Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Jens Beekmans Mentor Patrice Goossens

Klas PEH16VC Datum 28-03-2017
Stageschool OBS de Rietpluim Groep 1+2
Plaats Nuenen Aantal lln +/- 5 kinderen
Vak- vormingsgebied: rekenen
Speelwerkthema / onderwerp: meten

Persoonlijk leerdoel:
- Ik wil kinderen autonoom laten zijn, ook in situaties waarin ze iets lastig vinden. Dit ga ik doen door niet te snel de oplossing te geven aan de kinderen maar
de juiste vragen te stellen waardoor de kinderen toch zelf op het antwoord of met de oplossing komen.
Productdoelen: Evaluatie van lesdoelen:

Kerndoel 33 Door samen met de kinderen de verschillende voorwerpen te verdelen in de drie groepen
De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, kan ik zien of ze in de gaten hebben welke voorwerpen kleiner, even groot of groter zijn
zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en als/dan een meter.
temperatuur.
Door aan het einde van de les te praten met de kinderen over de les kan ik erachter
Tussendoelen: komen of de maateenheid meter meer betekenis heeft gekregen voor de kinderen.
- Onderzoek naar de wijze waarop een meterlat gebruikt kan
worden om bijvoorbeeld de lengte van het lokaal te bepalen.
- Verkenning van de meter als officile maateenheid voor lengte;
koppeling van deze maat aan de eigen lichaamslengte als
referentiemaat, en aan de stap.
Reconstructiedidactiek:
Lesdoelen: - Construeren en concretiseren
- De kinderen zijn aan het einde van de les bekend met de officile Voorwerpen in de klas
maateenheid een meter. - Niveaus en modellen
- De kinderen kunnen aan het einde van de les voorwerpen Getallenlijn
onderscheiden in de groepen: korter dan een meter, ongeveer een - Reflectie en productie
meter en langer dan een meter. Bedenken hoe ze gaan meten
- Structureren en verstrengelen
Procesdoelen: Probleemstelling te weinig meterlatten
- De kinderen ervaren dat samenwerken met kinderen waar ze niet - Sociale context en interactie
zo vaak mee samenwerken toch heel prettig kan zijn. Samen het probleem oplossen

Beginsituatie:
De klas bestaat uit 29 kinderen, zestien jongens en dertien meisjes. De leeftijd verschilt van 4 jaar, kinderen die net op school zitten, tot 6 jaar, kinderen die volgend
jaar naar groep 3 gaan. Er zijn geen kinderen in de klas die zijn blijven zitten of die een klas over hebben geslagen. Vanzelfsprekend is dat de klas nog niet lang bij
elkaar is, omdat de kinderen nog geen twee jaar op school zitten.

De meeste kinderen weten wel wat een meterlat is maar daarmee meten is nieuw voor de kinderen. De kinderen zijn gewend te meten met bijvoorbeeld: blokjes,
voetstappen of lintjes. Het begrip meter kennen de kinderen al alleen het heeft nog weinig betekenis voor de meeste kinderen.

Kinderen vinden het vaak erg fijn en leuk om samen te werken met hun vriendjes en vriendinnetjes. De kinderen zullen niet snel uit zichzelf met andere kinderen
werken/spelen dan hun vrienden.

Tijd Leerinhoud Didactische handelingen
Leraar
Inleiding Introductie Ik laat de kinderen de meterlat en een liniaal
+/- 5-8 min zien en vraag of ze misschien al weten wat het
is.
Daarbij stel ik ook nog vragen of dat ze ook
weten waar het voor gebruikt kan worden, en of
ze misschien ook al weten hoe lang zon
lat/liniaal dan is.
Kern meten Ik geef de kinderen de opdracht om voorwerpen
+/- 10-15 in hun dagelijkse omgeving (de klas) te
min vergelijken met de meterlat. Welke voorwerpen
zijn nu ongeveer net zo groot? Welke
voorwerpen zijn korter? en welke zijn langer?
Wanneer we de verschillende voorwerpen in de
groepen hebben verdeelt ga ik de kinderen nog
een probleem voorleggen.
Kunnen we met meterlatten(er zijn maar 2/3
meterlatten beschikbaar) meten hoeveel meter
de klas lang is?
Afsluiting Nabesprek- Ik vraag aan de kinderen wat ze er van vonden
+/- 5 min en om te rekenen met een echte liniaal en een
meterlat. Hoe ze het vonden op problemen met
elkaar op te lossen.
Lesverloop
Leeractiviteit Materialen / Organisatie
leergedrag leerling(en)
De kinderen halen zo op een visuele manier voorkennis op Meterlat
over de les. Ze kunnen hun bevindingen meteen kwijt in het Liniaal
groepje.
De kinderen mogen meedenken met welke voorwerpen er voorwerpen uit het
ongeveer net zo lang zijn als een meter. Ze mogen dit dagelijkse leven (de klas)
natuurlijk ook zelf meten Op deze manier zullen we vanzelf
tegen voorwerpen aanlopen die korter of langer zijn. Deze
voorwerpen kunnen ze dan indelen in drie groepen:
- < meter
- = meter
- > meter
De kinderen zullen samen een oplossing moeten bedenken,
ze moeten de eerste meterlat voorzichtig weghalen en aan
de andere kant er weer bij leggen. Wel moeten ze er dan
goed op letten hoeveel meterlatten ze naast elkaar hebben
gelegd.
De kinderen mogen hun mening geven over wat zij vonden
van de les. Er wordt naar elkaar geluisterd en ze vullen
elkaar aan indien nodig.
Persoonlijke reflectie
Ik vond het fijn dat de kinderen meteen betrokken waren bij de les. Het was leuk om te zien dat ze kinderen zo enthousiast waren, vooral
tijdens de opdracht van de verschillende voorwerpen meten. De kinderen kwamen met veel goede ideen. Wat ook leuk was om te zien dat
hoe de kinderen te werk zijn gegaan met het probleem dat ze te weinig meterlatten hadden. Met zon opdracht kun je zien waar kinderen
aan denken en hoe ze daar aan denken.
Ik denk dat de liniaal en de referentiemaat meter meer betekenis voor de kinderen heeft gekregen.

Feedback mentor (inclusief handtekening)

Datum: