Vous êtes sur la page 1sur 5

ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 9000 Gent

Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Naam Leergroe OLO


Mariam Makharoblidze,
student: p 3A2
Naam Caroline De Cuyper en Kris Klas 5 en Aantal
24
mentor: Librecht 6 lln.:
School: Vrije Basisschool De Bloesem

WOENSDA Handtekening mentor + datum:


G 26/04/17

Va Voormiddag
tot Voormiddag

Leergebied(onderd
Muzische opvoeding: Bewegingsexpressie
eel):
Lesonderwerp: Op avontuur in vreemde landen

Leerinhoud: Feiten, begrippen, relaties, methodes, attitudes.


Attitude: Eigen creativiteit gebruiken om een reis te maken door
fantasielanden.
Methode: Uitbeelden in verschillende ruimtelagen.

Leerplandoelen: Onderwijs VVKBaO


net:
Bewegingsexpressie:
1 Kinderen experimenteren met zich in de uitdrukkingsmogelijkheden van hun
lichaam.
- 1.2 verschillende houdingen en bewegingen exploreren
- 1.5 een persoonlijke stijl ontwikkelen en durven tonen
3.2 Kinderen bewegen vlot in tijd en ruimte.
- zich in verschillende ruimtelagen bewegen
4.1 Kinderen worden zich bewust van hun identiteit en hun
inlevingsvermogen.
- bewegingen nauwkeurig nabootsen
5.2 Kinderen ervaren de mogelijkheden van de lichaamstaal en van de dans
om met zichzelf en met anderen te communiceren.
- samen een bewegingsopdracht uitvoeren
6.3 Kinderen trachten de bewegingsexpressie van zichzelf en van anderen te
beoordelen.
- kunnen en durven verwoorden wat ze vinden van de eigen
bewegingsexpressie en die van hun leeftijdsgenoten

Lesdoelen:
1. Speels voortbewegen in verschillende richtingen (1.2, 1.5, 3.2)
2. Creatief bewegen vanuit vormen en bewegingen van boten (3.2, 1.2,)
3. Op eigen creatieve bewegingswijze een reis maken door fantasielanden (1.5)
4. Een bewegingsweg maken met leider en volger (4.1, 5.2)
5. Uitbeelden in verschillende ruimtelagen: hoog, midden, laag (3.2)
6. Verwoorden wat ze van een bewegingsverhaal vinden (6.3)

Mariam Makharoblidze, 1
Beginsituatie specifiek voor deze les:
Situering in het
aanbreng inoefening herhaling evaluatie
leerproces:
Voorkennis van de klasgroep:
Er zijn 24 leerlingen.
Leerling-specifieke gegevens:

Bronnen: volgens de APA-normen

Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten,


Prenten boten
Prenten van de landen

Materiaal/locatiewijziging:
Plakband
Prenten boten
Prenten van de landen
Plattegrond x6
Balpennen x 6

LESOPBOUW

1. Inleidend gesprek
orintatie instructie verwerking afronding
5


Organisatie:
De leerlingen zitten in een kring in de polyvalente zaal.
Alle materiaal is op voorhand al klaargezet.

Richtvragen:
- Wie is er allemaal al naar het buitenland geweest?
- Naar waar ben je geweest?
- Hoe merk je dat je in het buitenland bent? (Zijn er dingen die anders zijn?)
- Hoe merk je dat je over een grens bent? (Een grens is de overgang van 1
land naar de andere)
- Wie heeft er al eens met een boot op een rivier of zee gevaren?

2. Verkennende opdracht: verschillende boten uitbeelden


orintatie instructie verwerking afronding

Uitgeprint op 16/04/2017 Mariam Makharoblidze, 2


10 1,2


Instructie:
Je mag vrij door de zaal stappen maar je mag de grenzen en zeen niet
aanraken. Ik zal telkens zeggen hoe je moet stappen. Bijvoorbeeld achteruit of al
huppelend.

Organisatie:
De leerlingen gaan in een kring zitten.

Richtvragen:
Welke soort boten kennen jullie allemaal?

Organisatie:
Ik toon prenten van de verschillende boten.

Instructie:
Jullie mogen nu de verschillende boten uitbeelden. Ik zal telkens zeggen welke
boot je bent en in welke omstandigheden de boten moeten varen. Bijvoorbeeld in
een storm of heel traag.

3. Verdiepende opdracht: elkaar begroeten op verschillende


eilanden
orintatie instructie verwerking afronding
20 1,2,3,4,5


Verloop:
Ik toon 5 landen en legt uit hoe je je moet gedragen op dat eiland. Bijvoorbeeld
tunnelland, snelland, robotland, schuifelland, sluipland.

Instructie:
Jullie mogen naar de verschillende eilanden gaan met de boten. Op elke eiland
moet je je op de gepaste manier gedragen. Elke keer dat je van eiland verandert,
moet je een andere boot nadoen. Wanneer je een andere leerling tegenkomt op
dat land, moet je elkaar begroeten zoals ze dat zouden doen in dat land. Let erop
dat niet iedereen hetzelfde doet. Door met hoogte- en tempoverschillen te
werken kan je allemaal iets anders doen. ( Ik toon hoe je met hoogte- en
tempoverschillen kan werken).

Organisatie:
Ik voeg 5 nieuwe landen toe en vraag aan enkele leerlingen om voor te tonen hoe
ze zich zouden gedragen in dat land.

Instructie:
Jullie moeten per 2 naar de verschillende eilanden gaan. En persoon is de leider
en de andere is de volger. De volger moet precies nadoen wat de leider doet.

Uitgeprint op 16/04/2017 Mariam Makharoblidze, 3


Telkens als jullie van land wisselen, moeten jullie ook van rol wisselen. Denk er
aan dat je op de rivieren een boot moet nadoen en dat je elkaar met begroeten
op de eilanden.

4. Toonmoment: zelf landen verzinnen


orintatie instructie verwerking afronding
30 1,2,3,4,5


Organisatie:
De leerlingen krijgen per 5 een plattegrond van de rivieren en eilanden en mogen
zelf hun landen verzinnen.

Instructie:
Jullie mogen straks groepjes van 4 leerlingen maken. Jullie zullen van mij een
plattegrond krijgen van de rivieren en eilanden en het is de bedoeling dat jullie
zelf 5 eilanden zullen verzinnen. Elk groepje zal dus zijn eigen parcours
verzinnen.

Afspraken:
- Er is telkens 1 leider en de rest zijn volgers. Telkens als jullie van land wisselen,
moeten jullie ook van rol wisselen.
- Je moet naar 5 eilanden gaan zodat iedereen een leider kan zijn.
- Jullie moeten elkaar begroeten op het eiland. Hou rekening met hoogte- en
tempoverschillen.
- Je krijgt 10 minuten om een parcours te verzinnen.

Instructie:
Ter voorbereiding van het toonmoment mogen jullie de verzonnen landen eens
inoefenen.

Toonmoment:
De groepen tonen hun reis door de landen voor. Ze moeten rekening houden met
alles dat in de les besproken werd.

5. Afronding: evaluatie en opruimen


orintatie instructie verwerking afronding
10 6

Uitgeprint op 16/04/2017 Mariam Makharoblidze, 4


Richtvragen:
- Wat vonden jullie goed?
- Hebben jullie tips voor dit groepje?
- Welk eiland vond je zelf het leukst?
- Wie heeft jou verrast met zijn/haar talenten?

Evaluatie: Evalueer hier je eigen handelen (did., ped. en/of org.). Wat deed je goed en
waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een
verbetervoorstel.

Uitgeprint op 16/04/2017 Mariam Makharoblidze, 5

Vous aimerez peut-être aussi