Bijlage 2 Format toelichting lesontwerp

Student: Arianne Reichgelt Docent: Silvia Kooman

Vakgebied: Beeldende vorming Stagegroep: groep 8
Welke keuzes heb ik hier Toelichting/onderbouwin
gemaakt? g van keuzes (denk
hierbij met name aan
kernbegrippen uit
(vak-)specifieke theorie)
Kennis over (kinderen Ik heb de volgende Ik heb gekozen voor
in) de groep is beginsituatie gehanteerd: deze beginsituatie,
nadrukkelijk verwerkt De leerlingen zijn omdat de leerlingen al
in de omschrijving van bekend met de kleuren veel bezig zijn geweest
de beginsituatie van van de kleurfamilies en met kleur rondom
de groep, zowel in het gebruik hiervan. carnaval. Het is
pedagogische zin Ze weten ook hoe belangrijk om goede
(gedrag, bomen eruit zien en onderscheid te kunnen
groepsverhoudingen, kunnen hier een beeld maken tussen de
groepsdynamiek) als bij bedenken. kleuren. Hierdoor
in didactische zin Ze weten hoe ze met kunnen de leerlingen
(vakspecifieke kleurpotloden en stift beter met het ontwerp
beginsituatie). moeten tekenen. Er zijn omgaan. De leerlingen
een aantal leerlingen die oefenen met de kleuren
erg creatief zijn en al heel tijdens deze les nog een
snel zelfstandig aan de keer, zodat ze deze
slag kunnen. De kinderen kleurfamilies vaker en
werken in hun eigen makkelijker kunnen
groepjes aan de opdracht. toepassen. Ze weten dat
Ze mogen. het silhouet zwart moet
zijn en dat daardoor
deze extra opvalt.
De lesdoelen zijn Lesdoelen: In deze les leren de
afgestemd op de -Leren en weten de kinderen om te werken
beginsituatie. In de leerlingen hoe ze met kleurfamilies in een
formulering ervan kleurtechnieken moeten achtergrond. De
wordt zichtbaar dat toepassen in een leerlingen leren wat een
kennis van achtergrond. silhouet is en hoe ze
vakdidactiek en -Leren de leerlingen het deze moeten maken. De
leerlijnen op een tekenen van een leerlingen breiden zelf
logische manier is boomshilouet. hun kennis uit, doordat
verwerkt. -Leren de leerlingen ze specifiek naar bomen
concreet kijken naar gaan kijken en hier de
bomen uit het lente buitenkant van moeten
seizoen. tekenen.
De leerlingen leren
kleurenovergangen te
Kerndoel 54 maken en kunnen dit
 De leerlingen leren toepassen in hun
beelden, muziek, taal, achtergrond.
spel en beweging te
gebruiken,
om er gevoelens en
ervaringen mee uit te
drukken en om er mee te
communiceren.

Leerlijn:
-kleurennamen
-Relatie tussen kleur en
licht
-soorten kleuren
-Kleurenfamilies
(bonte, lichte, donkere)
-Kleur en sfeer
-het mengen van kleuren
-Kleurnuances en
kleurcontrasten
-gevoelswaarde van
kleuren
(vrolijke, sombere, koele,
warme)
Werk- en Ik heb gekozen voor de Deze werkvorm heb ik
groeperingsvormen werkvorm gebruikt om de
zijn afgestemd op kleurovergangen maken leerlingen na te laten
specifieke kenmerken met gebruik van denken over het
van de groep n op kleurfamilies. kleurgebruik in een
specifieke kenmerken Ik heb ervoor gekozen dat achtergrond.
van vakdidactiek. de leerlingen zelfstandig De boomsilhouet moet
aan het werk gaan in hun zodanig uitkomen dat
eigen groepje. deze uitspringt
Ze werken zelfstandig aan tegenover de kleuren op
het ontwerp en mogen de achtergrond.
gebruik maken van de Ik wil dat de leerlingen
voorbeelden die ik laat zelfstandig werken,
zien op het bord. omdat ze een eigen
ontwerp moeten maken.
Ze werken in het groepje
waar ze altijd in zitten.
Praten mag, maar wel
zachtjes. Fluisteren is de
toon die is toegestaan .

De leerlingen mogen
 rondlopen om bij elkaar
te kijken en ideen op te
doen.

Werk- en Ik heb ervoor gekozen dat Het tekenen van een

groeperingsvormen de kinderen in hun eigen achtergrond met
zijn functioneel groepje werken. Zo overgangen en rekening
ondersteunend bij het mogen elkaar helpen en houdend met
behalen van de ze mogen delen met hun kleurfamilies is het doel
lesdoelen. spullen. Denk hierbij aan: van de les. Daarbij komt
een bepaalde kleur van het tekenen van een
een kleurpotlood of een silhouet nog bij. Door
gum etc. het thema lente eraan te
De kinderen overleggen koppelen geeft het de
hoe lentebomen eruit zien kinderen een betere
en wat er zo specifiek aan houvast om
is. boomsilhouetten te
tekenen. De leerlingen
denken goed na over
hun boomsilhouet
waardoor ze hun kennis
ophalen, verbreden en
toepassen. Gedurende
de les zien de leerlingen
ook steeds verschillende
bomen van
medeklasgenoten.
Hierdoor halen ze nog
meer voorkennis op en
pikken ze ideen op voor
hun eigen ontwerp.
De proces- en Ik loop rond tijdens de les. Tijdens de les loop ik
productdoelen worden Ik observeer en help daar rond en kijk ik bij de
expliciet waar nodig is. Aan het leerlingen of het lukt. Ik
gevalueerd met de eind van de les vraag ik vraag aan de leerlingen
kinderen. aan de kinderen wat ze of het toepassen van
van deze les vonden. overgangen in kleuren
met het gebruik van de
Ik overleg samen met kleurfamilies lukt. Ik
kinderen of de lesdoelen controleer dit door rond
zijn behaald. Zij krijgen de te lopen en te kijken hoe
gelegenheid om hier de leerlingen dit doen.
antwoord op te geven.
Aan het eind van de les
Ik vraag feedback aan de vraag ik wat de kinderen
leerlingen over mijn vonden van deze les. Ik
 manier van lesgeven. Ik
wil mezelf verbeteren als
leerkracht en ik vind dat
tips die ik van leerlingen
krijg heel waardevol.
De werkvormen die Ik heb voor het bespreken
worden gehanteerd van de les een specifieke
bij evaluatie zijn werkvorm gekozen. Ik wil
passend bij graag controleren of de
vakdidactiek en lesdoelen behaald zijn, en
sluiten aan op wat de kinderen hebben
specifieke kenmerken geleerd.
van de groep. Ik vind het belangrijk dat
de kinderen hier ook een
mening over hebben en
deze ook mogen geven.
Juist door deze feedback
kan ik de volgende les
beter op hun aansluiten,
want zo weet ik waar zij
wel behoefte aan hebben
en op welke manier ik het
beste les kan geven.
De sfeer in de klas krijg ik
hierdoor beter in beeld.
En ik kan door de
evaluatie beter op
de groep inspelen. Dit doe
ik door zoveel mogelijk
leerlingen iets te laten
zeggen en door te
vragen.
wil graag weten wat er
goed aan ging en wat er
beter kon. Ik vraag dan
of de verbeterpunten
alleen bij de leerkracht
liggen of dat de
leerlingen hier ook een
rol inspelen. Zo leer ik ze
concreet kijken naar
eigen handelen.
Ik wil graag de lesdoelen
terugkoppelen naar de
evaluatie. Zijn ze
behaald? Waarom wel of
waarom niet?
De leerlingen krijgen
hier tijd voor om het uit
te leggen.
De leerlingen bespreken
samen met mij
klassikaal wat er goed
ging en wat beter kan.
Ik koppel de les terug
aan de vooraf gestelde
lesdoelen. Zijn ze
behaald? Ja of nee?
Waarom wel of waarom
niet?
Het is voor mij als
leerkracht in opleiding
erg belangrijk om goed
aan te sluiten op de
groep. Als de leerlingen
beseffen dat ze bij mij
hun mening mogen
geven en ik hier niet
kwaad om word, krijgen
ze sneller vertrouwen in
mij als leerkracht.