 RICIIRD LEEUWENHART.

a,an uwe eer geilacht; en den Zaligmaker, tlie voor u


aan het Kruis wiltle sterven, ilien hebt gii, zeer door-
luchtige en zeer machtige heeren, in snoocle en laffe
!
ondankbaarheid vergeten Nog eens, vertrekt in uwe
'Wat mii betreft, ik bliif hier
nootllottige verblintlheitt.
met miine trouwe solclaten, optlat cle wereltl kunne
zeggen : o Tusschen al tlie vorsten was er tenminste
n man ! , Met den stanclaartl iles Kruises in de hantl
zal ik de muren tler Heilige Statl beklimmen. En ter-
wiil ik op het Graf miins gotltleliiken Zaligmakers de
knien buig en tranen van bliitlschap stort, zult gii u op
de borst mogen kloppen en in smartelijk schultlbesef
uitroepen : u God zii ons genatlig ! want zwar hebben
wij gezoncligd, iloor Leenwenhart ouze hulp te wei-
' geren >.

Na zoo gesproken te hebben verliet de koning met


lraastige schreden cle tent I maar cle vorsten, clie zich
niet verstout hatlden, hem in cte retle te vallen, begonnen
nu in de bitterheid van hun gemoetl ziine frere woortlen
te betlillen.
'ij volharclclen in hun besluit; en zoo hatl, helaas !
het bloed van zoovele onversaagde mannen nutteloos
gestroomtl.

eoooEoo o

tri'

't
XIY.

HET DOOPSEL.

De schoone kapel van Engadtli was schitterend


verlicht, en zware wierookwolken stegen lraar het i

sierlifk gewelf.
Eene treffende plechtigheitt zon plaats griipen : het
Doopsel yar Nouretldin. De aartsbissthop o"n Tyrus, '
tlie zich in 't kamp cler kruisvaarders bevond, wiltle
'W'ater
zelf het der wetlergeboorte oyer het hooftl cles
gelukkigen jonkmans uitstorten. Een aantal Tempeliers,
in 't gewaatl hunner Orcle, tlen witten mantel met
't roode kruis, gehulcl, vertlrongen zich in tle beperkte
ruimte cles heiligtloms. Zij zonen intlrukwekkencle
gezangen, terwljl de bisschop, door verscheidene pries-
ters omringd, met inachtneming van alle voorschrifteil
derLiturgietlekapelinzegend.e.rrrdeaangrenzende
iuimte bevonden zich cle kluizenaar, commnd.eur
d'Arbourg, de grootmeester, Ailhemar, Noureclclin en
ile trouwe en vrome Leotharcl; zij wachtten het eintle
van cle plechtigheiil tter wijcling af, om op hunne beurt cle
kapel binnen te treclen.
.4.

,sl

96 IIET DooPsEL.

zacharias en Noureddin clroegen clien ilag het habiit


van de btoeclers-solclaten der Tempelorcle ; beitlen wil-
clen leven en sterven met Atlhemar, die reecls tloor
plechtige, onherroepellike geloften gebontlen was.
De commandeur beschouW dehet clrietal met vreugden
waarin zich nochtans tlroefteitl mengelcle'
'wil geschiecte ! sprak hii eincleliik
Goils heilige
met plechtigen ernst. Wii ziin nu allen veremigd om
IIem te tlienen en voo tte eere z$ns Naams ons bloed
te vergieten I maa,r het bedroeft mii meer d'an ik u zeggell
kan, Aat Ae aloude stam cler d'Arbotug's met ons zal ster-
vell... vergeeft mii, gins hii voort, ziencle, tlat tranett
over de wang ziins ourlen broealers biggeltlen, en clat ook
de antteren nauwelliks hunne smart konclen beclwingent
vergeeft mii, dierbaren, dat ik u cloor zulke wooralen .l .)
-:

betlroef. De tlag, waarop onz,e Nouretlclin christen en 'l


i

lidmaat rler Kerk worclt, voor ons een dug v,n


7,orr ,1

onvemengde bliidschap moet enzijnl maar ik gevoelde


mii I
neergedtokt en hacl tlringentl behoefte' nopens clat punt
a

miin hart voor u uit te storten'


Oom , ze|,ile Aclhemar, mpet' het geslacht cl'fubourg
-
met ons uitsterve, rnen zal'tenminste niet zeggen'
-
dat een onbekencle, roemlooze stam van cle aard'e ver-
clwijnt. W'fr hebben het onschatbaar geluk gehacl, chris-
te'ireicl en Kerk gewichtige tliensten te bewiizen; onze
nagectachtenis zal b velen in clankbare herinnering
bliiven.

cle der voorzienigheicl wortle in ons allen vervuld !...


\Yil
Diepe stilte heerschte in de kapel, toen Nourecltlin,
iloor ziln votter en ziin broetter vergezelcl, clen drempel
van,t oncferaarclsch heiligctom overschreecl... Nouretldin

:':ni
. :.'
'I
j
I
HET DOOPSEI, 97

sidttertle var eerbietl,


maar jubel vervuld.e r,1tr harte.
Voor tle eerste maal bevontl hii zich nu in tlie prach-
tige kapol,- want Zachariashad hem nietveroorloofd, de
heilige Plaa,ts vroeger te betredoil en dus genoot hii
-,
ten volle het nieuwe van tlat heerlijk schouwspel.
De aartsbisschop keerde zich tot Nouredtlin om hem
toe te spreken, tr dit ziende knielden alle aanwezigen
eerbiedig neder. In treffentle bewoordingen sprak de
kerkvorst over 's Heeren Yoorzienigheitl, wier liefile-
volle bestiering in alle omstandigheden van 's menscherr
leven zto heerlijk uitblinkt . Zoo gewaagtle hli ontler-
ander van tle eerste ontmoeting d.er twee broeders. tlie
zoo ver van elkancler hunne kiuderjaren gesleten
hacldeu.
Noured.din, sprak h' werd door de hantl zijns
broeclers biina tlooileliik getroffen ; maa,r God behield
hem in 't leven. Grenzenlooze tlankbaarheid iegens zijn
grootmoedigen red.der ven nlde zijne ziel: dc ttatuur doet
lrare rechten gelden; de jongelieden voelen zich meer-en-
meer tot elkancler aangetrokken, mar nog spreekt de
stemme des bloeds eene taal, rvelke zij niet verstaatt.
Zonder te weteu. rvelke iliu\rye bandetr hen vereenigen,
richten zg hunrte schredeu nar Engadtli en vintlen er
hun vader, een heilig boeteling... De zoon werd door
zi.in vader in cte l,eere des christend.oms ond.erwezen, en
staat lru op clen d.rempel iler allnr,aligmakende Kerk,
wellie hij over eenige nittutetr zal binnengatr. Danken
wij God ! loven wii ziine Voorzienigheicl !
Alle aanwezigen \traren diep geroertl toett de bisschop
zich gereed maakte om d.en bekeerling het Doopsel
toe te clienen en hem plechtig de liturgische YrgeII
stelde :
DE IIPEI,IE.

'ft
98 HEr DooPSEL.

u Gelooft gii in Gotl den Vader en in Jestts Christus,


ziirr eeniget Zoon? o luiilde de eerste vrftrlg.
Credo, antwoordcle Nouredclin met luitle en vaste
-
stem ; en hlj beloofde, God lmven alles te zttllen bemin-
nen, en tlen naaste geliik zieh-zelvell'..
Het \Yater tles Heils vioeicle einclel$k over het hoofcl
$
viln tlen doopeliirg, el] lartgzaam etl plechtig sprak tle
bisscholt :

Ih doop u in clen Naam de Vaders eil des Zoons en


-
des Heiligen Geestes. IJw naam zij Joannes.
Eene stem weerklonk in den tempel van 's jongelings
harte, en die stem, zoo zoet, zoo liefliih, riep hern toe :
u Gelukkige, benlitlenswa,ardige Joannes' llu ziit gU
clrristen, een kintl van God' eell zootl tter Kerke ! ,'
En hii verzouk in bescltottlvittg ell \Yas aan de aarde
ontvoerd. 't St-,lteett ltetn toe, ilat het gewelf der kapel
zieb opentle en een blanke cluive tloorliet, tlie bovel Zlin
hoofcl lilvam zweven, zooals rvcleer bii tlen Zaligmaker
op den oeyel tles heiligen strooms. . . En Joannes' blik
steeg hooger-etr-hooger, drortg door 't uitsltansel tot
boveu wolk ett ster,, ett verloor zich in cle wellusten des
Paratllises, itt de glorie van dett Eeuwige...
In zoete bezwljming z,eeg Lii netler in de armen
zijns vaders.
Toen hij rved,er tot zich-zelf was gekomen beklom de
hoogepriester opttieurv de treden van 't altaar ert sprak
op plechtigen, inilrukwekketttlen toon :
Graaf Robert d'Arbonrg, broetler-ilieuaar in de
Orfle der ridders van den Zaligmaker, hoor, wat ik u te
zeggen heb. In ll&am vall ollT-,ll l{eiligen Vacler d.en
Paus zeg en verklaar ik in de volheicl van de l{aeht tler
Sleutelen, dat ulye zonde u vergeyen is en clat gii, van
HET DOOPSEL. 99
alle smet gelouterrl, wederom deel uitmaakt van cle
gemeenschap cler christenen. 't rs ons bekenil, dat gii
z'waar hebt nrisdreven; maar God wil niet den doocl des
zorrdaars, maar dat hij zich bekeere en leve... Gii hebt
u bekeerd ; in Bngacldi's clroeve eenzaamheid pleegclet
gij boete, zooals weleer cle kluizenaars in de woestijn,
en gii hebt bovendien den christenen in Palestina onwaar-
il.eerbare diensten bewezen. De Stedehourler van Christus
op aarde heeft goedgunstig het oor aan d.e stemme uws
smeekens geleencll onze }roeder, de heilige Kerk, opent
u met liefde hare armen.
De griisaard viel op cte knien; hii kon geen woord
over tle lippen brengen, maar zijn gelaat droeg den stem-
pel van heilige blifdschap, yan onuitsprekelijke dank-
baarheitl.
Toen Zacharias ziclt eindelifk met zjtt broecler en
zgne twee zonen alln bevond, sprak hii met geestdrift :
Dierbaren, dit is rvaarlijk de gehri<kigste en plech-
- dag van mijn
tigste leven. Toen ik miin zoon Joannes
als christen en'als lidmaat der Kerk aan clen voct cles
altaars zag staan, sprak eene stem in niijn binnenste :
u voelt gii u in alit heilig uur niet genoopt, den Aller-
hoogste, die u zooveel geluk geschonken heeft, door
eene gelofte te eeren ?... o En toen heb ik plechtig
beloofd, mij in pelgrimsgewaad naar Jerusalem, de
heilige Stad, te begeven, op het Graf des Zaligmakers
te gaan bidden eu er God te clanken yoor de genade,
waarmecle zgne liefcle mii overstelpt heeft. Ilit dien
hoofde zal ik, vdtr de zon clriernaal ter kimme is gedaald,
miine lenclenen omgorclen, den reisstaf ter hand nemen
en den lyeg naar Jerusalem inslaan.
En r'lj, riepen met geestclrift cle jongelied.en, w
-

qt

ttrt;
100 HET DOOPSEL.

aullen met u tlien pelgrimstocht oud.ernemen ; wii zullen


u ondersteunen op den langen en moeil$ken weg door d.e
woestijn, en ovel'u waken terwijl gii sluimert. Neem ons
mede, teergeliefde vader !
Gaarne, antwoorde Zacharias, als tenminste uwe
oversten het toestaan. Want gii weet, ruiine kinderen,
dat wii gelofte van gehoorzaamheid gedaan hebben, dat
wif ons niet lnogen vern'ijderen zonder verlof van den
grootmeester.
I)en volgenden clag gingen zii alle drie tlen grootmees-
ter der Orde hnn verzoek voortlragen, dat gereeileliik
werrl ingewilligd. Haastig maakten zij hunne toebereicl-
selen tot de heilige reize. En iling ontbrak hun nog :
een vr$geleide yan Salarliitr I immers, de weg door de
woestljn was lang niet veilig, maar zclfs de stoutrnoedig-
ste roover eerbietligdc Salartlins naam.
Men begr[ipt, dat Adhemar zonder moeite het gevrag-
cle lireeg ; zijn maclrtige vriend wild.e hem zelfs eenige
soldaten tot geleide en bescherming rnecleg:even, maar
de ritlcler wees clat voorstel dankbaar van de hand.
Orue pelgrims bereidden zieh door vasten en gebed
tot d.e vrorue ontlernerning. Laten wlj hen volgen naar
de heiligste plek ter aarde.
XV.

DE PELGRIMSTOCHT.

\Tauweliiks daagde het eerste morgenrood aan tlen


oosteliiken hemel, of Zaoharias en zgne zonett maekten
zich gereetl om ile plaats, waar tle riclilers kampeerden,
te verlaten cu den weg ilaar Jerusalem in te slaan. Met
tle bruine p tler pelgrims bekleetl, den staf in cle hand.,
tlen breedgeranden hoetl op 't hooftl, verlieten zii hunne
tent, en een ullr later l<onrlen zij tlen omtrek vatt 't kamp
naurvelijks meer orttlerscheiclen. Irt den beginne voertle
hun rveg oyer een rotsac,htigen boclem, schaars begroeid
met rlorrencl stnrikgewa,s. fn de verte zg rnen tle kale
toppen van Judea's bergen, en geheel het lantlschap hatl
iets somber-eentonigs, clat den reiziger zwaarmoedig
stemcle , zijtr oog vermoeitle.
De zou stontt reeils hoog aan den hernel en maakte het
zand tler rvoestiin tot gloeiend stof, toelt ile pelgrims, tot
hunbliideverrassing, op geringeu afstanrl een dichte groep
lralmen zfgell opriizen . Zli verltaastten huttne schreden,
om in tle schadnw der hecrliike boomen een weitrig rst
te gaan nemen. ell plotseling riep Atlhemar met bliid-
schap uit :
r07 DE PELGRI]I{STOCHT.

Joannes, herkent Sii die palmeuo clic groenende


plek ?
Jar broetler, antwoordtle Joannes aanged,aan, 't is
-
cle u Paarl der Woestiin u ! Weet gii 't nog, Adhemar?
D,,r ontmoetten wii elkander Yoor tle eerstc maal... en
als viianden. En thans begeven wii ous arm-aan-arm'
als broeclers, naar tlie gezegende plek. Wat ziin Gods
wegen wonderbaar !
En de bronne der u Paarl u stroomcte nog evcrl rijkelijk
als bij de eerste ontmoeting cler jongelieden, en de lange
blacleren der palmen wuifclen nog eYen sierliik.
De pelgrims w,ren sterk vermoei; ziistrekten zich uit
langs het door de bron gevormd beekje, verkwikten
zich met eene teuge van 't heltler en frisch water, en
'voor-
nuttigtlen eenig voed,sel trit clen meegebrachten
raacl. Toen dat sober maal gebruikt was, sloot Zacharias
de oogen om een korte wijle te sluimeren I het cloor
strenge boetpleging uitgeput lichaam des grijsaards
eischte_clringend eenige rust.
Aclhemar en Joannes waakten over hun clierbaren
vad.er en spraken slechts fluisterend om zline rust niet
te storen.
Laten wii nu cle pelgrirns bii tle bron, en vestigen 'wii
a
clen blik op een ander tooneel, dat niet ver vn oe oa,slg
voorvalt.
Op een halve dagreis afstands vau de u Paarl )>, n
clen voet eener steile rots, welke de vlahte beheerschte,
legerclen in den morgen van dienzelfden dag eene bencle
Saracenen om eene tent van rood llinrvaad, zooals tle
zwerventle stammen ze rneestal gebruikten, en die in
eenige oogenblikken kon worden opgeslaan of neerge-
haakl en opgeyouweil. Eenige nrmtell stondeu vddr cle
DE PELGRIMSTOCHT. 103

tent, n'elker vooruitstekende rand hen eenigennate tegen


cte stralen der zon beschutte; maar cle meesten hadden
eene schuilplaats gezocht in een rnime grot, blj rvelker
ingang eerle bron hen in staat stekle, hunne paarden te
tlrenken.
Salad$n, de machtige sultan, log in de rootle tent
uitgestrekt op een stapel ziiden kusseus, en luistertlc
met ziine omgeving naar d.e verhaleuvau eell <verteller n,
ilie hem bifna overal rnoest volgeu. De oosterlingen van
dien tiicl lyaren nog even tuk als tlie vatr onzen tiicl op
sproken en allerlei fantastische vertelling:en, eu Saladifn
was mr dan elk ancler aan dat genot verslaafd; ziitre
liefste ontspanning was 't aanhooren van tle eigenaardig-
aantrekkelijke r.oortbrengselen der Arabische ell Per-
sische dichters.
Hassan ben Daout, Salaclijns verteller, \vas a,lt 't meest
belangwekkencl punt zijner geschictlerlis gekomen I alle
aanwezigen luisterden met gespa,nneil aand,aclrt, toett
men vridr cle tent plotseliug clen hoefslag van een paard
hoorde.
Stilte, Hassan ! gebooil Salailljn, terwijl hii opsprorlg ;
-
bewaar yoor clen volgenden keer het einde vall ttw tref-
fentl verhaal. Sohral, tlien ik op verkennittg heb uitge-
zonclen, is teruggekeercl. l\{en late hem binneutreclett.
Een oogenblik later liwam een Georgisch slaaf ziub,
aan ile voeten ziins rneesters \yorpen en sprali :
-- Heer, uw dienaar Sohral heefi op uw bevel ile
woestijn doorloop en. Zg, clie gij zoeht, ziin neergezeten
bii cle bron Mizra. 'welke u1,v rocmrijke Yoorgalrger uit
tlen schoot der aarcle clced opw'elletr.
Allah zii geloofd ! riep SalaCljn uit. \\'elaan, haait
-
de terrt necler ett maakt u gereetl, de reis voort te zetten.
104 DE PELGRIMSTOCHT.

Ietlereen haastte zich, een han,l bU te stehen, en na


verloop van naurvelijks een half uur cloorijlile cle sttltan
aan 't hooftl zijner trouwe soltlaten de zandvlakte.
,.. Zacltarias hacl de oogen geopend en voeltle zich .

aanrnerkelifk verkwikt. Joannes, rviens gezieht bttiten-


ge\voon sterk was, riep hem plotseling toe :'
Vatler, ziet gii tlie stofwolk aan den horizon ?'t Zijn
-
kriigslieclen I hunne \yapens glinsteren in cle stralen iler
7.'OIl,
Laat
ze komen, antwoordtle Zacharias beclaartl;
-
zijn 't ongeloovigen, tlan toonen wii hun clen brief van
Salailfin ; zijn't itarentegen christenen, dan zullen w$
in deze eenzaamheid metvreugcle hunne komst begroeten.
Snel als cle wind kwamen de Saracenen luid schreeu-
wencl toegerend op tle plaats, waar de pelgrims zich
bevonclen.
--
Yergis ik mif niet, zei Adhemar verheugd, dan is 't
Salarlijn in eigen persoon. 't Zon mii niet verwonderen
als hU ons opzocht, rvant ziin kamp is niet ver van hier
gelegen
HU is 't inderrlaacl, sprak de kluizenaar op zijne
-
beurt. In weerwil mffner zwakke oog'en herken ik hem
reeds. Trourvens, wie Salatlifns trekken eenmaal heeft
gezien, kan ze niet meer vergeten.
Ik groet u, wlize kluizenaar, ell u, Atlhemar, en
-
ook uw broeder ! riep Salailiin, terw$l hij van zlin melk-
wit ros sprong. Ik koll niet weerstaan aan het bill$k
verlangetrr tr nog even te zien op uw doortocht naar Jeru-
salem, cle voor u, nazarers, zoo heilige Stede. Ik her-
innerde mii het woord ctes profeets : u Het gezicht van
een vriend is streelend als een lentemorgen I met toover-
kracht verkwikt het de ziel van den mensch. u
DE PELGRIMSTOCIIT. 105
Die groet des eclelen sultans werrl door tle pelgrirns
hartelijk beantwoord, mr ile tegenwoordigheiit yan
Joannes maakte hen eenigszins betlrernrnelcl. I{atuurliik
hacl noch Zacharias, nog ailhemar Saladijn ove clen
weclergevonden zoon en broed.er gesproken. Joannes, tle
voormalige Saraceen Nouretldin, moest Salacliin althans
bii name als een clapper krijgsman bekend zlin; maar
zijne bekeering en rle banden, clie hem aan zacharias
en Aclhemar ystsnoertlen, moesten voor den srrltan een
geheim blliven. IJit rlien hoofrle hatl de christen ritlrter bii
z$ne aanvraag om een vr[jgeleicle s]echts melclinggemaakt
van tletr kluizenaar, van u zlin Ailhemars broecler ,
-
rln van zich-zelveu. De veronclerstelling, -
clat Salad$n op
tle hoogte wa,s van Nouredclins gevangenschap, lug
trourvens niet vdtir tle hand I rvant niet n tler Saracenen,
welke aan 't geveeht in cte oasis clcel hadden genomen?
was ontsnapt; allen, clie niet w,ren omgekomen, bevonden
zir.h nog in tle handen cler krnisvaarders.
Salacliin scheen te verheugcl om d.e verlegenheid der
pelgrims op te merken. Yriendclljk noorligd e hii ze uit,
hun verblijf op die verkoorlijke plaats nog een weinig te
rekken, en ziin optreden was even eerbietlig voor ilen
kluizenaar, als minzaarn en harteliik voor z\)n redder
Arlhemar en diens broetler.
-- Eerwaarde vader, sprak cle sultnn, gij lrebt daar
twee kloeke en tronwe reisgenooten; maar toch herhaal
ik u mrjr aanbod, u cloor een'getleelte van miin gevolg
tot aan het clocl van u\y toeht te laten vergezellen.
__ Aanvaard mijn dank, edelmoetlige Salatlijn, ant-
woordtle Zaeharias. De pelgrim, die zgne schreden naar
lret Graf zijns Zaligmakers richt, moet alle gevaren trot-
seeren,, zieh gaarne blootstellen ,an moeilijkheden cn '.i\
I

.,/
-. )
.. t,'\
':'I
'"Fr:
." 1 \
.1!

.'.''. 4.:
.-

_:"d
a

-
'' r_i

.;'r '
106 DE PELGRIMSTOCIIT.
ontberingetr, ter liefde van Hem, tlie zichmet d.oornen liet
kronen, en meteen kruis belaclen Golgotha treklom. God,
de l{eester des heelals, zal onze geleider en beschermer
zijn; zoncler ziine toelating zal geen haar op ons hoofd
gekrenkt worden
-- Zooals gij wilt, hernam cte s*lta', Gelief mlin aan-
bocl te beschouwen als een blljh van innige vriendschap
en belangstelling
't 'Was reeds laat in den namiclclag en nog t\rarell de
pelgrims in vertrouwclijk gesprek met Salaclljn eewikkekl.
zacharias 'wild,e echter zijn rrcg voortzetten, want een
aanzienlijke afstancl scheidde hem nog van de heilige
Statl. Hli rees dus op, greep ziin staf en zljn hoetl en Trood
den sultan tle hand tot af'scheicl.
Welnu clan, sprak Salartijn, vervolg uw \ry'eg, en
-
dat Allah u behoede ! lv{isschien zal binnenkort reeds d,e
strijrt tnssehen cle Halve-Ifaan en 't Kruishen.at worden.
Gii' Adhemr, el) uw broed.er, gii z*lt wer de wapens
opnemen tegen urv vriend, en miine volkeren znllen vallen
onder nly zwaarcl, zooals de christenen onder 't mifne.
Het noocllot, dat op d,eze wereld alles beheerscht, zar
tusschen ons oorcleelerl. Geve Allah, dat het bloecl van
zoovele duizenclen helclen, tlie om clenwille vanhun geloof
met geestclrift cten doocl tegemoet ijlen, ous nageslacht
zegen brr.nge ! Vaartwel I herinncrt u te allen tijde, dat
gij in 't hart yan Palestina's sultzrn eenc rnime plaats
bekieedt.
Hii groette, eu ilan mct zijnr- ma'nen de' terug-
\veg naar zijn kamp an, terwijl Zacharias met zijne
zonen in cle richtiug van Jr,rusalem, tle heilige Stede,
vertrok.

rll
XVI.

JERUSALETf .

Dicht b Jerusalem verheft zich cle " Oliivenberg u

boven alle heuvelen van den omtrek. Op het tijdstip, dat


de gebeurtenissen, in clit werkje verhaalil, voorvielen,
bood hli geen aantrekkeliik schouwspel. Slechts hier-en-
d,,60r zag men nog eenig groen; de prachtige boomen,
welke eertifds tlie schilderachtige plek siertlen, waren
meerendeels omgehouwen in de oorlogen, welke de heri-
lige Plaatsen zoo dikwijls geteisterd hadden.
Van den top ctes bergs kan men Jerusalem in gansch
zijne uitgestrektheitt overzien. Het hart des pelgrims
popelt van blijtlschap als hii, na eene lange, moeilifke,
zelfs gevaarlifke reis, het doel van ziin tocht, de heilige
Stede , ziet opdoemen. Naardat doel verzuchtte zijn hart
toen h$ nog in 't verre vaderland wljlde, en nu ligt het
-
vddr hem !... Een traan glinstert in zijn oog; in ziin boe-
zem striirtt smart met hemelsche r-reugtl... Is dt Jeru-
salern, de. Stecle Goils?... Een onmetel[jke puiuhoop, op
vele plaatsen rnet rvoekerkruid en rvilde klimop overdekt,
een uitgestrelit graf !. .. De outlc luister is verclwerien ;
-
108 JERUSALEM.

maar welke plaatse ter wereld kan met tlic plaats, met
die puincn Yergeleken wortlen ?...
De laatste stralft der zon sluierdeumetpurper Jutlea's
velden, toen Zacharias met ziine zonen op den Olliven-
berg aankwam. De drie pelgrims bogen zich in 't stof.
Hunnc tong was niet bij machte, cle gevoelens, rlie here
overweltligden, weer te geven I hun oog korr zich niet
verzacligen in de beschouwing van de heilige Plaatsen.
Dicht oncler hunue voeten zegen zlj clen " Olljvenhof u ;
een rveinig lager o Gethsemani o en tle kapel, clie 't graf
der H. I\faagd omsluit; op eenigbn afstantl Sion, d.en
heiligen henvel, waar yroeger het huis van Caphas stonal
en lvaar men toen nog de puinen van d.e Avontlmaalszaal
en die van 't paleis van l)avid zag; een weinig liuks, in
zuidellihe richting, otrcler in de vallei Ben Hinnon, waar
rle bronrle van Silo ontsprong, het zoo gez"egcle o Bloetl-
vekl > ell tle grr'en cler koningen; verd.er, binnen de
mrlreu cler oude stacl, den Liitlensrv'eg, clien Jesus volgtle
toen llij tcrr cloocl ging, eene omstreeks viifhondercl
-
schrerlen lange straat, ilie zich uitstrekt vAn 't paleis van
Pilatus tot aan de kerl< van 't Heilig Graf, 'welke tempel
ii,ls door eclr woncler aan clen geesel tler ver-woesting ont-
snapt \Yns.
llet onbeschrijftiike aatrdocnittg sloeg Zacharias zijn
arrn onl den hir,ls van Adheurar en liet zijn hoofil aan dcn
boezem vau Joatllles tustett.
Dierbare kinderen, teergelieflle zollen, sprak' hii
-
op plechtigeu tootr, ik ben niet in staat, de gevoelens, die
mii overrveltligen en mljn uitgepnt lichaam rloen sidd.eren,
te beclrvingen. Ik zoude ze rvillen verbergett, om ll niet
te bedroevertl cloch lyare mij dit geoorloofal?... Onze,
Vader, tlie in tle Flemelen is, roept ziine liittdt',rerr op het
JERUSALEil. 109
uur, voor elk hunner in het bijzonder bepaa,ltl... IIwe
oogen, waarin ik trauen zie glinsteren, zeggen mij, dat
gii mii begriipt, tlat gii een yoorgevoel harlt van hetgeen
ik u moet zeggen. Ja, rnijne teergeliefclen, de ure der
rust zal rveldra voor mii slaau; sleclrts weinige ilagen
:
zalik nog bij u toeven. Eene stem in rniin harte zegtmU t
I

I
o Outle man, tot hier toe, en niet verder ! u Jcrusalem,
I
r de stad, $'aar mijn Zaliguraker gcstorven is, zal ool< voor
t

t, mii eerr graf hebben ; den killen slaap des doods zal ik
I sluirneren in den grond, waarin ziin heilig Lichaam eeni-
I

I
gen tijd gerust heeft.
u W'eent niet, miine kinclereu. IJrv vader is oucl elt
:
gebrekkig; hii snakt nar ruste. Wilt gii niet, dat hij met
bliirlschap ilen Engel des lichts begroete, die zgne moede
oogen komt sluiten ?
Adhemar en Joannes kontLen geelr rvoord over de lippen
brengen. De woorden des grlisaards verseheurden hnn
de zicl...
De zon was sinds lang ter kimrne gedaald, en de uraan
overgoot rnet heur zaclrtcn glans tl kruin van den berg,
toen cle pelgrims eincleliih oprczen en hun weg voortzet-
ten. Dra stonden z$ nu vddr rle rnnren van Jerusalem ;
deze T! ren herbouwd iloor Godfriecl van Bouillon, maar
weder omg'eworpen door de Saraccnen (1). Hier-en-clr
tusschen de puinen zg rnen nog de overblljfselen van
een toren, welks stevige bouu' aan het geweld der storru-
ramrncn cn aan den tand des tifds .weerstaan hatl. I)e
kluizeuaar dacht aan het rvoord yan Jeremias, weekla-
gend op de lruiuen r.an Jerusalem : u fs dt die heerl[ike
stede, stralencl \ran onvergelijhelijke schoonheicl, de
(1) Jerusalem, in het jaar 1099 door de Kruisvaarders onder aanvoering van
Godfried van Bouillon voroverd, viel in 118? den Turken wer in handen.
110 JERUSALEM.

yreugdc en trots tlerwereltl?... u Inilerclaad, Sions oude


luister rvas te eenenmale verzrvonclett.
Ondr',1 .het gescheurtl gewelf der poort Bal el Siili
tr{iriam lgeclen iu bonte rvanorde sene bende gervapende
Saracnen; !g z,gen cle pelgrims ttaderen etr kwamen
toegeshgten, 04 hun tlen toegaug te beletten. Ilaar nau-
welijkq, toond,e Zacltarias het vriigeleitls, van. Saladiin, of
zij vliieriten zich op tle knien ett raakten, als teeken van
diepen eerbiecl, qet hun voorhooftl cl'en grorrd I hun aan-
voercler-zelf leitld cle reizis'llaar tle kerkvan 't Heilig
d;i----=.*
In weerwil der knevelarljen, waran in Palestina de
christenen.steecls blootgestaan hebben van tle ziide tler
ltir,t etr,, meestel's valt 't Heilig f,and, ziin er sinds de
veroverillg vall Jerusalem cloor Goclfrietl van Bouillon
te allen tiicle motrniken-bervaarders van 't Heilig Graf
gerveest. Aanvankeliik \Yiren 69 f Kanunniken van
't lleilig Graf > ntet clie zorg belast; maar dez,en vorm-
tlerr tevens eene ritltlerorcle, zoodat zij, evenals de Hos-
pitaalridclers en tle Tempeliersi getlwongen werd.en,
Jerusalern te verlatett. Eenigen hunner bleven ngchtans
'T*
en trotseerclen duizentl gevaren, offi te waken *n bitt-
den op ilie heilige ell dierbare Plaats . Z\i lvaren er nog
bli t1e komst vau onze pelgrirns, tlie zif gastvr$ en harte-
liili ontvingen (1). Leoclgar, gardiaan van 't klooster, een
hooggebouwcl en eerbied.waarclig gr$saard, 'wiesch hun
zelf cle voetert en liet toen eetr sterkencl maal opdienen.
IJitgeput van vermoeieuis, gingen claarna de kluizenaar
en zline zonen voor eenige uren ter rust.

(l) Eenige jaren later werden zij vervangen cloor tle l'raneiscanen of Minder-
broeders, iln rvier Orde nog te huidigen tlage de . Ctrstodie ' is toevertroulvtl.
;4
'.:.]

XVII.

DE PLAATSEN, GEHEILIGD DOOR HET LIJDEN


DES ZAI,IqUAKERS.

Naurvelijks daagtle het, of de pelgrims stonden


"n
;
verlieten de hun angewezen cellerr. De hoogbejaarde
gardiaan wilde hun zelf de plaatsen toonen, tloor de
Passie cles Zaligmakers geheiligd.
op eenige sclreden afstands van 't klooster sloeg en nij
eene onregelmatig gebouwd.e straat in, waar men nauwe-
lii\s den voet kon zetten, zonder o\rer een steenklomp te
struikelerr.
Ziehier,
sprak cle gardiaan, cle rveg,rdien d,e Zalig-
-
maker gcvolgd heeft om tlen Calyarieberg te beklimmen.
Ginds ziet gijrte poort, bii welke l{lj Zich tot rle ryeenen-
de vrou'rven wendde. Hier liet Hli clen blik valleu op zijne
heilige Moecler, rvier niel door onbesclrrijflljke smart
verscheurd werd toen zij haar goddelljken Zoon, door
beulen en gerechtsclienaren omringd, ter ctood zag leideri.
Het gezicht van clie Plaatsen maakte vooral op zacha-
rias tliepen inclrukl immers, een voorgevoel zeide hem,
dat hii Jerusalem niet zou verlaten, dat zijn stoffellik
772 DE rL^ATSEN, GEHETLIGD DooR IIET LTJDEN

overschot binnen de rnuretr der heilige Stad eeue rust-


plaats zou vinden.
Aan elkeu steen r-an d,en wS, die uaar 't gerechtshof
van Pilatus geleidde, lvas eene smarteliike herinnering
verbontlen. Verbaasd blevert clc pelgrims staan vddr het
paleis, binnen rvclks rnuren tle Zaligmaker ter dood. was
verwezen. Eens was het trotsch gebouw, clat nu een
r.ormloozen puinhoop uitmaakte, belegerd d.oor eene
rvoeste menigte, die eischte, dat rnen Jesus ter clood zou
brengen; cens had er tle kreet weergalmtl : " Z\in bloed
kome orrer ons en over, onze kinderen ! u fn hnn ramp-
:r
'rL\.
zalige verblindheicl hadden de Joden de rechtvaardigheirt
cles Hemels getart, err de straf voor tlie goddelooze
vermetelheid was niet uitgebleyen...
De statl scheen den pelgrims bif na geheel verlaten I
hechts hier-en-dr verhief i"tt nog: een verviil|en huisje
tusscheu c1e overbllifselen van heerliike paleizen en
grootscire gedenkteekenen. Op sommige plaatsen kam-
peerdeu cle zoucu cler *oestiin; zii waren in ruime, witte
rnantels gehuld, sterk gelvapetrd, en keken nienwsgirrig
eu niet biister vriendeliik rla,r de pelgrims : bliihbaar
zagen zij niet tlikrvifls vreemtlelingen binnen de muren
der stacl.
Yergect's poogde Adhemar, b tle bevolking vari Jeru-
salem, toenmaals voot' het meerend.eel uit kriigsJieilen
saamgestelcl, eenig spoor te onttlekken van tle pracht en
tle weelcleT \\rarop de Oosterling r,oo tuk is, en die in
't kamp van Salaclijn ziine verbazing en trewondering
opge.wekt hadden.
Zacharias gaf het verlangen te kennen, Gethse,mani te
zien, dieplaatse yan heilige maar droeye herinuering. De
Zaligmaker bezocht nret zline Leerlingen tlikwiils dien
DES ZAI,IGMAKERS. 113

hof. Dr smeekte hij in de folteringen des doodstriids


zjn hemelschen Yader, den kelk d.es llidens weg te
nemen van z$ne lippen ; d,,r werd Hii'door den kus vau
Jutlas aan z$ne v$antlen overgeleverd. u Degene, dien
ik zal kussen ", had de verblincle verrader gezegd, u die
is het; van clien zult gii u meester maken. u De misttaatl
van zoovele Joden, die van Pilatu een d.ootlvonnis tegen
Jesus aftlwongen, is niet te vergelliken met den gruwel,
tloor Juilas gepleegd. Om ziin Gotl te verrailen betliende
h[i zich van een kus, het teeken van innige vrientlschap
en tliepe vereering, vooral bii tle Oostersche volkeren.
De roof- en moordzieke beduwiin beschermt ziin clootl-
v$anil als hij met ilezen 't u brood. en het zoat o gegten'
en hem door een kus op 't voorhooftl den 'vredegroet
geboden heeft. En Judas? Hif verraadt ziin gotttleliiUgt
Meester na met Hem 't Paaschlam gegeten,"het liefil-
brooil genuttigtl te hebben !... Door een kus heeft hii Hem
aan de- beulen overgeleverd.
De u Hqf > van Gethsemani ligt op de oevers van de
beek Cetlron. Hij was toen omringtl door een muur van
losse steenen en besloeg eene oppervlakte van ongeYeer
hontlerd schretlen in 't vierkant. Acht olijfboomen groei-
d,en er in den steeuachtigen, met onkruid overdekten
grond. Aan 't eintl van den hof. zagmen tle plaats, 'lry'aar,
terwiil Jesus de folteringen van den tlootlstrlitl leed en
water en bloed zweette, de drie Apostelbiltch tloor den
slaap lieten overwinnen.
Niet ver van il,,r toonrle de gardiaan den vreemde-
lingen tle grot, waarin de Zaligmaker gebetlen heeft. Zii
was nog in tlenzelftlen staat als ten t$ile van Christus,
cloch bevatte nu een altaar, in het oosteliik tleelgeplaatst,
en verlicht door eene in het gewelf aangebrachte opening.
DE TOI(PELIER,
114 DE PLATSEN, GEHEILIGD DOOII HET LIJDEN, aNz.

zachafias wierp zich in ilat heiligdom op de knien,


en cle gardiaan, Aclhemar en Joannes volgden ziin voor-
beeld. Geruimen tijil bleven zij in vurig gebecl en iliepe
overw'eging verslonden.
Bii 't verlaten van de grot kwamen de pelgrims
op tle plaats, 'rome
waar Juclas zijn afschuweliik verraad
pleegde. Zij is ongeveer twintig schreden lang, en aan
weerszijden met lage muren bezoomd . D,t rverd de
Verlosser aangehouden als een misilaitiger; drir g.linster-
den in 't nachtl$k cluister, b 't rosse licht rler fakkels,
de wapens der gerechtsdienaren. De valsche discipel
schreed toe op Jesus, omhelsile Hem en sprak : o Ik
groet u, Meester >. < vriend >, antwoordde de zarig-
( -
maker, waarom zijt g+i gekomen ? u Toen naderden
snel de soldaten, legclen de hand op Jesus en boeiclen
Hem...
Diep bewogen keerde Zacharias met zijne zonen terug
naar het klooster, waar zijhet overigevan den dag ernstig
oYerwogen wat zij gezien hadden.

oocO!Q-+coa--
XYIU.

HET HEILIG GRF.

W.ii hebben den lezer rloor verschillende streken van


Palestina, dat land. zoo rljk aan dierbare herinneringen,
geleial. Wij hebben hem 't kamp van een machtig vorst
en het verblijf eens kluizenaars getoontl. Achtereen-
volgens hebben wii cte woestijn, die zee van gloeiencl
gand, en d.e woeste rotsen van Engatkli beschreven I en
tot binnen de muren van Jerusalem volgtlen wii den
ouden Zachaas, den ritlilerliiken Atlhemar en zlin weer-
gevontlen broecler Joannes. Thans echter moeten wii nog
eene plaats bezoeken, den volkeren, die in Jesus Christus
gelooven, boven alle andere dierbaar : cle kerk van
't Heilig Graf.
Sincls viiftien eeuwen wordt die kerk beschouwd als
het voornaamste getlenkteeken, opgericht tot geclachtenis
van de Mysterin van 't Lijden Onzes Heeren Jesus
Christus . Zij is op Golgotha gebouwcl, bestaat uit ver-
scheitlene kerken en kapellen en besluit in hare muren
alle plaatsen,welke in de geschietlenis van de Kruisiging,
de nederlegging in 't Graf en de Verriizenis van den
116 HET IIEILIG GRA}"

Zaligmaker op bijzontlere wiize oiiLe aandactrt trel<ken''


' trr"
Het heiligtlom is 1?6 voet lang en 70 breecl.
Ten tiiile tter kruistochten bestond tle kerk Yan
't Heilig Graf nog in. ltaar gebeel, tlat wil zeggen: zooals
zij cloor Konstant$n den Groote gebouwd was. Steeds
had.tlen de moslim clien tempel gesp,ard, want de u Pro-
feetvanNazarethu, zooals z$ Jesus noemen, staat bii hen
hoog in eere, ter oorzake van tle wonderen, tloor IIem
,gewrocht. De woeste horden, in wier macht tle heilige
Stadwederom gevallen was, hatltten wel-is-waar de kerk
van hare goutlen en zilveren vaten beroofil en zich mees-
ter gemaakt van d.e r$kdommen, in den loop der eeuwen
door tle goclsvrucht der geloovigen ter heilige plaatse
opgestapeltl ; maar zif verstoutten zich niet, het gebouw-
zelf den vlammen pr$s te geven , Ja, zii lieten zelfs toe,
dat arme monnikeu, die smeekten om de gunst, het Heilig
Graf te mogen bewaken, hunne cellen wetler betrokken.
't Behoeft wel niet gezegd, tlat tlie vrome bewakers veel
te lijtten hadden; maa,r welke kracht schenkt niet het
Geloof? Telkens','!- wanneer zij door tle hebzuchtige
beambten iles sultans van het weinige, dat zii bezten, -,
beroofil waren, eu bovenclien wreed mishanalelcl, knielden
zii neder op Golgotha's heiligen grond en batlen : ( Heer,
vergeeft het hun : zii weten niet wat zij doen ! . . . u
In het gezelschap yan eenigen dier monniken bezocht
cle kluizenaar met zijne zonen hetHeiligdom. Het geheim- '
zinnig cluister ctat hen omringtle toen zii iten drempel tler

kerk overschred.en had.den, rnaakte hen nog gevoeliger -l

voor de maehtige inilrukken, die zij ontvangen zoud.en. -

Hier-en-rtrslechts brandde eene lamp bij eenig guilenk-


teeken of vddr eele reliek ; maar toen zii eenigszins aan
't halfduister, dat in de kerk heersehte, gewoon waren,

rrr

"i
-i+:
.
"sYii:.'

IIET HEILIG GRAF. TL7 r*'

stoncten zij verbaasd over tle grootschheitl rles vermaar-


clen tempels.
Het eerste voorwerp, clat hunne aandacht trok, was
de u Steen der Zalving ,), w,arop vrome hanclen het
Lichaam tles Zaligmahers met kostbaar reukwerk bal-
semden alvorens het neiler te leggen itt het graf . De Steen
stoncl een weiuig boven tle oppervlakte van tlen grontl en
wertl cloor het licht van eenige lampen beschenen. Rechts
van tlen ingang tles tempels, clicht bU den Steen der
Zalving, zag men den Calvarieberg I cteze *s f iiftien-
twintig voet hoog en clroeg twee kapellen. De pelgrims
beklomrnen de trap, tlie erheen voerde, en traden de
eerste kapel binnen. Hun gitls geleidile hen naar een
altaar ert spral< :
Dit altaar neemt tle plaats iu, waa,r het Kruis des
Zaligmakers gestaan heeft I trvee roncle, z'warte steenen
wiizen ons de twee plaatsen aa,n, waar dc kruisen der
moordenaa,rs geplant rverden.
Zacharias en zijne zoncn vielen op tle knieu en itruk-
ten vol eerbied hunne lippen op ile heilige plek. Vervol-
gens gingen zii naar cle attclere kapel . Deze besloeg tle
ruimte, wa,r Jestts cloor tle bellen aa,n 't l(r11is werd
geklonken; zij \ryas geplaeicl met roocl mozaek, als orn
aan te tluitlen, tlat op die plaats cle Verlosser tler'wereld
rrit liefde voor den tnensch zju dierbaar Bloetl gestort
heeft.'
''Den heuvel atclalentle krvamel zii an eene antlere, in
Wvafi marmer gebouwtle kapel. Zi.ihevatte eene kostbare
reliek : cle zuil, waarop tle gocltlellike Martelaar gezeten
ws toen hij met doornell gekroond eil door een laffeu
beul in het aatrgezicht geslagett rverd.
Niet vel van tlrii: zg mell tle plaatt,lYaar de soldatetr
't4
118 HET HEILIG GRA}"

de kleederen des Zaligmakers onder elkander verdeeld


haclclen. Terwljl Jesus onuitsprekelijke smarten leetl en
voor zijne vlianclen bad; terwijl zijne Moeder aan den
voet des Kruises stoncl en weenend. pza,g tot haar Enig-
geborene, wierpen die ellendelingen het lot over het aan
n stuk gewever opperkleed, clat Jesus getlragen had.
Zoek metleliitlen bii t$ger en hyena, maar niet bij zulke
o reileliike ,' schepselen : hun hart is harder dan
steen!...
Het gezicht van de plaats, \ryaar de Verlosser na ziine
Y errijzenis aan Maria-Magd alena vers ch en en \ye,s, maakte
daarentegen een zoeten indruk op 't hart der pelgrims.
Een eenvouclig altaar wees de plaats aan, w,ar Maria
clen verr ezenHeiland mocht aanschouwen.
Een weinig verder kwamen zij aan de u Kapel der
verschiining u. D,r toonde zich Jesus voor de eerste
-Welk
maal aan ziine Moeder. een troost voor Maria's
ziele! BU den aanblik vanhaar teergeliefd.en, god.del[iken
Zoon vergat zij al heur lijilen.
Een oogenblik later viel tle blik der pelgrims op eene
majestueaze u rotoncle u. Kunstig gebeitelde corintische
zuilen droegen een tout ontworpen koepel, waard.oor
'
een schitteryend licht binnenstroomde, dat met 't halfduis-
ter van het overige des tempels eene sehrille tegenstelling
vormde. 'femidrlen tler u rotonde u, ond.er den koepel,
verhief zich een gedenkteeken yan wit en geel marmer;
ilat geclenkteeken bevatte het Graf des Zaligmakers.
aan de oostzijde verleende eene kleine deur toegang
tot de geheel met marmer bekleecle u Kapel des Engels u.
Temiddell v,n die ruimte zg men op een voetstuk d.en
breeden steen, wa,&rop cle Engel was gezeten toen de
heilige vrou\ryen kwamen om Jesus'Lichaam te balsemen :
IIET HEILIG GRAT.. 119
-Hii, d,ien gii zoekt>, sprak de hemelbode, uis niet meer
hier ; Hii is yerrezen ).
Tegenover clien steen za,gen de pelgrims eene smalle
opening in den vorm eener deur; ar bukkende gingen z$
erdoor. Een groot aantal lampen verlichtten het kleine
gewelf, waar zii ilen voet zetten: het Graf rles Zaligma-
kers. 't w'as in de rots uitgehourry-en, doch geheel met
marmer bekleed.
rn hoogere mate dan elders geyoelden zii hier Gorls
aanbitlrleliike Tegenwoorilighe i. zacharias, wiens
aan_
doening nu haar toppunt bereikte, smolt weg in tranen
err
dankte God, die zijne schreden naar die heilige plaats
geleicl had.
Toen allen de kerk verlaten hadclen, wentld.e zich de
griisaartl tot den gardiaan en sprak :
Heer, ik heb u iets te vragen, dat g.ii mii, armen
-
vreemdeling, niet zult weigere'. yurig r*rlung ik, op de
heilige Plaats, die wii verraten hebbn, alln een uur
d.oor te brengen, om Gotl en ziin Christus te danken yoor
de kostbare g'enade, mii onverdiendgeschonken. Giiweet,
heer, dat in de eenzaamheid onz,e ziel zichgemakkeliiker
vn het aardsche onthecht; clat men, alln met God,
beter en vuriger bidt. zijt, gij bereitl, miin nederig verzoek
in te willigen en mii dezen nacht yoor n uur het Heilig
Graf te openen, dan loone u de Hemel voor dat blijk vau
christelijke liefde.
De gardiaan voldeed gereedel$k &n zacharias' ver-
zoek ; sinds onheugelijken tiitten was het gebruik, pelgrims
van hooge afkomst of groote r.erdienste de gunst, door
den gr$saard afgesrneekt, toe te staan. Men koos daartoe
gewoonliik een uuryan tleunacht, opdat zij cloor niemand.
in hun gebed gestoord zoud.en worden.
XIX.

IIDT I,AATSTE UUR.

Middemacht... Aclhemar en Joannes sluimertlen


vredig... Zacharias rees op valr zijne legerstede, opencle
I
zachtkens de denr der cel en vond in cle gang een broeder,
die hem wachtte. HU verzocht clen kloosterling, hem voor i
I

een oogenblik zijn lampie af te staau, en keercle tlaarme


terug. tot zijn tlierbare zonen. I

Tranen lekken van zline wimpers I hij boog zich over


de jongeliecle,n en beschouwde hen ecn 'wlile met vacler-
lijke lieftte. Eene stemme in 's gr$saards hart zeide hem,
rlat hlf Adhemar en Joarrnes niet meer zoa rvederzien, dat
ziin nur was gekonren... Hoe gaame zoude hij nog een-
maal het geluicl hunner stem gehoortl, uit lrun mond den
zoeten vadernaam opgevailgen hebben !
Zacharias bad vurig voor hun zieleheil en zegende
heu in den Naarn des Allerhoogsten. Toen verliet hij met
vasten tred de cel, en volgtie zijn gids iloor cle gangen des
kloosters..
't 'W'as clnister in biina alle deelen der l<erk; maar
IIET LAATSTE UUR. LzL
't Heilig Graf scheen cloor een bovennatuurlijk licht over-
stroomd. De zilveren stralen der maan clrongen door het
gekleurtl glas van den koepel en beschenen tooverachtig
het prachtig gedenkteeken. Heilige schroom vervulde
Zachafias' aiele toen de broed er zich verwijdercle en hem
alln liet.
W-if weten, dat een voorgevoel den grijsaard van zijn,
naderend einde verwittigde, zoodat wii ons gemakkeliik
een denkbeekl knnnen maken van de gevoelens, clie hem
in dat plechtig uur overwekligclen.
Hier ben ik dus, sprak hii tot zich-zelven, bii 't Graf
van miin Zaligmaker. Plechtige stilte heerscht op deze
plaats, zoo heilig en dierbaar... 'W'iens geluk op d.eze
aard' is nu aan het miine geliik ? O Vacler, die in de He-
melen zgt, op den Berg der Oliiven heeft uwe stem tot
uw ootrnoedigen clienaar gesproken ; ik heb ze begrepen,
die godtlelijke stem, -- ik rveet, dat Gii, o Heer, mii
welclra tot IJ zult roepen. O Jesus, ik korn ! open voor mii
ele armen uwer liefde, ontvang mii in het verbl$f van
eeuwigen vrede. Zw aar heb'ik, onilankbare, IJ beleetligil,
o miin Gotl. Mijne zonde is aan geen andere zonde gel[jk :
itt rampzalige verblinclheiil heb ik het geloof in uw gocl-
tleliiken Zaon verloochend... Maar, o Heer, eene lange
reeks van jaren heb ik boete gepleegtl en Gif , Barm-
-
lrartige, Gij wilt niet tlen dood tles zondaars! Ja, ik
'W
gevoel het uu r Gii hebt ml) vergeven. aarom dan zou
ik wenschen, langer op deze aarcl' te wlilen ? Mijne zonen
z[in nu mannen ; zij hebben mli niet meer van-noode. Het
Kruis d.er zelfi'erloochening tlekt hunne borst, tot uitboe-
ting van tle schukl huns vaders. Laat mij hier sterven,
o Heer, hier, op cleze heilige plaats, bij 't Graf van
Christus, llw Zoon en mijn Verlosser !...
r22 HET LAATSTE UUR.

's Gr$saards gebecl nam in vurigheid toe, en al bial-


dende geraakte hij in geestvervoering. 't Scheen hem toe
dat een verblindend licht clen tempel vulde, dat de muren
zich bewogen, het gervelf golfde. onbeschriiflijk zoete
muziek streelde zijn oor I engelerr daalclen neder op wazig-
gouden wolken ; zij droegen palmen in cle hand en zongen
den lof cles Eeuwigen. En een lllan van hooge, indruk-
wekkende gestalte, in witte kleederen gehukl en met een
gelaat, dat straakle als gouden zonnelicht, schreecl op
hem toe.
De verschifning strekte zegenentl tle hand over zacha-
rias uit, en zg hem aan met een blik vol lieftle en
hemelsche barmhartigheid.
Jes's, miin zaligmaker!... riep zacharias uit.
-H[i M11n
was niet meer...
XX.

BESLUIT.

Toen de monnik na verloop van een uur terugkeerde


om clen pelgrim Zacharias te halen, zaghg een llik op rte
treden van 't lleilig Graf. Ontstelcl liep hii nar 't kloos-
ter en wekte zijne broeclers en ile jonge yreemdelingen.
Zii sneltlen naar.tle kerk en vonden er het lichaam des
grijsaards, half opgericht en leunend" tegen een zuil van
het marmeren gedenkteeken. zijn eclel gelaat hatl. eene
uitclrukking van bovenaardsch geluk.
Hii is in tlen Heer ontslapen, Bprak tliepbewogen tle
-
garrliaau. Gelukkige griisaarrl !
Adhemar en Joannes kusten schreientl het reeds kille
voorhoofd des heiligen boetelings ; zii ontlerwierpen zich
met.christelijk gettulit aan den Vil des Allerhoogsten, clie
hun dierbaren vad.er, d.en moeden pelgrim van clit dal der
tranen, in cle ruste tles Hemels had opgenomen.
Zacharias sluimert aan den voet des Olijvenbergs.
Geen kruis, geen zerk duidt de plaats aan, \vaar de klui-
zenaar van Engatkli een graf gevontlen heeft. De orkaan
724 FEsLUrr.
iles t$ds heeft alles weggevaagd, wat ons dienaangaantle
kon inlichten...
Aclhemar en Joallnes keerden terug naar het kamp, tlat
zif eenige weken geleden verlaten hatlden. Dra werd nu
ile striid tusschen het Kruis en tle Halve-Maan hervat.
'1

De jonge Tempeliers streilen als helden ; in eeu bloetlig


gevecht verwierv en ze beiden clen palm tler martelaren
en wertlen cloor ile engelen in tle armen ltuns vaders
getlragen. ,

, _*'

EINDE.

i
7

I
re-
.a_::'
-- -:?a
. {
r'l
'' -";,ll
*ts;'' -:
INHOIJ#STAFEL.

'' ;.
,
I. Q'e Paarl cler Woeetijn.
17
II. Do gonozing ,.' .
21
m. Ds zotrilrg '
. V. De kluizenar Yan Engaddi 36
40
YI. De geheimzinnige kaPel
49
YII. De afgaUigo
c
YIII. Borodfv ii boetvaaritigheid
62
IX. SstdtJs .
, . 7l
X. Het kmP
7'.r
XL D l,eeuxrenjacht .
]'-NII. Getuk in 83
eenzaamheid '
'XI.
$l 88
Riaharil Lebuwenhart !
95
XIY. Het itooPsel. t'
kt 101
XY. De Pelgtimr@cht .' .
107
XYI. Jerusalem . .
De Plaatsen, geheiligd ttr het Liiiten tles Zaligmakus ltt
XVII.
1r5
XV[I. Het Heilig Graf
120
XIX. Het laatsto uur r '
123
XX. Besluit

ff

s
it"b.-c*ot-on. soc. An' 'Iouruei rJga
{

Vous aimerez peut-être aussi