Vous êtes sur la page 1sur 3

Hallo Boy,

Als eerste een compliment over je site. Hij ziet er overzichtelijk en leuk uit.
In over mij lees ik een verkeerd geformuleerde zin. Vorig jaar eb ik gymlessen
verzorgd op basisscholen en ben ik erachter gekomen dat ik het liefst met
kinderen werk.

De overdenking:
Overden king van de groep staat als titel, maak hier Overdenking van. Dit heb
ik gedaan door te kijken naar de manier waarop mijn mentor Met mijn mentor
heb ik hier
Hieronder staat je overdenking weergeven. De spelling heb ik aangepast of
aangegeven aan de hand van een streep door fouten en in het rood hoe het
eigenlijk zou moeten. Het groene gaat o.a. om de inhoud of de manier waarop je
een verhaal vertelt.
Inleiding:
Mijn naam is Boy Thissen en dit half jaar ga ik stage lopen in groep 8 van BS De
Schatkist.
Ik heb de groep en mijn mentor geobserveerd. Dit heb ik gedaan door te kijken
naar hoe de manier waarop mijn mentor omgaat met de leerlingen en hoe de
leerlingen met elkaar omgaan. Met mijn mentor heb ik hier een gesprek hierover
gehad. Verder heb ik een klimaatschaal en een sociogram afgenomen. Hierdoor
ben ik tot een typering gekomen.
Met behulp van deze typering maak ik mijn lesdoelen en de werkvormen die ik
wil toepassen.

Conclusies typering:
In de afgelopen drie weken heb ik een typering gemaakt van groep 8. Deze groep
is een erg spontane klas en ze de kinderen in de klas durven zich kwetsbaar op te
stellen.
Bij de typering kwam naar voren, dat het groepsklimaat goed is. Dit vinden de
leerlingen zelf ook. Dit kwam uit de klimaatschaal, die is uitgevoerd in de klas,
naar voren. De leerlingen hebben alles met een 3 of een 4 beantwoord. (dit is op
een vierpuntschaal gebaseerd.) De leerlingen hebben alles met een 3 of een 4
beantwoord (dit is op een vierpuntschaal gebaseerd). Hierdoor vind ik het
moeilijk om een doel te bedenken om deze klas nog beter te maken.
Er zijn drie leerlingen met dyslexie, hier moet ik rekening mee houden met mijn
taal- en spellingsles. Er zijn drie leerlingen met dyslexie. Hier moet ik rekening
mee houden tijdens mijn taal- en spellingsles.
In de sociogram werd duidelijk dat Y., J., J. en S. vaak negatief worden gekozen op
sociaal gebied en op kwaliteit leerlingen relaties. Dit is fijn om te weten den zodat
ik hiermee hier wil ik mee aan het werk kan gaan om ervoor te zorgen dat dit
verbeterd wordt.

Doelen:
Als doel wil ik Mijn doel is dat de leerlingen elkaar beter leren kennen en meer
over het verleden van de anderen elkaar te weten komen. Misschien is er wel een
reden dat een van deze vier eerder genoemde leerlingen negatiever gekozen
wordt. Hier is mijn doel om de leerlingen meer over zichzelf te laten vertellen,
zodat de mede leerlingen medeleerlingen meer te weten komen over hoe de
manier waarop de klasgenoten in elkaar zitten en wat ze hebben meegemaakt.
Dit ga ik doen wil ik bereiken door een les te geven waarbij de leerlingen een
voorwerp mee moeten nemen wat dat invloed heeft gehad op het tot stand
komen van hun identiteit gevormd heeft. Hier mogen ze dan iets over vertellen
waarvan ze denken dat de andere leerlingen nog niet van ze weten. Over het
voorwerp mogen de leerlingen dan iets vertellen wat de andere leerlingen nog
niet van ze weten.
Ik heb voor deze doelen gekozen omdat deze goed te combineren zijn. Tevens
vind ik dat vertrouwen erg belangrijk is, dit wil ik ze ook meegeven in mijn lessen.
belangrijk is. Dit wil ik ze ook meegeven in mijn lessen.

De leerlingen die negatief werden gekozen in de sociogram wil ik laten samen


werken samenwerken met verschillende leerlingen van in de klas. Door dit te
doen, hoop ik dat de andere leerlingen dit als prettig ervaren en dat leerlingen
mensen die negatiever werden gekozen in de toekomst vaker worden gekozen
om mee samen te werken.

Werkvormen:
Puzzels: kaartjes in een envelop. Groepjes vormen. (Wat bedoel je met deze twee
zinnen? Maak er duidelijke zinnen van. Iedereen pakt een kaartje. De anderen
mogen niet je kaartje zien. De leerlingen mogen de kaartjes van elkaar niet zien.
De anderen moeten goed naar je luisteren om te weten welk kaartje je hebt. De
leerlingen moeten goed naar elkaar luisteren om te kunnen weten welk kaartje
de andere leerlingen hebben. De kaartjes moeten een verhaal vormen of een
volgorde bepalen. Je kunt het toepassen op alle vakgebieden. Je kunt het
klassikaal na bespreken. (Beschrijf niet in de je-vorm. Ga jij dit toepassen in alle
vakgebieden of waar ga jij het voor gebruiken? Beschrijf het vanuit jezelf.)
Bordwerk: dit vindt na het overleggen plaats. Er worden groepjes gemaakt van
vier personen leerlingen. Elk kind krijgt een nummer (1 t/m 4). Na overleg over
een probleem, som of opdracht wordt er door de leerkracht een nummer
geroepen. Alle nummers 4, kom maar naar voren. Zij schrijven hun antwoord op
het bord. Hierna worden de antwoorden besproken. De leerlingen zijn actief
bezig. Zij weten namelijk niet welk nummer de leerkracht naar voren zal roepen.
Ik heb voor deze werkvorm hiervoor gekozen zodat de leerlingen in het groepje
samen moeten werken en om er voor te zorgen dat iedereen oplet. iedereen
moet opletten.
*Je schrijft bovenstaande stuk in de je-vorm. Schrijf over de leerlingen.

Voor de werkvormen heb ik gebruik gemaakt van de site:


https://connect.fontys.nl/instituten/fhke/Opleidingen/Pabo/Propedeuse/LAGroep/Lo
catieEHV/_layouts/15/WopiFrame.aspx?
sourcedoc=/instituten/fhke/Opleidingen/Pabo/Propedeuse/LAGroep/LocatieEHV/Do
cuments/Domein%20PPO/Leertaak%20cooperatief
%20leren/Werkvormen_Cooperatief_Leren.docx&action=default

Over de inhoud. De inhoud ziet er al prima uit, alleen ontbreken een aantal
puntjes.
Beschrijf in je conclusie over de typering ook wat je nu dus met de informatie
kunt gaan doen. Je beschrijft goed wat er uit de typering is gekomen, maar wat
betekend dit nu voor de lessen die je gaat geven?
Je doelen zijn duidelijk. Je geeft aan wat je met de kinderen nog wilt bereiken en
hoe je dit aan gaat pakken. Hierbij vertel je waarom je de doelen belangrijk vindt.
Je beschrijft specifiek welke werkvormen je hierbij gaat gebruiken.

Verwijs in je overdenking naar de theorie, e.v.t. in de tekst tussen haakjes in het


kort. Laat ook begrippen terugkomen die gebruikt worden op de opleiding. Je
hebt gebruik gemaakt van een site waarin coperatief leren naar voren komt.
Gebruik dit begrip dan ook in je overdenking.

De structuur in je verhaal is duidelijk en je maakt goed gebruik van tussenkopjes.


Het is overzichtelijk, waardoor het makkelijk is om dingen terug te vinden in de
tekst. Dit vindt ik erg goed.

Verwerk de feedback in het verbeteren van je overdenking. Ik ben benieuwd hoe


de uiteindelijke versie er uit komt te zien! Succes ermee!

Vous aimerez peut-être aussi