Vous êtes sur la page 1sur 6

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Anne Hendriks Mentor S.


Klas PEH16VA Datum 21-03-2017
Stageschool Groep 7
Plaats Maarheeze Aantal lln 15
Vak- vormingsgebied: Natuuronderwijs
Speelwerkthema / onderwerp: Water

Kerndoel 42
De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen

Kerndoel 44
De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.

Persoonlijk leerdoel: Ik wil kinderen de vrijheid geven om in groepjes te werken. Daarbij mag wat werkruis ontstaan, maar ik hou de klas onder controle door duidelijk
en consequent te zijn in mijn beslissingen. Op die manier houdt ik orde en overzicht over de klas.

Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:


Aan het einde van de les zijn de kinderen in staat om in tweetallen te Na ieder proefje leg ik uit wat er gebeurd. Ik vraag naar de antwoorden van de kinderen
werken aan proefjes die te maken hebben met water. De kinderen zijn in en zo kijken we de proefjes na. Ik stel controlevragen om te kijken of de kinderen de
staat om de proefjes te verklaren. Bovendien zijn de kinderen in staat om leerstof hebben opgepikt en of ze begrepen hebben wat we hebben gedaan.
onderzoekend te leren.
Beginsituatie:
De klas bevat 29 kinderen, waarvan 16 meisjes en 13 jongens. Het is een relatief rustige klas, waarbij de kinderen goed kunnen samenwerken en makkelijk zelf aan
het werk kunnen. Er zijn een aantal kinderen met dyslexie en er zijn twee kinderen een klas blijven zitten en n kind heeft een klas overgeslagen. Hier moet ik tijdens
mijn les rekening mee houden. Bijvoorbeeld door te differentiren.

De kinderen hebben al de nodige kennis als het gaat over water. Ze weten wat water is en ze weten wat je met water kan (drinken, douchen, afwassen, schoonmaken,
bevriezen, koken, etc.). Echter, kinderen zijn zich misschien niet heel bewust van wat water allemaal in zich heeft en wat het allemaal kan. Bijvoorbeeld hoe sterk het is
en dat er een dichtheid bestaat. Dit gaan de kinderen vandaag leren.
Ik deel de kinderen in groepjes van twee in. Zo kunnen ze samenwerken met een onderzoekende houding (Vaan, de & Marell, 2012). Aan de hand van twee proefjes
laat ik de kinderen kennismaken met water en de eigenschappen daarvan. Ik laat ze onderzoeken en vervolgens bespreek ik met de kinderen wat er gebeurt. Zo leren
ze aan de hand van eigen ervaringen wat er gebeurt.

Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
+/- 5 min. Inleiding Ik vertel dat we een les gaan hebben over De kinderen zitten rustig en luisteren naar me. Daarbij kijken Bak water
water. Daarbij vraag ik naar wat de kinderen al ze allemaal mijn kant op en friemelen ze nergens mee. Aluminiumfolie
weten. Ik schrijf op het bord wat we allemaal al De leerlingen doen goed mee. Ze benoemen wat ze al Paperclips
weten. weten. Punaises
Vervolgens leg ik uit wat we deze les allemaal De kinderen krijgen hun spullen en ze mogen samen aan Kleine munten
gaan doen. Ik vertel dat ik spullen heb het werk. Vel papier
klaargezet en dat we gaan experimenteren met Glas
water. We gaan onderzoeken wat mogelijk is en
wat niet. Ik zet de leerlingen in tweetallen aan
het werk en vertel dat ze tien minuten krijgen
voor het eerste experiment.
+/- 30 min. Kern 10 min.: De leerlingen gaan in tweetallen aan De leerlingen gaan aan de slag wanneer ze tijd krijgen om te Bak water
de slag met de opdracht. Ze gaan onderzoeken experimenteren. Ze gaan in tweetallen aan de slag en Aluminiumfolie
of papier nat wordt in water. Daarbij maken ze wanneer ze vragen hebben stellen ze die aan me. Paperclips
gebruik van een werkblad. Punaises
Tijdens het evalueren van het experiment doen de kinderen Kleine munten
5 min.: Ik evalueer het experiment met de goed mee. Ze steken hun vinger op wanneer ze iets willen Vel papier
kinderen. Ik vraag naar antwoorden en ik vraag zeggen en denken mee voor verklaringen. Glas
naar verklaringen. Ik vat dit kort samen en zo
pikken de kinderen de stof goed op.

10 min.: De leerlingen gaan in tweetallen met


het tweede experiment aan de slag. Ze
onderzoeken daarbij hoe sterk water is. Dat
doen ze met behulp van een werkblad.

5 min.: Ik evalueer het tweede experiment met


de leerlingen. Ze noemen verklaringen en
benoemen overeenkomsten en verschillen. Ik
vat het even samen en de stof wordt weer
opgenomen door de kinderen.

+/- 10 min. Afsluiting Wanneer we klaar zijn met het evalueren van de De kinderen ruimen hun spullen netjes op en maken de Bak water
opdrachten, mogen de kinderen de spullen spullen droog. Vervolgens gaan ze rustig zitten op hun plek. Aluminiumfolie
netjes opruimen. Tijdens het evalueren steken de leerlingen hun vinger op om Paperclips
Vervolgens evalueer ik nog kort na: wat hebben te vertellen wat ze te weten zijn gekomen. Ze hebben de Punaises
we geleerd? Wat wisten we nog niet wat we nu ruimte om hun ervaringen te delen en dit doen ze ook. Kleine munten
wel weten? Vel papier
Ik wil bovendien weten hoe de samenwerking Glas
verliep.
Als laatste wil ik feedback op de les. Ik wil de
kinderen vragen of ze de les interessant vonden
en of ze de werkvorm fijn vonden. Bovendien
wil ik weten wat beter kan.
Persoonlijke reflectie

Deze les vond ik persoonlijk heel sterk. Ik gaf de kinderen duidelijke aanwijzingen en bij de inleiding liet ik de kinderen hun eigen kennis
benoemen, waardoor kennis werd gedeeld. Ik gebruikte veel beedvormers, waarbij kinderen zelf konden onderzoeken en waardoor ik ook
hun onderzoekende en actieve houding stimuleerde. De kinderen waren erg enthousiast.
Wat ik aan mezelf heel erg merkte, was dat ik de touwtjes echt in handen had deze les. De kinderen hadden een samenwerkingsopdracht,
maar wanneer ik iets wilde sprak ik dit duidelijk uit en op het moment dat een kind boven mijn grens ging benoemde ik ook de
consequenties daarvoor. Dat vond ik heel sterk van mezelf.
Tijdens de les waren er wel soms kinderen die er doorheen riepen en hier ging ik dan op in, ten koste van de kinderen die een vinger
opstaken. Ik mag dus nog letten op het feit of ik het prettig vind dat kinderen door me heen roepen. Ik wil juist die vinger zien en het kind
met een vinger de beurt geven. Daar mag ik nog aandacht aan besteden, maar verder didactisch, pedagogisch en organisatorisch een hele
fijne en krachtige les waarin ik veel kennis heb overgebracht aan de kinderen.

Feedback mentor (inclusief handtekening)


Datum: 21-03-2017

Organisatorisch:

Je hebt alles netjes klaar staan en hebt goed gedacht over de benodigdheden voor deze les.

Je legt duidelijk uit hoe je graag te werk wilt gaan en spreekt uit dat je verwacht dat kinderen netjes omgaan met je spullen. Het maken van
groepen ging heel effectief. Je kon heel goed schakelen toen de groepsgrootte groter bleek dan verwacht.

Je merkt dat er iets ontbreekt (een kind vertelt dit), mooi dat je dit meteen klassikaal opneemt.
Didactisch:

Je benoemt duidelijk waar de les over gaat. Daarna begin je met het activeren van de voorkennis. Je stelt een inhoudelijke vraag en schrijft
de informatie al op het bord. Heel krachtig. Je maakt gebruik van scheikundige termen (benaming van water) en legt heel goed uit waar de
letters voor staan.

Je neemt nu meer de tijd tijdens de inleiding, waardoor je dus meer inhoud kunt bespreken.

Je pakt de opdracht goed terug in de groep. Krachtig dat je de kinderen allereerst verwachtingen laat uitspreken en daarna het resultaat. Je
verwoordt heel duidelijk hoe het kan dat het propje droog blijft.

Je blijft herhalen en laat kinderen verwoorden waarom. Dit maakt de kans groter dat kinderen het zullen onthouden.

In de afsluiting herhaal je alweer en betrekt kinderen hierbij. Erg goed! Je stelt ook goede inhoudelijke vragen en hierdoor kun je goed
meten of de doelen van de les zijn behaald.

Ook pak je de samenwerking van de groepjes terug. Dit laat kinderen nadenken over het samenwerking proces. Mooi dat je S. feedback
laat formuleren voor zichzelf, dan komt het binnen bij kinderen.

Pedagogisch:

Je geeft complimenten aan de kinderen en dit motiveert kinderen om iets te benoemen. Je ziet dat kinderen vragen durven te stellen, maar
ook om eigen kennis te delen.
Je verwoordt heel duidelijk wat je verwacht van kinderen (kijk allemaal deze kant op).

De kinderen zijn erg betrokken en gemotiveerd om goed mee te doen.

Krachtig dat je S. en Sv. aanspreekt, dit doe je op een nette manier (S., Sv. alsjeblieft). En je ziet dat ze hier meteen goed op reageren.
Vervolgens spreek je Sv. alweer aan en benoem je heel duidelijk dat je last hebt van hem. Ook geef je aan dat als hij weer over jouw grens
gaat en consequenties zullen zijn. Krachtig dat je benoemt wat de consequentie is.
St. wordt aangesproken op zijn gedrag en je benoemt heel goed dat het nog een leerpunt is.

Stof tot nadenken:

Wat merk je als je meer tijd neemt tijdens de inleiding?

Wat vind je ervan dat kinderen tussen de lessen door roepen? Wat doet dit met jou?

Indien jij bepaalde informatie nog niet weet en er wordt hierover een vraag gesteld. Wat kun je dan doen?

Vous aimerez peut-être aussi