Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
betrekking tot het dragen van de hoofddoek door leerlingen bepaalt. Deze bepalingen moeten
vermeld worden in het intern reglement van elke officiële middelbare school die gesubsidieerd of
georganiseerd wordt door de Vlaamse Gemeenschap.
Gelet op het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de Mens en de fundamentele
vrijheden, in het bijzonder het artikel 9.1 gewijd aan de vrijheid van meningsuiting, het recht op
gewetensbezwaar en de vrijheid van godsdienst;
Gelet op het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en
gelijkebehandelingsbeleid;
Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 met betrekking tot het gemeenschapsonderwijs;
Na beraadslaging,
Besluit:
Artikel 1 - De bepalingen van het huidig besluit zijn van toepassing op de algemene en
gespecialiseerde middelbare schoolinstellingen georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse
Gemeenschap.
Artikel 2 - Het intern reglement van de voornoemde instellingen moet volgende bepalingen
inhouden:
1. Het dragen van een hoofddoek door de leerlingen is in principe toegestaan binnen de school.
Deze toestemming is echter onderworpen aan bepaalde voorwaarden:
- het dragen van een hoofddoek mag geen voorwendsel zijn om een stageplaats te weigeren,
noch om te weigeren deel te nemen aan een les of georganiseerde, sportieve of culturele
activiteit;
- het recht om een hoofddoek te dragen houdt voor iedereen een strikt verbod in op
bekeringsijver. Onder bekeringsijver wordt verstaan het herhaald aanmanen van of druk
uitoefenen op leerlingen die geen hoofddoek dragen. Het tegenovergestelde geldt uiteraard
ook;
- het recht om een hoofddoek te dragen mag niet leiden tot de in vraagstelling van het
algemeen principe van gemengd onderwijs op school.
2. Het recht om een hoofddoek te dragen wordt uitgebreid naar bedrijven, bureaus,
agentschappen, administraties, verenigingen en andere instellingen, waar de leerlingen
stages uitoefenen in het kader van hun opleiding. In het geval van gemotiveerde
veiligheidsvoorschriften kan een aangepaste hoofddoek vereist worden. Alleen als er geen
aangepaste hoofddoek mogelijk is, kan een uitzondering gemaakt worden.
3. In het geval dat voorgaande voorwaarden met betrekking tot het dragen van een hoofddoek
niet nageleefd worden door een leerling, mag de schoolinstelling mits het leveren van
bewijsstukken en na een ernstige dialoog, volgende sancties, in deze volgorde, toepassen:
1° de betrokken leerling tot de orde roepen door middel van een nota in de schoolagenda die
de volgende dag dient voorgelegd te worden ondertekend door de ouders of de
meerderjarige leerling;
2° de leerling verplichten op de school na te blijven onder toezicht van een personeelslid;
3° de leerling tijdelijk schorsen van de lessen en onder toezicht plaatsen van een
personeelslid;
4° de leerling definitief uitsluiten uit de schoolinstelling. Een schriftelijke mededeling wordt
gericht, indien van toepassing, aan de administrator van het internaat waar de leerling is
ingeschreven. Deze beslissing mag enkel genomen worden nadat de dialoog tussen de
betrokken leerling, zijn of haar ouders, het pedagogisch team en de overlegorganen binnen
de schoolinstelling niets opleverde.”
Deze regeling dient verplicht opgenomen te worden in het interne schoolreglement ten laatste voor
1 september 2010.
Artikel 3 – Het huidig besluit zal in werking treden op de datum van de publicatie in het Belgisch
Staatsblad.
Artikel 4 – De minister van Onderwijs is bevoegd voor de uitvoering van het huidig besluit.
Brussel, …
dhr. …
Agendapunt: Bepalingen met betrekking tot het dragen van de hoofddoek door leerlingen die
moeten vermeld worden in het intern reglement van elke officiële middelbare school die
gesubsidieerd of georganiseerd wordt door de Vlaamse Gemeenschap
BESLISSING
De Raad;
Gelet op het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de Mens en de fundamentele
vrijheden, in het bijzonder het artikel 9.1 gewijd aan de vrijheid van meningsuiting, het recht op
gewetensbezwaar en de vrijheid van godsdienst;
Gelet op het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en
gelijkebehandelingsbeleid;
Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 met betrekking tot het gemeenschapsonderwijs;
Beslist
Artikel 1 - De bepalingen van het huidig besluit zijn van toepassing op de algemene en
gespecialiseerde middelbare schoolinstellingen georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse
Gemeenschap.
Artikel 2 - Het intern reglement van de voornoemde instellingen moet volgende bepalingen
inhouden:
1. Het dragen van een hoofddoek door de leerlingen is in principe toegestaan binnen de school.
Deze toestemming is echter onderworpen aan bepaalde voorwaarden:
- het recht om een hoofddoek te dragen gaat gepaard met het verbod op intolerantie
tegenover leerlingen die geen hoofddoek dragen. Het tegenovergestelde geldt uiteraard ook;
- het recht om een hoofddoek te dragen houdt voor iedereen een strikt verbod in op
bekeringsijver. Onder bekeringsijver wordt verstaan het herhaald aanmanen van of druk
uitoefenen op leerlingen die geen hoofddoek dragen. Het tegenovergestelde geldt uiteraard
ook;
- het recht om een hoofddoek te dragen mag niet leiden tot de in vraagstelling van het
algemeen principe van gemengd onderwijs op school.
2. Het recht om een hoofddoek te dragen wordt uitgebreid naar bedrijven, bureaus,
agentschappen, administraties, verenigingen en andere instellingen, waar de leerlingen
stages uitoefenen in het kader van hun opleiding. In het geval van gemotiveerde
veiligheidsvoorschriften kan een aangepaste hoofddoek vereist worden. Alleen als er geen
aangepaste hoofddoek mogelijk is, kan een uitzondering gemaakt worden.
3. In het geval dat voorgaande voorwaarden met betrekking tot het dragen van een hoofddoek
niet nageleefd worden door een leerling, mag de schoolinstelling mits het leveren van
bewijsstukken en na een ernstige dialoog, volgende sancties, in deze volgorde, toepassen:
1° de betrokken leerling tot de orde roepen door middel van een nota in de schoolagenda die
de volgende dag dient voorgelegd te worden ondertekend door de ouders of de
meerderjarige leerling;
2° de leerling verplichten op de school na te blijven onder toezicht van een personeelslid;
3° de leerling tijdelijk schorsen van de lessen en onder toezicht plaatsen van een
personeelslid;
4° de leerling definitief uitsluiten uit de schoolinstelling. Een schriftelijke mededeling wordt
gericht, indien van toepassing, aan de administrator van het internaat waar de leerling is
ingeschreven. Deze beslissing mag enkel genomen worden nadat de dialoog tussen de
betrokken leerling, zijn of haar ouders, het pedagogisch team en de overlegorganen binnen
de schoolinstelling niets opleverde.”
Deze bepalingen moeten vermeld worden in het intern reglement van elke officiële middelbare
school die gesubsidieerd of georganiseerd wordt door de Vlaamse Gemeenschap ten laatste voor 1
september 2010.
Brussel, … 2010
… …
Voorzitter Afgevaardigd bestuurder