Vous êtes sur la page 1sur 1

Les 23: Luisterlotto

Datum+ uur: 14 maart 9u30

Lesonderwerp:
Luisterlotto passend binnen het thema.

Beginsituatie:
De kleuters hebben net het ochtendonthaal gehad. De leerkracht heeft de
verzorging gedaan van de kleuters. We splitsen onze klas uit. Juf Johanna is met
vijf kleuters gaan wandelen. Ik blijf met de andere 5 kleuters in de klas. Het
thema is een week bezig. De kleuters hebben al veel gedaan rond luisteren, de
oren, De kleuters hebben via een tweetal activiteiten al eens leren gericht
luisteren. Tijdens deze activiteit ga ik daarop verder.

Lesdoelen:
- MUZISCHE VORMING: de kleuters kunnen luisteren naar liedjes/geluiden
- LEREN LEREN: de kleuter kan eenvoudige opdrachten uitvoeren

Korte inhoud + differentiatie:


De kleuters mogen eerst wat in de hoekjes spelen. Ondertussen worden er n
voor n kinderen uit de klas gehaald om mee te gaan met de logopediste. Eens
alle kleuters terug in de klas zijn en niemand meer weg moet, begin ik met mijn
activiteit. Ik plaats de stoelen in een kleiner kringetje zodat alle kleuters
betrokken zijn bij de activiteit. Ik plaats een tiental fotos in de kring. Ik bespreek
deze met de kinderen. Ik stel begeleidende vragen en speel in op de reacties van
de kleuters. Daarna leg ik de opdracht uit. Ik zal telkens een fragmentje laten
horen en jullie moeten raden van welk voorwerp het geluid komt. Hebben ze het
juist geraden, mogen ze de foto omdraaien. Dit doen we tot ze alle tien zijn
omgedraaid. Dit doen we daarna nog eens opnieuw met andere fotos. Ik laat de
kleuters elk om de beurt raden van welk voorwerp het geluid komt. Zo krijgen
alle kleuters een eerlijke kans om te antwoorden.

Evaluatie van de doelen:


De kleuters waren in het begin druk. Ze wilden allemaal vertellen wat er op de
fotos stond en ze luisterden niet naar elkaar. Ik heb even de kleuters moeten
stoppen en opnieuw beginnen. Zo heb ik telkens een foto aangeduid en mochten
ze om de beurt vertellen wat er op de foto stond. Eens we alle fotos hadden
overlopen, wisten de kleuters wanneer wie mocht raden als ze een geluid
hoorden. De kleuters luisterden zeer aandachtig. De meeste kleuters konden dan
ook de geluiden raden behalve Y. Y had het moeilijk om de geluiden te
herkennen. Alleen de heel makkelijke dingen zoals een koe en varken herkende
ze wel. Dit maakte ze duidelijk aan de hand van smoggebaren. Omdat Y. het zo
moeilijk had met het raden van de geluiden, deed ik een heel aantal kaartjes weg
zodat ze telkens nog de mogelijkheid had tussen twee kaartjes. Dit ging al beter,
toch had ze nog begeleidende vragen nodig. Dit was een differentiatie die ik op
voorhand niet voorzien had maar ik zag dat het voor Y. te moeilijk was. Zo heb ik
tijdens mijn activiteit gedifferentieerd.
Na de activiteit begonnen de kleuters sommige geluiden na te apen. Bv: een bij,
een muis.
Hieruit kan ik afleiden dat de kleuters tijdens de activiteit betrokken waren. Ik
vind dat mijn doelen gepast waren.

Vous aimerez peut-être aussi