Verantwoording/toelichting lesontwerp

Domein: Taal Spelling

Kerndoel 11
De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp,
het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen:
- regels voor het spellen van werkwoorden;
- regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden;
- regels voor het gebruik van leestekens.

Welke keuze(s) heb je in Waarom heb je deze

dit opzicht gemaakt?
(Denk in je antwoord op deze
vraag aan terugkoppeling naar
zowel (vakspecifieke) theorie
als praktijk)
keuze(s) gemaakt?
(Denk in je antwoord op deze
vraag aan terugkoppeling naar
zowel (vakspecifieke) theorie
als praktijk

Uit het lesontwerp (met
name de formulering van
de doelen) en de
verantwoording van het
lesontwerp blijkt dat de
student zicht heeft op
kerndoelen, tussendoelen
en leerlijnen.
Ik gebruik voor deze les
spelling kerndoel 11.
Daarbij zijn mijn
tussendoelen om te
letten op regels voor het
spellen van
werkwoorden, de regels
voor het spellen van
andere woorden dan
werkwoorden en de
regels voor het gebruik
van leestekens
(Tule.slo.nl).
Het doel is dan ook dat
de kinderen aan het
einde van de les in staat
zijn om werkwoorden
met ge-, be-, ver-, her- en
ont- correct te schrijven.
Ik kies er dus voor om
uitleg te geven over de
regels van de
werkwoorden en de
aanpak ervan.
Ik kies voor kerndoel 11,
omdat in dit doel de
regels van spelling sterk
naar voren komen. Ik
geef een les spelling, dus
de kinderen moeten
letten op de regels voor
het schrijven van
woorden. Kinderen
moeten weten wat in een
zin het onderwerp, het
werkwoordelijk gezegde
en delen van het
werkwoordelijk gezegde
zijn. Door klassikaal
uitleg te geven, heb ik de
aandacht van de
kinderen en herhaal ik zo
nog eens met ze wat de
bedoeling is. Zo weet ik
dat ieder kind de
bedoeling heeft
meegekregen.

Uit het lesontwerp (met De kinderen zijn al een Ik kies ervoor de

name de formulering van
de beginsituatie) en de
verantwoording van het
lesontwerp blijkt dat de
student zicht heeft op
een gemiddeld
ontwikkelingsniveau van
kinderen in zijn/haar klas.
In de formulering van de
beginsituatie is zichtbaar
dat gerichte analyse en
hele tijd bezig met
spelling, dus ze hebben
al een groot deel van het
domein gehad.
De les die ik geef is
nieuw voor de kinderen,
dus de uitleg moet goed
duidelijk gemaakt
worden. Ik kies ervoor
om een filmpje te laten
zien vanuit de methode
kinderen een filmpje te
laten zien, omdat ze zo al
een schematisch
overzicht krijgen en op
die manier pas ik media
toe in de les. Ik kies
ervoor het filmpje twee
keer af te spelen, zodat
de kinderen niets over
het hoofd zien. Na het
filmpje bespreek ik de
observatie aan de basis en er later extra uitleg leerstof nog even na. Ik
heeft gelegen van de over te geven en alles wil zien of de kinderen
vaststelling ervan. even te herhalen. Er het begrepen hebben en
(relatie met kindportret) kunnen in deze les twee op die manier kan ik daar
strategien toegepast goed achter komen. Ik
worden bij het vervoegen stel de kinderen vragen
van de werkwoorden om te zien of ze het
waarom het gaat: de goede antwoord kunnen
analogiestrategie waarbij geven. De kinderen
gewerkt wordt met mogen zelf kiezen welke
voorbeeldwerkwoorden strategie ze graag
en de algoritmische toepassen. Ik leg ze
strategie waarbij beiden voor aan de klas.
leerlingen een aantal De kinderen zullen er zelf
vaste denkstappen zet achter komen dat je ze
die uiteindelijk moeten beide toe zal moeten
leiden tot de spelling van passen om tot een juist
de juiste antwoord te komen. Ik
werkwoordsvorm (Paus, laat kinderen in
H. 2014). Bovendien tweetallen werken. Dit is
kunnen kinderen extra een coperatieve
uitleg vinden op het werkvorm. De kinderen
werkwoordschema. kunnen zo samen leren
en ze kunnen elkaar
helpen met hun
moeilijkheden (Luijtjes,
M. & Zeeuws-Jans, I. de
2011).

In het lesontwerp en de De kinderen leren over Ik kies ervoor om een

verantwoording van het werkwoorden met klassikale uitleg te doen,
lesontwerp wordt voorzetsels. Dit is een omdat de stof nieuw is
zichtbaar dat de student nieuw onderwerp en voor de groep en ze
de vakspecifieke leer- en daardoor zal ik bij het daarbij wel wat instructie
onderwijsprincipes kan begin moeten beginnen. nodig hebben om het
vertalen naar een Ik kies dan ook voor een goed te begrijpen.
afgestemd klassikale uitleg. De klas Ik kies ervoor om te
onderwijsontwerp. is in twee groepen differentiren, omdat de
(gemiddeld opgedeeld. Groep 1 en kinderen van groep 1 al
ontwikkelingsniveau) groep 2. Groep 1 zijn de wat meer inzicht hebben
kinderen met een A-score in de stof en er snel zelf
en zijn dus al wat beter uit kunnen komen. Groep
in spelling. Zij mogen 2 krijgt twee keer het
zelfstandig aan de filmpje te zien met uitleg
opdrachten beginnen en over de stof. Na die uitleg
hebben geen verplichte stel ik een aantal vragen
instructie. Groep 2 heeft om te kijken in hoeverre
wel verplichte instructie de kinderen het
en met hen doorloop ik begrijpen. Vervolgens leg
de stappen op een rustig ik een voorbeeld voor.
tempo. Door deze Aan de hand daarvan zie
groepen te scheiden ik of de kinderen de
werk ik met differentiatie regels ook toe kunnen
(Luijtjes, M. & Zeeuws- passen. Wanneer ik merk
 Jans, I. de 2011). dat het goed gaan laat ik
de kinderen in tweetallen
aan het werk. Op die
manier kunnen de
kinderen elkaar helpen.

In het lesontwerp en de Ik maak de leerstof Ik laat de filmpjes zien,

verantwoording van het concreet door eerst twee omdat ze snel geboeid
lesontwerp wordt keer een filmpje te laten raken en door te kijken
zichtbaar dat de student zien. De kinderen zijn nemen ze al veel
de leerstof concreet kan hierdoor snel geboeid en informatie op. Ze zien
maken. willen er graag naar voorbeelden voorbij
kijken. Vervolgens stel ik komen en ze zien
wat controlevragen en uitzonderingen voorbij
leg ik een voorbeeld voor komen. Na de filmpjes
op het bord. Daarna stel ik vragen om te
mogen de kinderen in controleren of de
tweetallen aan de kinderen het begrijpen.
opdrachten werken in Daar krijg ik snel inzicht
hun werkboek en in. Vervolgens geef ik een
lesboek. voorbeeld op het bord en
wanneer dit foutloos gaat
weet ik dat de klas het
begrijpt en dat ik ze zelf
aan het werk kan zetten.

In het lesontwerp en de Om te kijken of de doelen Ik wil de hele klas bij

verantwoording van het behaald zijn, pak ik de elkaar hebben, omdat ik
lesontwerp wordt hele klas samen. Ik wil vind dat de kinderen
zichtbaar dat de student feedback van de betrokken moeten zijn
geigende werkwijzen kinderen. Ik gaf voor de met elkaar, met mij en
inzet om te bepalen of de les aan dat de doelen met de lesstof. Ik vind
geformuleerde doelen behaald zijn wanneer de het belangrijk dat ons
zijn behaald. kinderen werkwoorden doel bereikt wordt en ik
met een voorzetsel wil weten van de
konden vervoegen en kinderen wat de
toepassen. Ik stel vragen volgende keer beter kan.
aan de hand van een Door als controle nog een
werkwoord aan de werkwoord voor te
kinderen en zij mogen leggen zie ik of het
bepalen of ze hun lesdoel lesdoel werkelijk bereikt
hebben bereikt. is of dat het nog eens
vaker aan bod moet
komen.