Bijlage 2 Format Toelichting lesontwerp
Student: Lisa Bos
Vakgebied: muziek
Klas: PEH16VD
Kennis over (kinderen in) de
groep is nadrukkelijk
verwerkt in de omschrijving
van de beginsituatie van de
groep, zowel in
pedagogische zin (gedrag,
groepsverhoudingen,
groepsdynamiek) als in
didactische zin
(vakspecifieke
beginsituatie).
De lesdoelen zijn
afgestemd op de
beginsituatie. In de
formulering ervan wordt
zichtbaar dat kennis van
vakdidactiek en leerlijnen
op een logische manier is
verwerkt.
Docent: K. van L.
Stagegroep: groep 1/2
Welke keuzes heb ik hier gemaakt?
Ik heb de volgende
beginsituatie gehanteerd:
De kinderen zingen dagelijks
liedjes over dingen die ze
doen. Veel kinderen lijken
hier plezier in te hebben. Zij
koppelen zo een betekenis
aan het lied. Ze hebben geen
directe muziekles. Als zij iets
met muziek doen is dit vaak
om een bepaalde handeling
aan te leren. De
weggeeftechniek kennen zij
al omdat hun juffrouw deze
zelf ook gebruikt om de
liedjes aan te leren.
Pedagogische beginsituatie
Uit de typering blijkt dat de
kinderen goed met elkaar
kunnen omgaan, maar dat
kiezen op basis van eigen
voordeel. Er vallen een
aantal kinderen buiten de
groep. Zij veroorzaken vaak
ruzies en of problemen in de
klas. Een aantal kinderen zijn
sneller dan anderen en
geven vaker antwoord op de
vraag. Zij komen dan ook
vaak aan de beurt.
Aan het einde van de les
kunnen de kinderen:
- De toon houden
- Pasjes bedenken
voor de dieren.
- Een betekenis
koppelen aan het
lied.
Toelichting/ onderbouwing van keuzes
(denk hierbij met name kernbegrippen uit (vak-)
specifieke theorie)
De kinderen zingen elke dag minstens vijf
liedjes die te maken hebben met de
handelingen van de dag. Dit doen ze
gelijk op het ritme. De toon gaat gelijk.
Mijn mentor heeft mij vertelt dat zij geen
muziekles krijgen. Zij zelf gebruikt de
weggeeftechniek om liedjes aan te leren.
De kinderen kennen deze vorm dus al.
Vanuit de sociogram en het klimaatschaal
die ik heb afgenomen heb ik
geconstateerd dat de kinderen goed met
elkaar kunnen omgaan. Er zijn een aantal
kinderen die zowel speel als werk
gerelateerd, negatief gekozen worden. Zij
veroorzaken ook vaak de negatieve sfeer
die er ontstaat in de klas.
De leerlingen die sneller zijn als de
andere lopen op bepaalde aspecten voor
als de rest. De kinderen die minder snel
zijn krijgen in deze les de kans om zich
ook te laten horen.
Doordat de kinderen vaak zingen wilde ik
graag een lied met een betekenis
aanleren. Uiteindelijk kwam mijn mentor
met een lied die zij moeten kennen voor
de voorstelling. Het lied is een
Nederlandse versie van old Macdonald
had a farm. Dit lied past bij de
belevingswereld van de kinderen
waardoor ik er ook een betekenis aan kan
koppelen met de kinderen. De stukken

Werk- en
groeperingsvormen zijn
afgestemd op specifieke
kenmerken van de groep n
op specifieke kenmerken
van vakdidactiek.
Werk- en
groeperingsvormen zijn
functioneel ondersteunend
bij het behalen van de
lesdoelen.
Een aanzet tot
samenwerkend leren krijgt
op een logische wijze plek in
het lesontwerp.*
Een aanzet tot ontdekkend
leren krijgt op een logische
wijze plek in het
lesontwerp**
De proces- en
productdoelen worden
expliciet gevalueerd met
de kinderen.
De kinderen zitten in de
kring.
opener waardoor het meezingen
De kinderen zitten in de kring
In deze les heb ik geen
aanzet tot samenwerkend
leren geplaatst
In deze les is ontdekkend
leren niet van toepassing.
Evaluatie van de lesdoelen:
productdoel:
De kinderen zingen het lied
komen telkens terug in het lied en het lied
is ook al bekend voor de kinderen. Door
de vooraf een verhaal te vertellen over
boer Jochem kunnen de kinderen een
betekenis koppelen aan het lied. Hierna
ga ik door met het zingen van het lied. Ik
heb ervoor gekozen om eerst het lied te
zingen zodat de kinderen kunnen horen
welke dieren er op de boerderij zitten.
Hierdoor hebben ze het lied al meerdere
keren gehoord en kunnen de kinderen
daarna beter meezingen. Ik gebruik de
weggeeftechniek om de tekst aan te
leren. Ik zing het lied voor, de kinderen
zingen het lied na. Na een aantal kinderen
kunnen de kinderen de tekst en hieraan
pasjes aan koppelen.
Doordat de kinderen in de kring zitten kan
iedereen mij zien en horen. Ook zijn ze
makkelijker gaat, de stap is minder groot.
Omdat de kinderen normaal geen
muziekles krijgen wil ik niet te statisch
beginnen, om deze reden ga ik in op de
belevingswereld van de leerlingen. Ik
begin de les met een verhaal over boer
Jochem zodat er een koppeling kan
worden gemaakt tussen het lied en hun
werkelijkheid.
De stap om mee te zingen is minder
groot. Het kind hoeft het niet alleen te
doen voor haar of zijn gevoel. De
kinderen doen het namelijk samen en ik
begeleid hen. Door de toon voor te doen
waarmee ze beginnen is het duidelijk
welke toon ze moeten gebruiken. Ik heb
mijn toon aangepast op de toon van de
kinderen. Door de weggeeftechniek in de
kring te gebruiken kunnen de kinderen die
de tekst nog niet weten naar de anderen
luisteren die de tekst wel al kennen.
n.v.t.
n.v.t.
Door de te bespreken hoe het zingen ging
kunnen de kinderen vertellen wat goed
ging en wat slecht ging. Ik geef de
kinderen de ruimte om te vertellen hoe ik

De werkvormen die worden
gehanteerd bij evaluatie
zijn passend bij
vakdidactiek en sluiten aan
op specifieke kenmerken
van de groep.
*bij tenminste 3 lesontwerpen
** bij tenminste 1 lesontwerp
met mij klassikaal. Door de of zij zelf het beter kon(den) doen. Door
weggeeftechniek kunnen aan het eind te vragen welke dieren zij
steeds meer kinderen gehoord hebben richt ik me nog n keer
meezingen met de tekst. Ik op de tekst, maar ook op het betekenis
tijdens het lied luister ik of de geven van de tekst. Als laatst zingen we
kinderen de toon kunnen het lied voor de dieren op ons allerzachtst
houden. Er zijn enkele om de les af te sluiten.
kinderen die hier moeite mee
hebben. Door telkens tot drie
te tellen om te beginnen met
het lied begint iedereen
tegelijk te zingen. Aan het
eind bespreek ik welke
dieren boer Jochem had op
zijn boerderij en eindigen wij
de les door nog n keer
heel zacht voor de dieren te
zingen.
Procesdoel:
Ik bespreek samen met de
kinderen hoe het zingen ging
en of iedereen mij goed heeft
kunnen horen en waarom.
De kinderen vertellen ook of
zij het leuk vonden om te
zingen.
Ik heb ervoor gekozen om Dit doe ik, omdat ik voor het eerst een
heel de les in de kring te echte muziekles heb gegeven. De
doen, dus de evaluatie vindt kinderen kunnen mij zo ook allemaal
ook plaats in de kring. horen, maar durven dan ook sneller hun
mening te geven over de les en mijn
manier van lesgeven. De kinderen zijn erg
eerlijk en zullen ook eerlijk aangeven als
ik beter had kunnen doen.