Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven
Bron: Didactisch model van Gelder
Student(e) Arianne Reichgelt Mentor M.v.
Klas PEH16VD Datum 4 april 2017 Stageschool Saltoschool casusschool Groep 8A Plaats Eindhoven Aantal lln 28 Vak- vormingsgebied: Nederlands/taal Speelwerkthema / onderwerp: Stellen Persoonlijk leerdoel: -Tijdens deze les wil ik leren om goed uit te leggen, hierbij let ik op mijn Brabants accent en probeer ik zo duidelijk mogelijk te zijn, zodat de leerlingen ook echt begrijpen wat ze moeten doen. -Ik wil leren om consequent te blijven in de klas. Dit ga ik doen door een zo concreet mogelijke lesvoorbereiding te maken, zodat ik goed nadenk over de les. Zo kan ik mezelf een goede houvast geven tijdens de les. Met een goede stappenplan en een concrete lesvoorbereiding weet ik wat ik wil en kan ik oefenen met consequent zijn. Ik wil dat de leerlingen stil een verhaal schrijven en niet met elkaar gaan praten. Op deze punten ga ik letten met betrekking tot consequent zijn. -Ik wil graag leren om in te spelen op het feit dat A zo vaak negatief wordt gekozen in het sociogram, dit ga ik doen door middel van deze coperatieve werkvorm. A werkt in een veilige leeromgeving. Ze werkt in het groepje waar ze altijd in zit. -Ik wil er achter komen wie er in de klas gepest worden en wie de pesters zijn. Dit blijkt uit het klimaatschema. Dit wil ik onderzoeken door middel van stille observaties tijdens uitleg en mijn les. Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen: Aan het einde van de deze les/activiteit. -Aan het einde van de les vraag ik aan de leerlingen wat zij van deze les vonden, kunnen zij dat ook benoemen? -Leren de leerlingen nadenken over Nederland in 2050. -Vraag ik aan mijn stage begeleider feedback over het toepassen van mijn leerdoelen. -Leren de leerlingen een sciencefiction verhaal schrijven wat gekoppeld is -Vraag ik aan de leerlingen of zij een idee hebben over Nederland is 2050. aan een fantasieverhaal wat gaat over de toekomst. -Lees ik een of twee verhalen voor die de leerlingen hebben geschreven, zo zie ik n de -Leren de leerlingen een verhaal schrijven met een hoofdpersoon, klas of de lesdoelen behaald zijn. Op deze manier kunnen we ook checken of alles erin bijpersonen en een probleem met oplossing. zit wat er in moet zitten.
-Doel van Tule
Kerndoel 5 De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. De kinderen ervaren en kennen de verschillende functies die schrijven kan hebben: expressief, communicatief en conceptualiserend. Ze schrijven allerlei soorten teksten. Ze weten dat je verschillende redenen (doelen) kunt hebben om te schrijven:
o voor je plezier of om anderen van te kunnen laten genieten;
o om iemand te informeren; o om aan te geven hoe je iets moet doen of maken; o om anderen te laten weten wat je ergens van vindt en/of om iemand te overtuigen.
Tijdens de planfase denken de kinderen na over het doel, het
publiek en de functie van de tekst. Ze bepalen welke tekstsoort daar bij past en denken na over de tekstkenmerken. Ze orinteren zich op het schrijfonderwerp
Ze maken een opzet voor de inhoud van de tekst.
Beginsituatie: De leerlingen hebben vaker een verhaal geschreven. Ze hebben vaker een verhaal geschreven en zijn bekend met hoofdrollen en bijrollen. Ze weten wat een probleemsituatie is en hoe ze een oplossing moeten bedenken. Ze hebben al veel nagedacht over de toekomst en Nederland in 2050. Dit hebben ze gedaan omdat Nederland in 2050 het onderwerp is van de projectweek. De leerlingen zijn nog niet bekend met sciencefiction en fantasie samen te combineren. Het sociogram geeft een prettige groepssfeer aan. De leerlingen zijn open tegen elkaar en durven hun mening te geven. Leerling A wordt in de sociogrammen negatief gekozen. Leerling B wordt in sociogrammen positief gekozen. Lesverloop Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie Leraar leergedrag leerling(en) Inleiding De leerlingen - Ik maak afspraken met de leerlingen. - De leerlingen houden zich aan de gemaakte Voorbeelden, PowerPoint, +/- 5 vertellen wat -Vinger opsteken als je iets wil afspraken die we hebben gemaakt. Digitaal bord. minuten we gaan vragen. doen. -Elkaar laten uitpraten. - De leerlingen doen actief mee met de introductie. - Ik benoem de doelen van de les. - Ik beantwoord de vragen, mochten - De leerlingen stellen vragen. deze gesteld worden. - De leerlingen laten elkaar uitpraten.
- De leerlingen halen hun voorkennis op en krijgen
een idee van de les. Kern Uitleg wat we - Ik vertel de leerlingen dat we een verhaal - De leerlingen luisteren naar de uitleg Digitaal bord, A4tjes, +/- 40 gaan doen. gaan schrijven wat zich afspeelt in 2050. pennen (hebben de minuten - Ik vertel daarbij dat het verhaal een - De leerlingen krijgen tussendoor de gelegenheid om leerlingen zelf) hoofdpersoon moet hebben, 2 vragen te stellen. bijpersonen, een probleem en een oplossing. - Ik vertel dat de leerlingen van te voren - De leerlingen halen hun voorkennis op. Wat weet ik al van goed moeten nadenken over het verhaal. de toekomst? Welke dingen zijn relevant en welke dingen - Ik leg uit dat de leerlingen een lijstje als zullen er verdwijnen? hulpmiddel kunnen maken met daarop steekwoorden. Waar gaat je verhaal over? Wat wordt het probleem? Wat zal de oplossing zijn? Welke dingen zijn er in die tijd anders als nu? - Ik leg uit dat de leerlingen de hoofdpersoon kunnen omschrijven met steekwoorden: lief, rustig, druk, meelevend, koppig, eigenwijs etc. Zo hebben ze een goede houvast om aan het verhaal te beginnen. - Ik leg uit dat het schrijven op een stille manier moet gebeuren en dat er niet gepraat moet worden. Je schrijft immers voor je eigen.
- Ik laat de uitdelers 2 A4tjes uitdelen per
Uitvoering leerling. Eentje is voor de voorbereiding van de les en de ander is voor het verhaal. - Ik geef de leerlingen 10 minuten de tijd om - De leerlingen beginnen met het schrijven en bedenken hier over na te denken en deze dingen op van de personages. Ze krijgen hier 10 minuten de tijd te laten schrijven. voor. - De leerlingen voeren de les uit. Ze - De leerlingen schrijven hun voorkennis op. Wat weet ik al schrijven een verhaal. van de toekomst? - Als er leerlingen zijn die er niet uitkomen dan ga ik bij ze zitten en probeer ze te helpen. Ze moeten het uiteindelijk toch - De leerlingen beginnen met het schrijven van een verhaal. zelf doen dus help ik op zon manier dat Het verhaal gaat over Nederland in 2050. Er moet ze toch vooruit kunnen. minstens 1 hoofdpersoon zin zitten en minstens twee - Naar ongeveer 30 a 35 minuten moeten bijpersonen. Er komt een probleem in voor, maar ook een de leerlingen klaar zijn. Ze moeten oplossing. minstens 1 kantje vol hebben geschreven. - De leerlingen krijgen voor het schrijven van een verhaal Slot - Ik roep de klas centraal en vraag de - De leerlingen doen actief mee met opruimen. -Schrift waar ik mijn +/- 5 min leerlingen om te stoppen met hun - De leerlingen hebben de lesdoelen behaald en feedback opschrijf. werk en even te luisteren. kunnen mijn vragen beantwoorden. (Hoe vonden ze - Ik vertel dat we gaan opruimen en dat de les? Kunnen ze dit benoemen?) de uitdelers de verhalen op komen - De leerlingen hebben een leerzame les ervaren. (Dit halen ook al zijn ze niet klaar. controleer ik door te vragen wat ze geleerd hebben, - Ik vertel dat de leerlingen per groep m.b.t. het schrijven van een sciencefiction en een stapeltje maken met de verhalen. fantasie verhaal. (Dit is makkelijk voor het ophalen) - De leerlingen geven feedback. Gebeurt dit niet op de juiste manier dan zeg ik hier iets van.
- Ik bespreek samen met de leerlingen
of de doelen van de les behaald zijn. - Ik vraag aan de leerlingen wat ze van de les vonden. Ik vraag door, omdat ik graag wil weten waarom ze iets vinden. - Ik vraag feedback aan de leerlingen over de les en mijn manier van lesgeven. Deze feedback schrijf ik op in een schriftje.